Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0403 .txt

014e0403 .txt

Saftingedok

DOV Boorrapport BGD014E0403
Boring
Proefnummer: aMT-B19 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141635.6 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221460.0 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 32.00
Z (mTAW): 10.71 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm: plaatsomschrijving: opgespoten MIDA’s

Lithologische beschrijving - 18/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 4.00 bruingrijs middelmatig glauconietrijk zand (20 % ook middelmatige glauconiet), los en kleivrij (met hoekige heldere kwarts met vage lemige film rond de korrels, zacht aanvoelend) (monster labo)
4.00 4.50 grijs zelfde zand, vermengd met aanzienlijke siltfractie, daardoor minder glauconiet (>5 %), met wat schelpengruis; zand is meer cohesief maar niet kleverig, met humeuze partikels
4.50 5.00 zelfde zand met siltbijmenging en weinig schelpengruis; met kleine slappe bollen van donkergrijze venige klei
5.00 6.00 zelfde afzetting, met grove kwartsfractie (maar ook nog siltfractie), glauconietgehalte terug hoger (<10 %), terug meer schelpengruis; soms is zand opbollend en wat meer kleihoudend, meestal kleivrij; met zwarte venige partikels
6.00 6.50 ± idem, meer opbollend, met grote bollen van slappe donkergrijze sterk venige klei met veenpartikels; met sterke putjesgeur bij verzuring, kalkhoudend, wat grover schelpengruis
6.50 7.00 mengeling van zelfde losse zand, opbollend cohesief silteus zand met zwarte veenpartikels verspreid in het zand, wat grover schelpengruis
7.00 7.50 grijs meer homogeen middelmatig (met heldere hoekige kwarts), gespikkeld (ca 10 % middelmatige glauconiet) zand, met sporadisch grof schelpengruis en zwarte veenpartikels tot cm-schaal, vrijwel kleivrij
7.50 8.00 zelfde zand, maar fijner, siltrijker, wat minder glauconiet, meer cohesief en kleibruggen tussen de korrels; vrijwel zonder schelpengruis; slechts licht kalkhoudend
8.00 8.50 ± zelfde zand, wat vergrovend tot middelmatig met grove fractie , daardoor wat meer glauconiet (>10 % in middelmatige fractie); kleibruggen tussen de korrels
8.50 9.00 zelfde afzetting, nog heterogener door meer grover fractie maar ook meer siltfractie, papperig en licht kleverig, maar toch vooral mobiele klei, terug wat meer fijn schelpengruis; papperig; gedesintegreerde kern
9.00 9.50 ± zelfde zand, overwegend grof, licht kleiig met grote (tot 5 %) subrecente zwarte houtfragmenten
9.50 10.00 grijs papperig matig fijn gespikkeld (>10 % middelmatige glauconiet) zand, nog wat siltfractie, beperkt fijn schelpengruis, zonder zichtbare klei
10.00 10.50 grijs matig fijn, licht heterogeen van silt tot matig grof, slechts licht gespikkeld (enkele % glauconiet), sterk kleiig zand, licht kalkhoudend met sterke putjesgeur bij verzuring (zand en kleibrokken hebben andere oorsprong, zand is opgespoten Tertiair en klei is Holoceen, rijk aan organisch zuren)
10.50 11.00 zelfde kleiig zand, vermengd met zandrijke klei met venige schilfers (is geen oorspronkelijk sediment maar hersamengesteld door nat zand opspuiting over slappe kleigrond)
11.00 11.50 formatiegrens van Anthropogeen naar Holoceen : massieve kern in donkerbruingrijze fijn gestratifieerde plastische nochtans venige klei, met meer brokkelige sterk venige lagen op cm-schaal
11.50 12.00 groenig grijze sterk kakibruine oxiderende zandhoudende sterk silteuze klei, brokkelig (kern is bewaard maar valt uit elkaar) met 1 in-situ gebroken dikschalige schelp (uit Tertiair)
12.00 12.50 zelfde afzetting, maar wordt lichtgrijs overwegend matig fijn, sterk silteus tot middelmatig zand, zeer licht gespikkeld met enkele % fijne glauconiet, licht kleihoudend en kleverig, licht kalkhoudend
(opmerking : deze sequentie is geen echte polderklei maar overstromingssediment, zand en slibrijk)
12.50 13.00 ± zelfde zand, maar homogeen fijnkorrelig en meer kleiig met wisselende kleigehaltes, kleverig, sterk kalkhoudend met lichte putjesgeur bij verzuring, humeus en met meegesleurde venige brokjes, dikwijls langwerpig en in stromend water afgezet
13.00 13.50 facieswijziging van overstromingssediment naar in-situ veen: kern in bruinzwart fijn gestratifieerd (door compactie) vezelig veen
13.50 14.00 veen in kern is zeer taai en cohesief, met bruine houtschilfers ingebed tussen het meer vezelige veen (als een samenhangend weefsel), met intercalatie van lichtgrijs fijn sterk kleiig humeus zand
14.00 14.50 zelfde veen, rijker aan bruine houtschilfers, meer brokkelig
14.50 15.00 zwart sterk kruimelig veen, zeer homogeen (monster labo)
15.00 15.50 zwart fijn kruimelig veen (geen kern bewaard) met grotere bruine houtresten, met laagvlakken met ingespoelde klei of zand lineaties
15.50 16.00 facieswijziging: bleekgrijs matig fijn kwartszand, licht silteus en daardoor cohesief, met meer kleiige lagen (tot >5 cm dik) in kern ; het niet-kleiige zand is volledig uit elkaar gevallen
16.00 16.50 facieswijziging: bleekgrijs middelmatig licht gespikkeld (5 % matig fijn glauconiet) zand met heldere hoekige kwarts, niet-kleiig en geheel vervloeid, met weinig fijn schelpengruis, zand vertoont soms sterke kleibruggen en aanzienlijke siltbijmenging en is daardoor meer cohesief, sporadisch grof schelpengruis (lijkt verweerd Tertiair)
16.50 17.00 Merksem facies: bleekgrijs meer heterogeen tot overwegend matig grof (uit grove fractie) licht gespikkeld (5 % middelmatig glauconiet) kleivrij maar fijn silthoudend zand met fijn en veel grof schelpengruis
17.00 17.50 zelfde zand, vermengd met middelmatig sterk silteus, licht kleiig en glauconietarm zand (door elkaar gemengd in uitgevloeide kern)
17.50 18.00 lichtgrijs schelpenrijk zeer grof, licht gespikkeld (<10 %) zand, kleivrij, rijk aan schelpengruis, met enkele veenpartikels; tussen de schelpen fragmenten van mossel, Natica, columella, Thais, Pecten, platte strandschelpjes, Tellina (monster lithotheek); enkele kleine bollen van licht kleiig zand
18.00 18.50 zelfde schelpenrijk zand met stuk been (vermoedelijk walvisbeen) (monster lithotheek)
18.50 19.00 zelfde grof zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis, gespikkeld met 5 % matig grove glauconiet ; met grote brok (5 cm) van schilferig hout (geen naval maar Plioceen, bij vorig lithotheekmonster gevoegd) (monster labo)
19.00 19.50 grijs middelmatig heterogeen licht gespikkeld (<5 % glauconiet) kleiig zand, nog rijk aan schelpengruis en grote bollen grijze slappe zandrijke klei (mogelijk mengeling Merksem-Kruisschans)
19.50 20.00 heterogeen monster van bleekgrijs heterogeen kleiig zand vol fijn en grof schelpengruis (bijna geen kwarts of glauconiet) en grijze slappe zandrijke klei, in bollen afkomstig van lagen >5 cm dik (Kruisschans facies)
20.00 20.50 overwegend zand en zodoende geheel vervloeid ; matig fijn, duidelijk door glauconiet gespikkeld (<10 %) kleiig zand, rijk aan fijn schelpengruis
20.50 21.00 overwegend grijze slappe fijn zandrijke klei, vermengd met kleiig zand vol schelpengruis
21.00 21.50 ± zelfde afzetting maar sterker overwicht van grijze fijn zandrijke kleverig klei, met grote gebroken schelpfragmenten
21.50 22.00 faciesgrens in dit monster: nog steeds zelfde slappe zandrijke klei, vermengd met heterogeen, overwegend matig fijn, licht gespikkeld (enkele % fijne glauconiet) zand, rijk aan fijn schelpengruis (mogelijk overwegend op kwarts)
22.00 22.50 zelfde grijs matig fijn zand, zeer rijk aan schelpengruis, met sporadisch complete schelpen, met lamellen in kleiig zand (op mm schaal) (monster lithotheek)
22.50 23.00 zelfde eerder bleekbeige grijs homogeen matig fijn glauconietarm (<1 %) kleiig - mergelig zand vol fijn schelpengruis, met zelfde kleine schelpen, type Corbula als voorgaande
23.00 23.50 zelfde zand, wordt iets kleiiger en papperig; minder schelpjes maar nog veel schelpengruis, tot enkele % glauconiet (monster labo)
23.50 24.00 ± idem, zand iets grover en heterogener
24.00 24.50 zelfde afzetting maar zand wordt grover tot gemiddeld middelmatig met aanzienlijk grove fractie, licht gespikkeld door glauconiet (enkele %), slechts licht kleihoudend en rijk aan fijn en grof schelpengruis en kleine gebroken schelpjes
24.50 25.00 zelfde afzetting van grijs heterogeen zand, gemiddeld middelmatig, maar met gelijkelijk verdeeld fijne tot grove fractie, rijk aan grof schelpengruis en schelpfragmenten (veroorzaken weerstand bij penetratie), terug iets kleiiger
25.00 25.50 zelfde zand, gemiddeld matig grof, blijvend enkele % glauconiet, even kleiig
25.50 26.00 zelfde zand, eerder middelmatig, minder kleiig
26.00 27.00 idem, blijft zeer rijk aan vooral fijn schelpengruis
27.00 27.50 ± idem, wat meer homogeen bleekgrijs licht kleiig overwegend matig fijn, licht gespikkeld (enkele % glauconiet) ook beter gesorteerd zand, nog rijk aan fijn schelpengruis, maar zonder grof schelpengruis
27.50 28.00 ± idem, terug wat meer schelpfragmenten
28.00 29.00 zelfde afzetting, vergrovend tot gemiddeld middelmatig met meer grove fractie, ook wat meer glauconiet (5 % middelmatig) en meer schelpfragmenten, slechts licht kleiig
29.00 29.50 ± idem, meer grof schelpengruis (zand wordt geleidelijk donkerder grijs
29.50 30.00 geleidelijke facieswijziging: bleker beigegrijs, meermergelig - kleiig opbollend, iets vergrovend met aanzienlijke grove fractie, maar nog steeds overwegend middelmatig zand, <5 % glauconiet, rijk aan schelpengruis en grotere schelpfragmenten (Luchtbal mergelig facies) (monster lithotheek)
30.00 30.50 grijs middelmatig zand en sterk kleiig opbollend zelfde zand tot zandrijke klei, eerder donkergrijs door kleigehalte, met ongelijk verdeelde glauconiet (ca 5 % overwegend middelmatig), minder schelpengruis en geen schelpfragmenten
30.50 31.00 ± idem, minder kleibollen, zandrijker, blijft kalkrijk
31.00 31.50 facieswijziging : eerder donkergrijs middelmatig kleiig (minder dan voorgaande) glauconiethoudend (10 %) zand met kleiige zandlamellen, nog rijk aan schelpengruis (meestal vlakke plaatjes = strandfacies), met gebroken fragment van Glycymeris, kalkhoudend
31.50 32.00 ± idem, glauconietgehalte lijkt iets toe te nemen (>10 %) (monster lithotheek)

Informele stratigrafie - 18/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 4.00 Anthropogeen, glauconietrijk ophoogzand
4.00 6.00 Anthropogeen, lemig ophoogzand, humeus en met wat veen
6.00 7.00 Anthropogeen, lemig ophoogzand met veenlagen
7.00 11.00 Anthropogeen, onder watertafel, grijs silteus glauconiethoudend ophoogzand met hout, kleirijke basis
11.00 11.50 Holoceen, venige klei (bovenste meters van Holoceen zijn gestript), Fm Waasland, Lid van Ekeren
11.50 13.00 Holoceen, overstromingszand, Fm Waasland, Lid van Ekeren
13.00 15.50 Holoceen, veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
15.50 16.00 Holoceen, uitgeloogd zand, Fm Waasland, Lid van Doel
16.00 16.50 Formatie van Lillo - Lid van Merksem, verweerde top
16.50 19.25 Formatie van Lillo - Lid van Merksem
19.25 21.75 Formatie van Lillo - Lid van Kruisschans
21.75 29.50 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen (met grovere basis)
29.50 30.00 Formatie van Lillo - Lid van Luchtbal, mergelig facies
30.00 31.00 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen/Luchtbal equivalent (herwerkt Kattendijk)
31.00 32.00 Formatie van Kattendijk, strandfacies

Insert the GSB number to search all associated content