Opdracht: GEO-14/029
Plaats/site: Dijkwerken op rechteroever van de Schelde tussen Liefkenshoektunnel en Fort Filip
Gemeente: Antwerpen
Boring: B5
Uitgevoerd door: GEOLAB
Datum uitvoering: 15/09/2014 - 17/09/2014
X: 145459.26
Y: 221075.09
Aanvangspeil: 11.09
Waterdiepte volgens
boorstaatgegevens: 5.30 (5.79 mTAW)
Lithologische beschrijving
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Datum: 03/12/2014
Monster Diepte(m) Aard der grondlagen
G1 0.00-0.50 roodbruin licht lemig en kleiig verkit fijn zand, kalkrijk
G2 0.50-0.80 idem, wat donkerder
G3 0.80-1.00 geelbruin fijn stofferig zand met schelpengruis, gedroogde zandige kleibollen en grind
(kwarts tot 5 cm)
G4 1.00-1.50 +- zelfde zand, eerder oranjebruin, minder schelpengruis, geen grind, blijft kalkrijk
G5 1.50-1.70 zelfde bruin zand, vermengd met grote bollen van grijze sterk humeuze zandige klei, licht kalkhoudend en rioolgeur bij verzuring (uitgebaggerde en gedroogde sliblaag, opgespoten tussen het zand?)
G6 1.70-2.00 roodbruin los zand, matig-fijn, heterogeen, vrij sterk gespikkeld met glauconiet, met wat grof schelpengruis, met bruingrijs slappe kleilamellen, slechts licht kalkhoudend
G7 2.00-2.50 idem, wordt eerder geelbruin, meer en grotere slappe kleilamellen, slechts zeer licht kalkhoudend en lichte rioolgeur bij verzuring
G8 2.50-3.00 bleekgeelbruin matig-fijn, geelbruin slibhoudend kalkrijk zand
G9 3.00-3.50 +- idem, zand wat slechter gesorteerd en vergrovend tot middelmatig (m.a.w. dus ook fijne fractie blijft aanwezig)
G10 3.50-3.80 wordt oranjebruin sterk kleiig zand, licht kalkhoudend (kleireactie), vermengd met nog zelfde kalkrijk zand
G11 3.80-4.10 wordt roodbruingrijze vastere licht zandhoudende klei, licht kalkhoudend maar geen rioolgeur bij verzuring, sterk gestoord (met holtes, dus droog gecompacteerd), cohesief maar brokkelig, met zandige tussenschakelingen
G12 4.10-4.50 geelbruin middelmatig zand, met roodbruine kern, met bruinrode of bruingrijze kleiige lamellen, met plastiek
G13 4.50-5.00 zelfde geelbruin los zand, zacht door kleifilm rond de korrels, nog veel maar kleinere bruinrode tot bruingrijze zandige kleilamellen, weinig grof schelpengruis, vrijwel kalkloos
G14 5.00-5.50 zelfde geelbruin zand, overwegend matig-fijn (van zeer fijn tot middelmatig), roodbruin slibhoudend, zeer licht kleihoudend (kleifilm rond de korrels), met fijn schelpengruis, kalkloos
G15 5.50-6.00 reductiegrens: +- zelfde lichtgrijs zand, overwegend matig-fijn, sterk zwart gespikkeld met ligniet (of hard veen) en met frisse glauconiet, weinig fijn schelpengruis, kleiloos en slibarm, slechts zeer licht kalkhoudend
G16 6.00-6.50 idem, wat meer kalkhoudend en wat meer fijn schelpengruis
G17 6.50-7.00 idem, ook wat grijs slib, blijft kleiloos (geen kleverige klei, enkel weinig mobiel slib)
G18 7.00-7.50 idem, met enkele slappe grijze kleilamellen, met roodbruine slibneerslag op het monster
G19 7.50-8.00 +- idem, wat meer slappe grijze kleilamellen
G20 8.00-9.00 facieswijziging: blauwgrijze zandhoudende, sterk cohesieve maar zeepachtige klei (niet goed kneedbaar), kalkloos, zonder rioolgeur bij oxidatie, met intens kakirode oxidatierand
G21 9.00-9.50 zelfde klei, iets bleker, blijft kalkloos, nog vaster en ook plastisch, roestbruine vage oxidatierand, met rode bacteriële neerslag
Monster Diepte(m) Aard der grondlagen
G22 9.50-10.00 idem (ook rode bacteriële neerslag), in de klei roestrode oxidatiekernen rond zandrijke vlekken (sporen van bioturbatie?)
G23 10.50-11.00 klei wordt slapper, donkergrijs, silteuzer en humeuzer, lokaal sterke zandbijmenging, blijft kalkloos maar met lichte rioolgeur
G24 11.00-11.50 +- idem, wordt egaal grijs sterk silteus, meer homogeen, blijft kalkloos, zonder rioolgeur bij verzuring
G25 11.50-11.70 mengeling van zelfde silteuze klei met kleiig silt, wordt bruingrijs
G26 11.70-12.10 homogeen grijs, bruingrijs oxiderend kleiig silt, kleverig, niet kneedbaar, kalkloos, zonder rioolgeur bij verzuring
G27 12.10-12.50 zwart hard kruimelig zeer fijn verpulverend veen, geeft donkergrijs slib af bij fijnwrijven
G28 13.00-13.50 heterogeen veen, zelfde zwart fijn verpulverend veen en bruin meer kleihoudend veen met roodbruin slib bij fijnwrijven, doorworteld en met riet
G29 13.50-14.00 faciesgrens: grijs fijn zand, met lichtgrijs slib, geen kleverige klei, nog wat venige strepen (doorworteld?), kalkloos, met roodbruine slibneerslag op het monster, waarin beperkte bacteriële omzetting (afhankelijk van zuurstoftoevoer in de bemonsteringsbokaal)
G30 14.00-14.50 zelfde zand, bleker grijs, blijft licht gespikkeld met glauconiet, lichtgrijs slibhoudend, geen kleverige klei, kalkloos, zelfde roodbruine neerslag
G31 14.50-15.00 idem, fijn en homogeen zand, zeer licht gespikkeld, bijna slibloos, sporadisch fijn schelpengruis, blijvend met roodbruine slibneerslag op monster
G32-G33 15.00-16.00 kleine facieswijziging: zelfde zand met bruine sliblaag, echter licht vergrovend tot matig-fijn en zeer fijn schelpengruis (wordt bleek gespikkeld), kalkhoudend
G34 16.50-17.00 +- idem, zeer fijn schelpengruis en matig-fijn tot middelmatig zand, zowel bleek als donker gespikkeld
G35 17.00-17.50 lichtgrijs, sterk bleek gespikkeld, ook rijk aan bleekgrijs slib, sterk kalkhoudend
grover zand, slecht gesorteerd met grove kwarts en grover schelpengruis, blijvend met
oranjebruine papperige sliblaag op het monster
G36 17.50-18.00 idem, blijft zeer grof en schelpgruisrijk, zeer slibrijk maar geen vaste klei, met wat kleine gerolde schelpjes
Informele stratigrafie
Bogemans, Frieda Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst (BGD)
Datum: 03/12/2014
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 8.00 Aanvulling
8.00 13.50 Quartair: Holoceen
13.50 15.50 Tertiair: Formatie van Lillo, herwerkt
15.50 18.00 Tertiair: Formatie van Lillo - Lid van Kruisschans