Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 011W / 011W0444.txt

011W0444.txt

Belgische Geologische Dienst
011W0444

Administratieve en technische gegevens

Kaart nr:		11 W
PLAAT:		Heist
Nr:			444
Type boring:
Topografische kaart:	05/5
Uitgevoerd te: 		Zeebrugge
Adres boorplaats
Boorfirma:		Group Verbeke
Boordatum:		november 2018
Boormethode
Totale diepe:		 41 m
Stalen bewaard:		Peronnes 
Maaiveld:
X: 			69181.83
Y: 			222878.44

Boorbeschrijving: Frieda Bogemans 

0 - 1.5m (82 cm)
0.00 - 0.82: 	Blauwgrijze silteuze kleibrokken ingebed in een bruin silteus fijn zand waarin grijze zandstippels en -lenzen voorkomen. Veenlensjes, doorgaans fijne, en veenstippels zijn over het geheel verspreid. Kalkrijk.

1.5 – 2.75 m (61 cm) 
1.50 – 1.91:	Blauwgrijs zandig silt, kleihoudend, met enkele nestjes van zeer fijn zand. Een grijze onregelmatig begrensde kleibrok tussen 1.74 – 1.78 m en 1.86 – 1.90 m. In het topgedeelte zijn zeer fijne vegetatierestjes aanwezig. Enkele veenbrokjes vanaf 1.76 m waarvan merendeel geconcentreerd in het basisgedeelte. De ondergrens is onregelmatig en gebogen. Licht kalkhoudend.
1.91 – 1.98: 	Bruingrijs silthoudend fijn zand met venige stippels en fijne venige lensjes (opgebouwd uit veendetritus), sporadisch een onregelmatig begrenst kleilensje. Kalkrijk. Onregelmatige ondergrens ingevolge instulping van onderliggend materiaal.
1.98 – 2.09:  	Bruin zandig silt overgaand naar groen zandig silt, zonaal kleihoudend. Kalkrijk.
2.09 – 2.11:	Zwarte veenbrokken en steenfragmenten.

3.00 – 4.25 m (98 cm)
3.00 – 3.55:	Groen zandig silt, kleihoudend, met onregelmatige maar diffuus begrensde zandinsluitsels. 2 veenlensjes tussen 3.12 – 3.14 m. In het topgedeelte enkele steenfragmenten. Vooral vanaf 3.36 m donkere (organogene ?) vlekken onregelmatig begrenst. Een schelpfragment op 3.41 m. Zwarte (organogene?) stippels komen courant voor in de 2de helft.
3.55 – 3.84:	Donkergroen zandig silt met veendetritus tussen 3.55 – 3.57 m. Vanaf 3.66 m blekere spots en vlekken. Licht kalkhoudend. Onregelmatige grens op basis van kleur.
3.84 – 3.98:	Groen zandig silt, grote concentratie van zwarte (organogene?) stippels. Kalkrijk.

4.50 – 5.75m (116 cm)
4.50 – 4.77:	Groen kleiig silt met enkele donkerkleurige vlekken. Steenfragmenten tussen 4.60 – 4.64 m. Licht kalkhoudend.
4.77 – 5.33:	Grijs zandig silt, kleihoudend, met veenstippels en enkele diffuus begrensde laminae opgebouwd uit veendetritus. Vanaf de 2de helft sporadisch een zandnestje of -lensje, uitgezonderd tussen 5.28 – 5.29 m waar een concentratie van zandnestjes / -lensjes  voorkomt. Kalkhoudend. Licht verstoorde grens.
5.33 – 5.50 m: 	Complex van donkerbruin venig silteus zeer fijn zand met discontinue laminae opgebouwd uit veendetritus. Vanaf 5.40 m bleekgrijze lensjes, nestjes en discontinue laminae van kalkhoudend zeer fijn zand. Duidelijke (depositional) grens.
5.50 – 5.66:	Bruin venig silt met een 3tal veenlagen (1.5 à 2 cm dik) waarin houtrestjes voorkomen. Het siliciklastisch materiaal bevat veenstippels en -brokjes. Enkele glimmers.

6.00 – 7.25 m (52 cm)
6.00 – 6.52:	Zwart veen met vegetatierestjes, houtresten vanaf 6.12 m.

7.50 – 9 m (90 cm)
7.50 – 7.85:	Zwart veen, gecementeerd tussen 7.56 – 7.66 m. Rijk aan vivianiet tussen 7.62 – 7.85 m. Vanaf 7.67 tot 7.85 m siliciklastische lensjes en nestjes.
7.85 – 8.13:	Zwart veen met enkele houtfragmenten. Aan de basis bijmenging van siliciklastisch materiaal.
8.13 – 8.18:	Bruingrijs silthoudend fijn zand, enkele houtrestjes en vegetatierestjes. 
8.18 – 8.24:	Grijs silteus zeer fijn zand, enkele vegetatierestjes.
8.24 – 8.40:	Grijs silthoudend fijn zand met tussen 8.24 – 8.28 m een golvend laagje van silteus zeer fijn zand. Veenstippels zijn over het geheel aanwezig. Wortelrest tussen 8.25 – 8.27 m. Kalkrijk. 

9.00 – 10.25 m (92 cm)
9.00 – 9.37: 	Grijs zeer fijn zandig silt met discontinue lagen (dikte < 5 cm) van fijn zand (nemen niet de volledige buisbreedte in – ingevolge boren?). Enkele veenstippels. Kalkhoudend.
9.37 – 8.51:	Grijs zeer fijn zandig silt met discontinue laminae opgebouwd uit veendetritus. Sporadisch een lensje van grijs fijn zand. Kalkhoudend. Golvende ondergrens.
9.51 – 9.59:	Donkerbruin veen (± 1 cm dik) overgaand naar bruin silteus veen. Zandige bijmenging vanaf 9.565 m.
9.59- 9.92:	Grijs zeer fijn zandig silt met gebogen fijn zandige laminae tot 9.70 m en in het basisgedeelte. Tussen 9.74 – 9.76 m discontinue dunne verstoorde zand laminae (ingevolge bioturbatie). Enkele veenstippels. Kalkhoudend.

10.50 – 11.75 m (82 cm)
10.50 – 11.32:	Grijs zeer fijn zandig silt met doorgaans diffuus begrensde discontinue laminae/lensjes van fijn zand. Over het geheel sporen van begroeiing, evenals veenstippels. Kalkrijk.

12.00 – 13.5 m (71 cm)
12.00 – 12.09: 	Grijs sterk zandhoudend silt met enkele diffuus begrensde veenhoudende laminae. Het basisgedeelte (laatste 2 à 3 cm) is veenhoudend. Kalkrijk. Licht golvende grens.
11.09 – 12.71:	Grijs ½ fijn zand, meerdere silthoudend laminae en -lagen tot 12.55 m, licht golvend van vorm en subhorizontaal gelegen. Schuin gelegen effen silteuze zandlaag tussen 12.16 – 12.17 m. Verstoorde gelaagdheid tussen 12.21 – 12.44 m. Tussen 12.55 – 12.57 m concentratie van fijne schelpfragmentjes. Licht kalkhoudend. 

13.50 – 15 m (102 cm)
13.50 – 14.52:	Grijs fijn zand met bijmenging van ½ fijn zand vanaf 14.58 m. Tussen 13.99 – 14.35 m een 3tal lagen rijk aan schelpfragmentjes, effen van vorm en horizontaal gelegen,  en waarin enkele silteus brokjes/lensje aanwezig zijn. Tussen 14.40 en 14.65 m komt sporadisch een silteuze lens voor. Over het geheel zijn enkele fijne schelpfragmentjes aanwezig. Licht kalkhoudend.

15.00 – 16.50 m (150 cm)
15.00-16.50:	Grijs fijn tot ½ fijn zand met een veenbroje tussen 15.09 en 15.10 m. tot 15.68 m sporadisch een silteuze lens en een weinig schelpfragmentjes. Vanaf 15.68 m meerdere niveaus rijk aan continue en discontinue kleihoudende siltlaminae, effen van vorm en horizontaal gelegen, uitgezonderd tussen 16.05 en 16.14 m waar ze schuin georiënteerd zijn. In de siltlaminae zijn courant schelpfragmentjes aanwezig. Kalkhoudend.

16.50 – 18.00 m (138 cm)
16.50 – 17.82:	Grijs fijn tot ½ fijn zand met tussen 16.66 - 16.76 m een concentratie van continue en discontinue horizontaal gelegen effen siltlaminae (dikte < 3 mm). In het topgedeelte, tussen 16.87 - 17.03 m en 17.14 – 17.20 m enkele onregelmatig begrensde siltlensjes. Een volledige klep van een juveniel Spicula op 17.08 m. Tussen 17.06 – 17.47 m zijn diffuus begrensde silthoudende zones aanwezig. Enkele glimmers zijn over het geheel verspreid. Sporadisch een schelpfragmentje. Licht kalkhoudend tot kalkhoudend.

18.00 – 19.50 m (124 cm)
18.00 – 18.18:	Grijs silthoudend fijn zand met enkele schelpfragmentjes. Kalkrijk. Licht golvende grens.
18.18 – 18.72:	Grijs silthoudend fijn zand rijk aan schelpfragmenten (vooral robuuste exemplaren zoals Cerastoderma edule, Ostrea), sporadisch een grindje (diameter < 1.5 cm). Zeer licht glauconiethoudend. Kalkrijk. Licht golvende grens.
18.72 – 18.84:	Grijs silthoudend fijn zand met enkele schelpfragmenten. Zeer licht glauconiethoudend. Kalkrijk. Licht golvende grens.
18.84 – 18.92:	Grijs silthoudend fijn zand rijk aan schelpfragmenten. Zeer licht glauconiethoudend. Kalkrijk. Licht golvende grens.
18.92 – 19.24: 	Grijs silthoudend fijn zand met schelpfragmenten die vooral zonaal voorkomen.  Zeer licht glauconiethoudend. Kalkrijk. Licht golvende grens.

19.50 – 21 m (93 cm)
19.50 – 20.43:	Grijs fijn tot ½ fijn zand overgaand vanaf ± 19.67 m naar grijsgroen en groengrijs ½ fijn zand. Zwarte kalksteenfragmenten (diameter < 5 cm) en enkele schelpfragmenten zijn ingebed tussen 19.72 – 19.76 m en 19.88 – 19.95 m. Sporadisch is een schelpfragmentje aanwezig in de rest van de sequentie. Licht glauconiethoudend. Kalkhoudend aan de top, licht kalkhoudend in het overige deel. 

21.00 – 22.50 (128 cm)
21.00 – 22.28:	Groengrijs en grijsgroen ½ fijn zand met zwarte kalksteenfragmenten (diameter tot 8 cm) tussen 21.0 en 21.17 m. Tussen 21.36 – 21.39 m zijn 2 dunne silteuze laminae aanwezig. Op 12.06 m een zwart lamina opgebouwd uit veendetritus. Schelpgruis is over het geheel verspreid, een schelpfragment is sporadisch aanwezig. De sequentie vertoont een schuine effen gelaagdheid vanaf 21.95 m ingevolge een verschil in glauconietgehalte (licht glauconiethoudend/glauconiethoudend).

22.50 – 24.00 m (110 cm)
22.50 – 23.60:	Groengrijs ½ fijn zand met in de 2de helft sporadisch een dun lamina opgebouwd uit veendetritus. Schelpgruis is over het geheel verspreid. Vanaf 23.15 m is er een diffuse subhorizontale gelaagdheid zichtbaar ingevolge een verschil in glauconietgehalte (licht glauconiethoudend/glauconiethoudend). Licht kalkhoudend.

24.00 – 25.50 m (112 cm)
24.00 – 24.74:	Grijs ½ fijn zand met op 24.44 m een lamina opgebouwd uit veendetritus. In de 2de helft sporadisch een veenbrokje. Schelpgruis is over het geheel verspreid. Het geheel is diffuus horizontaal gelamineerd ingevolge een verschil in glauconietgehalte. Licht kalkhoudend. Rechte grens.
24.74 – 24.78:	Grijs fijn tot ½ fijn zand, zeer licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend. Graduele overgang.
24.78 – 25.12:	Groengrijs ½ fijn zand met tussen 24.91 – 24.97 m enkele discontinue laminae opgebouwd uit veendetritus. Schelpgruis is over het geheel verspreid. Licht glauconiethoudend. Kalkrijk.

25.50 – 27.00 m (103 cm)
25.50 – 26.53:	Groengrijs ½ fijn zand, in de 2de helft onregelmatig begrensde iets donkerdere zones ingevolge een verschil in glauconietgehalte. Schelpgruis is over het geheel verspreid, sporadisch een schelpfragment. Kalkhoudend.

27.00 – 28.50 m (136 cm)
27.00 – 27.09:	Grijze kalkzandsteenfragmenten. Kalkrijk.
27.09 – 28.36:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand met vele doorgaans broze grote schelpfragmenten. Op meerdere niveaus continue en discontinue intercalaties van grijs fijn tot ½ fijn zand waarin beduidend minder grote schelpfragmenten voorkomen (in situ?). Licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend.

28.50 – 30.00 m (116 cm)
28.50 – 29.66:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand, tussen 27.10 en 27.60 m zeer vele broze schelpfragmenten, erboven en eronder is het aantal minder en beduidend minder vanaf 28.0 m. Van 27.73 m tot de basis meerdere intercalaties van grijs fijn tot ½ fijn zand waarin fijne schelpfragmentjes voorkomen (de dikte van de intercalaties > 10 cm maar nemen slechts een gedeelte van de buisbreedte in – in situ?). Licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend.

30.00 – 30.50 m (43 cm)
30.00 – 30.08:	Grijze kalkzandsteen. Kalkrijk.
30.08 – 30.43: 	Grijsgroen silteus fijn zand met vanaf 30.30 m enkele broze schelpfragmenten. Licht glauconiethoudend. Kalkhoudend.

30.50 – 32.0  (92 cm)
30.50 – 30.65: 	Grijze kalkzandsteen. Kalkrijk.
30.65 – 31.42:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand met vooral broze schelpfragmenten, zeer grote concentratie ervan tussen 30.92 – 31.23 m. Sporadisch een groen siltlamina. Licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend.	

32.00 - 33.50 m (150 cm)
32.00 – 32.16:	Grijze kalkzandsteen. Kalkrijk.
32.16 – 33.03:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand met enkele broze schelpfragmenten. Licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend.	
33.03 – 33.50:	Grijze kalkzandsteen. Kalkrijk.

33.50 – 35.00 m (150 cm)
33.50 – 33.56: 	Grijze kalkzandsteen. Kalkrijk.
33.56 – 35.00:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand met vooral broze schelpfragmenten (het aantal is groter in de 2de helft). Restanten van wormtubes zijn over het geheel verspreid. Licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend.	

35.00 – 36.50 m (150 cm)
35.00 – 35.19:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand, enkele silteuze laminae met diffuse begrenzing. Sporadisch een broos schelpfragment. Licht glauconiethoudend. Kalkhoudend.
35.19 – 36.50:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand met vooral broze schelpfragmenten waarvan de kwantiteit toeneemt tot 36.30 m waarna het aantal vermindert. Licht glauconiethoudend. Sterk kalkhoudend.	

36.50 – 38.00 m (150 cm)
36.50 – 38.00	Grijsgroen sterk silthoudend tot silteus fijn zand met groene continue en discontinue siltlaminae. Enkele schelpfragmenten. Licht glauconiethoudend. Kalkhoudend.	

38.00 – 39.50 m (150 cm)
38.00 – 39.50: 	Grijsgroen silteus fijn zand met vele groene continue en discontinue silt- en kleilaminae. 3 onregelmatig begrensde kleilaagjes tussen 38.98 – 39.06 m. Een weinig schelpfragmentjes tot 39.02 m, vervolgens een toename van het aantal met vanaf 39.27 m schelprijk sterk silthoudend fijn zand. Enkele grote fragmenten van Venericardia rond 39.28 m. Licht glauconiethoudend. Kalkhoudend tot kalkrijk.

39.50 – 41.00 m (150 cm)
39.50 – 41.00:	Grijsgroen sterk silthoudend fijn zand met vele schelpfragmenten, vanaf 40.37 m, zeer vele schelpfragmenten. Grote fragmenten van Venericardia rond 40.73 m. Licht glauconiethoudend. Kalkrijk. 
	
	

Interpretatie: Frieda Bogemans

0.0 –  4.77 m: Aangebracht/geroerd
4.77 – 9.59 m: Holocene afzettingen (mariene afzettingen)
			Oppervlakteveen: 6 – 8.13 m
			Basisveen: 9.51 – 9.57 m 
9.59 – 26.53 m: Pleistocene afzettingen
			Fluviatiele afzettingen: 9.59 – 12.09 m
			Mariene afzettingen: 12.09 – 26.53 m
27.00 – 41 m: Formatie van Aalter, Lid van Oedelem


 

	




Insert the GSB number to search all associated content