Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0414 .txt

014e0414 .txt

Saftingedok

DOV Boorrapport BGD014E0414
Boring
Proefnummer: aMT-B5 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 140902.2 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 220951.4 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 30.50
Z (mTAW): 10.10 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: C59 Hogendijk

Lithologische beschrijving - 10/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 1.50 ontbreekt
1.50 2.00 bleekbruin grijs zeer licht gespikkeld (<5 % glauconiet) matig fijn kwartsrijk zand
2.00 2.50 ± idem (max enkele % glauconiet)
2.50 3.50 idem (< 5 % glauconiet) (monster labo 2.5-3.0 m)
3.50 4.00 faciesverandering: donkergrijze goed kneedbare licht fijn zandrijke vette klei met nesten (= bioturbaties) in bruin silt tot zeer fijn zand met subrecente plantenresten (moerasvegetatie ?); zeer licht kalkhoudend met lichte putjesgeur bij verzuring
4.00 4.50 idem, met schalen van zoetwaterschelpen (zoetwatermossels, wijzend op aquatisch milieu)
4.50 5.00 faciesverandering: bruin uitgeloogd zeer fijn kwartszand, zeer licht gespikkeld door glauconiet (<1 %), licht kleiig door kleibruggen tussen de korrels (cohesief), met humeus kleiige laminaties; zeer licht kalkhoudend
5.00 5.50 idem, zelfde zand met wat bollen in kleiig zand met verweerd schelpengruis (van fossiele schelpen)
5.50 6.00 zelfde bleker bruingrijs zand, minder uitgeloogd en wat grover (blijft fijn maar ook wat middelmatige korrels) en sporadisch fijn schelpengruis, licht glauconiethoudend (enkele %), zeer zacht aanvoelend door kleifilm rond de korrels; zeer licht kalkhoudend met zeepgeur bij verzuring
6.00 6.50 faciesverandering: grijze, grijsbruin oxiderende, vaste plastische licht siltige polderklei, zeer licht kalkhoudend, homogeen, gecompacteerd
6.50 7.00 zelfde klei maar brokkelig
7.00 8.00 zelfde klei maar terug plastisch (hangt af van graad van uitdroging)
8.00 8.50 faciesverandering: gebleekt grijs overwegend middelmatig (met siltfractie) vrij scherp kwartsrijk zand, licht gespikkeld door glauconiet (enkele %); met papperige zandrijke kleibollen en weinig fijn schelpengruis, licht kalkhoudend met sterke putjesgeur
8.50 9.00 ± idem, nog vergrovend met grovere glauconiet en meer fijn schelpengruis
9.00 9.50 grijs matig fijn licht glauconiethoudend (enkele %) papperig - kleiig zand met weinig fijn schelpengruis en zwarte harde ingespoelde veenresten, zeer licht kalkhoudend met putjesgeur
9.50 10.00 zelfde afzetting, maar minder kleiig, zand is homogener, eerder middelmatig met wat meer glauconiet, blijvend weinig schelpengruis
10.00 10.50 idem, nog licht vergrovend; blijvend zeer licht kalkhoudend met putjesgeur
10.50 11.00 facieswijziging: bruinzwart kruimelig tot houtachtig veen
11.00 11.50 zwartbruin sterk kruimelig veen, met weinig houtresten, reeds een weinig fijn zand
11.50 12.00 bruinzwart kruimelig veen vermengd met bruin uitgeloogd middelmatig kwartszand
12.00 12.50 facieswijziging: donkergrijs bruin scherp middelmatig tot matig grof kwartszand, zeer licht gespikkeld door glauconiet, kleivrij, kalkloos met lichte putjesgeur bij verzuring
12.50 13.50 zelfde afzetting, wordt matig grof
13.50 14.00 ± idem, wat slibrijker, zeer licht kleiig, kalkloos
14.00 14.50 ± idem, voorgaande, eerder middelmatig, met enkele % ook middelmatig glauconiet
14.50 15.00 facieswijziging: lichtgrijs matig grof tot grof kwartsrijk zand, licht glauconiethoudend (enkele %), met schelpengruis, licht kleiig maar niet kleverig; kalkhoudend met lichte putjesgeur
15.00 15.50 zelfde afzetting, zelfde zand met kleirijke zandbollen, en bleekbeige grijze verstening 2 cm groot in bleke sideriethoudende zandsteen met packstone-wackstone textuur (korrels zweven in de matrix)
15.50 16.00 lichtgrijs heterogeen tot grof, meest opvallend matig-grof kleiig zand met weinig glauconiet (max enkele %) en schelpengruis, vermengd met bollen (lamellen) grijs humeus kleirijk zand tot zandrijke klei met kleine kernen slappe grijze humeuze klei, kalkhoudend, met putjesgeur en lichte benzinegeur (monster labo)
16.00 16.50 zelfde afzetting, maar minder kleibollen, wel nog slappe grijze klei, blijft kalkhoudend met lichte benzinegeur bij verzuring
16.50 17.00 lichtgrijs kleiig heterogeen tot matig grof, licht glauconiethoudend (enkele %) zand met fijn en wat grof schelpengruis; met grijze zandrijke kleibollen, niet meer humeus, kalkhoudend maar wel nog lichte benzinegeur bij verzuring (is dit de top van het Tertiair onder herwerkt Merksemiaan of is dit overgang Merksem-Kruisschans onder in-situ Merksem dat verweerd is door de Quartaire verwering ?)
17.00 17.50 grijze zandrijke klei van middelmatig zand afgewisseld met zelfde kleiig zand met wat fijn schelpengruis (Kruisschans facies, vervloeid)
17.50 18.00 droog monster, vaste grijze klei, licht fijnzandig met dikschalige schelpfragmenten en zandrijke klei zoals voorgaande
18.00 18.50 overwicht zandrijke klei, middelmatig, licht glauconiethoudend (1 %) en met schelpengruis
18.50 19.00 vervloeid, vermoedelijk zelfde zandrijke klei met wat schelpfragmenten
19.00 19.50 vervloeid : brokkelige tot papperige zelfde zandrijke klei met aanzienlijke fijne fractie; weinig dikschalige schelpenresten (monster labo)
19.50 20.00 lichtgrijze overwegend middelmatige zandrijke klei tot fijn schelpengruis en concentratie van grotere schelpenresten, met lenzen en meer homogene bleekgrijze klei ingesloten tussen de dikkere zandrijke kleilagen (droog geboord)
20.00 20.50 faciesgrens Kruisschans-Oorderen: lichtgrijs gehomogeniseerd, licht kleiig heterogeen tot matig grof licht glauconiethoudend (enkele %) zand, rijker aan fijn en grof schelpengruis
20.50 21.00 ± idem, iets fijner tot middelmatig
21.00 23.00 ± idem, terug iets grover tot matig grof, glauconietarm, met fijn en grof schelpengruis (echter geleidelijk minder t.o.v. top Oorderen) ; scherp aanvoelend
23.00 23.50 droog geboord, lichtgrijs sterk kleiig heterogeen maar overwegend matig fijn zand, weinig glauconiethoudend (max. enkele %), met gelijke hoeveelheid fijn en grof schelpengruis
23.50 24.00 vervloeid: ± zelfde kleiig matig fijn zand, licht glauconiethoudend en ook minder schelpengruis dan voorgaande
24.00 24.50 zelfde afzetting, vergrovend tot middelmatig en minder kleiig, steeds licht glauconiethoudend, en met fijn en grof schelpengruis (ondergeschikt aan kwarts)
24.50 25.00 blijft lichtgrijs, heterogeen tot middelmatig maar overwegend matig fijn licht glauconiethoudend (<5%), gehomogeniseerd, licht kleiig zand, met fijn en weinig grof schelpengruis
25.00 26.00 zelfde afzetting, terug vergrovend van middelmatig tot matig grof, glauconietarm meer toenemend schelpengruis; blijft scherp aanvoelend
26.00 26.50 ± idem, eerder middelmatig (vrijwel zonder matig grove fractie)
26.50 27.00 ± idem, terug wat vergrovend
27.00 28.00 ± idem, eerder middelmatig; sequentie opvallend gelijk in samenstelling en kleigehalte
28.00 28.50 faciesgrens: lichtgrijs matig fijn, zeer licht glauconiethoudend (max. enkele %) sterker kleiig, iets zachter aanvoelend zand, nog met fijn en grof schelpengruis
28.50 29.00 wordt wat heterogener met meer variaties in kleigehalte en bollen met groengrijze kleur (zoals Kattendijk); sedimentsamenstelling is zoals Oorderen, maar overwegend matig-fijn stofferig silteus; glauconietgehalte en hoeveelheid fijn en grof schelpengruis zoals bovenliggend in Oorderen
29.00 29.50 zelfde matig fijn silteus kleiig zand, vermengd met bollen in matig grof zand, volgens fijne laminaties afgewisseld met fijner zand, alles zeer rijk aan bleke halfvergane schelpenresten die laagvormig zijn gestapeld in mergelig - kleiige matrix (= nog Luchtbal facies); grens met Kattendijk is zeer geleidelijk
29.50 30.00 ± idem, overwegend middelmatig in gemakkelijk desintegrerende kleiige zandbollen, zeer rijk aan schelpenresten
30.00 30.50 lamellen in vaste verdroogde kern in donkergroengrijs sterk silteus stofferig kleiig matig fijn zand, volgepropt met klei, weinig glauconiethoudend, met vergane schelpenresten en platgedrukte schelpen (= Kattendijk)
Opmerking: Onderscheid Lillo-Luchtbal en Kattendijk dat in deze boring op basis van de monstername zeer kleiig is bevat een verweringsfacies afgezet in Kattendijk maar herwerkt in basis Lillo.

Informele stratigrafie - 10/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
1.50 3.50 Anthropogeen : licht glauconiethoudend ophoogzand
3.50 4.50 Anthropogeen : vette bitumineuze klei met moerasvegetatie
4.50 6.00 Anthropogeen, overstromingssediment, uitgeloogd zand
6.00 8.00 Holoceen, polderklei, Fm Waasland, Lid van Ekeren
8.00 10.50 Holoceen, proximaal overstromingszand, Fm Waasland, Lid van Ekeren
10.50 11.90 Holoceen, veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
11.90 14.50 Holoceen, humeus geremanieerd Zand van Merksem; Fm Waasland, Lid van Doel
14.50 17.00 humeus beïnvloed Zand van Merksem (mogelijk verontreinigd), Fm Zemst, Lid van Lembeke
17.00 20.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
20.00 23.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen boven, typisch
23.00 24.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, kleiig interval
24.00 28.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, geband
28.00 30.00 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal
30.00 30.50 Formatie van Kattendijk

Insert the GSB number to search all associated content