Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0430 .txt

014e0430 .txt

Saftingedok

DOV-boorrapport BGD014E0430
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B27 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141350.4 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221524.6 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 23.50
Z (mTAW): 1.49 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: Doelpolder, ten Zuiden boomgaard


Lithologische beschrijving - 01/04/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 bleekgrijs sterk kakibruin oxiderende lemige klei (polderklei) met gras, in vaste kern
0.50 1.00 kern in slappe humeus-grijze, vlekkerige roestbruin oxiderende fijnzandrijke klei, kalkloos tot licht kalkhoudend met putjesgeur
1.00 1.50 kern in grijze sterk humeuze sterk bruin oxiderende siltige kneedbare klei met venige partikels die strepen trekken bij doorsnijden; licht kalkhoudend met putjesgeur
1.50 2.00 ± idem, maar veel minder bruin geoxideerd
2.00 2.50 sterk uitgezette en vervormde kern in zeer slappe grijze humeuze fijnzandhoudende klei, licht kalkhoudend met lichte putjesgeur, afwisselend zandrijk en bruin geoxideerd (tot zandtextuur) met delen die sterk kleiig zijn en ten dele van bleekgrijs tot oranjeroest zijn geoxideerd (opm. plantenresten langs buitenkant kern, in het gras gelegd)
2.50 3.00 kern in grijze sterk humeuze goed kneedbare klei met insluitsels tot op cm-schaal van veen, licht kalkhoudend met putjesgeur, met vergane schelpen, vermoedelijk zoetwaterschelpen; aan de randen roestig bruin oxiderend
3.00 3.50 faciesgrens: zwartbruin kruimelig veen met riet (en dan meer cohesief) (monster labo)
3.50 4.00 nog een beetje veen (grens in top van dit interval), echter vooral bleekbeigebruin en donkerbruin humeus middelmatig licht kleiig kwartszand
4.00 4.50 zelfde bleekbeigebruin middelmatig kwartszand en verspoeld veen
4.50 5.00 bleekbeigebruin middelmatig, iets vergrovend, kleivrij kwartszand met houtige harde verspoelde veenpartikels tot cm-schaal
5.00 5.50 zelfde bleekbeigebruin middelmatig, licht kleiig kwartszand, rijk aan houtige veenbrokjes tot cm- schaal; zand is beperkt sterker kleiig humeus
5.50 6.00 bleekgrijs (= minder humeus) licht kleiig middelmatig kwartszand met grote bollen meer beigebruin geoxideerd kleirijk zand (zandtextuur, ziet eruit als klei maar is nog zand)
6.00 6.50 ± idem, maar kleirijk zand is licht overwegend; kalkloos met lichte putjesgeur bij verzuring
6.50 7.00 bleekgrijs meer gehomogeniseerd kleiig middelmatig kwartszand, zeer licht gespikkeld (< 1 %) door geoxideerde glauconiet)
7.00 7.50 idem, wordt matig-fijn
7.50 8.00 idem, wordt fijn
8.00 8.50 faciesverandering: lichtgrijs heterogeen van zeer fijn tot middelmatig scherp aanvoelend zand, zeer licht gespikkeld (max enkele %) door middelmatige glauconiet en een weinig fijn schelpengruis en schelpfragmenten, slechts licht kalkhoudend (Pleistoceen)
8.50 9.00 ± idem, overwegend middelmatig, meer fijn schelpengruis
9.00 9.50 ± idem, vrijwel zonder schelpengruis; met slappe dunne (< 0.50 cm) kleilamel
9.50 10.00 lichtgrijs, zeer homogeen kleivrij matig-fijn tot middelmatig zand met heldere kwarts, zeer licht glauconiethoudend (enkele %)
10.00 10.50 zelfde zand, eerder middelmatig en iets meer gespikkeld door glauconiet (5 % middelmatig, zelfs matig-grof); sporadisch fijn schelpengruis (monster labo)
10.50 11.00 zelfde afzetting, eerder matig-fijn en wat meer fijn schelpengruis; glauconiet enkele % ook matig-fijn
11.00 11.50 ± idem, glauconiet is terug middelmatig; zeer licht kalkhoudend
11.50 12.00 ± idem, droog monster, lichtgrijs middelmatig kleivrij zand, met enkele % ook middelmatige glauconiet; weinig fijn schelpengruis (einde Pleistoceen)
12.00 12.50 formatiegrens: lichtgrijs matig-fijn licht gespikkeld (enkele % ook matig-fijne glauconiet) kleiig zand met kleibollen, met fijn en vooral grof schelpengruis; met platte verstenigen tot 1 cm dik en 4 cm lang in bruine sideriet (dun gebankt) en bleke bijna witte zachte sterk mergelige schelpenbank (zandtextuur) van fijn schelpengruis, vrijwel zonder zand (zijn geen Merksemiaan verstenigen); lijkt Kruisschans
12.50 13.00 grijze zandrijke maar toch compacte klei ingebed in lichtgrijs middelmatig sterk kleiig glauconietarm zand vol schelpengruis, met ook grote dikschalige schelpen met kleiprop (Kruisschans facies, op eerste zich niet herkenbaar (monster had uitzicht van zand)
13.00 13.50 faciesgrens: grijs overwegend matig fijn licht glauconiethoudend (max enkele %) sterk kleiig zand met goedbewaarde schelpenresten (top Oorderen) (duidelijk minder kleef dan voorgaand), met wisselend kleigehalte
13.50 14.00 idem, rijk aan schelpenresten, sterk wisselend kleigehalte van licht kleiig over sterk kleiig zand tot zandrijke kleibollen; ook korrelgrootte variabel met zeer fijne tot matig-grove glauconiet (monster labo) (tot hier Oorderen-Kruisschans overgang)
14.00 15.00 grijs overwegend matig fijn (maar met beperkte matig grove fractie) kleiig zand, licht opbollend, maar zonder echter klei, minder rijk aan fijn of grof schelpengruis (maar nog altijd veel)
15.00 15.50 grijs eerder middelmatig glauconietarm iets meer kleihoudend zand, iets minder schelpengruis, maar met Natica en Caecum (gastropode gelijkend op kalkkokerworm)
15.50 16.00 grijs matig fijn tot middelmatig kleiig (maar iets minder dan voorgaand) licht glauconiethoudend (enkele %) zand, met weinig schelpengruis en sporadisch schelpfragmenten
16.00 16.50 idem, nog minder schelpenresten, evenveel klei, fijn schelpengruis en fijne glauconiet (grotere schelpenresten zijn eerder toevalstreffers, ongelijk verdeeld in het sediment)
16.50 17.00 ± idem voorgaande, vrijwel zonder grof schelpengruis of schelpfragmenten
17.00 17.50 faciesverandering naar Luchtbal: bleekgrijs overwegend matig fijn maar veel heterogener glauconietarm, sterk kleiig - mergelig zand vol schelpengruis en schelpfragmenten, ook complete schelpen (Nucula), met bollen van bleekgrijs mergelig schelpengruis op cm-schaal
17.50 18.00 mengeling tussen het bleekgrijze schelpenrijke Luchtbal facies en het grijzere Oorderen facies
18.00 18.50 bleekgrijs sterk mergelig - kleiig glauconietarm, kwartsarm zand van fijn tot grof schelpengruis met delicate schelpen (meerdere Dentalium, strandschelp, gastropode...) (monster lithotheek)
18.50 19.00 lichtgrijs eerder middelmatig licht glauconiethoudend (enkele % middelmatig) kleiig zand (minder klei dan voorgaande), met weinig schelpengruis en schelpenresten (o.a. Dentalium) = terug Oorderen facies
19.00 19.50 lichtgrijs middelmatig tot matig-grof kwartsrijker zand, licht glauconiethoudend (max enkele % matig-fijn blijvend), kleiig (doch minder dan voorgaand), nog rijk aan delicate schelpenresten (o.a. Turritella en veel Dentalium, in Oorderen facies (!); vermengd met cohesieve bleke mergelige schelpengruis-zanden van Luchtbal facies (monster lithotheek uit Oorderen facies)
19.50 20.00 faciesverandering: grijs middelmatig glauconiethoudend (< 5 %) sterk kleiig zand (geen mergel meer) met weinig schelpengruis, sporadisch nog Dentalium tot 2.5 cm groot; zand is kleiig opbollend, echter geen kleibollen
20.00 20.50 zelfde afzetting, echter nog kleiiger met zandrijke kleibollen op cm-schaal, vrijwel zonder grof schelpengruis of schelpenresten
20.50 21.00 geleidelijke faciesverandering: zelfde sediment, maar kleibollen worden groter en terug meer grof schelpengruis
21.00 21.50 lichtgrijs overwegend middelmatig licht glauconiethoudend (max enkele % matig-fijn) sterk mergelig - kleiig zand vol schelpengruis en schelpfragmenten van grote schelpen (heeft zandtextuur maar gedraagt zich als een lumachelle-klei); slibrijk
21.50 22.00 faciesverandering naar grijs licht kleiig - kleverig goed gesorteerd middelmatig tot matig-grof glauconietrijk (ca 10 % ook tot matig-grof) zand, nog veel fijn schelpengruis en enkele grotere schelpfragmenten (Kattendijk of geremanieerd Kattendijk)
22.00 22.50 zelfde afzetting, overwegend middelmatig, glauconietrijk (20 %) zand, arm aan fijn schelpengruis, verspreide kleine schelpfragmenten; sporadisch grote gebroken schelp (monster lithotheek)
22.50 23.50 zelfde afzetting, iets meer fijne fractie maar nog hoofdzakelijk middelmatig grijs kleiig; zacht aanvoelend zand, met wat meer schelpengruis; glauconietgehalte blijft gelijk


Informele stratigrafie - 01/04/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 3.00 Holoceen, polderklei, Formatie Waasland, Lid van Ekeren
3.00 3.60 Holoceen, veen, Formatie Waasland, Veen van Antwerpen
3.60 8.00 Holoceen, uitgeloogd fijn zand, Formatie Waasland, Lid van Doel
8.00 12.00 Pleistoceen, glauconiethoudend scherp zand, Formatie van Zemst, Lid van Lembeke
12.00 13.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
13.00 14.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen overgang naar Kruisschans
14.00 17.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
17.00 18.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, Schelpenbank facies (mergelig fossielhoudend)
18.50 19.40 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
19.40 19.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, Schelpenbank facies (mergel)
19.50 21.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen kleiig
21.00 21.50 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal, lumachelle kleiig
21.50 23.50 Formatie van Kattendijk, met schelpengruis

Insert the GSB number to search all associated content