Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 014E / 014e0384.txt

014e0384.txt

Saftingedok

Boring 014E0384


Proefnummer: 1508-B2020-14720-CD_B06 Aanvangsdatum: 14/12/2020
X (mLambert): 140631.6 (XY_methode onbekend) Uitvoeringsmethode: roto-sonische boring Y (mLambert): 221330.8 (XY_methode onbekend) Diepte (m): 0.00 - 32.00
Z (mTAW): 4.91 (Z_methode onbekend) Water op (m): Gemeente: Beveren
Uitvoerder: GEOSONDA




Lithologische beschrijving - 29/01/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
0.00 0.50 bruin fijn sterk lemig kleiig zand met plantenresten
0.50 1.00 lichtbruin middelmatig zand in donkerbruin sterk kleiig zand, onregelmatig vermengd
1.00 1.50 bruin kleiig middelmatig zand, doorworteld
1.50 2.00 zelfde zand met rode baksteen, zeer zacht (kern)
2.00 2.50 facieswijziging : kern in bruine kneedbare brokkelige klei, homogeen, niet zandig, met niveaus van zoetwater schelpfragmenten waaronder Bythinia tentaculata , met verse plantenresten
2.50 3.00 klei wordt slapper, blauwig (reductiekleur), licht zandig, met verspreide resten van zoetwater schelpen, blijft brokkelig, putjessgeur bij verzuring, kalkloos
3.00 3.50 zelfde afzetting: minder zoetwater schelpen, meer humeus met ingespoelde plantenresten
3.50 4.00 zelfde afzetting: klei wordt zwart, zeer slap (niet gecompacteerd), met fijn baksteengruis, kalkloos, met sterke putjesgeur bij verzuring, ingespoelde plantenresten (of resten van de landbouw - geen veen)
4.00 4.50 wordt zeer donkergrijze humeuze silteuze klei, lijkt homogeen, maar met zandige klei tussenlagen met grote mica's, blijvend ingespoelde plantenresten (= polderklei)
4.50 5.00 zelfde afzetting: blijft overwegend donkergrijze silteuze tot fijnzandige homogene klei, kalkloos met putjesgeur bij verzuring, goed kneedbaar maar te slap om plastisch te zijn, al deze klei met grijsbeige oxidatierand om de kernen, met groot schelpfragement van subrecente mariene tot brakwaterschelp (type dunschalige Cardium)
5.00 5.50 facieswijziging: donkerbruine venige klei en zwartbruine kruimelige turf in mooie kern (monster lithotheek)
5.50 6.00 zelfde zwart kruimelige veen, maar hoofdzakelijk grijze licht fijnzandige sterk humeuze slappe klei, licht kneedbaar, kalkloos maar sterke putjesgeur bij verzuring
6.00 6.50 zwart kruimelig veen, met verspreide houtresten en fijne wortels
6.50 7.00 zwart veen, vol langwerpige taaie houtresten en rietachtige stengels (lithotheek)
7.00 7.50 bruin middelmatig kleiig sterk humeus kwartszand met veenresten, slibrijk (roodachtig bruin slib, ook onderliggende monsters) vermoedelijk ligt basis veenlaag en dus facieswijziging in dit monster
7.50 8.00 bleekbruin matig fijn kwartszand, slibrijk met bruin slib, met kleibruggen, tussen de korrels en zo zeer licht kleiig
8.00 8.50 idem (zand is boterzacht)
8.50 9.00 zelfde zand maar lichtgrijs en licht kleiig, wat meer gecompacteerd, blijft slibrijk, met donkere slappe veenbrokjes
9.00 9.50 lichtgrijs middelmatig kwartszand, nog licht slibhoudend maar overigens kleivrij, met kleine zwarte afgeplatte zwarte veenbrokjes
9.50 10.00 idem: zelfde heterogeen tot middelmatig kwartszand met donkere spikkels van veenbrokjes, blijft slibhoudend, maar wel lichtbruin slib, en weinig slappe veenbrokjes (tot op cm schaal)
10.00 10.50 lichtgrijs middelmatig licht gespikkeld (ook glauconiet, max enkele %) zand, overigens kleivrij, met weinig fijn schelpengruis, bruin slibrijk, kalkloos
10.50 11.00 +- idem, wat meer schelpengruis en minder slib
11.00 11.50 facieswijziging: zelfde grijs middelmatig zand vol fijn schelpengruis, ook duidelijk gespikkeld met enkele % zwarte korrel van gevarieerd uitzicht (mogelijk ook fosfaat splinter)
11.50 12.00 wordt grijs grof zand met schelpengruis, zeer licht donker gespikkeld, licht kleiig met bollen van fijn sterk kleiig zand vol fijn gelaagd schelpengruis, zeer slibrijk met bruin slib (slib wijst op Quartair, korrelsamenstelling en compactie wijzen op Tertiair)
12.00 12.50 lijkt zelfde zand maar meer gehomogeniseerd grijs kleiig heterogeen, overwegend matig fijn zand met grove fractie, veel minder schelpengruis, blijft bruin slibrijk

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
12.50 13.00 zelfde kleiig zand vermengd met middelmatig lichtkleiig zand vol fijn schelpengruis en kleine juveniele schelpjes, type strandschelpen, licht slibhoudend met bleker beige slib
13.00 13.50 lichtgrijs middelmatig goed gespikkeld (> 5% glauconiet) zand met fijn schelpengruis, met kleibruggen die de korrels aan elkaar doen plakken, slibrijk met beige slib, in de decantatielaag talrijke juveniele of kleine schelpjes type strandschelp (lithotheek)
13.50 14.00 zelfde zand met grover schelpengruis
14.00 14.50 +/- zelfde zand maar vol bollen en grijs sterk kleiig zand, steeds met grof schelpengruis, licht glauconiet < 5%, terug bruin slib (ipv beige), lichte facieswijziging
14.50 15.00 meer gehomogeniseerd licht kleiig grijs middelmatig zand vol schelpengruis en gebroken schelpen in gevarieerde samenstelling (Pecten), bruin slibrijk
15.00 15.50 zelfde zand en slib, met bollen in compacte groenige fijnzandrijke klei
15.50 16.00 +/- idem, maar minder groene kleibollen, sterk overwicht van grijs middelmatig zand rijk aan schelpengruis, licht gespikkeld met glauconiet (5%), blijft bruin slibhoudend
16.00 16.50 zelfde afzetting: minder schelpengruis, weinig bollen in compacte grijze fijnzandrijke klei, bruin slibhoudend
16.50 17.00 zelfde zand, wat meer gehomogeniseerd en licht kleiig, terug wat meer fijn schelpengruis en beigebruine slibhoudend
17.00 17.50 zelfde zand, grijs, licht kleiig, overwegend middelmatig, met beperkte grove fractie, weinig glauconiet (enkele % in de fijne fractie), schelpengruishoudend, slibhoudend met beige slib, met grotere schelpen die in situ (al dan niet door de boring of door natuurlijke compactie) gebroken zijn
17.50 18.00 blijft grijs licht kleiig overwegend middelmatig zand (met veel fijn fractie), glauconietarm, rijk aan grof schelpengruis en gebroken schelpen, slechts licht slibhoudend
18.00 18.50 zelfde afzetting: zelfde zand maar betere scheiding kleiarm zand - kleiig zand
18.50 19.00 zelfde zand terug wat meer gehomogeniseerd, rijk aan grof schelpengruis en schelpfragmenten
19.00 19.50 idem, (schelpen verhogen indringingsweerstand)
19.50 20.50 zelfde afzetting: maar zand wordt grijzer, iets minder rijk aan grof schelpengruis, rijker aan glauconiet (5%), blijft overwegend middelmatig licht kleiig, met bollen in gecompacteerd sterk kleiig fijner zand zonder schelpengruis of glauconiet op cm schaal
20.50 21.00 +/- idem, maar terug zeer rijk aan fijn schelpengruis, steeds met grof schelpengruis, en vaste cm grote bollen in kleirijk zand, beigebruin slibhoudend
21.00 22.00 lichte facieswijziging: blijft nochtans zelfde zand, donkerder grijs overwegend middelmatig, blijvend met aanzienlijke fijne en beperkte grove fractie, licht glauconiethoudend (enkele %) maar veel minder schelpengruishoudend, meer gehomogeniseerd kleiig (= overgang Merksem naar Kruisschans facies)
22.00 22.50 facieswijziging: naar grijze zandrijke sterk brokkelige klei met gebroken verweerde schelpen en veel beperkter (weinig) schelpengruis, zandtextuur met zelfde overwegend middelmatig zand, licht glauconiethoudend (enkele %)
22.50 23.00 zelfde afzetting maar klei is cohesiever tot vaste kern, gebroken schelpen zijn nog identificeerbaar (lithotheek)
23.00 23.50 zelfde afzetting met passages van grof heterogeen sterk kleiig zand, rijk aan grof schelpengruis
23.50 24.00 zelfde afzetting: brokkelig grijs sterk kleiig heterogeen fijn tot grof zand vol schelpengruis, met toenemend glauconietgehalte (<10%)
24.00 24.50 facieswijziging: zelfde zand, kleiig heterogeen, glauconiethoudend, maar wat minder grof schelpengruis, bruin slibhoudend, echter geen kleireactie meer
24.50 25.00 +/- idem, minder slibrijk (Oorderen facies)
25.00 25.50 facieswijziging/formatiegrens: grijs matig fijn kleiig kleverig zand, slechts licht glauconiethoudend (max enkele %), slechts sporadisch fijn schelpengruis, met kleine Nucula schelpjes, licht slibhoudend, sterker cohesief door klei dan voorgaande (lithotheek)
25.50 26.00 zelfde zand met bollen van groengrijze fijnzandrijke glauconiethoudende klei, wat meer schelpengruis
26.00 26.50 facieswijziging: naar donkergrijs middelmatig gespikkeld door > 10% ook middelmatige glauconiet, licht kleiig en veel minder cohesief, met gruis van gebroken verweerde schelpen, met vastere bollen in matig fijnzandhoudende glauconietarme klei, blijft slibhoudend met grijs bruin slib
26.50 27.00 donkergrijs middelmatig glauconietrijk zand, met sporadisch grove heldere afgeronde kwarts, glauconietgehalte lijkt variabel tussen 15% en 30% (mogelijk te wijten aan bioturbatie, niet te herkennen in deze vervloeide zandmonsters), laag kleigehalte, voldoende kleibruggen tussen de korrels, maar klei is mobiel, ook slechts enkele kleibollen (opmerking: dit lijkt al Antwerpen facies)
27.00 27.50 donkergrijs middelmatig gespikkeld met > 15% glauconiet bijna kleivrij maar wel bruingrijs mobiel slibhoudend zand met sporadisch zeer grove (> 1mm) heldere kwarts

Van(m) Tot(m) M Beschrijving
27.50 28.00 zelfde afzetting van donkergrijs overwegend middelmatig gespikkeld zand (ca 15% matig fijne glauconiet), iets meer kleihoudend, en sporadisch schelpengruis
28.00 28.50 donkergrijs meer heterogeen matig grof gespikkeld zand (> 15% glauconiet waarvan de korrelgrootte verdeling, ongelijk is maar fijner dan die van kwarts), zeer licht kleihoudend, licht kleverig (slechts weinig verschil tussen de monsters, meer verschil in de monster, vermits glauconietgehalte kan oplopen tot 40%)
28.50 29.00 donkergrijs bijna zwart gespikkeld glauconietrijk (< 50%) grof heterogeen zand, opbollend met kleibruggen tussen korrels maar overigens kleivrij (lithotheek en monster Vito)
29.00 29.50 +/- zelfde zand, overwegend matig grof iets beter gesorteerd, kleivrij maar met vaste groene zandrijke kleibollen, met bruin verweerde (sideritische) zandsteen op cm schaal, ontstaan uit wormvormig kluwen (lithotheek)
29.50 30.00 donkergrijs gespikkeld glauconietrijk (ca 40%) grof kleivrij zand
30.00 30.50 donkergrijs (bijna zwart) gespikkeld glauconietrijk (ca 30% vooral in fijnere fractie) meer kleiig zand, verfijnend tot overwegend matig fijn, maar blijft heterogeen met sporadisch grove kwarts (monster Vito)
30.50 31.00 donkergrijs gespikkeld (< 30% glauconiet) heterogeen overwegend matig fijn zand maar met aanzienlijke grove kwarts fracties, zeer licht kleiig zodat kleibruggen tussen korrels ontstaan, maar niet kleverig, met centimeters grote lenzen van helgroene zandrijke klei


Formele stratigrafie - 29/01/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving Betrouwbaarheid

0.00 2.00 A - Groep van Antropogeen goed
2.00 11.00 QH - Quartair Holoceen goed

11.00 13.50 LiKr - Lid van Kruisschans (Formatie van Lillo) tot LiOo - Lid van Oorderen (Formatie van Lillo)

goed

13.50 22.00 LiOo - Lid van Oorderen (Formatie van Lillo) goed
22.00 24.00 LiLu - Lid van Luchtbal (Formatie van Lillo) goed

24.00 25.00 LiOo - Lid van Oorderen (Formatie van Lillo) of LiLu - Lid van Luchtbal (Formatie van Lillo)

goed


25.00 26.00 Kd - Formatie van Kattendijk goed
26.00 31.00 Bc - Formatie van Berchem goed


Informele stratigrafie - 29/01/2021
Auteur(s): Dusar, Michiel (Belgische Geologische Dienst (BGD)) Betrouwbaarheid: goed

Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 1.50 Anthropogeen: aanvulgrond (lemig zand) met bodemontwikkeling
1.50 2.00 Anthropogeen: baksteen, bedekt door aanvulgrond
2.00 3.50 Holoceen subrecent: moerasklei met zoetwater fauna, met subrecente begroeiing (Formatie van Waasland, Lid van Ekeren)
3.50 5.00 Holoceen subrecent: huemeuze polder klei met subrecente begroeiing (door landbouw, geen natuurlijk veen ecosysteem), baksteen aan de basis (Formatie van Waasland, Lid van Ekeren)
5.00 6.00 Holoceen: venige klei en turf afwisseling (Formatie van Waasland, Veen van Antwerpen)
6.00 7.20 Holoceen: veen (Formatie van Waasland, Veen van Antwerpen)
7.20 8.50 Holoceen: middelmatig kleiig kwartszand, nog losgestapeld (Formatie van Waasland, Lid van Doel)
8.50 11.00 Holoceen (of Pleistoceen): middelmatig kwartszand, slechts licht kleihoudend, met ingespoelde veenbrokjes (Formatie van Waasland, Lid van Doel)
11.00 13.50 Formatie van Lillo - Lid van Kruisschans: overgang naar Oorderen: middelmatig heterogeen sterk kleiig zand, licht glauconiethoudend, met schelpengruis en kleine schelpen
13.50 15.50 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen boven: zelfde zand met zandige kleilagen
15.50 21.00 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen midden: zelfde zand, schelpenrijker, kleihoudend maar minder kleilagen (tenzij aan basis)
21.00 22.00 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen onder: kleiig zand zonder schelpen
22.00 24.00 Formatie van Lillo - Lid van Luchtbal: zandrijke klei en heterogeen zand vol schelpfragmenten

Van(m) Tot(m) Beschrijving
24.00 25.00 Formatie van Lillo - Lid van Oorderen - equivalent: heterogeen glauconiethoudend zand (grove basis Lillo)
25.00 26.00 Formatie van Kattendijk (verweerd): cohesief glauconietarm zand met klei
26.00 28.00 Formatie van Berchem - Lid van Antwerpen: donkergrijs middelmatig gespikkeld zand (glauconiet tot 30%)
28.00 31.00 Formatie van Berchem - Lid van Antwerpen: zwart heterogeen zand met kleibollen (glauconiet tot 50%)

Insert the GSB number to search all associated content