014e0436 .txt

DOV-boorrapport BGD014E0436
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B34 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141979.8 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221890.5 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 24.30
Z (mTAW): 2.29 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: Doelpolder, Oostlangeweg geul


Lithologische beschrijving - 21/05/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 ontbreekt
0.50 1.00 vaste kern in bruine klei met wisselend zandgehalte, met baksteengruis
1.00 1.50 vaste kern in bruine lemige klei (silteuze klei met uitzicht van leem), doorworteld
1.50 2.00 vaste kern in slappe bruingrijze zandhoudende klei met in-situ gebroken zoetwatermossel , zeer licht kalkhoudend
2.00 2.50 vervormde (uitgezette) kern in grijsbruine, kakibruine tot lichtbruine min of meer zandrijke klei (zelfde afzetting)
2.50 3.00 halfvervloeide kern in zeer slappe fijnzandrijke silteuze klei tot zandige - kleiige silt, zeer licht kalkhoudend
3.00 3.50 zelfde afzetting maar vergrovend tot kleiig silt - kleiig zand met humeuze strepen; kalkhoudend
3.50 4.00 geheel vervloeid: bleekgrijs zeer fijn, kleiig maar niet kleverig zand, zeer licht gespikkeld door glauconiet, zeer licht kalkhoudend
4.00 4.50 bruinzwart verkruimeld veen
4.50 5.00 bruinzwart verkruimeld veen, in cm-grote brokken
5.00 5.50 kernstukken in zwart brokkelig veen vol grote houtresten
5.50 6.00 samenhangende kern in bruin brokkelig veen, zeer licht kleihoudend, overgaand in gelamineerde venige klei (monster lithotheek)
6.00 6.50 asgrijs matig fijn kleiig kwartszand, met intercalatie van groengrijze zandrijke klei (in zelfde zand) met paarsbruine strepen en randen, en onregelmatige overgangen tussen beide; met zwarte venige houtresten in het zand
6.50 7.00 vervloeide kern in bleekgrijs kleiig kwartszand met bleekkaki oxidatierand, soms met groenige schijn, met zwarte veenbrokjes in de vorm van lange platte stengels; licht kalkhoudend
7.00 7.50 vervloeid zelfde kleiig - papperig matig-fijn tot middelmatig kwartszand, bleekgroenig van binnen, bleek kaki van buiten, vol ingespoelde zwarte venige houtresten; zeer licht kalkhoudend (papperig omdat het zand losgestapeld is en waterverzadigd)
7.50 8.00 asgrijs middelmatig zand, zeer licht gespikkeld met glauconiet (1 %), kleiarm en niet kleverig, sporadisch schelpengruis en houtig veenbrokje (mm-schaal), zeer licht kalkhoudend, met brede humeuze strepen (nog Quartair)
8.00 8.50 bleekgrijs middelmatig scherp zand, vrijwel kleivrij, zeer licht gespikkeld door glauconiet, met wat schelpengruis, kalkhoudend
8.50 9.00 bleekgrijs heterogeen nog overwegend middelmatig zand, met beperkte zeer grove fractie, licht gespikkeld met enkele % ook soms zeer grove glauconiet; rijker aan fijn en grof schelpengruis en met schelpfragmenten, kalkhoudend (mogelijk top Merksem)
9.00 9.50 idem, met complete schelpjes, wat meer glauconiet, zeer licht kleihoudend
9.50 10.00 wordt heterogener, gemiddeld matig-grof zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis en met complete schelpen (Pecten met vleugels), licht toenemend kleigehalte
10.00 10.50 zelfde zand met schelpengruis, vermengd met plastische bruingrijze kleilenzen en 7x3x6 cm grote bleekbruine silteuze siderietknol (geen complete schelpen meer)
10.50 11.00 grof heterogeen zand vol schelpengruis vermengd met zelfde kleirijk zand en grote bollen zandrijke klei (typisch Kruisschans facies)
11.00 11.50 matig-grof min of meer kleirijk zand vol schelpengruis; steeds enkele % glauconiet die ook grof kan zijn
11.50 12.00 lichtgrijs gespikkeld matig-grof glauconiethoudend (> 5 %) zand, rijk aan fijn schelpengruis; zand is klei- arm maar bevat kleine slappe kleibollen (geleidelijke facies-overgang)
12.00 12.50 zelfde zand, iets meer kleihoudend, maar nog homogeen, eerder grijs gekleurd (maar bleekgespikkeld door schelpengruis), licht glauconiethoudend (enkele %)
12.50 13.00 eerder middelmatig licht kleiig zand, armer aan schelpengruis, zeer licht glauconiethoudend (max enkele %, ook fijner), met cm-grote zandsteen concreties; bruin slibrijk (geleidelijk typisch Oorderen facies)
13.00 13.50 grijs matig-fijn tot middelmatig glauconietarm, sterker kleiig zand met minder schelpengruis en verspreide schelpfragmenten
13.50 14.00 zelfde zand met slappe kern van zandrijke klei in zelfde zand (Kruisschans facies in Oorderen)
14.00 14.50 zelfde zand, sterk kleiig, met compacte (maar door uitdroging gebarsten) kern in grijze vaste plastische klei
14.50 15.00 zelfde zand (grijs kleiig matig-fijn glauconietarm met vrij veel fijn schelpengruis, met kern in zandrijke klei (van zelfde zand) waarin kleinere knollen voorkomen op cm-schaal van grijze plastische klei
15.00 15.50 ± idem, maar overwicht grijze plastische klei (monster lithotheek)
15.50 16.00 nog uit elkaar vallende kern van grijze klei die meestal meer tot sterk zandhoudend is, met vervloeid zelfde kleiig zand, rijk aan goedbewaarde diverse schelpen
16.00 16.50 begin van sequentie met roestbruin slib en homogeen uitzicht: grijs fijn glauconietarm licht kleiig zand met weinig schelpengruis maar met verspreide groter verweerde schelpenresten (Oorderen facies)
16.50 17.00 idem, iets vergrovend (weinig schelpenresten)
17.00 17.50 idem, iets vergrovend tot middelmatig (bijna geen schelpenresten)
17.50 18.00 idem voorgaande, met grotere dikschalige schelpenresten, mogelijk in-situ gebroken exemplaar
18.00 18.50 idem, matig fijn, kleinere verspreide schelpenresten
18.50 19.00 idem voorgaande, meer grof schelpengruis, geleidelijk ook meer glauconiet (enkele %)
19.00 19.50 idem voorgaande
19.50 20.00 kleine faciesverandering: zand wordt heterogener, overwegend middelmatig, wat meer glauconiet (< 5 %), iets meer kleiig, rijk aan schelpengruis en complete schelpen (Pecten, Natica) (Schelpenbank equivalent Luchtbal?)
20.00 20.50 grijs heterogeen, overwegend middelmatig, glauconiethoudend (> 5 %, ook matig-grof) licht kleiig zand, maar met kleirijker zandbollen, minder schelpengruis maar nog schelpfragmenten
20.50 21.00 grijs meer kleiig middelmatig glauconiethoudend (< 10 %) zand, armer aan schelpengruis, weinig schelpenresten maar met Dentalium, gastropoden; dit lijkt op overgangsfacies naar Kattendijk
21.00 21.50 idem, licht opbollend zand, geen herkenbare schelpen, minder glauconiet
21.50 22.00 lichte facieswijziging, vanaf hier grijs slib en geen roestbruin slib meer (overgang is geleidelijk): zelfde grijs middelmatig tot matig grof glauconiethoudend (5 % ook matig grof) kleiig zand, rijk aan grof schelpengruis en complete schelpen
22.00 22.50 zelfde afzetting, zand is vergrovend tot matig-grof met grove fractie, nog grof schelpengruis, schelpfragmenten en herkenbare schelpen
22.50 23.00 zelfde afzetting, overwegend middelmatig, meer kleiig en slibrijk, met grof schelpengruis
23.00 23.50 zelfde zand overwegend matig-fijn, iets rijker aan fijn schelpengruis, kleiig zoals voorgaand, zeer licht glauconiethoudend (enkele %); verschijnen van zandrijke kleibollen op cm-schaal
23.50 24.00 idem voorgaande, met kleirijke zandbollen waarin kernen van zandrijke klei voorkomen, als restanten van lamellen op mm tot cm-schaal; met grote complete Nucula (monster labo)
24.00 24.30 blijft matig-fijn glaconietarm zand, sterk mergelig - kleiig ingebed, en dunne blekergrijze, tot zandrijke mergel-klei, met schelpengruis en grotere schelpfragmenten waardonder veel grote Turritella (nog Luchtbal overgangsfacies)


Informele stratigrafie - 21/05/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 0.50 ontbreekt
0.50 1.50 Holoceen, polderklei, Formatie Waasland, Lid van Ekeren
1.50 4.00 Holoceen, alluviale klei op zand, Formatie Waasland, Lid van Ekeren
4.00 6.00 Holoceen, veen op basis van venige klei, Formatie Waasland, Veen van Antwerpen
6.00 8.00 Holoceen, uitgeloogd zand, Formatie Waasland, Lid van Doel
8.00 8.50 Pleistoceen ? zand, Formatie van Zemst, Lid van Lembeke (of reeds herwerkt in basis Formatie Waasland?)
8.50 10.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, zachte overgang naar Quartair
10.00 10.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, overgang naar Kruisschans
10.50 11.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
11.00 12.50 Formatie van Lillo, overgang Kruisschans-Oorderen (eerder Oorderen)
12.50 13.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
13.50 16.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, intercalatie van kleiig Kruisschans facies
16.00 19.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
19.50 20.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, Schelpenbank facies equivalent
20.50 21.50 Formatie van Lillo, basissequentie met Dentalium, mogelijk herwerkt Kattendijk
21.50 24.30 Formatie van Lillo, basissequentie met Lid van Luchtbal equivalent