Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0417 .txt

014e0417 .txt

Saftingedok

DOV Boorrapport BGD014E0417
Boring
Proefnummer: aMT-B8 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141260.6 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 220687.3 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 34.50
Z (mTAW): 12.48 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: -14.5m TAW gedempt DD

Lithologische beschrijving - 12/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 lichtgrijs heterogeen overwegend matig fijn licht glauconiethoudend (<5 %) zand met fijn schelpengruis en enkele herkenbare schelpfragmenten (Turritella), kleivrij
0.50 1.00 zelfde zand met enkele herkenbare schelpfragmenten (geen Turritella, maar oesterfragment)
1.00 1.50 idem, zonder grote schelpfragmenten, maar wel rijk aan grof schelpengruis) (met recent takje)
1.50 2.00 idem voorgaande (monster labo)
2.00 2.50 ± idem, wordt middelmatig, arm aan glauconiet (enkele %) en met wat verweerde schelpfragmenten, iets minder rijk aan schelpengruis, wat kleihoudend
2.50 3.00 ± idem, rijk aan grof schelpengruis, geleidelijk meer siltfractie, vrijwel kleivrij
3.00 3.50 ± idem, met grote slappe bollen van kleirijk zand, nog veel grof schelpengruis
3.50 4.00 lichte facieswijziging: lichtgrijs matig fijn, licht glauconiethoudend (max enkele %) zand, met minder schelpengruis, vol bollen op cm-schaal van kleirijk zand en zandrijke klei, door vervloeiing niet meer van elkaar te onderscheiden; met gerolde veenfragmenten tot 1 cm
4.00 4.50 bleekbruin middelmatig glauconiethoudend (>5 %) zand, met heel weinig verweerd schelpengruis, met gestoorde humeuze grijze banden, kalkrijk met sterke putjesgeur
4.50 5.00 lichtgrijs (kakibruin oxiderend) min of meer kleiig (als resultaat van vervloeide kleilamellen) overwegend middelmatig glauconiethoudend (5 %) zand, sterk heterogeen (met aanzienlijke matig grove fractie), met wat fijn en grof schelpengruis (echter minder dan voorgaande), kalkhoudend met lichte putjesgeur
5.00 5.50 lichtgrijs beter gesorteerd middelmatig, licht glauconiethoudend (enkele %) zeer licht kleiig maar niet kleverig zand, fijn en grof schelpengruis (zoals voorgaand)
5.50 6.00 idem
6.00 6.50 lichtgrijs matig fijn sterk kleiig zand tot zandrijke klei, met weinig fijn schelpengruis, licht glauconiethoudend (max enkele %), licht humeus en met venige vlekken en brokken, kalkhoudend zonder putjesgeur, doorworteld (= moerasvegetatie)
6.50 7.00 idem, iets hoger zandgehalte en wat meer schelpengruis
7.00 7.50 bleekbruinig grijs matig fijn, licht kleiig opbollend, soms sterk kleiig kwartszand, met grote (stukken kern) bruinzwarte vezelige veenbrokken; weinig schelpengruis en sporadisch schelpfragment; zeer licht kalkhoudend (contact zand-veen in dit interval)
7.50 8.00 stevige kern in rietveen, besmeurd met slijkerig bleekgrijs zand, zoals voorgaande (monster lithotheek)
8.00 8.50 heterogene lichtgrijze zandrijke slijkerige klei met veenbrokken, schelpengruis en verweerde schelpfragmenten
8.50 9.00 grijze, grijsbruine oxiderende, fijn zandrijke, sterk humeuze klei met sporadisch fijn schelpengruis, met talrijke insluitsels van rietveen, licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
9.00 9.50 heterogene afzetting van zelfde zandrijke humeuze klei, met kern van donkergrijze vette, zeer vaste klei, met 6 cm grote afgeronde concretie van bruine sideriet
9.50 10.00 kern in vette grijsbruine homogene kalkloze klei, vermengd met zelfde, zandrijke klei (monster lithotheek), met baksteengruis, verweerde schelpfragmenten, wortels (tenzij dit laatste om veenresten zou gaan)
10.00 10.50 kern in vette donkerbruingrijze klei, doortrokken door kleirijk zand tot zandrijke klei (gelijkend op bioturbatie)
10.50 11.00 brokkelige kern in zelfde klei (met subrecent veen insluitsels), ingebed in kleirijk zand
11.00 11.50 mooie kern in donkergrijze humeuze klei (met trekscheuren) met bruine vezelige veenbrokken en -tussenlaagjes, en in bleekgrijze kalkhoudende klei met nesten van grof schelpengruis en siderietknolletje (cm) (monster lithotheek van deze laatste klei)
11.50 12.00 brokkelige kernen van heterogene klei, in dunne gestoorde laagjes, afwisselend vet en bijna zwart sterk humeus, bruin humeus met veenbrokken, soms steentjes, met zandige tussenlagen, licht kalkhoudend
12.00 12.50 gedeeltelijk vervloeid: grijze papperige zandrijke klei, rijk aan schelpengruis, licht kalkhoudend, voor aanzienlijk deel sterk humeus tot venig, haarwortels
12.50 13.00 sterk kleverige zandrijke klei met fijn schelpengruis en veenbrokjes, vermengd met donkergrijze sterk humeuze klei, slechts licht kalkhoudend
13.00 13.50 vaste kern van donkergrijze stevige vette klei en overwegend zandrijke klei, soms vol veenbrokken en sporadisch schelpfragment; kalkhoudend met putjesgeur
13.50 14.00 zelfde afzetting, maar grijze vette klei overweegt sterk, zeer licht kalkhoudend met putjesgeur
14.00 14.50 vervloeide kern van niet cohesief bleekgrijs vrij scherp middelmatig kwartsrijk zand, zeer licht gespikkeld (max enkele %) met glauconiet
14.50 15.00 zelfde zand, meer vervloeid (monster lithotheek)
15.00 15.50 zelfde zand, geheel vervloeid
15.50 16.50 ± idem, zelfde afzetting maar heterogeen met wat fijn schelpengruis, licht kalkhoudend
16.50 17.00 zelfde afzetting in eerder matig fijn kwartszand, licht gespikkeld door middelmatige glauconiet (omgekeerde korrelgrootte verhouding, ook al is er een middelmatige kwartsfractie), enkele % glauconiet en ook weinig fijn schelpengruis
17.00 17.50 ± idem, kwarts is iets vergrovend maar gemiddeld nog net niet middelmatig
17.50 18.00 ± idem, met middelmatige kwarts, blijft kalkhoudend
18.00 18.50 met scherpe grens: massieve kern in vette donkergrijze bitumineuze klei, goed kneedbaar, licht kalkhoudend met putjesgeur
18.50 19.00 verbrokkelde venige klei, hard uitgedroogd veen en fijn zand tussenlaagjes
19.00 19.50 helft is donkerbruin vezelig samenhangend veen, andere helft is donkergrijze homogene humeuze klei met ingespoelde kleine houtige veenbrokjes en blaasvormige zandnesten
19.50 20.00 donkerbruingrijs licht fijnzandig humeus veen, kalkhoudend met sterke putjesgeur
20.00 20.50 homogeen donkergrijs fijnzandig veen, sterk gescheurd bij doorsnijden (alles in massieve kern), stinkend, kalkhoudend met sterke putjesgeur
20.50 21.00 idem, massieve kern, brekend volgens laminaties van fijn asgrijs kwartszand
21.00 21.50 massieve kern in donkergrijze fjnzandige bitumineuze klei met veen insluitsels (zand is regelmatig verdeeld); blijft kalkrijk met putjesgeur (monster lithotheek)
21.50 22.00 uit elkaar vallende kern van bleekgrijs middelmatig zand met schelpengruis, maar zonder glauconiet
22.00 22.50 kern in donkerbruingrijze fijnzandige bitumineuze klei (zoals 21.00 - 21.50) en in meer brokkelige fijn zandrijke klei van middelmatig kwartszand met schelpengruis (zonder glauconiet)
22.50 23.00 massieve kern in dezelfde donkergrijze vette bitumineuze klei zonder zandbijmenging, met zwarte organisch rijke tussenlaagjes met kenmerkende bladerige splijting; licht kalkhoudend
23.00 23.50 kern in heterogene opeenvolging van donkergrijze bitumineuze massieve klei, fijn gelamineerde (bladerige) klei, met ook zwarte venige laminaties of tussenschakelingen en grotere veenbrokken, en zandrijke klei met fijn schelpengruis; kalkrijk met putjesgeur behalve het veen; met roestbruine laagvlakken (= bacteriële neerslag)
23.50 24.00 uit elkaar vallende kern van grijsbruine sterk zandrijke klei (zeer brokkelig) vol schelpengruis en zelfs kleine complete schelpjes
24.00 24.50 zelfde laag, wat kleirijker, grijs, en zonder grotere schelpen
24.50 25.00 idem, met ook grote schelpfragmenten
25.00 25.50 idem, gemengd met grijze vaste klei en sterk brokkelig bruinzwarte venige onregelmatig gelaagde zandhoudende klei (kalkhoudend met putjesgeur)
25.50 26.00 massieve kern in zandrijke bitumineuze klei, desondanks nog goed kneedbaar, met nesten en gestoorde laminaties van fijn bleekbruin kwartszand; kalkhoudend met putjesgeur
26.00 26.50 massieve kern in zelfde klei, wat minder zandige intercalaties en daardoor beter samenhangend, met zandnesten in de vorm van fijne graafgangen; met venige wortels (vermoedelijk uit veen, maar ziet eruit als wortel)
26.50 27.00 grijze fijnzandhoudende onregelmatig gelamineerde klei, met zandnesten, kalkhoudend met putjesgeur
27.00 27.50 kern in heterogene grijze tot donkergrijze lichtzandige tot sterk zandige (met middelmatig kwartszand) en grof schelpengruishoudende (o.a. oester) licht bitumineuze klei, licht kalkhoudend met sterke putjesgeur
27.50 28.00 donkergrijze brokkelige tot kneedbare zandhoudende klei met concentraties van schelpengruis, vaag gelamineerd, licht kalkhoudend met putjesgeur
28.00 28.50 formatiegrens: donkergrijs middelmatig glauconietrijk (ca 20 %) zand, homogeen met kleifilm rond de korrels, maar overigens kleivrij, kalkloos
28.50 29.00 zelfde zand, glauconiet ca 30 %, sporadisch schelpengruis
29.00 29.50 ± zelfde zand met ca 30 % glauconiet, vergrovend in de kwartsfractie tot matig grof (gemiddeld nog middelmatig), met fijn gebroken dikschalige schelpfragmenten
29.50 30.00 blijft donkergrijs middelmatig glauconietrijk (30 %) goed gesorteerd zand met grof schelpengruis van diverse schelpen (w.o. kleine Nucula)
30.00 30.50 ± zelfde zand met ca 25 % glauconiet, nog wat schelpengruis, zeer licht kalkhoudend (monster labo)
30.50 31.50 blijft donkergrijs glauconiethoudend zand (ca 20 %), zeer licht kleiig, sporadisch fijn schelpengruis, zeer licht kalkhoudend
31.50 32.00 zelfde zand met gruis van dikschalige schelpen (toch eerder Kattendijk dan Antwerpen: glauconiet niet dominant, is goed gesorteerd en eerder fijn van korrel)
32.00 33.00 blijft donkergrijs glauconietrijk (ca 20 %) middelmatig zand, niet kleihoudend maar wel zeer zacht, met sporadisch verweerde schelpfragmenten
33.00 33.50 blijft donkergrijs glauconietrijk (ca 15 %) middelmatig zand, niet kleihoudend maar wel zeer zacht, met sporadisch verweerde schelpfragmenten
33.50. 34.50 idem, sporadisch grof schelpengruis; blijvend kleifilm rond de korrels die mobiel is (monster labo 33.50-34.00 m)

Informele stratigrafie - 12/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 3.50 Anthropogeen, ophoogzand met schelpenresten
3.50 6.00 Anthropogeen, kleiig ophoogzand met kleilamellen
6.00 7.40 Anthropogeen, kleiig zand met veenbrokken, moerasvegetatie aan top
7.40 8.00 Anthropogeen, subrecent rietveen
8.00 9.30 Anthropogeen, slijkerige klei vermengd met zand met schelpengruis en veenbrokken
9.30 14.00 Anthropogeen, vette klei afgewisseld met humeuze klei en kleirijk zand, met veenbrokken en baksteengruis
14.00 18.00 Anthropogeen, scherp kwartsrijk zand
18.00 19.25 Anthropogeen, vette klei (bitumineus) en humeuze klei (niet recent organisch materiaal)
19.25 21.00 Anthropogeen, veen met zand tussenlaagjes
21.00 23.50 Anthropogeen, vette bitumineuze klei met veenbrokjes, afgewisseld met kwartsrijk zand met schelpengruis, zandrijke klei en venige klei
23.50 25.30 Anthropogeen, zandrijke klei
25.30 28.00 Anthropogeen, zandrijke bitumineuze klei met zand tussenschakelingen
28.00 34.50 Formatie van Kattendijk, zacht donkergrijs zand

Insert the GSB number to search all associated content