Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0440 .txt

014e0440 .txt

Saftingedok

DOV-boorrapport BGD014E0440
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B38B Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 142309.7 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221647.4 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 20.50
Z (mTAW): 23.82 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: onder bufferberm i.p.v. kruin bufferberm


Lithologische beschrijving - 21/05/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 1.00 bleekbeige (door limonietische kleifilm rond de kwartskorrels) middelmatig glauconiethoudend (max enkele % verweerde glauconiet) zuiver ophoogzand
1.00 1.50 idem, wat meer glauconiethoudend, met lemige zandbollen met weinig schelpengruis
1.50 2.00 verbrokkelde kern van heterogene samenstelling met als basis grijze licht humeuze zandhoudende klei (polderklei), met zandrijke kleitussenschakelingen die roestrood oxideren, humeuze paarsbruine kleiige zandlaagjes met fijn schelpengruis, met verspreid granule van verweerde silex, baksteenscherven en houtresten, fijn doorworteld
2.00 2.50 grijze zandige klei met vers organisch materiaal (stinkend), met roestig oxiderende zandrijke intercalaties, zeer licht kalkhoudend
2.50 3.00 bruingrijze zandrijke klei met grote fragmenten van fossiele schelpen, met roestige oxidatierand, lijkt gestort (niet gecompacteerd, opgebouwd uit kleine brokjes van klei)
3.00 3.50 idem, meest kleine fossielfragmenten
3.50 4.00 idem, licht kalkhoudend, met grote oesterschalen (tot hier verbrokkelde kernen)
4.00 4.50 ± idem, klei is fijnzandig, minder en kleinere schelpfragmenten, licht doorworteld
4.50 5.50 idem, klei is licht kneedbaar maar heterogeen (uit gestorte brokken opgebouwd), heeft kleine blauwig grijze kern en brede kakibruine oxidatierand, nog steeds fijne schelpenresten; zeer licht kalkhoudend met lichte putjesgeur; klei is eerder silteus dan zandig
5.50 6.00 massieve kern; facieswijziging: compacte en zeer vaste donkergrijze sterk humeuze klei, vrijwel structuurloos, soms bruine oxidatieranden, met verspreide fragmenten van fossiele en zoetwaterschelpen
6.00 6.50 verbrokkelde kern in bruinzwart heterogeen veen, soms licht kleiig en zelfs zandhoudend, met veel rietveen maar verschillende componenten, tot kruimelig licht kleiig
6.50 7.00 donkerbruin fijnverbrokkeld fijn vezelig tot draderig veen
7.00 7.50 zelfde veen, maar meer kruimelig
7.50 8.00 verbrokkelde kern in bruinzwart fijn kruimelig veen met grote houtresten (tot kern doormeter)
8.00 8.50 zwartbruin kruimelig veen
8.50 9.00 opstapeling van grote houtresten in zwartbruin kruimelig veen
9.00 9.50 idem, vermengd met bruinzwart slib (= ingespoelde klei vol veenbrokjes)
9.50 10.00 vaste kern in donkerbruine sterk venige klei met houtige veenbrokjes, niet doorworteld, homogeen (dit hoort meer bij de veenlaag dan de onderklei)
10.00 10.50 bleekgrijs scherp middelmatig kwartszand, zeer licht gespikkeld met verweerde glauconiet, met bruingrijze humeuze strepen, licht cohesief door kleibruggen
10.50 11.00 zelfde zand, geplakt rond kernen tot 5 cm groot van grijsgroene zandrijke klei met zelfde samenstelling en lichtgrijze oxidatiekernen (volgens patroon van ronde gangen, mogelijk door bioturbatie ontstaan)
11.00 11.50 vanaf hier geheel vervloeid: bleekgrijs scherp middelmatig kwartszand, met enkele venige brokjes op mm-schaal; kalkloos
11.50 12.00 faciesverandering: bleekgrijs middelmatig zand (zoals voorgaande monsters) tot silt, zeer licht glauconiethoudend maar ook met lignietspikkels, zeer weinig fijn schelpengruis, licht kalkhoudend, licht papperig maar niet kleverig door siltgehalte
12.00 13.00 zelfde afzetting maar vergrovend, minder silt, kwarts tot matig grove fractie (weinig), meer schelpengruis en schelpfragmenten, met donkere ronde (glauconiet) en hoekige (ligniet) spikkels: Pleistoceen of top Lillo ?
13.00 13.50 ogenschijnlijk zelfde afzetting maar zand is grof met nog stijgend aandeel van schelpengruis, ook verweerde afgeronde middelmatige glauconiet
13.50 14.00 lichtgrijs heterogeen tot zeer grof licht kleiig zand met fijn en grof schelpengruis, met zeer slappe bollen in kleirijk zand, met grijsbruine siderietische zandsteenconcretie 4x3x2 cm (Merksem facies)
14.00 14.50 lichtgrijs heterogeen tot zeer grof kleiig zand, vol kleirijk zand tot zandrijke kleibollen; rijk aan schelpengruis fijn en grof (Kruisschans facies)
14.50 15.00 zelfde afzetting in meer gehomogeniseerd grof kleiig zand met kleinere kleibollen
15.00 15.50 lichtgrijs matig-grof kleiig zand, rijk aan schelpengruis met wisselend kleigehalte (dit lijkt op overgang naar Oorderen maar zou ook zandig facies van Kruisschans kunnen zijn)
15.50 16.00 ± idem, hoger kleigehalte (meer echte kleibollen op cm-schaal)
16.00 17.00 faciesverandering: grijs matig fijn meer homogeen sterk kleihoudend zand, licht maar duidelijk gespikkeld door glauconiet (enkele %) zeer weinig fijn schelpengruis, maar nog wat grof schelpengruis (dit is typisch Oorderen)
17.00 17.50 grijze opbollende zandrijke klei (in zelfde zand als voorgaande.monsters, dus matig-fijn, gespikkeld door glauconiet), weinig fijn schelpengruis maar wel geconcentreerd in laagjes, sporadisch verweert grof schelpengruis
17.50 18.00 ± idem, rijker aan grof schelpengruis
18.00 18.50 zelfde afzetting maar klei wordt zandrijker en het zand heterogener met een grovere fractie; nog steeds vrij veel schelpengruis in vergelijking met top van deze sequentie op 17-17.50 m
18.50 19.00 zelfde sequentie met echte plastische lichtgrijze kleilenzen op cm-schaal
19.00 19.50 nieuwe sequentie: grijs matig-fijn licht glauconiethoudend (max enkele %) sterk kleiig zand (maar geen kleilenzen), nog vrij veel fijn schelpengruis en talrijke diverse schelpfragmenten
19.50 20.00 matig fijn glauconietarm sterk kleiiig zand, rijk aan grof schelpengruis (blijft in zelfde sequentie als voorgaande)
20.00 20.50 wordt grijs middelmatig zand met matig-grove fractie, iets minder kleirijk dan voorgaand, ook minder schelpengruis maar blijft nog in dezelfde sequentie


Informele stratigrafie - 21/05/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 1.50 Anthropogeen, ophoogzand
1.50 4.00 Anthropogeen, gestorte klei waarop bodemontwikkeling
4.00 5.50 Anthropogeen, semi-natuurlijke klei-afzetting (onderwater)
5.50 6.00 Anthropogeen, semi-natuurlijke klei door aanslibbing
6.00 8.50 Holoceen, Formatie Waasland, Veen van Antwerpen, met verstoorde top
8.50 9.50 Holoceen, houtaccumulatie, opgevuld met veen boven en kleislib onder; Formatie Waasland, Veen van Antwerpen
9.50 10.00 Holoceen, venige klei, Formatie Waasland, Veen van Antwerpen
10.00 11.50 Holoceen, uitgeloogd zand, Formatie Waasland, Lid van Doel
11.50 13.50 Pleistoceen zand, Formatie van Zemst, Lid van Lembeke (herwerkt Merksem)
13.50 14.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, overgang naar Kruisschans
14.00 15.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
15.00 16.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans overgang naar Oorderen
16.00 17.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
17.00 19.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, intercalatie met kleiig Kruisschans facies
19.00 20.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, nieuwe sequentie

Insert the GSB number to search all associated content