014e0399 .txt
DOV Boorrapport BGD014E0399
Boring
Proefnummer: aMT-B11 Aanvangsdatum: 2021
X (mLambert): 141239.4 (XY_uit dossier) Uitvoeringsmethode: Roto-Sonic
Y (mLambert): 221007.3 (XY_uit dossier) Diepte (m): 0.00 - 32.90
Z (mTAW): 10.86 (Z_uit dossier) Water op (m):
Gemeente: Beveren
Uitvoerder: ABO
Opm.: plaatsomschrijving: opgespoten MIDAs
Lithologische beschrijving - 26/02/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 grijsbruin middelmatig glauconiethoudend (<10 %) zand met sporadisch grove kwartskorrels, sporadisch schelpfragment, meerdere kleiige bollen op cm-schaal, met recente wortels
0.50 1.00 bruin middelmatig gespikkeld (5 % glauconiet) zand met wat fijn en grof schelpengruis
1.00 1.50 bleekbruin zelfde zand (<5 % glauconiet)
1.50 2.00 bleekbruin zelfde zand, licht opbollend (kleifilm rond de korrels), licht gespikkeld (enkele % glauconiet)
2.00 2.50 bleekbruin matig grof licht gespikkeld (tot 5 % matig grove glauconiet) zand, rijk aan schelpengruis, ook grof
2.50 3.00 zelfde zand, sterk heterogeen met grove fractie, glauconiethoudend (enkele % echter veel fijner dan kwarts), rijk aan ook grof schelpengruis (monster labo)
3.00 3.50 ± idem, zand wordt grof, glauconiet wordt middelmatig
3.50 4.00 ± idem, belangrijker middelmatige fractie, wat minder glauconiet (max enkele %), blijft rijk aan ook grof schelpengruis
4.00 4.50 faciesverandering: grijs matig fijn, nog heterogeen kleiig zand met zwarte venige strepen en slappe bollen in donkerbruin venig licht kleiig zand, met Tertiair schelpengruis, kalkhoudend met putjesgeur
4.50 5.00 bruinig grijs overwegend middelmatig zeer lichtgespikkeld licht kleiig zand, humeus met venige bollen (minder dan voorgaande), nog met fijn en grof schelpengruis (=zelfde ophoogzand als voorgaande gedumpt op nat moeras)
5.00 5.50 bruinzwart kruimelig veen met bleekgrijs fijn silteus zand
5.50 6.00 eerder donkergrijs humeus fijn kleiig zand, kakibruin oxiderend, licht gespikkeld vermoedelijk vooral door ligniet maar ook glauconiet, met wat schelpengruis (van Tertiaire schelpen), kalkhoudend, putjesgeur; met gerolde harde veenbrokken op cm-schaal
6.00 6.50 zwarte kruimelige veenbrokken gemengd met bleekgrijs matig fijn kleihoudend lichtgespikkeld (enkele % glauconiet) zand, ook grover zand met wat schelpengruis, licht kalkhoudend met putjesgeur
6.50 7.00 zelfde mengeling van zwart kruimelig veen met lichtgrijs matig fijn silteus kwartszand, zeer licht gespikkeld
7.00 7.50 bleekgrijs matig fijn silteus licht gespikkeld (enkele % glauconiet, maar ook ligniet) licht tot sterk kleiig zand, met sterk humeuze zandrijke slappe kleibollen, licht kalkhoudend met lichte putjesgeur
7.50 8.00 grijs gespikkeld middelmatig (met aanzienlijke fractie fijn zand tot silt), licht glauconiethoudend (5 %), gehomogeniseerd (vervloeid) kleiig licht kleverig zand (veel minder klei dan voorgaande); licht kalkhoudend
8.00 8.50 grijs sterk kleiig kleverig zelfde zand, vermengd met grijze humeuze slappe maar sterk kleverige stinkende klei; kalkrijk met lichte putjesgeur; met kakibruine oxidatierand en -slib
8.50 9.00 grijs matig fijn licht kleiig - kleverig licht gespikkeld (enkele % fijnere glauconiet) zand met fijn schelpengruis (dit is gerecycleerd zand van Tertiaire oorsprong, getrieerd in Quartair fluviatiel milieu, hier opvallend rijk aan fijn schelpengruis en dus kalkrijk)
Opmerking : alle Quartaire zanden onder de watertafel zijn vervloeid
9.00 9.50 zelfde zand, met slappe bollen tot cm-schaal van sterk kleiig humeus zand, slib met bruine schijn van organisch rijke zure vloeistof; kalkrijk met lichte putjesgeur
9.50 10.00 zelfde zand tot eerder middelmatig, goed gesorteerd, zonder kleibollen; met donkere venige humeuze vlekken
10.00 10.50 faciesverandering naar afwisseling van grijs zand- of siltloze goed kneedbare licht humeuze klei met ongelijke verdeling van het zand; licht kalkhoudend met lichte putjesgeur (de zuivere klei) tot sterker kalkhoudend (de zandige klei); gemengd met donkerbruin kleiig kruimelig veen (vermoedelijk ligt de top van onderliggende veenlaag in dit interval)
10.50 11.00 bruinzwart brokkelig veen met grote donkerbruine houtresten
11.00 11.50 donkerbruin veen in uit elkaar gevallen kern van rietveen en houtveen (meestal kleine fragmentjes)
11.50 12.00 nog wat kruimelig veen gemengd met overwegend bleekbruin middelmatig kwartszand met roestige film rond de korrels; met bruin slib van organisch-rijke zuren, kalkloos
12.00 12.50 roestbruin licht kleiig matig grof kwartsrijk, zeer licht glauconiethoudend (max enkele %) zand, soms wat meer kleiig en papperig
12.50 13.00 zelfde zand, wat heterogener en scherp aanvoelend, in kleiige matrix, met slappe bruingrijze humeuze zandrijke kleibollen tot cm-schaal; blijvend bruin slib van organische zuren
13.00 14.00 bleekbruinig grijs, intern asgrijs, matig fijn goed gesorteerd kwartszand, met bruine film van organische zuren
14.00 14.50 faciesverandering naar grijs scherp, zeer licht kleihoudend niet kleverig middelmatig iets minder goed gesorteerd kwartsrijk zand (met zowel hoekige als afgeronde korrels), licht gespikkeld (enkele % ook middelmatige glauconiet), met zeer weinig fijn schelpengruis; met bruine film van organische zuren; licht kalkhoudend met lichte putjesgeur (dit is 100 % Merksem zand in een Quartaire setting)
14.50 15.00 zelfde afzetting, zand is matig grof en scherp
15.00 15.50 zelfde afzetting, zand is matig grof tot grof, blijft scherp, maar wel iets meer kleiig, tot 5 % glauconiet, vrijwel zonder schelpengruis, kalkloos maar lichte putjesgeur bij verzuring; nog bruine film van organische zuren
15.50 16.00 zelfde zand, terug iets minder kleiig, eerder grijze slibfilm (organische zuren geneutraliseerd door kalkrijk water uit onderliggende formatie); kalkloos zonder putjesgeur (monster labo)
16.00 16.50 formatiegrens : grijs sterk kleiig matig fijn zand met schelpengruis, en grijze zandrijke klei van middelmatig zand met grof schelpengruis in uit elkaar vallende kern
16.50 17.00 grijs licht kleiig (homogeen door vervloeiing) heterogeen zand, licht gespikkeld (<5% glauconiet), met schelpengruis (opvallend meer dan voorgaande, maar weinig voor Lillo)
17.00 17.50 grijs heterogeen overwegend middelmatig sterk kleiig zand met fijn schelpengruis en slappe zandrijke kleibollen
17.50 18.00 lichtgrijs grof zand, rijk aan fijn schelpengruis, iets minder kleirijk maar met grote (5 cm) slappe kleibollen
18.00 18.50 lichtgrijs matig grof zand, met aanzienlijke zeer fijne fractie, rijk aan schelpengruis, zeer licht glauconiethoudend (max enkele %), rijk aan lichtgrijze zandrijke kleilamellen
18.50 19.00 zelfde afzetting van lichtgrijs zand, ofwel grof en rijk aan schelpengruis en minder kleiig, ofwel matig grof kleirijk en matig schelpengruis (gelaagde afzetting, monster vervloeid) (monster labo)
19.00 20.00 bleekbruin heterogeen, overwegend matig grof, licht gespikkeld (enkele % eveneens tot matig grove glauconiet) vrijwel kleivrij zand met weinig schelpengruis; bedekt door bruine film van organische zuren (zoals basis Quartair : Merksem zand in-situ doorgespoeld door fluida gemigreerd vanuit de organisch-rijke Quartaire afzettingen)
20.00 20.50 faciesgrens naar Kruisschans: lichtgrijs opbollend matig grof licht gespikkeld licht kleiig zand, cohesief door kleibruggen (maar geen vrije klei), licht gespikkeld (enkele % glauconiet), eerder weinig schelpengruis
20.50 21.00 zand wordt middelmatig, iets kleiiger (met wisselende kleigehaltes) en meer schelpengruis
21.00 21.50 terug opbollend, maar middelmatig zand, betrekkelijk arm aan schelpengruis, met matig grove fractie
21.50 22.00 grijs kleiig licht kleverig opbollend zand, licht gespikkeld (tot 5 % glauconiet) en weinig maar toch toenemend schelpengruis
22.00 22.50 grijze zandrijke klei van overwegend matig fijn zand, rijk aan fijn schelpengruis
22.50 23.50 bleekgrijs heterogeen tot matig grof sterk kleiig zand met schelpengruis, met vervormde bollen slappe bleekgrijze mergelige klei (op cm-schaal), met grotere schelpfragmenten
23.50 24.00 zelfde afzetting: overwegend middelmatig zand, rijk aan schelpengruis en schelpfragmenten, meer gemengd met klei (geen mergelige bollen meer)
24.00 24.50 facieswijziging naar Oorderen : lichtgrijs matig grof licht gespikkeld (5 % glauconiet), licht kleiig, niet kleverig zand, met schelpengruis
24.50 25.00 ± idem, minder kleiig
25.00 27.00 ± idem
27.00 27.50 ontbreekt
27.50 28.00 idem voorgaande
28.00 28.50 ± idem, zand blijft heterogeen tot grof maar is overwegend middelmatig
28.50 29.00 ± idem, maar met kleiige lamellen
29.00 29.50 idem, terug zonder kleilamellen; zand is licht kleiig maar niet kleverig
29.50 30.50 zelfde zand, terug vergrovend tot matig grof
opmerkingen : 1) korrrelgrootte verschillen tussen de monsters zijn zeer klein en vermoedelijk kleiner dan binnen de monsters; 2) de reeks Oorderen zand is opmerkelijk homogeen (=gehomogeniseerd); het slib is bruinig, pas in de onderste 2 meters wordt het grijs
30.50 31.00 facieswijziging : grijs middelmatig gespikkeld (>5 % glauconiet) kleiig zand, meer homogeen in korrelgrootte, met minder fijn schelpengruis, afgewisseld met eveneens middelmatig gespikkeld kleiig zand met meer schelpengruis en grote schelpfragmenten
31.00 31.50 zelfde grijs middelmatig zand, eerder rijk aan schelpengruis, opbollend, licht glauconiethoudend (enkele %), gemengd met matig fijn meer kleiig soms mergelig zand in kleinere bollen, met wat gebroken schelpenresten (mono specifiek)
31.50 32.90 lichtgrijs matig fijn licht gespikkeld (max enkele % glauconiet) sterker kleiig zand in bollen, tot brokkelige zandrijke klei, rijk aan fijn schelpengruis en in-situ gebroken verweerde grotere schelpen (monster lithotheek 31.5-32.0 m) (monster labo 32.50-32.90 m)
Informele stratigrafie - 26/02/2021
Auteur(s): Dusar M., (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 4.00 Anthropogeen : droog, bruin ophoogzand
4.00 5.00 Anthropogeen : ophoogzand in verdronken moeras
5.00 5.50 Holoceen : topveen met wit zand, Fm Waasland, Lid van Ekeren
5.50 7.00 Holoceen : veen verspoeld in zand (geulopvulling), Fm Waasland, Lid van Ekeren
7.00 8.20 Holoceen : zand als geulopvuling, Fm Waasland, Lid van Ekeren
8.20 8.50 Holoceen : stinkende klei (organisch rijke opvulling), Fm Waasland, Lid van Ekeren
8.50 10.00 Holoceen : gerecycleerd Tertiair zand, geulopvulling, Fm Waasland, Lid van Ekeren
10.00 10.40 Holoceen : sliblagen afgezet op veen, Fm Waasland, Lid van Ekeren
10.40 11.60 Holoceen : basis veen, Fm Waasland, Veen van Antwerpen
11.60 14.00 Holoceen : uitgeloogd zand, Fm Waasland, Lid van Doel
14.00 16.00 Quartair : geremanieerd Zand van Merksem, Fm Zemst, Lid van Lembeke
16.00 20.00 Formatie van Lillo, Lid van Merksem
20.00 22.00 Formatie van Lillo, overgang Merksem - Kruisschans
22.00 24.00 Formatie van Lillo, Lid van Kruisschans
24.00 30.50 Formatie van Lillo, Lid van Oorderen (abnormaal homogeen)
30.50 31.50 Formatie van Lillo, Lid van Luchtbal
31.50 32.90 Formatie van Kattendijk, mogelijk herwerkt in basis Lillo
