014e0427 .txt

DOV-Boorrapport BGD014E0427
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B24 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141160.7 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221557.6 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 24.30
Z (mTAW): 2.32 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Antwerpen
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: Doelpolder - Westlangeweg


Lithologische beschrijving - 22/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 grijsbruine compacte licht siltige (lemige) polderklei, doorworteld met rottende plantenresten, kalkloos
0.50 1.00 kern in bruine silteuze klei, goed kneedbaar, licht doorworteld, licht kalkhoudend met zerpe geur bij verzuring (ontbinding van verse plantenresten)
1.00 1.50 uit elkaar vallende kern in kalkloze grijze humeuze, sterk roestbruin geoxideerde slappe klei, kneedbaar maar kleverig wanneer grijs, brokkelig wanneer bruin geoxideerd
1.50 2.00 faciesgrens: zwart zeer zacht kruimelig veen (licht kleiig aanvoelend)
2.00 2.50 intercalatie van bleekbruin overwegend matig-fijn kwartszand, soms donkerbruin sterk humeus en licht kleiig - kleverig
2.50 3.00 uit elkaar gevallen kern van bruinzwart sterk venig humeus matig-fijn zand (ziet eruit als veen)
3.00 3.50 bruinzwart kleiig korrelig veen met grote (> 5 cm) houtbrokken
3.50 4.00 bruinzwart fijn kruimelig veen van fijne vezels
4.00 4.50 faciesgrens: uit elkaar gevallen kern van bleekgroenig grijs heterogeen, overwegend middelmatig, zeer licht door verweerde glauconiet gespikkeld (1 %), licht kleiig - kleverig cohesief zand, met paarsbruin geoxideerde humeuze vlekken en strepen
4.50 5.00 zelfde zand, iets meer kleihoudend en bleekbeige grijs, nog met kleine humeuze vlekken
5.00 6.00 zelfde zand, bleekbeige, slechts zeer licht kleihoudend (nog kleibruggen tussen de korrels), niet kleverig
6.00 6.50 faciesgrens: lichtgrijs heterogeen tot grof licht door glauconiet gespikkeld (> 5 % middelmatig glauconiet), slechts zeer licht kleihoudend (niet kleverig) zand, rijk aan schelpengruis met grotere schelpen ; vol versteningen in zelfde schelpenrijke zandsteen ; vloeistof en slib nog bruinig organisch rijk (uit Quartair), nochtans reeds Merksem maar doorspoeld door subrecente fluïda (monster lithotheek)
6.50 7.00 zelfde zand, sterk gespikkeld door glauconiet (< 10 %), zonder grote schelpen of versteningen ; nog bruin slib van subrecente fluïda
7.00 7.50 zelfde afzetting van heterogeen grof zand met glauconiet (> 5 %), schelpengruis, sporadisch verstening, met lamellen van slappe zandrijke klei, met slappe venige partikels (tot 0.50 cm)
7.50 8.00 zelfde grof glauconiethoudend (5 %) zand vol schelpengruis en grote complete schelpen (Pecten); zand is vrijwel kleiloos maar met kleine (0.50 cm dik) slappe silteuze kleilamellen
8.00 8.50 zelfde matig-grof zand met fijn en grof schelpengruis, wat kleiiger en met cm-grote brokken van vaste grijze klei (overgang naar Kruisschans facies)
8.50 9.00 uit elkaar gevallen kern van lichtgrijs kleiig opbollend heterogeen matig-grof blijvend glauconiethoudend (5 % middelmatig) zand, vol fijn en grof schelpengruis (Kruisschans)
9.00 9.50 idem, iets minder glauconiet (enkele %)
9.50 10.00 idem voorgaande, iets kleiiger, minder grote schelpenresten (monster labo)
10.00 10.50 zelfde afzetting met harde grijze kleilamellen op cm-schaal (typisch Kruisschans)
10.50 11.00 idem, wat minder kleilamellen maar met ook dunne (0.50 cm) bleekbeige vaste kleilamel
11.00 11.50 idem, wat grijze vaste kleilamellen en bollen van lichtgrijs kleiig zelfde zand met schelpengruis (sinds 9.50 m geen grote schelpfragmenten meer)
11.50 12.00 idem, met centimeters dikke grijze kleilamellen; zand blijft matig-grof, glauconietarm, schelpengruisrijk en licht kleverig
12.00 13.00 faciesgrens naar Oorderen overgangsfacies: lichtgrijs kleiig middelmatig, licht glauconiethoudend (max. enkele %) zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis (vervloeid en gehomogeniseerd) en sporadisch verweerd schelpfragment
13.00 13.50 faciesgrens naar typisch Oorderen: nochtans zelfde lichtgrijs middelmatig, zeer licht glauconiethoudend (max. enkele %) licht kleiig-kleverig zand, iets minder rijk aan fijn en grof schelpengruis (maar nog altijd veel)
13.50 14.00 zelfde zand, sterk kleiig en rijk aan grof schelpengruis (monster labo)
14.00 14.50 zelfde zand, maar minder grof schelpengruis, nog kleiig en kleverig
14.50 15.00 ± idem, terug iets meer kleiig, met bollen in zandrijke klei en zelfde zand met echter minder/fijner schelpengruis
15.00 15.50 ± zelfde zand, eerder matig-fijn en wat meer grof schelpengruis, blijft kleiig gehomogeniseerd
15.50 16.00 zelfde zand, wat heterogener maar blijft overwegend matig fijn, wat minder kleiig en veel minder grof schelpengruis
16.00 16.50 zelfde zand, maar sterk kleiig - papperig, weinig fijn maar nog steeds grof schelpengruis
16.50 17.00 zelfde zand, overwegend lichtgrijs, matig-fijn, sterk kleiig met weinig fijn schelpengruis, mogelijk afgewisseld met laagjes middelmatig minder kleiig zand, rijker aan grof schelpengruis (gehomogeniseerd monster)
17.00 17.50 ± idem, terug meer papperig
17.50 18.00 lichtgrijs, licht kleiig middelmatig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis, blijft glauconietarm (1 %)
18.00 18.50 lichtgrijs, licht kleiig middelmatig opbollend zand (zoals in top Kruisschans); zand zoals bovenliggend, maar met uit elkaar vallende bollen van zandrijke klei vol fijn schelpengruis
18.50 19.00 terug zoals 17.50-18.00 m ; glauconietgehalte neemt toe (enkele %); blijft licht kleiig - kleverig, rijk aan schelpengruis met sporadisch groot schelpfragment
19.00 19.50 ± idem, maar wat meer kleiig - papperig
19.50 20.00 zelfde glauconietarm schelpengruisrijk middelmatig zand, met grote bollen van kleirijk zelfde zand (= lamellen) (dus globaal kleirijker)
20.00 20.50 zelfde zand, maar in feite heterogene afzetting van kleirijk middelmatig zand (opvulling poriën door klei) vol fijn schelpengruis en klei van middelmatig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis; glauconietarm
20.50 22.00 facieswijziging naar Luchtbal kleiig met schelpen: bollen van bleekgroenig matig-fijn kwartsrijk zand met sterke kleibruggen tussen en kleifilm rond de korrels (gelijkend op top Kattendijk), vermengd met zelfde zand, rijk aan grof dikschalig schelpengruis (Glycymeris)
22.00 23.00 bleekbruingrijs heterogeen, van zeer fijn tot grof, overwegend matig-fijn glauconietarm (max. enkele %) licht kleiig zand, rijk aan schelpengruis en grotere schelpfragmenten ; met kleine (mm- schaal) grijsbruine zandrijke kleilamellen
23.00 23.50 zelfde afzetting, vol grote schelpfragmenten (Lumachelle)
23.50 24.00 idem voorgaande, maar meer kleiproppen tussen de schelpenresten (monster labo)
24.00 24.30 zelfde afzetting lumachelle vol grote schelpen (Pecten), met bleekgrijze mergelige kleibollen vol schelpengruis (monster lithotheek)


Informele stratigrafie - 22/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 1.50 Holoceen, polderklei, vegetatiebodem op humeuze siltige klei (van oorsprong overstromingssediment): Fm. Waasland, Lid van Ekeren
1.50 2.00 Holoceen, veen toplaag, Fm. Waasland, Veen van Antwerpen
2.00 3.00 Holoceen, zandintercalatie in het veen, Fm. Waasland, Veen van Antwerpen
3.00 4.00 Holoceen, veen onderlaag, Fm. Waasland, Veen van Antwerpen
4.00 6.00 Holoceen, uitgeloogd zand, Fm. Waasland, Lid van Doel
6.00 7.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, behoort nog tot Quartaire aquifer onder de veenlaag (met versteningen)
7.00 8.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
8.00 8.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, overgang naar Kruisschans
8.50 12.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
12.00 13.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, overgang naar Kruisschans
13.00 17.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
17.50 20.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, overgang naar Lillo (kalkrijk)
20.50 22.00 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal, overgangsfacies naar Kattendijk
22.00 24.30 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal