014e0433 .txt

DOV Boorrapport BGD014E0433
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B30 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141686.0 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221762.7 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 23.50
Z (mTAW): 1.53 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: Doelpolder


Lithologische beschrijving - 30/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 donkerbruine lemige zandige teelaarde, recent doorworteld, met talrijke brokjes baksteen en mortel, met kleiige matrix, hard verdroogd
0.50 1.00 kern: bleekbruine compacte zandhoudende kleiige leem, met baksteen en mortelbrokjes, zeer licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
1.00 1.50 kern in slappere beigebruine sterk fijnzandige siltige leem met geoxideerde humeuze vlekken, licht kleverig door kleigehalte
1.50 2.00 zelfde afzetting wat kleiiger, met roestige gleyvlekken, blijft zeer kalkhoudend
2.00 2.50 lichte facieswijziging: grijze sterk slijkerige fijnzandrijke vervloeide klei met weinig schelpengruis (vermoedelijk zoetwaterschelpen); met groot baksteenfragment
2.50 3.00 faciesgrens: zwartbruin zeer fijnkorrelig zacht veen, met grijze kleilaminaties (geïnfiltreerd uit bovenliggende laag) en zwartbruin sterk venig - kleiig zand
3.00 3.50 bruinzwart fijnkruimelig veen, met grote onregelmatige intercalaties van bleekgrijs zeer fijn zand tot grof silt met kleibruggen tussen de korrels en zeer licht kalkhoudend
3.50 4.00 idem
4.00 4.50 ± idem, bleekgrijze intercalaties van silt worden sterk kleiig
4.50 5.00 zwartbruin kruimelig veen, minder intercalaties van bleekbeige kalkhoudende silteuze klei
5.00 5.50 bruinzwart kruimelig veen, in wat elkaar gevallen kern
5.50 6.00 donkerbruin sterk kleiig kneedbaar veen, homogeen van uitzicht; soms bruin en meer kruimelig (monster lithotheek)
6.00 6.50 faciesgrens: uit elkaar gevallen kern van bleekgrijs licht kleiig, licht kleverig fijn kwartszand (uitgeloogd), kalkloos
6.50 7.00 vanaf hier vervloeid: bleekgrijs iets heterogener, overwegend matig-fijn vrij scherp (= weinig kleihoudend) kwartszand, zeer licht gespikkeld (<1 %) door geoxideerde glauconiet; kalkloos
7.00 7.50 zelfde afzetting, met aanzienlijke middelmatige fractie, nog overwegend matig-fijn, vrijwel kleivrij, met grof schelpengruis en onregelmatige brok (2-3 cm) van lichtgrijze grofkorrelige glauconiethoudende zandsteen vol schelpengruis (Merksemiaan), licht kalkhoudend met lichte putjesgeur en zelfs benzinegeur
7.50 8.00 zelfde afzetting, maar zachter aanvoelend (minder middelmatige fractie) zonder schelpengruis, met sporadisch veenpartikel, licht gespikkeld (enkele % glauconiet), zeer licht kalkhoudend
8.00 8.50 zelfde afzetting, wordt middelmatig tot matig-grof zand, licht door glauconiet gespikkeld, met sporadisch fijn schelpengruis, veel donkere venige partikels (mm-schaal); blijft kleivrij en zeer licht kalkhoudend met lichte putjesgeur maar kleverig wanneer humeus (humus gekoppeld aan klei) (monster lithotheek)
8.50 9.00 lichtgrijs overwegend middelmatig (dus verfijnend) zeer licht kleiig maar niet kleverig zand, zeer licht gespikkeld (max enkele % glauconiet) met weinig veenpartikels maar aangerijkt in schelpengruis (nog Quartair herwerkt Merksemiaan), met donkere sterk humeuze en meer kleiige vlekken
9.00 9.50 formatiegrens: lichtgrijs heterogeen grof zand, glauconietarm, rijker aan schelpengruis, met grote schelpfragmenten (Pecten)
9.50 10.00 lichtgrijs grof zeer licht kleihoudend - papperig zand, zeer rijk aan schelpengruis en grote schelpfragmenten, licht glauconiethoudend (enkele % middelmatige glauconiet), met sporadisch humeuze vlek (monster labo) (monster lithotheek)
10.00 10.50 blijft matig-grof tot grof vrijwel kleivrij zand (met kleibruggen tussen de korrels), licht glauconiethoudend (<5 % ook matig grof), zeer rijk aan schelpengruis, maar zonder schelpfragmenten
10.50 11.00 idem
11.00 11.50 zelfde grof zand, zeer rijk aan schelpengruis, met grote bollen (>5 cm) van zeer vaste lichtgrijze klei (Kruisschans facies)
11.50 12.00 zelfde afzetting; het heterogene zand bevat meer fijne fractie en wordt ook kleiig, de vaste kleibollen zijn iets donkerder grijs, meer schilferig en soms zandig, met kleine schelpjes tussen het schelpengruis
12.00 12.50 meer door elkaar gemengd tot sterk kleiig overwegend middelmatig zand, daardoor ook iets minder schelpengruis (schelpengruis gebonden aan het zand, waarvan de hoeveelheid verdund is door menging met klei) maar met kleine complete schelpjes, zelfs dubbelkleppig (monster lithotheek)
12.50 13.00 lichtgrijs goed gesorteerd middelmatig licht kleiig zand, nog rijk aan schelpengruis, zeer licht glauconiethoudend (enkele % fijne glauconiet) (= overgang naar Oorderen)
13.00 13.50 idem (monster labo), vervloeid maar lijkt opbollend zand (mogelijk wisselend kleigehalte)
13.50 14.00 lichtgrijs matig-grof minder kleihoudend zand, rijk aan grof schelpengruis tot schelpfragmenten, zeer licht glauconiethoudend (enkele %), met kleirijke lamellen (monster lithotheek)
14.00 14.50 ± idem, glauconietarm (1 %), nog rijker aan fijn schelpengruis en verweerde schelpfragmenten, sterk opbollend (sterke kleibruggen tussen de korrels)
14.50 15.00 zelfde afzetting, overwegend matig-fijn, iets minder schelpengruis of schelpfragmenten, meer kleiig (zand en klei goed vermengd)
15.00 15.50 zelfde afzetting als voorgaande, met grote bollen (>5 cm) in lichtgrijze stijve plastische klei (= Kruisschans type)
15.50 16.00 nieuwe sequentie van lichtgrijs goed gesorteerd matig-fijn licht glauconiethoudend (enkele %) slechts licht kleiig zand, rijk aan fijn schelpengruis met sporadisch klein schelpje
16.00 16.50 zand wordt glauconietarm, iets meer mergelig - kleiig (klei overwegend op mergel), met grof schelpengruis (van verweerde schelpfragmenten) (= geleidelijke overgang naar Luchtbal facies)
16.50 17.00 idem
17.00 17.50 bleekgrijs sterk mergelig licht kleiig vergrovend zand, zeer rijk aan schelpengruis, ook grof schelpengruis, zodat kwarts en glauconietgehalte afneemt (van zeer fijn tot matig-grof) (= Luchtbal facies, in de lithostratigrafie beschreven als Schelpenbanken binnen Oorderen) (monster lithotheek)
17.50 18.00 idem, met kleine complete schelpen (Natica)
18.00 18.50 ± idem, iets verfijnend, iets meer glauconiet en iets minder schelpfragmenten
18.50 19.00 blijft bleekgrijs maar zacht aanvoelend matig fijn zand (terug meer kwarts), nog rijk aan schelpengruis en meer schelpfragmenten, doch minder dan voorgaand; met putjesgeur bij verzuring (! subrecente organische stoffen ?)
19.00 19.50 ± idem, maar eerder middelmatig, glauconietarm, licht mergelig - kleiig maar niet kleverig, nog rijk aan fijn schelpengruis met verweerde schelpenresten
19.50 20.00 idem voorgaande, met donkergrijze humeuze vlekken, met lichte putjesgeur bij verzuring (doorspoeld door subrecente organische vloeistoffen en/of humuszuren, in verbinding met Quartaire aquifer)
20.00 20.50 blijft bleekgrijs middelmatig glauconiethoudend (<5 %), licht kleiig opbollend zand, rijk aan fijn schelpengruis met sporadisch grotere schelpenresten; met kleirijker bollen op cm-schaal
20.50 21.00 bleekgrijs middelmatig tot matig-grof licht glauconiethoudend (>5 % ook middelmatig) licht kleiig opbollend zand, rijk aan grof schelpengruis en grote schelpfragmenten (tot 5 cm)
21.00 21.50 bleekgrijs matig-grof licht glauconiethoudende (enkele %) iets sterker kleiig opbollend, maar nog mergelig zand, iets minder rijk aan schelpengruis of schelpfragmenten
21.50 22.00 ± idem voorgaande, maar sterk kleiig - mergelig opbollend
22.00 22.50 faciesverandering naar Kattendijk in dit interval: nog een weinig zoals voorgaande, vermengd met grijs zachter aanvoelend sterk silteus tot middelmatig en meer glauconiethoudend zand dat licht kleiig - kleverig is
22.50 23.00 grijs goed gesorteerd matig fijn tot middelmatig licht glauconiethoudend (<5 %), licht silteus, kleiig - kleverig zand met weinig fijn schelpengruis en sporadisch verweerde schelpfragmenten (monster lithotheek)
23.00 23.50 idem voorgaande, eerder middelmatig, iets minder kleiig maar nog opbollend en silteus (monster labo)


Informele stratigrafie - 30/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 2.50 Holoceen, polderklei op overstromingssediment met baksteen, Formatie van Waasland, Lid van Ekeren
2.50 6.00 Holoceen veen, Formatie van Waasland, Veen van Antwerpen
6.00 9.00 Holoceen, fijn uitgeloogd zand, Formatie van Waasland, Lid van Doel
9.00 11.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
11.00 12.50 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
12.50 15.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, bovenste sequentie met kleiige basis
15.50 17.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, overgangsfacies naar Luchtbal
17.00 18.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, Schelpenbank (= Luchtbal facies)
18.00 20.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
20.50 22.10 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal
22.10 23.50 Formatie van Kattendijk, glauconietarm (of gerecycleerd Kattendijk in basis Lillo Formatie)