Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0407 .txt

014e0407 .txt

Saftingedok

DOV Boorrapport BGD014E0407
Boring
Proefnummer: aMT-B42 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 142629.0 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221468.0 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 32.00
Z (mTAW): 9.00 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm.: plaatsomschrijving: MPET-terminal geul

Lithologische beschrijving - 12/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
1.00 4.00 bruingrijs zacht glauconietrijk (>15 %) overwegend middelmatig zand van heldere kwarts, kleivrij en siltvrij, met beperkte matig grove fractie (monster labo)
4.00 4.50 zelfde zand, grijs, met kleifilm rond de korrels, soms licht opbollend tot kleiig zand; sporadisch verweerd schelpengruis
4.50 5.00 zelfde opbollend grijs zand met kleifilm rond de korrels, rijker aan schelpengruis; met bollen slappe grijsbruine kalkloze klei in lagen/lenzen van meerdere centimeters dik; zonder putjesgeur bij verzuring (vermoedelijk Tertiaire klei)
5.00 5.50 zelfde zand, meer homogeen kleiig, maar niet opbollend en zonder kleilagen, wat minder schelpengruis; subrecente plantenresten
5.50 6.00 ± zelfde heterogeen grijs zand, glauconiethoudend (ca 15 %), maar met aanzienlijk grove fractie, met uitzicht van matig grof zand, licht kleiig met kleifilm rond de korrels, overigens geen kleilagen; rijk aan fijn schelpengruis
6.00 6.50 zelfde grijs kleiig zand met grof schelpengruis, in gedeformeerde kern met bleke en donkergrijze dikke (> 5 cm) slappe kleilagen, kalkhoudend met sterke putjesgeur bij verzuring (= mengeling van Tertiair zand met Holoceen klei), klei overwegend in monster)
6.50 7.50 zelfde afzetting van grijs heterogeen, van siltig tot matig grof, overwegend middelmatig glauconiethoudend (<15 %) kleiig zand met grof schelpengruis; met lagen van slappe grijze klei die sterk zijn vermengd met het heterogene zand; klei van Holocene oorsprong (stinkend bij verzuring) (licht overwicht van kleiig zand)
7.50 8.00 ± zelfde zand, van licht tot sterk kleihoudend, maar geen kleilagen, overwegend matig fijn met aanzienlijke siltfractie; minder maar nog steeds grof schelpengruis
8.00 8.50 zelfde zand, papperig en wat kleirijker, lijkt zeer slap, met brokken venige klei
8.50 9.00 zelfde zand, kleirijk, middelmatig, glauconietrijk (>15 %), kalkrijk (zoals alle voorgaande zand) zonder klei-intercalaties
9.00 9.50 facieswijziging : gedeformeerde kernen van grijze, kakibruin oxiderende, zandrijke slappe klei met subrecente plantenresten, licht kalkhoudend, maar al stinkend zonder verzuring
9.50 10.00 lichtgrijs kakibruin oxiderend, zeer fijn tot silteus kwartsrijk, licht gespikkeld (enkele % glauconiet) zand met sterke kleibruggen tussen de korrels, cohesief en kleiig, maar toch duidelijk zand, rijk aan venige spikkels en met humeuze strepen, kalkhoudend en licht stinkend bij verzuring, subrecente plantenresten
10.00 10.50 zelfde afzetting, maar zand is fijn i.p.v. zeer fijn, kleiig, met zeer fijn schelpengruis, vrijwel zonder glauconiet (<1 %), meer cohesief dan voorgaand door hoger kleigehalte; subrecente plantenresten
10.50 11.00 gedeformeerde kern van licht doorwortelde lichtgrijze fijn zandrijke klei (zandtextuur maar kleireactie), zeer licht kalkhoudend, sporadisch fijn schelpengruis
11.00 12.00 omslag naar vast bruinzwart, bruin geoxideerd, gecompacteerd, kruimelig veen met fijne grasachtige plantenresten
12.00 12.50 fijn bleekgrijs papperig (cohesief door sterke kleifilm rond de korrels en kleibruggen) kwartsrijk, zeer licht gespikkeld (1 % glauconiet) zand, soms sterk kleiig, met cm grote veenbrokken (mogelijk gemengd monster)
12.50 13.00 zelfde zand met middelmatige fractie, overwegend matig fijn, sterk kleiig, niet gemengd met veen, maar wel zwevende veenfractie (mogelijk uit boorvloeistof), zeer licht kalkhoudend en lichte putjesgeur bij verzuring
13.00 13.50 zelfde zand, sterk silteus, overwegend fijn, sterk kleiig (maar blijft geklasseerd als zand); met weinig maar cm grote brokken in vast veen
13.50 14.00 zelfde zand, lichtgrijs, fijn, zonder glauconiet, cohesieve kern door kleibruggen tussen de korrels, nochtans minder kleiig dan voorgaand, gemengd met veen (grens in dit interval)
14.00 14.50 vaste kern (7 cm doormeter, dus niet uitgezet) en homogeen kleiig cohesief veen, veenfragmenten zijn zeer fijn verkleind (monster lithotheek)
14.50 15.00 zwartbruin zeer fijn verkruimeld veen, gecompacteerd
15.00 15.50 lichtgrijs overwegend matig fijn en silteus tot middelmatig sterk kleiig kwartszand, cohesief met sporadische veenbrok (monster labo)
15.50 16.00 zelfde lichtgrijs fijn goed gesorteerd kwartszand, zeer licht gespikkeld (<1 % glauconiet), licht kleiig, cohesief door kleibruggen tussen de korrels; soms bruinig – humeus verkleurd; licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
16.00 16.50 formatiegrens : lichtgrijs heterogeen, van silteus tot matig grof, overwegend matig fijn zand, zeer licht gespikkeld met glauconiet (1 %), licht kleiig -kleverig, met grof schelpengruis; kwartskorrels bestaan uit heldere kwarts; met slappe bollen in sterk kleiig humeus doorworteld zand (nog Quartair beïnvloed)
16.50 17.00 lichtgrijs grof tot zeer grof (kwartskorrels > 1 mm) licht gespikkeld (enkele % glauconiet, soms ook grof), vrijwel kleivrij zand, rijker aan schelpengruis, met gebroken schelpenresten (monster lithotheek) (eigenlijke formatiegrens onderaan vorig interval)
17.00 17.50 mengeling van zelfde grof zand en iets fijner maar nog matig-grof (tot zeer fijn) lichtgrijs meer cohesief zand door kleifilm rond de korrels, vrijwel zonder schelpengruis (monster labo)
17.50 18.00 bleekgrijs meer gehomogeniseerd matig grof zand, licht glauconiethoudend (enkele % ook matig grof), terug wat meer schelpengruishoudend, slibrijk (bleekgrijs slib) maar overigens vrijwel kleivrij
18.00 18.50 bleekgrijs gemengd grof zand met grove glauconiet (5 %), rijk aan schelpengruis en gebroken schelpen, en fijn meer kwartsrijk en slibrijk zand, met kleibruggen tussen de korrels, maar niet kleverig, toch licht kleihoudend (mobiele klei)
18.50 19.00 lichtgrijs zeer grof slibrijk zand met gevarieerde fauna van gebroken schelpen, met slappe kleine bollen van meer kleiig zand (lithotheek)
19.00 20.00 zelfde afzetting in lichtgrijs heterogeen zand met grof schelpgruis, sterk kleiig, overgaand in slappe lichtgrijze zandrijke klei in lagen >5 cm (= overgang Merksem - Kruisschans)
20.00 20.50 kern in lichtgrijze, doorgaans zandrijke klei met schelpengruis en zelfs complete schelpjes, met lenzen op mm-schaal in grijze klei zonder (grof) zand of schelpengruis; typisch Kruisschans (lithotheek)
20.50 21.00 vaste kern 7 cm dik, in lichtgrijze zandrijke klei, samengesteld uit grof heterogeen zand rijk aan grof schelpengruis (zandtextuur maar klei uitzicht) (monster labo)
21.00 21.50 lichte facieswijziging : lichtgrijs zandrijke slappe klei tot kleirijk zand, eerder middelmatig, glauconietarm, maar rijk aan grof schelpengruis en vermoedelijk in-situ gebroken grote schelpen; variabel kleigehalte
21.50 22.00 zelfde lichtgrijze zandrijke slappe klei tot kleirijk zand, eerder middelmatig, glauconietarm, met grote gebroken schelpen; meer matig grove fractie, overwegend kleiig
22.00 22.50 idem voorgaande, gemengd met middelmatig heterogeen kleiig zand, licht gespikkeld, vol fijn schelpengruis (nieuwe facies wijziging)
22.50 23.00 lichtgrijs middelmatig licht gespikkeld (enkele % glauconiet) licht kleiig maar nog opbollend zand, rijk aan fijn schelpengruis en minder grof schelpengruis (Oorderen facies)
23.00 24.00 zelfde afzetting, zand iets fijner met meer zeer fijn tot siltige fractie ; zeer glauconietarm (<1 %); blijvend fijn schelpengruis; met kleibruggen tussen de korrels en licht kleverig, licht kleihoudend
24.00 24.50 zelfde afzetting, maar sterk vergrovend tot grof glauconietarm (max. enkele %) zand, nog slibrijk (met bleek mergelig kleiig slib) maar overigens vrijwel kleivrij, rijk aan grof schelpengruis
24.50 25.00 ± idem, maar minder zeer fijne fractie
25.00 25.50 ± idem, lichtgrijs matig grof licht gespikkeld (enkele % ook matig grove glauconiet) slibrijk zand vol schelpengruis, slechts zeer licht kleihoudend
25.50 26.00 zelfde afzetting, wordt grof zand met ook grove glauconiet en grof schelpengruis
26.00 26.50 ± zelfde zand, rijk aan grof schelpengruis, armer aan glauconiet (1 %), meer mergelig, kleihoudend met kleine slappe bollen (< 1 cm) van bleekgrijze siltige mergelige klei (overgang naar Luchtbal facies)
26.50 27.00 zelfde afzetting, zonder kleiige bollen, wat grijzer
27.00 27.50 zelfde afzetting, bleekgrijs en rijker aan grof schelpengruis, blijft licht kleiig zonder kleibollen, glauconietarm
27.50 28.00 idem, zand eerder middelmatig
28.00 28.50 zelfde afzetting, bleekgrijs middelmatig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis, licht gespikkeld (enkele % glauconiet), klei-arm, niet kleverig maar kleibruggen tussen de korrels.
28.50 29.00 zelfde afzetting, maar silt fractie lijkt toe te nemen, met gebroken verweerde schelpen
29.00 29.50 bleekgrijs meer mergelig kleiig overwegend middelmatig glauconietarm (1 %) zand, rijk aan fijn schelpengruis (maakt groot deel van zandfractie uit), met grotere schelpfragmenten, sterker kleiig - mergelig (Luchtbal facies)
29.50 30.00 zelfde afzetting maar vrijwel kleivrij behoudens mobiele fractie, rijk aan dunschalige schelpenresten
30.00 30.50 zelfde afzetting maar veel cohesiever door verhoogd klei-mergelgehalte, blijft echter zandtextuur en geen klei, lijkt slap sediment
30.50 31.00 ± idem, maar vaster met lichtgrijze mergelige zandbollen vol schelpengruis en grotere schelpfragmenten (typisch Luchtbal) (lithotheek)
31.00 31.50 lichte facieswijziging naar grijs minder goed gesorteerd, van silt tot matig grof, gemiddeld middelmatig zand, licht gespikkeld (enkele % glauconiet), nog rijk aan grof schelpengruis maar veel minder fijn schelpengruis, minder mergelig maar sterk kleiig tot sterk cohesief zand in bollen (lenzen) tot 5 cm dik
31.50 32.00 ± zelfde afzetting, maar met grove fractie in de kwarts (mooi afgerond) en rijk aan grof schelpengruis, minder cohesieve klei-zand bollen maar klei is kleveriger (lithotheek) = Lillo basis met herwerkt Kattendijk

Informele stratigrafie - 12/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 6.00 Antropogeen, ophoogzand, gebeurlijk met Teritaire klei
6.00 9.00 Antropogeen, ophoogzand met Holocene klei
9.00 9.50 Holoceen, geoxideerde top polderklei, Fm Waasland, Lid van Ekeren
9.50 10.50 Holoceen, zandige polderklei, Fm Waasland, Lid van Ekeren
10.50 11.00 Holoceen, basis polderklei, Fm Waasland, Lid van Ekeren
11.00 12.00 Holoceen veen (gecompacteerd), Fm Waasland, Veen van Antwerpen
12.00 13.75 Holoceen, zand intercalatie tussen veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
13.75 15.00 Holoceen veen (gecompacteerd), Fm Waasland, Veen van Antwerpen
15.00 16.40 Holoceen zand (gerecycleerd Merksem), Fm Waasland, Lid van Doel
16.40 19.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
19.00 20.00 Formatie van Lillo, overgang Merksem - Kruisschans
20.00 22.25 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
22.25 26.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
26.00 29.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen, overgang naar Luchtbal (equivalent Schelpenbanken facies)
29.00 31.00 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal
31.00 32.00 Formatie van Lillo, basis = Oorderen equivalent met herwerkt Kattendijk

Insert the GSB number to search all associated content