LILLO - 14 E
BORING 19
93 (II)
M.G. en R.V.
uitgevoerd te : Zandvliet
bij : BASF
door : SMET
Volgnummer Aard der Grondlagen Diepte m
1 - 7 fijn bleekgroen zand ( opgespoten ? ) 3.50
8 - 11 klei en kleihoudend zand 5.50
12 - 14 bleekgrijs fijn zand 7.00
15 - 19 veen 9.50
20 - 21 witachtig kwartsig zand half grof 10.50
M. GULINCK.
1969.
Vermoedelijke Aardkundige verklaring.
-------------------------------------
Holoceen : 0.00 - 9.50
Pleistoceen ( Zand van Brasschaat ): 9.50 - 10.50
R. VOETS.
1979.
93 (II)
Proefboring 19 (waterstandpijp) uitgevoerd te ZANDVLIET.
Bij : N.V. BASF (Zoutedijk)
Door : N.V. SMET uit DESSEL.
Datum : november 1965
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS, volgens plan 4/2/1966
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Boringsmethode : droog
Hoogte van het maaiveld : 2 m
Totale diepte : 10,50 m 2de versie
Aard der grondlagen diepte
Beschrijving volgens de boormeester.
Grijs leemhoudend middelmatig zand 3,50 m
Zwartbruin leemhoudend zeer fijn zand 4,50 m
Zwartgrijs leemhoudend zeer fijn zand 5,50 m
Grijs leemhoudend fijn zand 7,00 m
Bruin veen 9,00 m
Grijs wordend leemhoudend middelmatig zand 10,50 m