014e0419.txt

DOV Boorrapport BGD014E0419
Boring
Proefnummer: aMT-B12 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141344.9 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 220935.9 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 36.00
Z (mTAW): 13.88 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: talud -3.5 ? -14.5 gedempt DD

Lithologische beschrijving - 05/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 grijs matig fijn glauconiethoudend (>10 %) licht roestig verkleurd zand, kalkhoudend
0.50 1.00 middelmatig glauconietrijk (20 %) zand
1.00 1.50 bruingrijs middelmatig glauconiethoudend (15 %) zand met fijn schelpengruis, licht kleiig opbollend, met blauwgrijze bakeliet (monster labo)
1.50 2.00 grijs gespikkeld middelmatig glauconietrijk (20 %) zand met weinig fijn schelpengruis
2.00 2.50 lichtgrijs matig fijn silteus glauconiethoudend (5 %) zand, kleiig opbollend
2.50 3.00 lichtgrijs iets vergrovend matig fijn tot middelmatig silteus glauconiethoudend (10 %) zand, kleiig opbollend (met wortelsporen in de kleiige zandbollen), ook zwarte venige bollen en sporadisch schelpengruis
3.00 3.50 lichtgrijs middelmatig-silteus glauconiethoudend (<5 %) licht opbollend maar minder kleiig zand, kalkhoudend
3.50 4.00 bleekgrijs heterogeen zand, nog overwegend matig fijn, met bollen van bleek matig-grof mergelig zand en van groenig grijs fijn kleiig zand (respectievelijk Luchtbal en Kattendijk-type)
4.00 4.50 bleekbruin grijs glauconiethoudend (10 %) middelmatig licht silteus zand, kalkhoudend
4.50 5.00 grijs gespikkeld (<10 % glauconiet) matig fijn silteus licht kleiig plakkerig zand met recente haarwortels; licht kalkhoudend
5.00 5.50 (vervloeid tot 7.00 m): grijsgespikkeld (5 % glauconiet) matig fijn silteus, licht kleiig zand met weinig fijn schelpengruis
5.50 6.00 wordt eerder middelmatig en minder glauconiet (enkele %)
6.00 6.50 lichtgrijs matig fijn sterker kleiig glauconietarm (max enkele %) zand, veel rijker aan schelpengruis
6.50 7.00 lichtgrijs grof kwartsrijk mergelig kleiig zand, glauconietarm, wat minder schelpengruis
7.00 7.50 bruin geoxideerd middelmatig silteus kleiig zand, licht glauconiethoudend (enkele %), nog schelpengruis, met cm-grote verharde bollen sterk venige klei met subrecent hout, kleirijk zand met houtschilfers
7.50 8.00 zelfde zand vol bollen verdroogd gelamineerd kleiig veen
8.00 8.50 grijs kleiig middelmatig gespikkeld (<10 % glauconiet) goed gesorteerd zand met weinig schelpengruis (vervloeid)
8.50 9.00 ± idem, sterker opbollend met bollen van kleirijk zand (vervloeid)
9.00 9.50 ± idem, sterk opbollend in meer heterogeen kleirijk zand met wat schelpengruis
9.50 10.00 facieswijziging: kernen in verdroogde verharde donkergrijze bitumineuze klei (= met glad glanzend snij-oppervlak), sterk brokkelig, niet kneedbaar, kalkhoudend met putjesgeur, lijkt zeer homogeen
10.00 10.50 verbrokkelde kern in zelfde bitumineuze klei, met houtveenbrokken, bruin middelmatig kwartszandlaagjes, laagjes compact bruin kleiig zand met schelpengruis, licht kalkhoudend
10.50 11.00 verbrokkelde kern in zelfde afwisseling, met ook binnen de compacte klei afwisseling op mmschaal tussen meer en minder bitumineuze lagen (afwisseling zwart-grijs); licht kalkhoudend
11.00 11.50 dezelfde donkergrijze humeuze tot licht bitumineuze compacte klei, ingebed in middelmatig bruin kleiig zand met schelpengruis en grotere schelpfragmenten (kalkrijk), klei geeft weinig geur bij verzuring
11.50 12.00 facieswijziging in top van dit interval: nog enkele brokken van dezelfde compacte klei, naast lichtgrijs heterogeen tot matig grof kwartsrijk zand, met gebroken schelpen, gedeeltelijk opbollend door kleimatrix; met bollen in bleek mergelig zand
12.00 12.50 grijs gehomogeniseerd kleiig middelmatig heterogeen kwartsrijk zand met grof schelpengruis
12.50 13.00 zelfde zand, wat meer kleiig - papperig
13.00 13.50 groenig grijs goed gesorteerd matig fijn tot middelmatig kleiig zand, met groen slib van geplette glauconiet (Mioceen facies)
13.50 14.00 grijs matig fijn zeer licht glauconiethoudend (enkele %) kleirijk opbollend zand tot zandrijke kleibollen, met grof schelpengruis
14.00 14.50 grijsgespikkeld heterogeen tot matig grof glauconiethoudend (15 % ook tot grof), slechts licht kleiig (kleifilm rond de korrels) licht opbollend zand met kleine lamellen van klei en humeuze klei
14.50 15.00 zelfde afzetting, maar wat kleirijker (ook kleiige bollen) en rijk aan schelpengruis
15.00 15.50 ± idem, nog grover tot echt grof zand, wat minder en fijnere glauconiet (<10 % tot middelmatig), nog rijk aan schelpengruis, opbollend maar geen echte kleibollen ; wel cm-grote bol van veen
15.50 16.00 lichtgrijs grof kleiig zand, licht glauconiethoudend (5 % tot middelmatig) vol schelpengruis en complete schelpen en herkenbare fragmenten (Nucula met gaatje, Corbula, Pecten, columella, Aporrhais, ...), met lumps van slappe maar cohesieve licht tot sterk humeuze grijze klei
16.00 16.50 grijs middelmatig kleiig kwartszand met veenbrokjes (vaak houtig) van verschillende grootte, licht kalkhoudend met putjesgeur, met donkere venige tussenlaagjes
16.50 17.00 zelfde grijs humeus kleiig matig fijn kwartszand, donker gespikkeld met ligniet brokjes en grotere venige brokken, ook glauconiet en fijn schelpengruis
17.00 17.50 ± idem, maar zand sterk overwegend, steeds met veenbrokjes en fijn schelpengruis, ingebed in humeuze klei, licht kalkhoudend met putjesgeur
17.50 18.00 grijs opbollend middelmatig glauconiethoudend (<10 %) zand met weinig schelpengruis, veel minder kleiig, licht kalkhoudend
18.00 18.50 grote bollen (meerdere cm) van zachte humeuze zandrijke klei, licht kalkhoudend, desintegrerend zoals zand
18.50 19.00 zelfde afzetting, wordt meer compacte brokkelige klei
19.00 19.50 ± idem, wat meer zandhoudend, licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
19.50 20.00 zelfde afzetting wordt zandrijk meer kleverige klei, sterk humeus, met subrecente venige resten
20.00 20.50 facieswijziging met scherp contact: lichtgrijs middelmatig glauconietarm licht cohesief zand (met kleibruggen, maar overigens niet kleihoudend) met fijn schelpengruis
20.50 21.00 vergrovend tot matig grof heterogeen zand, licht gespikkeld (max enkele % fijne glauconiet), rijk aan schelpengruis (wit gespikkeld), met slappe kleirijke lamellen (monster labo)
21.00 21.50 zelfde afzetting maar verfijnend tot middelmatig (grove fractie is afwezig) en ook veel minder schelpengruis
21.50 22.00 grijs matig grof kleiig en papperig zand rijk aan schelpengruis met grotere schelpenresten, vermengd met cm-grote slappe grijze kleibollen ; zand nog overwegend
22.00 22.50 zelfde afzetting maar klei overwegend (Kruisschans facies)
22.50 23.00 terug grijs middelmatig licht glauconiethoudend (enkele %) zand, rijk aan schelpengruis, opbollend maar meestal slechts licht kleiig, met gradatie in kleigehalte tot sterker kleiig - kleverig
23.00 23.50 zelfde zand maar sterker kleiig en kleverig, met zandrijke kleibollen; rijk aan grof schelpengruis (meer weerstandbiedend bij penetratie)
23.50 24.00 grijze sterk zandige - slijkerige klei tot matig fijn kleirijk zand, rijk aan gebroken schelpenresten (weerstandbiedend) (nog type vervloeid Kruisschans (monster labo)
24.00 24.50 facieswijziging naar grijs middelmatig zeer licht gespikkeld (enkele % glauconiet) licht kleiig zand met fijn schelpengruis en grotere herkenbare schelpfragmenten; geen kleibollen meer (Oorderen-type)
24.50 25.00 zelfde zand met herkenbare schelpen, wat meer kleine zandrijke kleibollen
25.00 25.50 zelfde zand, zonder herkenbare schelpen, met grotere slappe lichtgrijze kleibollen
25.50 26.00 zelfde zand zonder kleibollen (blijft echter kleiig) met wat meer grof schelpengruis
26.00 26.50 zelfde zand, wat minder kleiig, steeds met wat grof schelpengruis
26.50 27.50 (droog geboord tot 28 m en opbollend): zelfde zand, licht glauconiethoudend (5 %), middelmatig, weinig schelpengruis, cohesief door kleibruggen tussen de korrels; geen echte kleibollen; geen grof schelpengruis
27.50 28.00 ± zelfde zand, matig fijn, glauconiethoudend (5 %), zeer weinig schelpengruis maar wel met gebroken schelpfragmenten; meer kleiig opbollend zand een ook tot cm-grote bollen in zandrijke klei
28.00 28.50 (terug vervloeid): lichtgrijs gespikkeld middelmatig kleiig glauconiethoudend (<5 %) zand, rijk aan grof schelpengruis (= weerstandbiedend bij penetratie), nog kleiig opbollend
28.50 30.00 ± idem, duidelijk mergelig-kleiig met grote dikschalige schelpenresten (= Luchtbal facies)
30.00 30.50 idem, geleidelijk wat minder kleirijk
30.50 31.00 grijs matig grof glauconiethoudend (<10 %) kleiig zand, met schelpengruis, nog rijk aan grof schelpengruis met verweerde schelpfragmenten (grofzandige facies van Lillo onder Luchtbal); klei opvulling in de poriën
31.00 32.00 zelfde afzetting, meer fijne zandfractie en daardoor wat minder klei in de poriën van het zand; blijvend rijk aan grof schelpengruis; glauconiet 5 % (opmerking: monsters zijn heterogeen, gemengd, met verschillen in korrelgrootte, kalkgehalte en vooral in kleigehalte, met kleiige bollen als restanten van kleiiger lenzen tussen het zand; de beoordeling van de verschillen tussen de monsters is deels subjectief en beïnvloed door de wijze waarin het monster in de potjes wordt bewaard; in het groot is er weinig variatie)
32.00 32.50 bleekgrijs middelmatig glauconietarm meer mergelig en minder kleiig zand, rijk aan schelpengruis, zeer rijk aan grof schelpengruis (terug Luchtbal facies)
32.50 33.00 zelfde afzetting, iets meer glauconiet (enkele %), minder grote schelpfragmenten, evenveel schelpengruis, blijft kleiig opbollend (meer vervloeid) (monster labo)
33.00 33.50 blijft lichtgrijs middelmatig licht kleiig - mergelig zand met fijn en grof schelpengruis, met kleiafzetting tegen grotere schelpfragmenten, gespikkeld door glauconiet (<5 %)
33.50 34.00 zelfde afzetting, zeer rijk aan schelpengruis (en daardoor minder glauconiet)
34.00 35.00 zelfde afzetting, iets vergrovend met matig grove fractie, ook hier grove glauconiet, blijft nochtans zeer rijk aan fijn en grof schelpengruis, weerstand tegen penetratie lijkt geleidelijk toe te nemen naar onder toe
35.00 35.50 zelfde afzetting, wordt overwegend matig grof, met kleine platte bleekgrijze kleibollen
35.50 36.00 blijft lichtgrijs matig-grof heterogeen zeer licht glauconiethoudend (max enkele %, maar schommelend, dus bepaald door de sedimentaire structuur zoals bioturbaties) kleiig - mergelig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis (= basis Lillo eenheid, qua facies tussen Oorderen en Luchtbal in)

Informele stratigrafie - 05/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 4.50 Anthropogeen, ophoogzand, glauconiethoudend (tot 20 %)
4.50 5.00 Anthropogeen, tijdelijke bodemontwikkeling, plakzand
5.00 7.00 Anthropogeen, ophoogzand, licht kleiig, licht glauconiethoudend, schelpengruis
7.00 8.00 Anthropogeen, zelfde zand met verhoogd kleiig veen en subrecent hout
8.00 9.50 Anthropogeen, stuk kleiig zand, glauconiethoudend (< 10 %) met schelpengruis
9.50 11.50 Anthropogeen, bitumineuze klei met zandlaagjes (organisch-rijk slib)
11.50 14.00 Anthropogeen, kleirijk heterogeen zand met grof schelpengruis
14.00 15.50 Anthropogeen, heterogeen grover zand, minder kleirijk, grof schelpengruis ; veenbrokken aan de basis
15.50 16.00 Anthropogeen, grof glauconiethoudend zand vol schelpen
16.00 17.50 Anthropogeen, humeus kleiig kwartszand met veenbrokjes, ingebed in humeuze klei
17.50 20.00 Anthropogeen, humeuze zandrijke klei met glauconiethoudend zand, subrecent veen
20.00 21.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
21.50 22.50 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans, kleiig met schelpen
22.50 24.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans, zandrijker en vervloeid
24.00 28.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, schelpenrijke top en meer kleiige basis
28.00 30.50 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal, kleiig-mergelig schelphoudend facies (of Schelpenbank binnen Oorderen)
30.50 36.00 Formatie van Lillo, Oorderen - Luchtbal mengfacies, heterogene afzetting, grof, rijk aan schelpengruis - wisselend kleigehalte van het zand