Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 011W / 011W0277.TXT

011W0277.TXT

          PLAAT HEIST 11W
          C. BAETEMAN

          No 277 (II/d)

          Boring A
          Uitgevoerd te : Zeebrugge Achterhaven verbinding van de
                          zeesluis met de dokken. Kaaimuur - Oostrand
          Door : RIG
          Topographische ligging opgetekend volggens plan no:837 2 -81/369
          Grondstalen verzameld door : de boormeester
          Hoogte van het maaiveld: + 6,12 m


Volgnummer             Beschrijving volgens RIG                Diepte m

 1         bleekgrijs kleiig net vermengd met plastishe klei,
           weinig zeer fijn schelpgruis                           0,50
 2         Bruin, grijs kleiig net gemengd met donkergrijze
           plastische klei, weinig zeer fijn schelpgruis          1,00
 3         grijs plastische klei met bleke silteuse zones,
           weinig fijn schelpgruis en sporadisch zeer kleine
           veenrestjes                                            1,50
 4         idem                                                   2,00
 5         idem, gemengd met donkere zones, sporadisch vegetatie
           stengeltjes                                            2,50
 6         idem als 5                                             3,00
 7         idem                                                   3,50
 8         donkergrijze plastische klei met veel reductievlekken
           gemengd met bruingrijze iets silteuse klei, sporadisch
           zeer klein baksteenfragmentje en weinig zeer fijn
           schelpgruis                                            4,00
 9         grijs bruine klei, enkele blekere silteuze restjes
           enkele fijne vegetatierestjes                          4,50
10         bruin sterk veraard iets kleiig veen met talrijke
           kleine broze gastropoden en fragmentjes                5,00
11         iets blauwachtiggrijs klei, iets silteus met enkele
           zwarte veenbrokjes, gemengd met het sterk veraard
           veen, weinig kleine schelpfragmentjes (broze & mariene)5,50
12         blauwgrijze iets silteuse klei, talrijke zwarte
           reductievlekken, sporadisch zeer fijn schelpgruis      6,00
13         idem, maar bruingrijs (iets uitgedroogd waarschijnlijk 6,50
14         blauwgrijs plastische klei, talrijke kleine fijne
           vegetatierestjes, zeer veel zwarte reductievlekken     7,00
15         zwart veen                                             7,50
16         blauwgrijs plastische klei met vegetatie (o.a. riet)
           doorgroeiingen, reductievlekken, nog gemengd met veen  8,00
17         bruingrijs fijn tot zeer fijn zand, iets kleiig
           enkele venige restjes, met enkele plastische
           kleibrokken (waarschijnlijk van het boren)             8,50
18         idem, meer veendetritus en enkele grotere veenbrokjes  9,00
19         bruinachtig grijs zeer fijn zand, kleiig               9,50
20         idem                                                  10,00
21         idem, grijs                                           10,50
22         idem als 21                                           11,00
23         idem                                                  11,50
24         grijs iets silteus zeer fijn zand, weinig kleihoudend
           met weinig zeer fijn schelpgruis                      12,00
25         idem                                                  12,50
26         idem                                                  13,00
27         idem                                                  13,50
28         idem                                                  14,00
29         idem, maar iets meer zeer fijn schelpgruis en
           sporadisch kleine zwarte vegetatierestjes             14,50
30         idem                                                  15,00
31         idem                                                  15,50
32         grijs fijn zand met talrijke schelpfragmenten en
           schelpjes (o.a. Corbicula & Spisula) en enkele
           grintjes (zwarte silexen, gebroken en plat gerolde
           D 0,50 à 2,00 cm)                                     16,00
33         idem, minder schelpfragmenten en geen hele schelpen
           meer                                                  16,50
34         grijs fijn zand met fijn schelpgruis                  17,00
35         idem (veel fragementen van witte boormossel           17,50
36         iets groenachtig grijs fijn zand iets kleiig,
           glauconiethoudend met weinig fijn schelpgruis         18,00
37         idem, iets meer schelpgruis                           18,50
38         idem, maar nog meer schelpgruis                       19,00
39         idem als 37                                           19,50
40         idem als 38                                           20,00
41         idem als 40 (schelpenmonster bewaard) (enkele
           fragmenten van witte boormossel)                      20,50
42         idem als 38                                           21,00
43         idem als 42                                           21,50
44         idem als 43                                           22,00
45         idem als 44                                           22,50
46         groenachtig grijs iets kleihoudend zand sterk
           glauconiethoudend, tamelijk veel fijn schelpgruis     23,00
47         idem                                                  23,50
48         idem                                                  24,00



          Interpretatie :

          Opvulling :                      0,00 - 4,00 m
          Kwartair : Holoceen qhKO :       4,00 - 4,50 m
                              qhA  :       4,50 - 5,00 m
                              qhKU :       5,00 - 7,00 m
                              qhOB :       7,00 - 8,00 m
          Pleistoceen : Weicheliaan :      8,00 -15,50 m
                        Eemiaan     :     15,50 - einde boring

                                             C. BAETEMAN

legende : 	q = quartair
		h = holoceen
			qhkO = bovenste klastische sequentie
			qhkA = opgesplitste sequentie - verlandingsveen
			qhkU = onderste klastische sequentie
			qhoB = basis veen

	samengevat : wadklei met verlandingsveen op 4.5-5.0 en basisveen van 7 tot 8
Insert the GSB number to search all associated content