Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0401 .txt

014e0401 .txt

Saftingedok

DOV Boorrapport BGD014E0401
Boring
Proefnummer: aMT-B15 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141398.3 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221263.1 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 33.00
Z (mTAW): 10.85 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm. plaatsomschrijving: opgespoten MIDA’s

Lithologische beschrijving - 23/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 bleekbruin matig fijn glauconietrijk (>15 %) zand, kleivrij
0.50 1.00 ± idem, meer middelmatig met sporadisch schelpengruis
1.00 1.50 idem, licht cohesief, blijft middelmatig, glauconietrijk 20 %, kleivrij (monster labo)
1.50 2.00 iets bleker bruin matig fijn glauconiethoudend (10 %) zand, kleivrij, maar met kleine kleihoudende zandbollen, sporadisch schelpengruis
2.00 2.50 blijft matig fijn glauconietrijk (15 %) kleivrij zand
2.50 3.00 zelfde bleekbruin eerder middelmatig glauconietrijk (15 %) zand, licht opbollend door kleibruggen tussen de korrels
3.00 3.50 bleekbruin middelmatig glauconietrijk (15 %) zand met schelpengruis, opbollend door kleibruggen in zelfde zand dat wat meer fijne fractie bevat en daardoor minder glauconiet
3.50 4.00 zelfde zand, wordt eerder matig fijn en meer fijne fractie, sterker opbollend ; minder glauconiet (10 %), lokaal concentratie van schelpengruis
4.00 4.50 faciesverandering, zelfde zand, vermengd met bollen bruingrijs matig fijn, zeer licht kleihoudend glauconietarm zand, licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
4.50 5.00 bruingrijs matig fijn lichtgespikkeld (5 % glauconiet) zeer licht kleiig zand, met wat fijn schelpengruis, met donkere venige strepen ; blijvend licht kalkhoudend, hier met zure geur (zerp)
5.00 5.50 kakibruin matig fijn licht gespikkeld (5 % glauconiet) cohesief zand, dat lokaal grijs tot zwart wordt (door verontreiniging door lichtere vloeistof), kalkhoudend, licht stinkend, sterker stinkend bij verzuring (kortstondig) ; met zwarte vaste venige afgeplatte brokjes tot cm-schaal
5.50 6.00 matig fijn zwart sterk kleverig zand, met fijne plantenresten, verontreinigd, kalkhoudend, met gechloreerde geur bij verzuring
6.00 6.50 lichtgrijs middelmatig kwartsrijk kleiig zand, kleverig en papperig, glauconietarm, weinig fijn schelpengruis, met vette zwarte strepen, (zoals voorgaande, maar de klei is sedimentair) licht kalkhoudend
6.50 7.00 lichtgrijs heterogeen tot matig grof overwegend middelmatig, licht kleiig, licht gespikkeld (enkele % glauconiet) zand, rijk aan schelpengruis, veel minder humeus
7.00 7.50 donkergrijs, bijna zwart, matig fijn licht gespikkeld (5 % glauconiet), licht kleihoudend zand, met slappe bollen grijze humeuze zandige klei met plantenresten
7.50 8.00 grijs matig-fijn tot middelmatig licht kleiig maar niet kleverig, gespikkeld (<10% glauconiet) licht humeus zand met zeer fijn schelpengruis, kalkhoudend met putjesgeur, bleek bruingrijs slibrijk
8.00 8.50 faciesgrens : kern: donkergrijze sterk gecompacteerde (door uitdrogingscycli) sterk humeuze zandhoudende doorwortelde klei met verspreide fossiele schelpenresten, soms zeer zandrijk (laagvormig) of met vezelige afgeplatte veenresten, nog rijk aan onverteerd organisch materiaal maar niet stinkend
8.50 9.00 kern, donkergrijze tot bruin oxiderende zeer vaste gecompacteerde zandhoudende klei met zandrijke banden, ook meer fijne plantenresten en errond bruine oxidatie, licht kalkhoudend met putjesgeur, met hardere kleine keitjes of schelpfragmentjes (deze laag heeft aan de oppervlakte gelegen)
9.00 9.50 zwartgrijze zandrijke sterk venig - humeuze klei, wat minder gecompacteerd, fijn doorworteld ; sporadisch fijn schelpenresten, met gestoorde bleke zandnesten
9.50 10.00 heterogene afzetting van zelfde zandrijke klei met laagjes bleke vette klei en vooral kleiig zand, soms sterk venig doorworteld, kalkloos
10.00 10.50 vaste kern, bruinzwart kruimelig kleiig veen
10.50 11.00 bruinzwart kruimelig doorworteld veen, met sporadisch fossiel schelpfragment, met lichtgrijze siltrijke kleilaagje (mogelijk al horend bij onderliggend)
11.00 11.50 kern : vaste compacte grijze silteuzee klei, venige vlekjes en sporadisch in-situ gebroken schelp, bruin oxiderend, kleirijke silt tussenlaagjes zijn kalkhoudend, lichte putjesgeur bij verzuring, kerndoormeter 7 cm, naar gelang de richting waarin de kern wordt doorgesneden zijn de venige vlekken in streepjes uitgerokken (hier subhorizontaal)
11.50 12.00 bleekgrijs zeer fijn tot silteus kleiig zand, opbollend en met dikke lamellen silteuze klei
12.00 12.50 vervormde kern (7,5 cm doormeter) van lichtgrijze zandrijke slappe klei, in fijn kwartszand, licht tot sterk humeus en dan donkerder, zeer licht kalkhoudend, wat fijn doorwortelde venige brokken en vervormde laagjes
12.50 13.00 bruinzwart gecompacteerd (uitgedroogd) veen, fijn vezelig volgens horizontaal splijtvlakken, kern valt in lamellen uiteen
13.00 13.50 kern geheel uit elkaar gevallen : bruingrijs scherp middelmatig kwartszand, cohesief (kleibruggen tussen de korrels) maar overigens kleivrij (kleur door uitloging onder veen)
13.50 14.00 ± idem (kalkloos)
14.00 14.50 kern vervloeid : idem (monster labo)
14.50 15.00 zelfde scherp overwegend middelmatig zand (van fijn tot matig grof), glauconietarm (< 1 %) grijsbruin oxiderend ; kalkloos, licht kleihoudend
15.00 15.50 ± zelfde zand, licht kleihoudend, zeer licht gespikkeld (max enkele %)
15.50 16.00 idem, met meer uitgesproken kleurverschillen van bleek naar donkerder grijs naar gelang de aanwezigheid van humeuze klei; kalkloos zonder putjesgeur bij verzuring
16.00 16.50 zelfde afzetting van bleekgrijs tot grijs zand, matig grof, glauconietrijk (10 %); slechts zeer licht kleihoudend, kalkloos, lichte putjesgeur bij verzuring
16.50 17.00 idem (lithotheek)
17.00 17.50 ± idem, wat meer fijn fractie; glauconiet > 10 %
17.50 18.00 idem, blijft cohesief, zeer licht kleihoudend
18.00 18.50 faciesgrens : grijs, iets meer kleiig licht kleverig matig fijn licht gespikkeld (> 5 %) glauconietzand, vrij rijk aan schelpengruis
18.50 19.00 ± idem, meer grove fractie, dus gemiddeld eerder middelmatig
19.00 19.50 zelfde afzettting, terug eerder matig fijn (monster labo)
19.50 20.00 blijft eerder middelmatig, licht gespikkeld (<5 % glauconiet) scherp licht kleiig zand met fijn schelpengruis, rijker aan grof schelpengruis en schelpfragmenten, met harde kleine (zandrijke) kleibollen
20.00 20.50 idem, met slappere kleibollen en fosfatisch fossiel 1.5 cm groot (huidstekelplaat van stekelrog Raja clavata, info Stijn Goolaerts) (lithotheek), typisch Merksem
20.50 21.00 licht grijs matig fijn, licht gespikkeld (enkele % glauconiet) zeer licht kleihoudend zand met schelpengruis (wat minder dan voorgaande) zonder kleibollen
21.00 21.50 lichtgrijs eerder fijn kleirijk zand, rijker aan schelpengruis, met harde bollen van zandrijke klei en van bleekgrijze zuiverder klei (waar is Kruisschans ?)
21.50 22.00 ± idem, wat meer vervloeid (zand en klei niet gescheiden) (monster labo)
22.00 22.50 lichtgrijs middelmatig licht kleiig zand, licht gespikkeld (enkele % glauconiet), rijk aan schelpengruis, met bleke zandrijke kleibollen
22.50 23.00 idem
23.00 23.50 ± idem, zonder kleibollen
23.50 24.00 zand blijft grijs, matig fijn, zeer licht gespikkeld, licht kleiig meer opbollend, licht kleverig zand, rijk aan schelpengruis
24.00 24.50 zand wordt middelmatig met aanzienlijk matig grove fractie, minder kleiig, nog rijk aan schelpengruis
24.50 25.00 zand wordt matig grof, licht gespikkeld (5 % glauconiet); blijvend rijk aan schelpengruis (ook grof) en licht kleihoudend
25.00 25.50 zand wordt eerder middelmatig, terug zandrijke kleibollen, met onregelmatige kalkzandconcretie vol schelpengruis
25.50 26.00 ± idem (zonder concretie), wordt schelpengruis rijker (ook grof)
26.00 26.50 eerder bleekgrijs (mergelig) middelmatig glauconietarm, kleiig zand, rijk aan grof schelpengruis, talrijke kleine bollen van zandrijke klei
26.50 27.00 ± idem, met grote gevarieerde schelpfragmenten
27.00 27.50 zelfde zand, iets meer gespikkeld door glauconiet (enkele %), iets minder kleiig, maar wel zeer grote zandrijke kleibol (= dikkere laag of lens)
27.50 28.00 zelfde afzetting, vergrovend tot middelmatig; kleinere vaag afgelijnde zandrijke kleibollen; grof schelpengruis vermindert
28.00 28.50 blijft zelfde afzetting, lichtgrijs middelmatig kleiig glauconiethoudend (5 %) licht kleiig mergelig zand, nog rijk aan fijn schelpengruis, zonder grof schelpengruis maar wel met volledige of in-situ gebroken oesters (2-3cm)
28.50 29.00 zelfde afzetting, wat meer grof schelpengruis, minder kleiig
29.00 29.50 zand iets grover, maar nog overwegend middelmatig, bleker grijs, licht kleiig - mergelig, glauconietarm zand, zeer rijk aan fijn en grof schelpengruis
29.50 30.00 ± idem, zeer kalkrijk en wat kleiiger, met grote oesters (6 cm)
30.00 30.50 wordt matig fijn, meer kleiig, opbollend, iets grijzer zand, blijft glauconietarm, nog steeds veel schelpengruis (fijn en grof) maar toch veel minder dan voorgaand
30.50 31.00 lichtgrijs slecht gesorteerd tot matig grof, licht gespikkeld (enkele % glauconiet) mergelig – licht kleiig zand, rijk aan fijn en grof schelpengruis
31.00 31.50 ± zelfde zand, iets minder mergelig en grijzer en iets minder schelpengruis
31.50 32.00 formatiegrens : overwegend groenig grijs opbollend, gecompacteerd, matig grof, licht glauconiethoudend en schelpengruishoudend zand (hetzelfde als voorgaande) ingebed in klei; bijkomend even groenig grijze gecompacteerde zandrijke klei van matig fijn kwartsrijker zand (zandtextuur volgepropt met klei) (opm. dit is vermoedelijk niet zo gesedimenteerd maar in 2 stappen met eerst schelpenlaag en daarna de klei die dan tussen de schelpen is gepropt) (monster labo)
32.00 32.50 bollen (tot 5 cm) groengrijze gecompacteerde zandrijke klei (matig fijn, kwartsrijk) met zandtextuur maar poriën volledig met klei gevuld, enkele bollen met fijn schelpfragmenten (andere dan in Lillo) = Kattendijk
32.50 33.00 groengrijze zandrijke kleibollen en lamellen, soms vol gruis van in-situ gebroken verweerde schelpen; heterogeen van korrelgrootte en samenstelling, soms wat grover met meer getritureerd schelpengruis (van verschillende oorsprong), soms fijner en glauconiethoudend

Informele stratigrafie - 23/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 4.00 Anthropogeen, glauconietrijk (15 %) ophoogzand
4.00 5.00 Anthropogeen, ophoogzand met wat veen en kleibijmenging
5.00 6.00 Anthropogeen, zelfde zand, verontreinigd
6.00 8.00 Anthropogeen, zelfde zand met klei en veen bijmenging, beperkt verontreinigd
8.00 9.00 Holoceen - subrecent : verdroogde zandhoudende polderklei met plantenresten, Fm Waasland, Lid van Ekeren
9.00 10.00 Holoceen, voortzetting polderklei, humeus, met zand tussenlaagjes, Fm Waasland, Lid van Ekeren
10.00 10.90 Holoceen veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
10.90 12.50 Holoceen, onderklei, venig met zand tussenlaagjes, Fm Waasland, Lid van Doel
12.50 13.00 Holoceen, uitgedroogd (gecompacteerd) veen, ? Fm Waasland, pre-Veen van Antwerpen
13.00 18.00 Pleistoceen, crevasse zand (tamelijk grof en scherp), Fm Zemst, Lid van Lembeke
18.00 21.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
21.00 24.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, equivalent van Kruisschans
24.00 26.00 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen
26.00 27.00 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal mergelig
27.00 30.00 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal (met oesters)
30.00 31.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen – Luchtbal, met herwerkt Kattendijk
31.50 33.00 Formatie van Kattendijk, door branding gecompacteerde top

Insert the GSB number to search all associated content