PL. BRASSCHAAT 15 E
270 (VIIIa)
Peilput B5 a,b,c
uitgevoerd te Brasschaat
bij hoek Hoge Kaart en Lage Kaart
voor de Belgische Geologische Dienst
door N.V. Smet
Datum : November 1979
Topografische ligging opgetekend ter plaatse
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : inspoeling + gestoken
Grondwaterstanden : diepte 8 m : 5 a, bij ruststand : 1,23 m
tijdens het pompen : 6 m
met een debiet van 12.000 l/u
Hoogte van het maaiveld : + 9,89 meetpunt 5a : 9,71 ;
5b : 9,68 ;
5c :10,67 m
Totale diepte : 67.00 m
Aard der grondlagen Bewaarde
monsters
0 - 1 m 0,60 m
0.40 - 0.55 : donker bruin humeus zand met wortels 0.90m
0.55 - 0.80 : bruin-beige fijn zand met humusrijke
donkerbruine vlekken en banden.
0.80 - 1.00 : bruin beige fijn zand
1 - 2 m (0,90m)
0.10 - 0.20 : zelfde zand, terug gevlekt met humusrijke
zones
0.20 - 0.35 : donker bruin sterk humeus fijn zand met
wortels en baksteen gruis
0.35 - 1.00 : licht grijs (plaatselijk geoxydeerd tot 1.40
roestkleur) fijn leemhoudend zand, fijn 1.90
gelaagd; naar onder toe minder fijn zand
en hoekiger korrels.
2 - 3 m (0,65 m)
0.35 - 0.55 : beige matig fijn hoekig zand met fijn 2.65
grind, verweerd gepolijste silex keitjes
en baksteen gruis (= naval ?) 2.90
0.55 - 0.72 : bruin beigeachtig fijn leemh. zand
0.72 - 1.00 : lichtbruin matig fijn tot fijn hoekig
een weinig leemh. zand
3 - 4 m (0,45 m) 3.65
0.55 - 0.82 : z. licht bruin fijn leemh. zand 3.90
0.82 - 1.00 : licht grijs fijn hoekig weinig leemh.
zand
4 - 5 m (0.80 m)
licht grijs fijn hoekig kwarts zand met een weinig
glauconietkorreltjes ; op 0.35 : een gebroken en 4.50m
gepolijste silex klei (D max. 45 mm/min. 12 mm) ;
zwak glimmerh. en heel onduidelijk gelaagd (door
glauconietconcentraties)
5 - 6 m (0.75 m)
zelfde licht grijs tot wit fijn hoekig kwartszand,
heel zwak glauconiethoudend, fijn gelaagd vanaf 0,75 m
een heel dun (enkele mm) leemh. laagje op 0,68 cm op
0,85 m en een leemlensje van 8 mm dikte op 0,62 m
6 - 7 m (0.75 m)
0.25 - 0.60 : zelfde zand, onduidelijk doch scheef
gelaagd onderaan 6.30
0.60 - 1.00 : grover (matig fijn tot tam. grof) hoekig 6.80
kwartszand met minder glauconiet
korreltjes ; vanaf 0,85 tot 1.00 :
roestkleurige scheve laagjes met een
kleine limonietconcentratie op 0.92
7 - 8 m (0.60 m)
0.40 - 0.80 : wit iets bruinachtig grof hoekig 7.50
kwartszand Zeer weinig glauconiet
0.80 - 1.00 : grijs minder grof (matig fijn) hoekig
zwak glauconieth. zand met talrijke
limonietvlekken en slierten
8 - 9 m (0.75 m)
0.25 - 0.62 : bleek beigeachtig matig fijn tot fijn 8.40
hoekig zand, heel zwak glauconieth. 8.90
0.62 - 1.00 : zelfde zand, grijs en doorbroken met
roestige bandjes.
9 - 10 m (0.45 m)
donkerder grijs matig fijn hoekig kwartszand met fijne
zwartkorreltjes (organ. materiaal ?) ; enkele heel
fijne zwarte voegjes (pyriet of veen ?) 9.75
10 - 11 m (0,75 m)
0.25 - 0.60 : grijs homogeen tam. grof hoekig
kwartszand, een zwarte vlek op 0.35 10.35
0.60 - 1.00 : donker grijs fijn en onregelmatig
gelaagd hoekig matig fijn zand; veel org.
materiaal - planten - op 0,61 m. 10.85
11 - 12 m (0,68 m)
0,32 - 0,52 : donkergrijs matig grof kwartszand,
overgaand naar grof en zeer grof zand
onderaan met brokje pyriet. 11.40
11.65
0.52 - 0.83 : donkergrijs matig fijn tot grof hoekig 11.90
kwartszand scheef en kriskras gelaagd,
gelaagdheid bestaat uit donkergrijs tot
zwarte humeus (?) laagjes. terug onderaan
(5 cm) grof tot zeer grof zand, gelaagd
met venige bandjes
0.83 - 1.00 : donker grijs gevlekt zeer fijn silteus
en glimmerh. zand, onderaan fijn gelaagd.
12 - 13 m (0,30 m)
0,70 - 0.80 : zelfde zeer fijn silteus zand golvend
kontakt onderaan 12.90
0.80 - 1.00 : donker grijs grof kwarts zand met 2
bandjes (3 à 3,5 cm dik)
fijner en silteus zand van 0.86, 5 tot
0.90 en van 0,97 tot 1.00
13 - 14 m (spoelmonster) 13.00
licht grijs matig fijn hoekig zwak glauconieth. zand
14 - 15 m (0,65 m)
0.35 - 0.60 : donker grijs groenachtig fijn glauconieth
en kleih. zand, zwak kalkh., met
kleibrokjes vanaf 0.50 ; onderaan met 14.40
grovere kwartskorrels 14.70
0.60 - 1.00 : zelfde zand, met fijn schelpgruis,
kalkrijk, enkele volledige schelpen op
0.70 ; enkele kleibrokjes op 0.63
15 - 16 m (spoelmonster)
zelfde donkergrijs zand - geen kalk.
16 - 17 m (0.95 m)
0.05 - 0.12 : bruine plastische klei, met licht bruine
(siderietische) zone en een voeg met
zand en schelpengruis ; (een weinig
verstoord) 16.12
0.12 : licht bruine steen uit verharde
siderietische 16.20
klei (D max. 5 cm) 16.70
0.12 - 0.45 : zelfde grijs groen fijn glauconieth.
zand met fijn schelpgruis
0.45 - 0.50 : donker bruine plastische klei,
plaatselijk (door bioturbatie ?)
verstoord en gereduceerd tot 2 cm dikte.
0.50 - 0.58 : zelfde zand
0.58 - 0.59 : 1 cm dikke kleilens
0.59 - 0.73 : zelfde zand, met zeer veel schelpgruis en
kleine schelpjes, (Corbula gibba) en
grotere dikwandige zeer broze schelpen
( ? Angulus benedemi) een onregelmatige
kleilens onderaan.
0.73 - 1.00 : zelfde homogeen groen grijs fijn
glauconieth. zand.
17 - 18 m (0.95 m)
zelfde kleih. fijn zand ; grote schelpen (Cardium en 17.10
Angulus benedemi) op 0.10 ; Laevicardium decorticatum 17.30
+ Astarte op 0.35 ; veel schelpgruis 17.80
18 - 19 m (1.00 m)
zelfde zand, meer en grover 18.30
schelpgruis, vooral van 0.00 tot 0.40 + Corbula gibba 18.80
19 - 20 m (1.00 m)
zelfde zand, meer kleihoudend, regelmatig verspreid,
nogal veel schelpjes en schelpgruis ; kleislierten 19.30
bovenaan 19.80
20 - 21 m (0,65 m)
grijs iets groenachtig fijn glauconieth. en kleih.
zand met schelpen en veel fijn schelpgruis 20.40
schelpen : Corbula gibba, Astarte, Angulus benedeni
(+ onder zeer broze en onherkenbaar) ; de klei is 20.90
meestal gelijkmatig verdeeld, doch plaatselijk komen
er ook vage onduidelijke kleiige slierten en brokken voor.
21 - 22 m (spoelmonster)
zelfde zand, veel schelpgruis.
22 - 23 m (0,70 m)
zelfde zand, iets minder fijn en minder kleih., zeer
veel schelpgruis, iets grover ; bijna uitsluitend 22.40
schelpgruis van 0.30 tot 0.65 ; van 0.50 tot 0.65 een
blekere licht grijze zone met een kleine Natica - 22.90
gastropood.
23 - 24 m (0.90 m)
grijs iets groenachtig fijn glauconieth. & kleih. zand
met veel homogeen verspreid fijn schelpgruis 23.30
23.80
(1 volledige klep van een pelecypood op 0.30)
24 - 25 m (0.85 m)
zelfde zand, iets minder fijn en minder kleih., veel 24.30
fijn schelpgruis ; een gebroken gestropood op 0.40 m ; 24.80
concentratie van schelpgruis van 0.85 tot 0.90 ; Pinna
schelp brokstukken helemaal onderaan
25 - 26 m (0.95 m)
0.05 - 0.15 : zelfde zand als hierboven, eveneens met
Pinna schelpen (heel bross) 25.10
0.15 - 0.75 : zelfde kleih. fijn zand, doch met zeer
veel grof schelpgruis, gedeeltelijk
gerold, ook volledige schelpen o.a. 25.40
Angulus benedenni (2-kleppig) ; ook 25.80
kwartsgrind
0.75 - 1.00 : groen fijn kleih. glauconietrijk zand -
bovenste gedeelte is gestoord - 2 grote
kleppen van Glycymeris variabilis (?)
schelp + 1 tweekleppig exemplaar
(gebroken) + heel dunwandige Pseudamussium
tigerinum ?
26 - 27 m (0.75 m)
bovenaan (gestoord) schelpgruis + grote rolkei uit 26.40
donkerbruine fosfaath. ? zandsteen concretie 0.27 -
1.00 : homogeen groen zijn iets kleih. glauconietrijk 26.90
zand, met weinig schelpgruis iets glimmerh., enkele
zeldzame bioturbatievlekjes en slechts enkele sporen
van schelpen; zeldzaam Ditrupa.
27 - 28 m (0.90)
zelfde homogeen fijn glauconietrijk zand, groen grijs, 27.30
geen sporen van schelpen of bioturbatie ; wel kalkh. 27.80
en glimmerh.
28 - 29 m (0.90 m)
zelfde groengrijs fijn homogeen zand, kalkh. enkele 28.40
sporen van schelpen + 1 grote schelp (Pecten princeps) 28.90
op 0.40 m
29 - 30 m (0.85 m)
idem, slechts sporen van schelpen, kalkh. 29.30
29.80
30 - 31 m (0.45 m)
idem, donker groen grijs en iets minder fijn - zwak 30.70
heteromorf naar onder toe, steeds kalkh., enkele
sporen van schelpen.
31 - 32 m (0.80 m)
0.20 - 0.45 : donkergroen tot zwart zeer glauconietrijk 31.70
fijn zand met veel grof (ingespoeld)
schelpgruis - geroerd 31.95
0.45 - 1.00 : donker groen grijs tam. fijn
glauconietrijk zand met enkele
bioturbatievlekken, zeer weinig tot geen
kalk ; onderaan kleine zachte kalkrijke
zandsteenconcentraties.
32 - 33 m (0.85 m) 32.30
donker groen grijs tamelijk fijn glauconietrijk zand,
geen kalk, talrijke witte bioturbatievlekken 32.80
(gefotografeerd)
33 - 34 m (0.80)
0.20 - 0.50 : zelfde zand, met nog enkele bioturbatie-
vlekjes 33.30
helemaal bovenaan 33.80
0.50 - 1.00 : bleker groengrijs fijn kleih. zand met
een zevental laagjes bruin zand met
zachte zandsteenconcentraties.
34 - 35 m (0.70 m)
donker groen grijsachtig tot zwartachtig tam. fijn 34.40
glauconietrijk and met talrijke witte vlekjes met
zwarte randen (bioturbatie) - bovenaan grotere vlekken 34.90
(D +/- 5 mm) en onderaan meer kleinere (D +/- 2 mm)
35 - 36 (0.70 m)
donker groen grijsachtig tot zwartachtig tam. fijn 34.40
glauconiet- tot zeer glauconietrijk zand met talrijke
witte vlekjes met zwarte randen (bioturbatie) - 34.90
bovenaan vooral grotere vlekken (D +/- 5 mm) en onderaan
meer kleinere (D +/- 2 mm)
35 - 36 (0.70 m)
0.30 - 0.60 : zelfde zand met bioturbatie
0.60 - 1.00 : zelfde donkerkleurig zand, matig fijn 35.40
tot fijn, slechts zeldzame onduidelijke 35.90
bioturbatievlekken
36 - 37 (0.20 m)
zelfde zand 36.90
37 - 38 (0.45 m)
zelfde zand, heel weinig vlekjes, heel donker zand 37.80
38 - 39 (0.65 m)
0.35 - 0.65 : heel donker groen tot zwart fijn zeer
glauconietrijk zand, slechts enkele
bioturbatie-vlekjes bovenaan 38.90
0.65 - 1.00 : idem, doch duidelijk fijner, kleih. en
glimmerh. geen kalk
39 - 40 (0,25 m)
zelfde donker groen tot zwart zand, fijn, weinig of 39.90
niet kleih.
Spoelmonsters:
41 - 44 :
zelfde donker groen tot zwart tam. fijn zeer
glauconietrijk zand, zwak kalkh., enkele
schelpstukjes.
45 - 52 : idem, een weinig fijn schelpgruis
53 - 56 : idem, iets minder donker van kleur (groen
grijs) weinig schelpgruis.
57 - 60 : veel lichter grijs groen fijn tot zeer fijn
kleih. glauconietrijk zand, met fijn schelpgruis.
61 - 64 : idem, kleirijker
65 - 67 : grijze plastische klei.
Interpretatie:
Zanden van Brasschaat 0 - 13
Formatie van Lillo 13 - 25.75
Formatie van Kattendijk 25.75 - 31
Formatie van Diest 31 - 38
Formatie van Berchem 38 - 64
Klei van Boom 64 - 67
18/1/80
P. LAGA