Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0424 .txt

014e0424 .txt

Saftingedok

DOV-Boorrapport BGD014E0424
Boring
Proefnummer: 02404_01_aMT-B21 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 140792.1 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221305.0 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 24.60
Z (mTAW): 2.61 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: Doelpolder


Lithologische beschrijving - 01/04/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 bruingrijze kruimelige teelaarde, met veel plantenresten (mais)
0.50 1.00 massieve kern, bruingrijze vaste brokkelige zeer homogene siltige klei (polderklei)
1.00 1.50 idem
1.50 2.00 massieve kern in homogene grijze licht humeuze slappere licht siltige klei; zeer licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
2.00 2.50 massieve licht vervormde kern in donkergrijze licht siltige klei met nesten van zeer fijnzandhoudende klei (mogelijk in bioturbaties), blijvend licht humeus en licht kalkhoudend, zonder putjesgeur; te kleverig om goed plastisch te zijn
2.50 3.00 massieve licht vervormde kern in zelfde klei afzetting die heterogener wordt: bleker en donkergrijs paarsbruin verkleurend, met kleine donkerroestbruine vlekjes, ook venige vlekjes en sporadisch grotere veenbrok; klei is zeer fijnzandig, met bleekgrijze silt insluitsels, plastisch maar licht kleverig, met straticulaire variaties in zandgehalte; met een gebroken kokkelschelp (Cardium, als bewijs van mariene transgressie die het onderliggend veen heeft overspoeld?); zeer licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
3.00 3.50 top veen: bruinzwart grof vezelig veen met fijne houtresten
3.50 4.00 zwartbruin grof vezelig veen met riet
4.00 4.50 bruinzwart grof vezelig veen, met grote (meerdere cm) intercalatie van bleek bruinig grijs silt in sterk uitgezette en vervormde kern; zeer licht kalkhoudend zonder putjesgeur
4.50 5.00 bruinzwart brokkelig fijn vezelig veen, met kernen van bruin sterk gemacereerd fijnkorrelig, kleiig aanvoelend veen, en nesten van bleek bruinig grijs silt
5.00 5.50 vervormde kern in afwisselend bruinzwart kleiig veen met riet, bruinzwart sterk humeus kalkloos (zonder putjesgeur) zand rijk aan venige partikels ; en bleekbeigegrijs matig-fijn sterk kleiig zand (basis veen in dit interval, ca 5.20 m)
5.50 6.00 bleekbeige grijs middelmatig scherp aanvoelend kwartszaand, met brokjes humeuze klei en kleiig veen
6.00 6.50 zelfde bleekgrijs humeus middelmatig kwartszand, met kernstuk 5 cm dik in zelfde licht bruingrijs sterk kleiig zand, cohesief, eruitziend als klei, maar geheel niet plastisch of kneedbaar (enkel kleibruggen tussen zandkorrels)
6.50 7.00 lichtgrijs fijn kleiig zand, kleverig, kalkloos
7.00 7.50 grijze humeuze fijnzandhoudende zeepachtige slappe klei vermengd met zelfde zeer zandrijke klei, zeer sterk kleverig, met kleine kernen (< 1 cm) van verharde bruine klei, en insluitsels (> 1 cm) van kleiig veen; monster labo
7.50 8.00 uit elkaar gevallen kern van bruinzwart heterogeen zand, hoofdzakelijk middelmatig, met cm- grote nesten van blekergrijs grof zand met fijn schelpengruis, in contact met sterk venig zand en zandrijk veen (de veenpartikels zijn zeer fijn en niet in-situ gegroeid maar hersedimenteerd samen met het fijnere zand en afwisselend met het grovere schelpenrijk zand (hoeveelheid zand en veen zijn in evenwicht)
8.00 8.50 asgrijs middelmatig scherp kwartszand, met < 1 % geoxideerde glauconietspikkels, met brede humeuze grijze strepen, onregelmatige intercalaties van zelfde bleekbruinig grijs kleiig zand (lijken geen sedimentaire contacten, maar klei-aanrijking binnen een zandig sediment), met ondergeschikt slappe lamellen in bruinig grijze zandrijke klei
8.50 9.00 formatiegrens, zeer scherp: lichtgrijs grof zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis, glauconietarm, soms wat grijzer en humeus in de kleifilm rond de korrels (indringende Quartaire vloeistoffen)
9.00 9.50 lichtgrijs matig-grof zand, minder rijk aan schelpengruis, licht gespikkeld door glauconiet (enkele %), met sterk wisselend kleigehalte van licht tot overwegend sterk kleiig, met dunne (cm-schaal) lamellen van grijze vaste zandrijke klei
9.50 10.00 lichtgrijs matig grof kleirijk zand, glauconietarm, terug rijker aan fijn en grof schelpengruis, met cm-grote bollen grijze klei; zand-klei evenwicht
10.00 10.50 lichtgrijs middelmatig tot matig grof glauconietarm kleiig - papperig zand (minder kleirijk dan voorgaande), minder maar nog altijd veel fijn en grof schelpengruis; enkel zandtextuur, minder kleef
10.50 11.00 ± idem, met bollen (= sedimentaire laagjes of lamellen op cm-schaal) van vaste grijze zandrijke klei, en in het geheel dus kleiiger
11.00 11.50 ± idem, zelfde zand, rijker aan fijn en grof schelpengruis, minder kleiig, maar wel nog zandrijke kleilamellen, lijkt te vergroven
11.50 12.00 lichtgrijze vaste plastische zandhoudende klei in lagen > 5 cm, afgewisseld met middelmatig tot matig-grof kleiig zand, zeer rijk aan schelpengruis (typisch Kruisschans)
12.00 12.50 heterogene afzetting van middelmatige klei en zand met fijn schelpengruis (minder dan voorgaande), sterk kleiig zand rijk aan schelpengruis met schelpfragmenten en ondergeschikt brokken en lamellen (tot cm-schaal) van grijze zandige brokkelige klei (overgang Kruisschans - Oorderen) (monster labo)
12.50 13.00 lichtgrijs middelmatig tot matig-grof kleiig zand met schelpengruis, met bollen van zelfde kleirijk zand, met kleine kernen (< 1 cm) van harde schilferige klei; zeer licht glauconiethoudend (max enkele %)
13.00 13.50 ± idem, meer en grotere bollen van kleirijk zand en daardoor boterzacht
13.50 14.00 zelfde zand (idem voorgaande), vermengd met desintegrerende kern van grijze kneedbare klei (zoals Kruisschans) tot hier overgang Kruisschans - Oorderen (of is dit naval?)
14.00 14.50 facieswijziging: lichtgrijs overwegend middelmatig (beter gesorteerd met beperkte matig-grove fractie), licht glauconiethoudend (enkele %, niet verschillend met voorgaande), licht kleiig zand (opbollend met kleirijker kernen, dus ook variabel kleigehalte in het sediment), met schelpengruis (niet rijk) met verspreid grotere schelpfragmenten (Pecten), typisch Oorderen
14.50 15.00 ± idem, zelfde zand zachter aanvoelend (minder grof schelpengruis of schelpfragmenten), mogelijk iets meer kleihoudend
15.00 15.50 zelfde zand, nog armer aan schelpengruis, iets minder kleiig
15.50 16.00 idem voorgaande
16.00 16.50 zelfde zand, maar rijk aan fijn en grof schelpengruis, glauconietarm, zelfde (licht) kleigehalte
16.50 17.00 zelfde zand, lijkt iets fijner (blijft middelmatig, zonder matig-grove fractie), nog rijk aan fijn schelpengruis, maar veel minder grof schelpengruis, licht glauconiethoudend (enkele %), iets meer opbollend (met kleine variaties in kleigehalte)
17.00 17.50 zelfde zand als voorgaand, rijker aan bruin slib (meer mobiele klei) en daardoor zachter aanvoelend
17.50 18.00 ± zelfde zand, iets verfijnend van matig-fijn tot middelmatig, wat minder fijn schelpengruis, meer grotere schelpfragmenten (en daardoor meer weerstandbiedend tegen penetratie), wat minder slibrijk
18.00 18.50 lichtgrijs matig- fijn tot middelmatig zeer licht gespikkeld (max enkele % glauconiet) sterk kleiig zand, rijk aan schelpengruis, vol grote schelpfragmenten (o.a.. > 5 cm grote platte oester, Nucula, Cardia, Pecten); = Schelpenbank facies binnen Oorderen, met kleiproppen tegen de grote schelpen
18.50 19.00 bleekgrijs middelmatig tot grof zand, nog rijk aan schelpengruis en schelpfragmenten, met grotere schelpen (dezelfde als voorgaande), vooral oester, ook Acmaea); met harde kleiproppen tegen de schelpen; lijkt mergeliger en Luchtbal facies (monster lithotheek)
19.00 19.50 lichtgrijs heterogeen fijn tot matig-grof licht glauconiethoudend (enkele %, middelmatige glauconiet) kleiig - papperig zand rijk aan schelpengruis, met nog talrijke schelpfragmenten (echter minder dan voorgaande), vermengd met bleek mergelig - kleiig zand vol schelpfragmenten met kleiproppen, met gevarieerde schelpen waaronder mossel (Schelpenbank loopt door tot in dit interval)
19.50 20.00 idem voorgaande, met o.a. Tellina
20.00 20.50 facieswijziging: grijs licht kleiig - kleverig meer homogeen zand, blijft heterogeen van korrelgrootte van fijn tot matig-grof, gemiddeld matig-fijn, licht glauconiethoudend (enkele % matig-fijne glauconiet), minder fijn schelpengruis, met sporadisch grof schelpengruis (monster labo)
20.50 21.00 zelfde afzetting, iets vergrovend met aanzienlijke matig-grove fractie, overwegend middelmatig tot matig-grof zand, iets rijker aan grof schelpengruis, licht glauconiethoudend (enkele % ook tot matig- grof), iets minder kleiig, maar wel opbollend
21.00 21.50 grijs maar heterogeen matig grof zand (ook enkele % matig-grove tot zelfs grove glauconiet), terug sterk kleiig en rijk aan grof schelpengruis (geleidelijke overgangen)
21.50 22.00 lichtgrijs sterk kleiig heterogeen overwegend middelmatig zand (met ook grove kwartskorrels), glauconiethoudend (ca 5 % gemiddeld middelmatig) rijk aan schelpfragmenten (waartegen de klei is opgepropt), dit is tweede schelpenbank in Oorderen met Luchtbal facies; meer Pectinidae en Cardia) (monster lithotheek)
22.00 22.50 grijs overwegend middelmatig zand, glauconiethoudend (5 %), nog rijk aan grof schelpengruis doch iets minder dan voorgaand en geen grote schelpfragmenten, zowel licht kleiig als sterk kleiig (2 facies, waarvan een overgang naar voorgaand)
22.50 23.00 grijs overwegend middelmatig glauconiethoudend (> 5 %) licht kleiig zand met weinig fijn en grof schelpengruis, maar met bollen van sterk kleiige concentraties van gebroken monospecifieke schelpen (geen falun)
23.00 23.50 grijs, veel zachter aanvoelend overwegend middelmatig glauconiethoudend (> 5 %) licht kleiig zand (zoals voorgaand), met weinig schelpengruis maar nog steeds vrij veel grof schelpengruis waaronder complete schelpjes (Nucula)
23.50 24.00 idem, nog meer grof schelpengruis en gevarieerde schelpenresten (waaronder verweerde Turritella), blijft kleiig en glauconiethoudend (tussen 5 - 10 %)
24.00 24.50 ± zelfde zand met grof schelpengruis, glauconiethoudend (10 % middelmatige glauconiet), kleiig maar niet kleverig (lijkt Kattendijk, top mogelijk in interval 22.50 - 23.00 m)
24.50 24.60 idem voorgaande met veel kleine complete schelpjes (Nucula, Tellina met kleurbanden) (monster lithotheek)


Informele stratigrafie - 01/04/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 3.00 Holoceen, polderklei, Formatie Waasland, Lid van Ekeren
3.00 5.20 Holoceen, veen, Formatie Waasland, Veen van Antwerpen
5.20 8.50 Holoceen, uitgeloogd zand met klei en ingespoeld veen, Formatie Waasland, Lid van Doel
8.50 9.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
9.50 12.30 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
12.30 14.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen overgang naar Kruisschans
14.00 18.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
18.00 19.20 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, Schelpenbank facies, mergelig fossielrijk
19.20 20.00 Formatie van Lillo, Lid van Oordern, fossielrijk
20.00 21.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, kleiig
21.50 22.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, Schelpenbank facies
22.00 22.75 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
22.75 24.60 Formatie van Kattendijk, vermoedelijk geremanieerd in basis Fm. Lillo

Insert the GSB number to search all associated content