014e0404 .txt
DOV Boorrapport BGD014E0404
Boring
Proefnummer: aMT-B31 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141717.4 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221621.1 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 32.50
Z (mTAW): 10.81 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm.: plaats: Opgespoten MIDAs
Lithologische beschrijving - 12/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 4.00 grijsbruin middelmatig licht lemig kalkhoudend zand, zeer licht glauconiethoudend (max. enkele % glauconiet); enkele bollen in bruin kleirijk zand
4.00 4.50 zelfde zand (< 1 % glauconiet); wat meer bollen kleirijk zand
4.50 5.00 zelfde bruin middelmatig licht gespikkeld (5 % glauconiet) licht lemig (zacht aanvoelend) zand; meer bollen van kleirijk zand tot zandrijke klei, met gevarieerde fossielen (Natica, schelpjes)
5.00 5.50 idem, meer gebroken schelpen (geen complete fossielen meer)
5.50 6.00 bruinig grijs zelfde zand met wat meer siltbijmenging, meer homogeen (geen kleibollen) licht opbollend; kalkrijk; enkele schelpfragmenten
6.00 6.50 zelfde zand, met bijmenging van bollen in venig - kleiig donkergrijs zand tot venige klei, afwisselend op cm schaal
6.50 7.00 desintegrerende kern in bleekgrijs matig fijn silteus kwartszand, cohesief door sterke kleibruggen, zeer licht glauconiethoudend (1 %), soms humeus bruin, wat kleiiger, minder kalkhoudend met putjesgeur ook zonder verzuring
7.00 7.50 zelfde zand met grote bollen (tot 5 cm) van donkerbruine slappe venige klei
7.50 8.00 overwegend grijs licht gespikkeld (enkel % glauconiet) matig fijn kwartszand, met uit elkaar vallende venige kleibrokjes (tot cm schaal)
8.00 8.50 zelfde matig fijn tot silteus kwartsrijk zand, licht opbollend (kleibruggen), geen humeuze klei bijmenging maar wel wat schelpengruis
8.50 9.50 zelfde afzetting, opnieuw met donkergrijs humeus zand, zonder schelpenresten, kalkrijk met lichte oliegeur bij verzuring
9.50 10.00 zelfde grijs, matig fijn, zeer licht gespikkeld, maar sterk kleiig zand, met donkerbruine humeuze zandrijke klei tot sterk humeus zand, en subrecente houtige veenbrokken (>5 cm) kalkhoudend met putjesgeur bij verzuring
10.00 10.50 facieswijziging naar baggerslib of geulopvulling; vaste kernen uitgezet tot > 8 cm: donkergrijze bitumineuze brokkelige soms licht zandhoudende klei, deels vaag gelamineerd; lichte oliegeur bij verzuring
10.50 11.00 homogene donkergrijze licht fijnzandhoudende bitumineuze klei met kleine zandresten en -laminaties, in plastische vervormde kern
11.00 11.50 grijze fijnzandige bitumineuze klei met fossiele schelpenrestenwaaronder complete Pyrenella-type; kalkhoudend met lichte putjesgeur bij verzuring
11.50 12.00 bruin geoxideerde, heterogene sterk brokkelige, lokaal zandhoudende klei met roeststrepen en vlekken rond holtes, subrecente plantenresten en kokkel (Cardium); dit niveau heeft drooggelegen
12.00 12.50 donkergrijze tot bijna zwarte sterk vervormde kern in silteuze bitumineuze klei, sterk brokkelig, met geur van solventen bij verzuring
12.50 13.00 donkerbruin sterk brokkelig veen, zeer licht kleihoudend, zonder herkenbare plantenstructuur
13.00 13.50 zelfde donkerbruin veen, geheel verbrokkeld
13.50 14.00 kern in bruinig grijze licht bitumineuze tot donkergrijze bitumineuze sterk brokkelige klei, met subrecente houtresten en met venige laagvlakken (zoals voorgaand)
14.00 14.50 gelaagde afzetting van sterk brokkelig veen en bitumineuze even brokkelige grijze klei
14.50 15.00 donkergrijs tot zwart sterk brokkelig veen met lenzen of nesten van grijs fijn kwartszand (zoals onderliggend)
15.00 16.00 facieswijziging : lichtgrijs matig fijn kwartszand, cohesief door kleibruggen, licht opbollend, kalkloos, licht zerpe geur
16.00 16.50 lichtgrijs middelmatig scherp kwartszand, zeer licht glauconiethoudend (1 %), met wat fijn schelpengruis, licht kalkhoudend, licht cohesief door kleibruggen
16.50 17.00 lichtgrijs middelmatig scherp kwartszand, zeer licht glauconiethoudend (1 %) met wat fijn schelpengruis, licht kalkhoudend, licht cohesief door kleibruggen
17.00 17.50 ± idem, iets meer fijne fractie en licht glauconiethoudend (enkele %), blijvend sporadisch fijn schelpengruis
17.50 18.00 blijft bleekgrijs middelmatig kwartszand, zeer licht glauconiethoudend (1 %), weinig schelpengruis, vrijwel kleivrij
18.00 19.00 bleekgrijs meer heterogeen, van zeer fijn tot matig grof, overwegend middelmatig zand, licht glauconiethoudend (enkele %) en iets meer schelpengruis, slibhoudend
19.00 19.50 ± idem, wat homogener van korrelgrootte, middelmatig (ook de glauconiet)
19.50 20.00 facieswijziging : bleekgrijs heterogeen, van zeer fijn silteus tot matig grof overwegend middelmatig lichtgrijs gespikkeld (>5 % glauconiet) zand, rijk aan fijn tot grof schelpengruis, licht opbollend door kleibruggen tussen de korrels, ook schelpfragmenten (weerstandbiedend tegen penetratie
20.00 20.50 lichtgrijs heterogeen grof kleiig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis en schelpfragmenten, met slappe zandige kleibollen op cm-schaal (monster labo), Kruisschans facies
20.50 21.00 zelfde facies met grotere (>5 cm) zandrijke kleibollen, vermengd met grof schelpengruiszand (50/50)
21.00 21.50 zelfde afzetting maar zand en klei meer vermengd, homogener
21.50 22.50 terug meer kleibollen die zeer zandrijk zijn, maar minder of geen grof schelpengruis bevatten
22.50 23.00 zelfde afzetting, met overwicht aan klei, zowel zandrijk (meestal) als zandarme maar brokkelige klei (beperkter) (monster labo)
23.00 23.50 zelfde afzetting, licht overwicht aan heterogeen hoofdzakelijk middelmatig zand, nog rijk aan fijn schelpengruis, met ook grote gebroken schelpen (w.o. Glycymeris), zeer licht glauconiethoudend (1 %)
23.50 24.00 facieswijziging van Kruisschans naar Oorderen: grijs heterogeen overwegend middelmatig kleiig zand, glauconiethoudend (enkele %), nog fijn en grof schelpengruishoudend maar minder dan voorgaande; zand is papperig door kleigehalte
24.00 24.50 zelfde zand met humeuze vlekken en donkergrijze zeer slappe venige kleilamellen (in-situ ?, geen putjesgeur bij verzuring)
24.50 25.00 vergrovend en kalkrijk, tot bleekgrijs matig grof glauconietarm (1%) iets minder kleiig zand, rijker aan fijn schelpengruis met ook grote schelpfragmenten
25.00 25.50 zeer grof zand, rijk aan schelpengruis, glauconietarm (1 %), zeer licht kleiig, met bollen in fijner meer kleiig zand (dus afgezet in verschillende laagjes); grote schelpfragmenten
25.50 26.00 zelfde afzetting, met nog hoger aandeel kleirijk zand, zeer papperig, blijvend veel schelpengruis, ook dubbelkleppige schelp 1 cm groot !
26.00 26.50 overwegend bollen in bleekgrijze middelmatige zandrijke klei (zandtextuur); minder schelpengruis
26.50 27.00 blijft vervloeid kleiig middelmatig bleekgrijs zand met fijn schelpengruis, zeer papperig (zelfde laag maar meer vervloeid)
27.00 27.50 grijs kleiig matig fijn zand, licht glauconiethoudend (enkele %), terug wat meer schelpengruis en kleine schelpjes, met slappe bleekgrijze kleibollen (kleine facieswijziging van kleiig naar zandig sediment)
27.50 28.00 grijs licht kleiig, nog licht kleverig heterogeen zand, van zeer fijn tot matig grof, overwegend middelmatig, rijk aan schelpengruis, glauconietarm (1 %)
28.00 28.50 zelfde afzetting maar meer heterogeen, licht glauconiethoudend (enkele %), rijk aan schelpengruis en schelpfragmenten, zand is niet kleverig, met bollen van meer kleiig zand
28.50 29.00 grijs, slechts licht kleiig matig fijn glauconiethoudend (>5 %) zand, rijk aan fijn schelpengruis, met wat grovere schelpfragmenten ; geen kleibollen meer (dus resistenter) (monster labo)
29.00 29.50 zelfde matig fijn zand, meer wat kleiiger en cohesiever
29.50 30.00 zelfde zand, wat minder kleirijk, maar wel nog cohesief, niet kleverig ; glauconiet blijft ca 5 %
30.00 30.50 ± idem, wat meer opbollend (door kleine verschillen in kleigehalte) met wat grotere schelpfragmenten
30.50 31.00 zelfde zand, rijker aan kleiige bollen, rijk aan grote schelpen en schelpfragmenten (type Pecten, Pinna, Nucula, Turritella...) (monster lithotheek = Luchtbal facies, klei ingebed tussen de schelpen)
31.00 31.50 idem, sterk kleiig (dominerend) tussen grote schelpfragmenten
31.50 32.00 concentratie van gebroken schelpen in heterogeen kleiig zand, van fijn tot grof, gemiddeld matig fijn, glauconietarm (max. enkele %)
32.00 32.50 grijs heterogeen tot matig fijn kleiig zand, rijk aan schelpengruis en schelpfragmenten (minder dan voorgaand) met zandrijke klei ingebed tussen de schelpen, nog Luchtbal facies
Informele stratigrafie - 12/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 6.00 Anthropogeen, ophoogzand
6.00 6.50 Anthropogeen, ophoogzand met klei en venige kleilenzen
6.50 10.00 Anthropogeen, ophoogzand onder watertafel, humeus venig boven en onder
10.00 11.50 Subrecent, humeuze geulklei, Fm Waasland, Lid van Ekeren
11.50 12.00 Subrecent, slib dat heeft droog gelegen (met kokkel), Fm Waasland, Lid van Ekeren
12.00 12.50 Subrecent, humeuze geulklei (mogelijk verontreinigd), Fm Waasland, Lid van Ekeren
12.50 13.50 Subrecent, verstoord veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
13.50 14.50 Subrecent, gelaagde geulklei - verstoord veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
14.50 15.00 Holoceen - verweerd veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
15.00 16.00 Holoceen - uitgeloogd zand, Fm Waasland, Lid van Doel
16.00 18.00 Formatie van Lillo - Lid van Merksem (uitgeloogd)
18.00 19.50 Formatie van Lillo - Lid van Merksem
19.50 20.00 Formatie van Lillo - Lid van Merksem (schelpenrijk)
20.00 23.50 Formatie van Lillo - Lid van Kruisschans
23.50 30.50 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen
30.50 32.50 Formatie van Lillo - Lid van Luchtbal (typisch)
Opm: subrecent betekent historische afzettingen ouder dan de havenuitbreidingswerken op de Linkeroever
