014e0400 .txt
DOV Boorrapport BGD014E0400
Boring
Proefnummer: aMT-B13 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141189.5 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221189.1 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 33.00
Z (mTAW): 10.96 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm.: plaatsomschrijving: opgespoten MIDAs
Lithologische beschrijving - 26/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 grijsbruin middelmatig glauconietrijk (15 %) zand, rijk aan gebroken Glycymeris, met kleine ijzerzandsteenbollen (= verharde zandrijke kleisteen)
0.50 1.50 zelfde zand, rijk aan grote gebroken Glycymeris en zelfs complete schelpen (Cardium)
1.50 2.00 zelfde zand, steeds met gevarieerde schelpen met overwicht Glycymeris; glauconietgehalte constant; baksteenbrok
2.00 2.50 grijsbruin middelmatig glauconietrijk (15 %) zand, met grote gastropode (2 cm) waarvan de inwendige zandvulling versteend is
2.50 4.50 zelfde grijsbruin middelmatig glauconietrijk (15 %) zand, met ook zeer grove matte kwarts
(monster labo 3.5-4.0 m)
4.50 5.00 zelfde zand, met ook zeer grove matte kwarts, met fosfatische zandsteen 3 cm lang
5.00 5.50 zelfde zand
5.50 6.00 ± zelfde zand, iets grover en glauconiet 20 %, ook zeer grof
6.00 7.00 zelfde zand, ook zeer grove glauconiet
Opm.: pakket 0-7 m zonder stratigrafie (dus in 1x opgevuld), enkel onderaan nog meer glauconiet, ook geen variatie in schelpengehalte en soorten rijkdom
7.00 7.50 faciesverandering : grijsgroen matig fijn, zeer licht gespikkeld (max. enkele % glauconiet) kwartsrijk sterk kleiig zand of zandrijke klei, opbollend in cm-grote bollen, met kleine paarsbruine humeuze vlekken of zwart zandig veen in kleine brokjes, licht kalkhoudend
7.50 8.00 groene matig fijn zandrijke klei (zandtextuur), brokkelig, wat meer kleihoudend dan voorgaand; kalkhoudend
8.00 8.50 slappe kern: zeer slappe waterlekkende donkergrijze licht silteuze sterk venige humeuze klei, licht kalkhoudend met putjesgeur (= zeer weinig gecompacteerde organische slibafzetting)
8.50 9.00 zelfde afzetting in uit elkaar gevallen kern, kakigrijs oxiderend, licht stinkend, iets meer gecompacteerd
9.00 9.50 donkergrijs fijn sterk humeus kleiig doorworteld zand (oudere bodem ?) zeer licht kalkhoudend, mestgeur bij verzuring
9.50 10.00 bleekbeigegrijs roestrood oxiderend (ook vloeistof in dezelfde kleur) homogeen goed gesorteerd fijn kwartsrijk zand, zeer licht gespikkeld met glauconiet (1 %), zeer licht kleihoudend (kleibruggen tussen korrels maar niet kleverig), zeer licht kalkhoudend
10.00 10.50 zelfde zand, zonder roestrode oxidatie, dus lichtgrijs
10.50 11.00 bruinzwart kruimelig veen en fijn gelamineerd meer vezelig of onzuiver veen, met bleekgrijs silteus zand (mogelijk ingezakte basis van voorgaande)
11.00 11.50 zwartbruin veen, deels kruimelig, deels vezelig met fijne houtresten gestratifieerd, met grote houtfragmenten tot 7 cm die in ronde vorm gezaagd lijken (dus subrecent)
11.50 12.00 donkerbruin veen in kleine brokken van vezelige houtresten
12.00 12.50 grijs scherp matig grof licht gespikkeld (max. enkele % glauconiet) soms sterk humeus licht kleihoudend (licht kleverig) kwartsrijk zand; kalkloos
12.50 13.00 zelfde afzetting, wordt eerder middelmatig, glauconietarm, blijft scherp, met grijsbruin slib
13.00 13.50 zelfde zand, eerder matig grof (met ook fijne fractie), grijs en sterk humeus, rijk aan roodbruin slib (vloeistof rijk aan organische zuren), kalkloos
13.50 14.00 faciesverandering naar Merksem: lichtgrijs grof licht gespikkeld (enkele % ook middelmatige glauconiet) scherp aanvoelend zand met schelpengruis; op kleifilm rond de korrels na kleivrij; bruin slib, kalkrijk met lichte rioolgeur bij verzuring
14.00 14.50 zelfde afzetting, iets meer schelpengruis, slibvrij
14.50 15.00 ± zelfde afzetting, lichtgrijs matig grof licht gespikkeld (enkele % matig fijne glauconiet), nog rijker aan schelpengruis met sporadisch groot schelpfragment
15.00 15.50 bleekgrijs matig grof mergelig - kleiig zand, licht gespikkeld (enkele % middelmatig glauconiet), vrij veel schelpengruis, met kleine bollen van sterk kleiig - mergelig zand
15.50 16.00 ± idem, zonder de mergelige bollen
16.00 16.50 faciesgrens: lichtgrijs middelmatig licht gespikkeld (tot 5 % glauconiet), opbollend licht kleiig zand (cohesie door kleibruggen, niet door poriën vulling) met fijn en grof schelpengruis
16.50 17.00 zelfde afzetting, wat meer kleiig en licht kleverig
17.00 17.50 zelfde afzetting, overwegend matig fijn (monster labo)
17.50 18.00 zelfde afzetting, middelmatig, minder kleihoudend, rijk aan grotere gebroken schelpen
18.00 18.50 zelfde afzetting maar veel kleiiger, met gebroken schelpen (einde Kruisschans)
18.50 19.00 faciesverandering: grijs fijn kleiig, licht kleverig, licht gespikkeld (enkele % fijne glauconiet) zand met fijn en grof schelpengruis
19.00 19.50 ± idem, eerder middelmatig, Zand van Oorderen is egaal grijs, maar slib is bruiner
19.50 20.00 lichtgrijs meer heterogeen tot matig grof zand (met aanzienlijke fijne fractie), licht gespikkeld (5 % fijn tot matig grove glauconiet), licht kleiig met kleine slappe bollen zandrijke klei, rijk aan fijn schelpengruis (opm. bleekgrijze kleur komt van toename schelpengruis)
20.00 21.00 grijs middelmatig sterk kleiig zand, nog rijk aan fijn schelpengruis (donkere kleur komt van de klei), weinig glauconiet (max enkele %) (monster labo 20.0-20.5 m)
21.00 21.50 idem, meer grof schelpengruis en kleine schelpjes (Mactra en Corbula-type)
21.50 22.00 grijs matig fijn sterk kleiig zand, licht gespikkeld (enkele % glauconiet), minder schelpengruis en geen grof schelpengruis meer, nochtans iets bleker gekleurd; met bollen in slappe donkerder grijze (zoals voorgaand monster) zandrijke klei (korrels blijven gelijk, klei kan niet veel verschillen, dus donkere kleur vermoedelijk van wat organisch materiaal)
22.00 22.50 grijs middelmatig of matig fijn sterk kleiig zand (zand en klei meer gemengd dan voorgaand) maar wel klei in fijne lamellen op mm-schaal; terug iets meer schelpengruis dan voorgaande maar minder dan toplaag Oorderen
22.50 23.00 idem, met lichte oliegeur bij verzuring
23.00 23.50 zelfde afzetting, eerder matig fijn en terug bollen in slappe zandrijke klei
23.50 24.00 zelfde afzetting, eerder middelmatig en gehomogeniseerd zonder kleibollen, wat meer schelpengruis; lichte oliegeur bij verzuring
24.00 24.50 bleekgrijs middelmatig, licht gespikkeld (enkele % glauconiet) minder kleiig maar nog licht kleverig zand, iets meer fijn schelpengruis, lichte oliegeur
24.50 25.00 ± idem, wat minder fijn schelpengruis; lichte oliegeur bij verzuring
25.00 25.50 zelfde afzetting, eerder matig fijn zand met veel fijne fractie, blijvend fijn schelpengruis en licht gespikkeld ; nog lichte oliegeur
25.50 26.00 zelfde afzetting, eerder middelmatig en kleine kleilamellen (mm-schaal)
26.00 26.50 zelfde afzetting, middelmatig kleiig zand (geen scheiding tussen zand en kleilagen) met rijkere fauna tussen het grof schelpengruis
26.50 27.00 zelfde afzetting, eerder middelmatig, met kleilamellen, met grof schelpengruis (meer weerstandbiedend bij penetratie)
27.00 27.50 ± idem, met hardere bollen in lichtgrijs sterk kleiig zand, wat rijker aan fijne glauconiet, maar zonder schelpengruis; doen reeds denken aan Kattendijk (mogelijk geërodeerde intraklast)
27.50 28.50 blekergrijs middelmatig, licht kleiig zand met aanzienlijke siltfractie (zachter aanvoelend), licht glauconiethoudend (enkele %) en iets minder schelpengruis
28.50 29.00 terug grijzer, iets grover (blijft overwegend middelmatig maar met matig grove fractie), meer en ook grover schelpengruis, met fijne (mm-schaal) kleilamellen
29.00 29.50 zelfde afzetting, eerder matig grof als meest opvallende fractie; rijk aan grof schelpengruis van verweerde en gebroken schelpen (indicatief voor Luchtbal)
29.50 30.00 ± idem, wordt blekergrijs meer mergelig
30.00 30.50 ± idem, ook bleker grijs, meer mergelig en fijner van korrel (geen grove fractie), minder maar grotere verweerde schelpenresten, oesters
30.50 31.00 zelfde afzetting, maar iets meer matig grove fractie, minder schelpenresten
31.00 31.50 ± idem, bleekgrijs mergelig, eerder middelmatig zand, rijk aan grof schelpengruis en gebroken schelpen (monster labo)
31.50 32.00 ± idem, zand is middelmatig, iets beter gesorteerd en minder fijne fractie, rijker aan schelpengruis, maar minder schelpenresten; glauconiet ca 5 %; blijft licht kleverig - kleiig
32.00 32.50 wordt eerder matig grof maar ook kleiiger zand, met kleilamellen, licht glauconiethoudend (enkele %); rijk aan schelpengruis en grote in-situ gebroken schelpen
32.50 33.00 formatiegrens: groen fijn glauconietrijk (>20 %) zand, opgepropt met groenige klei, in licht verharde bollen, met gruis van verweerde schelpen en afdruk van dunschalige schelp (Amussium-type (lithotheek)
Informele stratigrafie - 26/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 7.00 Anthropogeen : ophoogzand, bruin droog, glauconiet- en schelpenrijk
7.00 8.00 Anthropogeen : groene zandrijke klei, door samengeperst geplet glauconiet
8.00 9.00 Subrecent, slibafzetting, Fm Waasland, Lid van Ekeren
9.00 9.50 Subrecent, beperkte bodemontwikkeling, Fm Waasland, Lid van Ekeren
9.50 10.50 Holoceen, subrecent : geulzand, Fm Waasland, Lid van Ekeren
10.50 12.00 Holoceen, veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
12.00 13.50 Quartair, geremanieerd Zand van Merksem met uitgeloogde top, Fm Zemst, Lid van Lembeke
13.50 16.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
16.00 18.50 Formatie van Lillo, Lid van Merksem, kleiig, equivalent Kruisschans aan de basis
18.50 28.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen mogelijk verontreiniging (kan ook natuurlijk zijn)
28.50 29.50 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal (klei-schelpen), eventueel Schelpenbank facies in Oorderen
29.50 32.50 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal, mergelig
32.50 33.00 Formatie van Kattendijk
