Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 015W / 015W0102.TXT

015W0102.TXT

          Pl. EKEREN 15W                     Service géologique
          F. HALET                              de Belgique

102 (V)   Puits tubé exécuté à Stabroeck,
          à la Brasserie de M. Veraart,
          par M.SMET de Desschel.
          Repérage par V.Collard le 29-5-1925.
          Echantillons receuillis par le chef sondeur. 
          Travaux commencés en mai 1925 et terminés en mars 1926.
          Mode de creusement: à sec.
          Diamètres successifs:0m20.

          Niveau de l'eau sous l'orifice au repos:2m00, en régime
          de pompage: 6m00 avec débit de 10.000 litres à l'heure.

          Cote approximative de l'orifice:5

 No        NATURE DES TERRAINS                                Profondeurs
                                                                mètres
 1*       Sable gris,humique                                     0.30
 2*       Sable quartzeux brunâtre                               0.60
 3*       Sable très quartzeux gris blanchâtre (genre Moll)      2.50
 4*       Idem un peu jaunâtre                                   4.00
 5*       Sable blanchâtre très quartzeux                        6.00
 6*       Sable gris,quartzeux,avec débris de coquilles          9.00
 7*       Idem                                                  12.00
 8*       Idem avec Corbula gibba                               15.00
 9*       Sable aggloméré gris verdâtre avec amas de coquilles,
          Corbula,Pecten opercularis                            16.00
10*       Sable gris coquiller                                  18.00
11*       Argile grise,schistoïde,finement pailletée            20.00
12*       Sable gris coquiller                                  21.00
13*       Argile grise sableuse                                 22.00
14*       Sable gris avec Pecten                                24.00
15*       Sable gris                                            25.00
16*       Sable gris,glauconifère,fossilifère                   26.00
17*       Idem                                                  27.00
18*       Crag coquiller                                        28.00
19*       Sable gris,glauconifère                               29.00
20*       coquiller                                             31.00
21*       Idem                                                  32.00
22*       Coquilles triturées                                   33.00
23*       Idem                                                  34.00
24*       Sable gris,avec traces de coquilles                   36.00
25*       Sable gris,glauconifère sans coquilles                38.00
26*       Idem                                                  40.00
27*       Idem                                                  41.00
28*       Idem                                                  42.00
29*       Idem très glauconifère                                45.00
30*       Argile grisâtre                                       50.00
                                                     jusqu'à    51.50



          Interprétation probable (F.Halet,30-3-1926):

          Pliocène continental: 9m00
          Scaldisien           29m00
          Anversien            12m00
          Rupelien (R2) ?       1m50



          Copie de l'analyse de l'eau du puits,communiqué par
          M.Veraart, à M.Collard,en septembre 1929.
          Laboratoires d'analyses chimiques et bactériologiques.
                     2, rue du Lac, GAND.

          Bulletin d'analyse No 6980 de Mr.Louis Veraart à Stabroeck.
          Date de la réception de l'échantillon:17 septembre 1925
          Nature de l'échantillon: une eau de puits.
          Recherche demandée: analyse sommaire.

          Résultats:

          Dépôts = ferrugineux
                   (Sur eau filtrée):
          Ammoniaque                                            présence
          Nitrites                                              absence
          Nitrates                                              faibles traces
          Fer                                                   traces
          Chlorures,exprimées en chlore: en gramme par litre    0.0266
          Matières organiques,exprimées en oxygène  "    "      0.0047
          Dureté totale                                        23.54 
          Dureté permanente                                     5.35
          Réaction                           neutre à froid,alcaline à chaud.
          Sulfates                                         faibles quantités.
          Alcalinité totale sur 100 cc. d'eau exprimée en Cm3
          H2S04 N/10                                            5.5
               

          Conclusion: Cette eau aérée et filtrée peut convenir
          aux usages de la brasserie; quant à son emploi pour
          l'exploitation d'eau minérale,la présence d'ammoniaque
          et de trop de matières organiques la rend suspecte.

                                    Gand,le 21 septembre 1925
                                      Le Chimiste,
                                    (S.) H.VAN HOVE

--------------------------------------------------------------

No 102(V) 1ste vervolg   R.TAVERNIER

          Getubeerde put uitgevoerd te STABROECK
          bij de Brouwerij VERHAART,
          door de firma Smet van DESSCHEL.
          Topographische ligging opgetekend door CLAESSENS W.
          de 4.7.1947.
          Grondstalen verzameld door de boormeester.
          Aanvang en einde der werken: in April 1947.
          Boringsmethode: zonder inspoeling.
          Opeenvolgende diameter: 12"; einddiameter: 125mm.
          Aard der pomp: Piston pomp.
          Diepte van het water, bij ruststand: 1.90m; tijdens het
          pompen: 6.50m, met een debiet van 18.000 liter per uur.

          Benaderende hoogte van de begane grond boven de
          zeespiegel:5m. Totale diepte: 50.69.

No :      AARD DER GRONDLAGEN                              Diepte
                                                             m.
 1         Aangevulde grond;                               1.00
 2*- 4     Bleek grijs grof grintachtig kwartzand          4.00 - 6.00
 5         Idem, grijs geel van kleur                      7.00
 6*        Grijs grof grintachtig kwartzand                9.00
 7*        Grijs groen glauconiethoudend tamelijk
           fijn zand, met talrijke brokstukken
           van brokstukken van schelpen en
           meerdere grintachtige dementen                 10.00
 8         Grijs glauconietrijk zand, met kleine
           brokstukken van schelpen                       11.00
 9*-10     Idem                                   12.00- 13.00
    11*    Idem, met zeer talrijke min of meer
           gerolde schelpen o.a. Natica
           donatiformix,Aequipecten aequipecten,
           Astarte,Pecten,Mactra, enz.en een
           haaitand (Lamna)                       19.00
12 -14*    Idem, idem, met o.a. Ditrupa           20.00 - 24.00
15 -17     Idem, idem                             26.00 - 29.00
18*-20     Idem, met o.a. een gerold exemplaar
           van Terebratula                        31.00 - 33.00
    21     Idem,met o.a. Pecten,Ostrea, enz.      36.00
    22     glauconietrijk, lichtjes grinachtig
           zand                                   42.00
23*-25*    Idem, zeer glauconietrijk              43.00 - 50.00



          Vermoedelijke Aardkundige Verklaring (R.TAVERNIER de 21.10.1948)

          Kwartair:                 van  1.00 tot 10.00m
          Scladisiaan               van 10.00 tot 36.00m.
          Diestiaan of Antwerpiaan:     36.00 tot 50.00m.
Insert the GSB number to search all associated content