Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0425 .txt

014e0425 .txt

Saftingedok

DOV-Boorrapport BGD014E0425
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B22 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 140940.9 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221471.3 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 30.00
Z (mTAW): 2.91 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: Doelpolder


Lithologische beschrijving - 21/05/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 kern in vaste bruine siltige klei, kalkloos (polderklei, geploegd)
0.50 1.00 zelfde afzetting van polderklei, sterk silteus, fijnzandig, in uit elkaar vallende kern
1.00 1.50 bleekgeelgrijs kleiig fijn zand, micahoudend, reeds licht kalkhoudend, met brede roeststrepen (gley) in nog stevige kern
1.50 2.00 vervloeid lichtgrijs matig-fijn homogeen kwartsrijk zand, licht gespikkeld met geoxideerde glauconiet, zeer licht kalkhoudend
2.00 2.50 uit elkaar gevallen kern in zelfde zand met soms groenige schijn, met zwarte sterk humeuze laagjes en met geelbruine lemige bollen (naval ?), zeer licht kalkhoudend met intense putjesgeur (alsof rioolslib in het zand is gemengd) (opm. dergelijk zwart zand is ongewoon, het is ook niet venig)
2.50 3.00 zelfde afzetting van matig- fijn kwartsrijk grijs zand, deels kleiig en/of sterk humeus met zwarte strepen en vlekken; met venige partikels
3.00 3.50 zelfde afzetting van fijn zand, sterker gespikkeld (zowel glauconiet als veenpartikeltjes), zonder putjesgeur bij verzuring, vrijwel kalkloos
3.50 4.00 grote brok van zelfde bleekgrijs matig-fijn licht gespikkeld cohesief zand (door kleibruggen), met scherpe overgang naar bruine venige zandrijke klei (enkele cm dik, vermoedelijk lensvormig) en donkerbruin kruimelig veen
4.00 4.50 donkerbruin rietveen vol platte stengels die het veen zoals een mat samenweven
4.50 5.00 zwartbruin kruimelig veen met nog wat rietveen
5.00 5.50 zwartbruin kruimelig veen, met grote knol (lens van > 3 cm) in roestbruin sterk humeus heterogeen tot matig grof kwartszand
5.50 6.00 donkerbruin kruimelig veen, met verspreid zand (scherp aanvoelend, ongewoon voor veen)
6.00 6.50 donkergrijs heterogeen tot zeer grof en scherp sterk venig - humeus zand, glauconiethoudend (enkele %) in middelmatige fractie, met zwart slib, kalkloos; met bollen van meer kleiig zand (eveneens zeer grof en heterogeen)
6.50 7.00 zelfde zand, iets beter gesorteerd van middelmatig tot matig-grof, met grove fractie, zeer scherp, glauconiethoudend (enkele % middelmatige glauconiet), vervloeid met kleurvariaties van bleek naar donker, nog zwart slib (Formatie van Zemst)
7.00 7.50 formatiegrens naar Lillo - Merksem, zeer scherpe overgang: bleekgrijs heterogeen tot grof, glauconiethoudend (< 5 % middelmatige glauconiet) zand, deels mergelig - kleiig en wat meer samenhangend, zeer rijk aan grof schelpengruis met kleine gerolde schelpfragmenten
7.50 8.00 zelfde afzetting van overwegend grof zand, met matig-grove glauconiet, vol schelpengruis, kleiig opbollend, maar zonder kleilenzen (geen Kruisschans)
8.00 8.50 zelfde afzetting maar iets verfijnend tot overwegend matig-grof, met schelpfragmenten, minder kleiig opbollend, maar met beperkt dunne lichtgrijze kleilenzen
8.50 9.00 zelfde afzetting, blijft lichtgrijs heterogeen, overwegend middelmatig maar met nog aanzienlijke grove fractie, glauconiethoudend (enkele % tot middelmatig) zand, iets meer kleihoudend, met mm-dikke lenzen in lichtgrijze zandige klei
9.00 9.50 lichtgrijs heterogeen tot matig grof zelfde zand, zeer licht glauconiethoudend, nog rijk aan schelpengruis maar toch minder, rijk aan (vervloeide) lenzen van kleiig zand (= Kruisschans equivalent)
9.50 10.00 zelfde zand, iets vergrovend met aanzienlijke grove fractie, wat meer glauconiethoudend (enkele % met fijne tot middelmatige glauconiet), nog vol grof schelpengruis maar minder fijn schelpengruis; zand is cohesief maar niet erg kleiig
10.00 10.50 faciesgrens: lichtgrijs overwegend matig fijn (zonder grove fractie) kleiig glauconiethoudend (ca 5 % ook overwegend matig fijn) zand, terug rijker aan fijn schelpengruis maar minder grof schelpengruis (= Oorderen facies) (monster labo); met bruin slib
10.50 11.00 blijft matig fijn vrij goed gesorteerd licht glauconiethoudend (enkele %) sterk kleiig zand, met fijne lenzen van zandrijke klei met fijn schelpengruis maar ook grote fragmenten van dikschalige schelpen
11.00 11.50 zelfde afzetting middelmatig zand, licht kleihoudend maar met sterk kleiige bollen, enkel fijner schelpengruis
11.50 12.00 blijft middelmatig kleiig zand, zachter aanvoelend door talrijke kleibollen, met schelpengruis en sporadisch grote schelpfragmenten
12.00 12.50 zelfde zand, blijft matig fijn tot middelmatig, licht glauconiethoudend (enkele %), kleiig met wisselend kleigehalte, minder kleibollen en daardoor wat meer weerstandbiedend, geleidelijk minder schelpengruis maar sporadisch groter verweerd schelpfragment
12.50 13.00 matig-fijn sterk kleiig zand met grote bollen van zandrijke klei, zeer rijk aan zeer fijn schelpengruis, maar minder grof schelpengruis, daardoor ook minder glauconiethoudend (max enkele %); vanaf hier met grijs slib ipv. bruin
13.00 13.50 zelfde afzetting, grijs wat meer heterogeen (tot matig- grof met aanzienlijk middelmatige fractie, overwegend matig-fijn), kleiig zand, licht glauconiethoudend (enkele %) met grof schelpengruis, met sterk wisselend kleigehalte van licht tot sterk kleiig zand, met zandrijke kleibollen en zeepachtige fijne kleibollen (tot cm-schaal); slechte penetratie door verharde klei en schelpen
13.50 14.00 terug naar homogeen middelmatig licht kleiig zand met minder fijn schelpengruis (hoger kwartsgehalte), glauconietarm, met bollen van meer kleiig zand; sporadisch grof schelpengruis
14.00 14.50 idem (monster labo)
14.50 15.00 blijft grijs overwegend matig-fijn, iets heterogener (van zeer fijn tot matig-grof) zand, licht glauconiethoudend (enkele % ook heterogeen van fijn tot middelmatig), licht kleiig cohesief - kleverig, maar zonder echter kleibollen of -lenzen
15.00 15.50 zelfde afzetting maar wat beter gesorteerd - middelmatig, met meer bollen van kleirijk zand
15.50 16.00 zelfde afzetting maar licht vergrovend, overwegend licht kleiig, blijvend sporadisch kleine schelpfragmenten
16.00 16.50 bleekgrijs mergelig - kleiig beter gesorteerd matig-fijn zand, terug rijker aan zeer fijn schelpengruis, sporadisch nog kleine schelpfragmenten; meer cohesief, met bleekgrijs slib (aanwijzing van Schelpenbank/Luchtbal facies, echter zonder de schelpen)
16.50 17.00 terug grijs matig-fijn kleiig glauconietarm kleiig zand, gehomogeniseerd, met fijn en grof schelpengruis, zonder grotere schelpfragmenten; terug grijs slib
17.00 17.50 ± idem, rijk aan grof schelpengruis, iets meer kleiig, met lichte oliegeur
17.50 18.00 bleekgrijs eerder middelmatig sterker kleiig - papperig zand, glauconietarm, veel minder schelpengruis
18.00 18.50 overgaand in papperige zandrijke silteuze vervloeide klei; met takje 0.50 cm doormeter en 3 cm lang (naval?)
18.50 19.00 zelfde afzetting, terug papperig zand, wat meer glauconiethoudend (max enkele %) en met schelpengruis, met sporadisch schelpfragment
19.00 19.50 intraformationele faciesgrens (mogelijk reeds in voorgaand interval):; grijs eerder middelmatig meer heterogeen zand, zeer licht glauconiethoudend (max enkele %), terug iets rijker aan schelpengruis, blijft kleiig en opbollend (wisselend kleigehalte), maar duidelijk een zandafzetting
19.50 20.00 zelfde afzetting, wat meer glauconiethoudend (enkele %) iets minder kleiig, iets meer grof schelpengruis
20.00 20.50 zelfde afzetting maar meer kleirijke bollen, gedeeltelijk vervloeid en daardoor papperig
20.50 21.00 ± idem, maar niet papperig, daarom niet minder klei maar de klei is stevig ingebed tussen de zandkorrels tot steviger kleiige zandbollen van meerdere cm-dikte; blijvend rijk aan grof schelpengruis (Luchtbal facies)
21.00 21.50 ± idem, grof schelpengruis evolueert tot gebroken schelpfragmenten
21.50 22.00 idem voorgaande; schelpgehalte neemt geleidelijk af
opm: zand blijft kleiig maar textuur verandert niet doordat de klei de poriën tussen de zandkorrels opvult en geen afzonderlijke lenzen bouwt; is ook donkerder grijs geworden, geleidelijk overgang naar Kattendijk ingezet
22.00 22.50 zelfde afzetting, wordt matig-fijn, blijft licht glauconiethoudend (enkele %) kleiig zand, maar toch stevig aanvoelend door opvulling der poriën; weinig fijn schelpengruis en ook grof schelpengruis, maar met kleine schelpjes (Nucula) en grotere schelpfragmenten
22.50 23.00 idem, nog steeds met kleine Nucula, terug sterkere benzinegeur
23.00 23.50 bleekgrijs goed gesorteerd tot middelmatig zand, licht glauconiethoudend (enkele % ook middelmatig), rijker aan fijn schelpengruis met klein Cardium-schelpje (geen Nucula meer); iets minder kleiig aanvoelend (maar vermoedelijk zelfde kleigehalte); zonder benzinegeur (monster lithotheek)
23.50 24.00 ± idem, vergrovend maar blijft overwegend middelmatig, rijker aan glauconiet (tot 5 % ook middelmatig), minder grof schelpengruis of schelpjes, blijft licht kleiig (enkel poriënvullend) tot hier mogelijk herwerkt Kattendijk); kalkhoudend met lichte putjesgeur
24.00 24.50 formatiegrens: eerder donkergrijs matig fijn tot middelmatig goed gesorteerd zand, glauconiethoudend (ca 5 %), kleiig opbollend en boterzacht (voor het mes), zeer slap maar daarom geen hoger kleigehalte, zonder schelpengruis; vrijwel kalkloos: Kattendijk (monster labo)
24.50 25.00 donkergrijs middelmatig sterker glauconiethoudend (10 %) sterk kleiig opbollend zand met gebroken grote schelpen (mogelijk in-situ gebroken) van type Tellina en Cardita
25.00 25.50 blijft donkergrijs middelmatig glauconietrijk (15 %) licht kleiig zand, kalkloos
25.50 26.00 zelfde afzetting, glauconietgehalte blijft oplopen (> 25 %, ook middelmatig) (monster lithotheek)
26.00 26.50 zelfde afzetting, kleigehalte neemt toe en glauconietgehalte af (< 20 %), iets verfijnend; kalkloos
26.50 27.00 terug vergrovend maar blijft goed gesorteerd middelmatig licht kleiig glauconiethoudend (20 %) zand
27.00 27.50 idem, met sporadisch grof gerold schelpengruis, iets meer kleiig opbollend
27.50 28.00 idem, slechts zeer licht kleiig maar nog opbollend, glauconietrijk (> 20 %)
28.00 28.50 zelfde afzetting, maar iets heterogener met zelden grove heldere kwartskorrel en meer siltfractie (niet meer klei al ziet het er zo uit); sporadisch fijn schelpengruis maar overigens kalkloos; ook glauconiet is heterogener van korrelgrootte (ca 20 %); lichte putjesgeur bij verzuring
28.50 29.00 idem (ook met putjesgeur), glauconiet < 20 %
29.00 29.50 blijft grijs licht kleiig - kleverig glauconiethoudend (ca 15 %) overwegend matig-fijn zand, maar met sporadisch grovere korrel, sporadisch verweerd grof schelpengruis
29.50 30.00 idem (monster lithotheek)


Informele stratigrafie - 21/05/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 1.00 Holoceen polderklei, Formatie Waasland, Lid van Ekeren
1.00 3.60 Holoceen geulopvulling, Formatie Waasland, Lid van Ekeren
3.60 6.00 Holoceen, Formatie Waasland, Veen van Antwerpen
6.00 7.00 Holoceen grof zand, met erosieve basis, Formatie Waasland, Lid van Doel
7.00 9.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
9.00 10.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
10.00 13.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
13.00 13.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, mogelijk Schelpenbank kleiig equivalent
13.50 16.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
16.00 16.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, mogelijk Schelpenbank mergelig equivalent
16.50 18.90 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
18.90 21.50 Formatie van Lillo, equivalent Lid van Luchtbal
21.50 23.00 Formatie van Lillo, basissequentie, mogelijk herwerkt Kattendijk
23.00 24.00 Formatie van Lillo, basis, mogelijk herwerkt Kattendijk
24.00 30.00 Formatie van Kattendijk

Insert the GSB number to search all associated content