Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0413 .txt

014e0413 .txt

Saftingedok

DOV Boorrapport BGD014E0413
Boring
Proefnummer: aMT-B4 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141064.3 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 220387.7 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 39.20
Z (mTAW): 12.19 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: bodem slibcel D4 gedempt DD

Lithologische beschrijving - 12/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 bleekgrijs matig tot matig grof glauconiethoudend (ca 10 %) zand
0.50 1.00 idem, middelmatig, met weinig schelpengruis
1.00 1.50 bleekgrijs matig fijn tot middelmatig zand, glauconiethoudend (<5 %), met schelpengruis en kleiig; met sporadisch veenbrokje (monster labo)
1.50 2.00 blijft lichtgrijs middelmatig, licht glauconiethoudend (<5 %) licht kleiig zand met fijn schelpengruis, sporadisch hard veenbrokje
2.00 2.50 zelfde zand, rijk aan grof schelpengruis en licht kleiig, met bollen in lichtgrijze zandrijke klei (zand van dezelfde samenstelling)
2.50 3.00 kern in zelfde zand, sterk kleiig en met veenbrokken, overgaand in vette zandrijke klei en donker kruimelig kleiig veen (afwisselend veen - klei laagjes)
3.00 3.50 gemengd monster (kern) van bleekgrijze silteuse roestrood oxiderende klei met zandnesten, met schelpengruis en schelpfragmenten, en overwegend donker kruimelig tot kleiig veen, soms sterk humeuze klei of veen met gerolde kleibollen (vermoedelijk door elkaar gestort)
3.50 4.00 zelfde door elkaar gestorte afzetting met overwicht humeuze klei - veen (met wortels)
4.00 4.50 donker fijn gelaagd (samengeperst) vezelig veen met gestoorde intercalaties van donkerbruine silteuze harde klei (met baksteengruis) en zandrijke klei met fijn schelpengruis
4.50 5.00 overwicht aan veen, met zandintercalaties
5.00 5.50 bleekgrijs middelmatig kwartszand, sporadisch schelpengruis, licht lemig, met kleirijke zandbollen en met fijne (mm-schaal) grijze humeuze zandrijke kleilamellen, met baksteenfragment en keitjes van beton en glassinter (donkerbruin, gelijkend op sideriet maar veel lichter)
5.50 6.00 zelfde kleiig zand, met baksteengruis
6.00 6.50 kern in zelfde zand, met ook grove kwartskorrels, rijk aan grof schelpengruis, licht kalkhoudend en mogelijk licht verontreinigd
6.50 7.00 ± idem, maar geheel verbrokkeld tot bollen <1 cm, met bollen van subrecent bleek hout, donkere humeuze klei met haarwortels, licht kalkhoudend met weeë geur (mogelijk verontreinigd)
7.00 7.50 iets blekergrijs middelmatig tot matig grof heterogeen zand, kleiig opbollend, licht glauconiethoudend (enkele %), met schelpengruis en grote schelpfragmenten
7.50 8.00 kern in lichtgrijze homogene slechts licht kalkhoudende klei, en zandrijke klei van middelmatig zand met schelpengruis, en zelfde slechts licht kleiig middelmatig kwartszand zonder schelpengruis
8.00 8.50 uit elkaar vallende kern van lichtgrijs matig fijn licht glauconiethoudend zand met schelpengruis, dat hoofdzakelijk humeus kleiig is (klei en organisch materiaal geïnfiltreerd in het los gestorte zand)
8.50 9.00 zelfde middelmatig licht glauconiethoudend (enkele %) zand, vrijwel zonder schelpengruis en kalkloos, dikke (10 cm schaal) intercalaties van zandrijke klei met veenbrokken, kalkhoudend met sterke putjesgeur
9.00 9.50 uit elkaar gevallen kern van nochtans niet cohesief kleiig lichtgrijs middelmatig glauconiethoudend ( 5%) zand met fijn schelpengruis, kalkrijk met lichte putjesgeur
9.50 10.00 idem, cohesief door kleibruggen
10.00 10.50 vervloeid: zelfde zand, wat rijker aan schelpengruis, armer aan glauconiet
10.50 11.00 idem, lijkt kleivrij
11.00 11.50 zelfde zand, eerder matig fijn in uit elkaar vallende kern (goede kleibruggen tussen de korrels)
11.50 12.00 vervloeid, zelfde zand, overwegend matig fijn, met grote bolllen (= lenzen) in zelfde nochtans slechts licht kleiig zand; kalkhoudend met lichte putjesgeur of benzinegeur
12.00 12.50 lichtgrijs matig fijn zeer licht glauconiethoudend, licht schelpgruishoudend kleiig zand, met grote bollen (5 cm) van humeuze zandrijke klei, slechts licht kalkhoudend met lichte putjesgeur; dit interval is hoofdzakelijk kleiig (als sediment)
12.50 13.00 blijft zelfde afzetting maar zand overwegend op kleibollen, wat meer schelpengruis
13.00 13.50 blijft zelfde lichtgrijs matig fijn glauconiethoudend (5 %) zand, niet kleverig of kleiig, slechts weinig schelpengruis, toch kalkhoudend met sterke putjesgeur
13.50 14.00 zelfde zand, iets meer grove fractie maar blijft overwegend matig fijn
14.00 14.50 kern: donkergrijze humeuze zandhoudende klei, ingebed in zelfde zand in decimeters dikke lagen; ook klei is kalkhoudend met putjesgeur
14.50 15.00 uit elkaar vallende kern in zelfde humeuze klei in dunnere lagen (op cm-schaal), zand bevat wat meer schelpengruis, kalkhoudend met sterke putjesgeur
15.00 15.50 vervloeid grijs middelmatig licht glauconiethoudend (enkele %) zand, toch weinig schelpengruis, met kleibruggen, met grote kleiige zandbollen, licht kalkhoudend met putjesgeur
15.50 16.00 massieve kern: donkergrijze homogene licht siltige klei, kneedbaar tot brokkelig, met verspreide veen insluitsels op cm-schaal, kalkhoudend met sterke putjesgeur
16.00 16.50 vervloeid: grijs middelmatig, licht glauconiethoudend (enkele %) licht schelpengruishoudend (maar meer dan voorgaande) licht kleiig zand, met beperkt maar opvallend grof dunschalig schelpengruis; baksteenfragment; kalkhoudend met sterke putjesgeur
16.50 17.00 bleekgrijs middelmatig glauconiethoudend (5 %) zand, met meer fijn schelpengruis, minder kleiig, enkele schelpfragmenten, licht kalkhoudend met putjesgeur
17.00 17.50 zand wordt wat scherper, minder schelpengruis, terug iets kleiiger en opbollend, licht kalkhoudend, met grote schelpfragmenten
17.50 18.00 lichtgrijs middelmatig glauconiethoudend (>5 %) zand, armer aan schelpengruis, met kleibruggen maar overigens niet kleihoudend
18.00 18.50 grote baksteen, brokken baksteen en mortel, donkergrijze glazige sintels, ingebed in lichtgrijs matig fijn glauconiethoudend (<5 %) kleiig zand met fijn en grof schelpengruis, ook baksteengruis
18.50 19.00 kern of droog geboord tot 22 m: lichtgrijze humeuze zandrijke klei, rijk aan fijn schelpengruis, humeuze meer homogene klei en donkergrijze fijn zandrijke klei, alle kalkhoudend met putjesgeur, doordrenkt van dezelfde organische vloeistof/humuszuren
19.00 19.50 massieve kern in grijze brokkelige zandige klei, soms venig, met verspreid fijn schelpengruis (van Tertiaire schelpen)
19.50 20.00 kern tot 8.5 cm uitgezet: grijze zeer zandrijke klei, licht kalkhoudend met putjesgeur
20.00 20.50 grijs matig fijn sterk silteus kleiig zand en ondergeschikt zandrijke humeuze klei met weinig schelpfragmenten en met grote en kleine veenbrokken (tot >5 cm), kalkhoudend met sterke putjesgeur
20.50 21.00 zelfde afzetting maar kern volledig uit elkaar gevallen: lichtgrijs matig fijn, licht glauconiethoudend zand, slechts licht kleiig opbollend, vrijwel zonder schelpengruis, nog met kleine humeuze brokjes in plaats van veen, licht kalkhoudend met putjesgeur
21.00 21.50 zelfde matig fijn zand is meer papperig kleiig en met kleine humeuze kleibollen
21.50 22.00 zelfde matig fijn zand, licht kleiig, nog licht kleverig, kern uit elkaar gevallen, maar meer schelpengruis, weinig glauconiet (1 %)
22.00 22.50 vervloeid tot 24 m: lichtgrijs matig fijn, licht glauconiethoudend (enkele %) licht kleiig zand, bijna zonder schelpengruis, kalkhoudend met putjesgeur
22.50 23.50 zelfde afzetting, wordt middelmatig glauconietarm (1 %), nog minder kleiig zand, met wat schelpengruis
23.50 24.00 ± idem, met wat veenbrokjes
24.00 24.50 uit elkaar gevallen kern in zelfde lichtgrijs middelmatig glauconietarm (max enkele %) kleiig zand, arm aan schelpengruis, kalkhoudend met lichte putjesgeur
24.50 25.00 lichtgrijze matig fijn zandrijke, papperige klei in uit elkaar gevallen kern
25.00 25.50 lichtgrijze zandige klei vol grof schelpengruis en ook grotere schelpfragmenten (oester 3 cm) = Kruisschans facies
25.50 26.00 heterogene kleiafzetting: bleekbruine zandrijke klei met lenzen (0.5 cm) van donkergrijze humeuze klei (al dan niet zandig) en centimeters dikke lenzen van vaste vette humeuze klei
26.00 26.50 grijze heterogene klei, brokkelig, silteuze of zandige klei met sporadisch schelpfragment, soms licht venig, met subrecent hout, licht kalkhoudend met putjesgeur
26.50 27.00 kern in meer homogene donkergrijze zandige klei met sporadisch verweerde schelp, licht kalkhoudend met putjesgeur
27.00 28.00 mooie kern in donkergrijze bitumineuze, nochtans sterk zandige klei, met heterogeen zand met schelpengruis, licht kalkhoudend met putjesgeur (lithotheek 27.0-27.5 m)
28.00 28.50 vervloeid: luchtgrijs middelmatig tot matig grof glauconiethoudend (enkele %) licht kleiig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis, kalkhoudend met lichte putjesgeur (nog Anthropogeen)
28.50 29.00 wordt matig grof en iets meer kleiig
29.00 29.50 grijs heterogeen matig fijn tot overwegend middelmatig sterk kleiig papperig zand, minder rijk aan schelpengruis, kalkrijk en steeds met lichte putjesgeur
29.50 30.00 uit elkaar vallende kern van bleekgrijs middelmatig glauconietarm zand, ook arm aan schelpengruis, kalkhoudend
30.00 30.50 wordt lichtgrijze zandrijke klei (zandtextuur, niet ondoorlatend) in uit elkaar vallende kern (zeer weinig cohesie), Turritella (verspreide fossielresten)
30.50 31.00 idem, soms nog kleiiger, licht kalkhoudend met sterke putjesgeur
31.00 31.50 blijft klei met zandtextuur, meer brokkelig en licht venig, met verspreid grof schelpengruis
31.50 32.00 vervormde kern in donkergrijze homogene sterk zandige bitumineuze klei, licht kalkhoudend maar geen putjesgeur
32.00 32.50 kern in gedesintegreerd lichtgrijs middelmatig kleiig kwartszand, met verspreid schelpengruis, met wisselend kleigehalte, kalkhoudend met lichte putjesgeur
32.50 33.00 mooie kern: regelmatig gelaagde donkergrijze zandige klei met bitumineuze tussenlagen en met zandrijkere tussenlaagjes en -lenzen, lijkt verdroogd en gecompacteerd, licht kalkhoudend met putjesgeur; op laagvlak bonte oranjerode vlek van kleiige neerslag (lithotheek)
33.00 33.50 brokkelige kern in zelfde gelaagde zandige klei, met hoger zandgehalte, minder organisch materiaal
33.50 34.00 zelfde gelaagde kleiafzetting met wat meer dunne bitumineuze laagjes, sterk brokkelig, eerder silteus dan zandig, licht kalkhoudend met putjesgeur (nog Anthropogeen)
34.00 34.50 formatiegrens: donkergrijs fijn goed gesorteerd kleiig zand, licht glauconiethoudend (enkele %) vervloeid, licht kalkhoudend met nog lichte putjesgeur (mogelijk geremobiliseerd bodemsediment)
34.50 35.00 echte formatiegrens: uit elkaar gevallen kern: donkergrijs middelmatig glauconietrijk (30 %) zand, kalkloos
35.00 35.50 vervloeid : donkergrijs middelmatig glauconietrijk (>1/3) zand
35.50 36.00 idem (30 % glauconiet)
36.00 36.50 gedesintegreerde kern, met meer fijne fractie (silt) matig fijn glauconietrijk (20 %) zand
36.50 37.00 vervloeid donkergrijs licht kleiig middelmatig glauconietrijk (40 %) zand (monster lithotheek)
37.00 37.50 ± idem, met enkele grove kwartskorrels, glauconietgehalte oplopend tot tegen 50 % (monster labo), klei is hier het zwartste
37.50 38.00 blijft licht kleiig donkergrijs glauconietrijk (25 %) zand
38.00 38.50 droog : donkergrijs wat meer heterogeen glauconietrijk (30 %) zand
38.50 39.00 uit elkaar gevallen kern (kleibruggen tussen de korrels) donkergrijs matig fijn glauconietrijk (30 %) zand
39.00 39.20 donkergrijs matig fijn licht kleiig glauconiethoudend (15 %) zand

Informele stratigrafie - 12/03/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 2.70 Anthropogeen, ophoogzand, kleiig, licht glauconiethoudend
2.70 5.00 Anthropogeen, door elkaar gestorte zandrijke klei, humeuze klei en veen
5.00 7.00 Anthropogeen, kleiig kwartszand, met baksteengruis verontreinigd, humeuze klei aan de basis
7.00 7.50 Anthropogeen, grof zand, licht glauconiethoudend met schelpen
7.50 14.00 Anthropogeen, zand en kleiig zand tot zandrijke klei, met kleitop
14.00 16.00 Anthropogeen, zandhoudende humeuze klei, ingebed in zandlagen van zelfde type als bovenliggend; met baksteengruis
16.00 18.50 Anthropogeen, zelfde zand met wisselend kleigehalte; grote baksteen
18.50 20.10 Anthropogeen, humeuze klei en zandrijke klei
20.10 24.50 Anthropogeen, glauconietarm zand met wisselend kleigehalte, met dunne humeuze kleilenzen
24.50 26.50 Anthropogeen, zandrijke klei met schelpenresten (Kruisschans facies), naar onder met tussenlaagjes van venige klei en vette klei; subrecent hout
26.50 28.00 Anthropogeen, donkergrijze bitumineuze zandrijke klei
28.00 30.00 Anthropogeen, kleiig zand met schelpengruis
30.00 32.00 Anthropogeen, zandrijke klei, bitumineus aan de basis
32.00 34.00 Anthropogeen, gelaagde klei, afzetting, zandige bitumineus, zandlaag aan de top
34.00 34.50 Formatie van Kattendijk, verspoeld tijdens de dokopvulling
34.50 39.20 Formatie van Kattendijk, donkergrijs glauconietrijk zand

Insert the GSB number to search all associated content