014e0408 .txt

DOV Boorrapport BGD014E0408
Boring
Proefnummer: aMT-B43 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 142934.0 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221461.0 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 32.00
Z (mTAW): 8.80 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opmerking plaatsomschrijving: MPET ca 50 m van Kade - aanvulling bouwput-geul


Lithologische beschrijving - 12/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 1.00 ontbreekt
1.00 1.50 bruin middelmatig licht gespikkeld (enkele % glauconiet) zand met lemige kleiige zandbollen, (licht kalkhoudend); beton brokken en schilfers
1.50 2.00 zelfde zand, geen beton maar wel enkele verweerde schelpfragmenten
2.00 2.50 zelfde zand, wat lemiger, meer heterogeen van korrelgrootte (met aanzienlijke siltfractie), met kleiige bollen die minstens ten dele bestaan uit bruin geoxideerde zand- en schelprijke klei op cmschaal
2.50 4.00 idem, met kleiige bollen en met licht 3 cm grote afgeronde kei van Zweedse graniet ! (monster labo)
4.00 5.00 roestig bruin lemig matig fijn zand, licht gespikkeld door glauconiet, met platte zandige kleibollen en grof schelpengruis; blijft licht kalkhoudend
5.00 7.50 ontbreekt
7.50 8.00 bruingrijs matig fijn lemig zeer licht door glauconiet gespikkeld kalkhoudend zand, met kleine platte kleiige zandbollen en wat schelpengruis (zelfde afzetting)
8.00 8.50 facieswijziging : donkergrijze humeuze (licht stinkende) kalkhoudende goed kneedbare klei, in vaste kern, lijkt structuurloos (anthropogeen)
8.50 9.00 idem, met brede horizontale krimpscheuren, met vage intercalaties van bruine meer siltige klei en bollen van groene fijnzandrijke klei met schelpengruis (lithotheek)
9.00 9.50 ± idem, donkergrijze tot zwarte kern van humeuze klei met sterke oliegeur, fijn gelamineerd met zandhoudende tussenlaagjes op mm-schaal; in het monster ook kakibruin oxiderend sterk kleiig humeus zand
9.50 10.00 grijs humeus middelmatig kwartsrijk zand, licht door glauconiet gespikkeld, met cm grote brokken zwarte bitumineuze klei; ook afwisseling zand - klei in mm-dunne laagjes en meer homogene klei; sterke oliegeur, kalkhoudend met putjesgeur bij verzuring
10.00 10.50 donkergrijze (bijna zwarte) bitumineuze klei met horizontale krimpscheuren, met lokaal fijn zandrijke (blekergrijze) laminaties op mm-schaal (lijkt op sedimentatie in decantatiebekken) ; alle klei in kernen die licht uitgezet zijn (7.5 cm)
10.50 11.00 facieswijziging ; bruinzwart gecompacteerd veen vol bruine houtschilfers en bruin takje, lijkt subrecent; geen oliegeur
11.00 11.50 zelfde veen van houtresten, weliswaar zwarter; sterk verbrokkeld
11.50 12.00 donkerbruine venige klei, licht fijnzandhoudend, met zwarte fijnkorrelige veenbrokken op cm-schaal, in gekrompen kern van 6 cm doormeter; vrijwel kalkloos
12.00 12.50 kern 7 tot 7.5 cm doormeter: zelfde venige bitumineuze klei, vrijwel kalkloos, slechts lichte putjesgeur bij verzuring
12.50 13.00 kern 7.5 tot 8 cm doormeter: zelfde afzetting: donkergrijze sterker fijnzandige structuurloze klei, met zoetwater gastropoden, met venige laagvlakken (lithotheek
13.00 13.50 idem (kern zeer slap tot 8 cm doormeter), met slechter bewaarde zoetwaterschelpenresten
13.50 14.00 gedeformeerde kern 6.5 cm doormeter in slappe zandrijke klei (zandtextuur), fijn gelamineerd, soms venig, met geconcentreerde parelmoer van platgedrukt en gebroken schelp; soms zeer brokkelig rond 5 cm grote vergane hout intercalatie
opm.: laminaties verlopen verticaal parallel aan de kernlengte
14.00 14.50 bruingrijze klei in gedeformeerde kern, zowel venig gelamineerd als met zandrijke vlekken; lijkt op accumulatie van bolvormige brokken sediment
14.50 15.00 groene zandrijke klei van heterogeen silteus tot middelmatig kwartszand, afgewisseld met groengrijze meer humeuze sterk zandige klei, met in de kern gedeformeerd (gesleurd) contact, kalkloos
15.00 15.50 groen kleiig silteus tot middelmatig kwartzand in desintegrerende kern, met intercalaties tot op cm-schaal van donkergrijsbruine venige klei met venige partikels
15.50 16.00 zelfde groenig kleiig zand, zeer licht gespikkeld met glauconiet, licht kalkhoudend met zeer lichte putjesgeur
16.00 16.50 donkergrijs sterk kleverig, sterk kleiig silt tot fijn zand, met oliegeur, kalkloos (verontreinigd)
16.50 17.00 donkergrijs middelmatig licht gespikkeld, goed gesorteerd zand, sporadisch schelpengruis, nog kleverig en lichte oliegeur
17.00 17.50 zelfde afzetting, vergrovend, overwegend middelmatig maar minder fijne fractie, nog licht kleverig en lichte oliegeur, weinig schelpengruis, papperig en kleiig
17.50 18.00 donkergrijs goed gesorteerd middelmatig licht gespikkeld (5 % glauconiet) zand met wat grof schelpengruis, zeer licht kalkhoudend, met lichte oliegeur bij verzuring (monster labo); reeds Merksem facies maar vermoedelijk geremanieerd (beter gesorteerd, minder schelpen, tot op dit niveau met donkerbruin organisch slib); door bitumineuze verontreiniging moeilijk te beschrijven)
18.00 18.50 grijs kleiig silteus tot middelmatig glauconietarm (1 %) papperig zand, arm aan fijn schelpengruis, vrijwel kalkloos met lichte putjesgeur bij verzuring
18.50 19.00 opnieuw zeer slappe kern in bruinig grijze fijn zandrijke kalkloze, licht bitumineuze klei (dus nog altijd subrecent Anthropogeen) met talrijke fijnvezelige venige partikels, soms ook houtachtige partikels; lichte oliegeur, vage banding parallel aan de kernlengte, dus subverticaal
19.00 19.50 groenig grijs slap papperig kleiig middelmatig kwartszand, zeer homogeen, met humeuze strepen (mogelijk reeds in-situ, maar lage consistentie van boorkernen wijzen op subrecente Anthropogene oorsprong)
19.50 20.00 zelfde zand, opbollend (sterke kleibruggen tussen de korrels); glauconietarm (1 %), licht kalkhoudend
20.00 20.50 facieswijziging / formatiegrens : grijs heterogeen, overwegend middelmatig, kleiig glauconietarm (< 1%) zand, met fijn tot grof schelpengruis, met Pecten fragmenten; de klei is ongelijk verdeeld (= in-situ Merksem facies, mogelijk uitgeloogde top)
20.50 21.50 zand wordt sterk kleiig en kleverig (kleireactie, zandtextuur), weinig schelpengruis

21.50 22.00 wordt zandrijke en fijn schelpengruisrijke klei (overgang naar Kruisschans of reeds Kruisschans), eerder glauconietarm
22.00 22.50 zelfde afzetting maar eerder kleirijk heterogeen, overwegend matig fijn, zeer licht gespikkeld (1 % glauconiet) zand, geleidelijk rijker aan fijn schelpengruis
22.50 23.00 ± idem, steeds rijker aan fijn schelpengruis
23.00 23.50 gedeformeerde kern met zelfde zand ingebed in slappe grijze zandrijke klei, minder schelpengruis
23.50 24.00 mengeling van grijze zandrijke klei in bollen omgeven door middelmatig schelpengruisrijk kleiig zand; ook grof schelpengruis (typisch Kruisschans)
24.00 24.50 ± idem, zand vergrovend tot matig grof
24.50 25.00 grijze vaste zandrijke klei met zeer grote in-situ gebroken schelpen en schelpfragmenten
25.00 25.50 idem, ook grote in-situ gebroken schelpen; in de grote zandrijke kleibollen met schelpengruis kleine kernen van slappere (< 1 cm) siltige grijze kleibollen
25.50 26.00 facieswijziging: lichtgrijs middelmatig bleekgespikkeld (door fijn schelpengruis) en licht donker gespikkeld (< 5% glauconiet, ook middelmatig), licht kleihoudend zand, met grof schelpengruis (Oorderen)
26.00 26.50 idem, zand is zeer licht kleverig (kleibruggen tussen de korrels, maar geen vrije klei) (monster labo)
26.50 27.00 ± idem, minder grof schelpengruis, wat meer middelmatige glauconiet (5 %)
27.00 27.50 ± idem, terug meer fijn en vooral ook grof schelpengruis, minder en fijnere glauconiet
27.50 28.00 zelfde afzetting, zand wordt heterogener, met ook matig grove kwartsfractie, rijker aan fijn schelpengruis en met in-situ gebroken (verweerde) schelpen, toch glauconiethoudend (ca 5 %)
28.00 28.50 idem, blijft rijk aan fijn schelpengruis en blekergrijs, maar mergelig (overgang naar Luchtbal / Schelpenbank facies)
28.50 29.00 ± idem, maar wat kleiiger, licht opbollend, overwegend middelmatig
29.00 29.50 zelfde afzetting meer fijne fractie (zeer fijn zand tot silt) in heterogeen licht glauconiethoudend (enkele %) en schelpengruisrijk zand, met ook veel grof schelpengruis (schuurt bij penetratie, dus grotere weerstand, ondanks dat zand zacht aanvoelt)
29.50 30.00 zelfde afzetting, geleidelijk minder schelpengruis en wat meer glauconiet (< 5 %); zand blijft licht kleverig door sterke kleibruggen, maar geen vrije klei
30.00 30.50 zelfde zand, minder kleiig (niet meer kleverig); terug meer grof schelpengruis
30.50 31.00 zelfde zand, wat heterogener in korrelgrootte (meer matig grove fractie, ook glauconiet), zeer rijk aan schelpengruis en schelpfragmenten, blijft licht kleihoudend maar ook mergelig
31.00 31.50 zelfde zand, minder mergelig, heterogeen, hoofdzakelijk matig fijn, ook glauconiet (> 5 %) minder fijn, vooral grof schelpengruis
31.50 32.00 blijft zelfde zand, heterogeen, overwegend matig fijn, licht glauconiethoudend (enkele %) minder schelpengruishoudend, blijft licht kleiig, minder mergelig

Informele stratigrafie - 12/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 8.00 Anthropogeen - ophoogzand
8.00 9.50 Subrecent, humeuze geulklei (opvulling wiel)
9.50 10.00 Subrecent, crevasse, zandintercalatie (verontreinigd)
10.00 10.50 Subrecent, humeuze geulklei
10.50 11.50 Subrecent, veen van houtschilfers
11.50 14.50 Subrecent, humeuze zandige geulklei met zoetwaterschelpen
14.50 15.00 Subrecent, grovere zandrijke klei, humeus
15.00 16.00 Subrecent, groen humeus zand (crevasse zand)
16.00 18.00 Subrecent, gerecycleerd Merksem zand (verontreinigd)
18.00 18.50 Subrecent, zelfde zand (crevasse zand)
18.50 19.00 Subrecent, licht humeuze geulklei met houtsnippers (verontreinigd)
19.00 20.00 Subrecent, Holoceen, groenig zand
20.00 21.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
21.50 23.00 Formatie van Lillo, overgang Merksem - Kruisschans
23.00 25.50 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
25.50 27.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
27.5. 32.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, met Schelpenbank facies (overgang naar Luchtbal)

Opmerking: subrecent betekent (vermoedelijk) in Historische tijden maar voor de huidige havenuitbreiding op de Linkeroever