Pl.HEIST 11W
No 264 (II/c)
BORING B 103
uitgevoerd te : Zeebrugge
bij : Zeesluis (zuidelijke deur)
voor : S.B.B.M.
door : N.V. Smet (6163-76/423)
Datum : nov. 1976
Topografische ligging opgetekend volgens plan op 1/1000 van R.I.G.
Grondstalen verzameld door: de boormeester
Boringsmethode: gestoken van 25 tot 50 m
Hoogte van het mondgat : + 0.50 m (bodem bouwput)
Totale diepte : 50,50 m
AARD DER GRONDLAGEN bewaarde monsters
de diepten zijn absolute diepte cijfers.
0.00 - 25.00 m : geen stalen (spoelboring)
25.00 - 26.00 (0,85)
lichtgrijs tamelijk fijn scherp glauconiethoudend zand
met fijn schelpgruis en enkele volledige schelpen 25,60
(Cardium edule, Pseudamusium....)
een dun kleilensje op 0.90
26.00 - 27.00 (0,65)
0.20 : zelfde grijs zand, aan de basis 26,60
: laagje schelpgruis met brokjes veen
0.45 : zelfde zand met een weinig meer schelpgruis
met laagje schelpgruis op 0.40, brokjes
grijsgroene klei, verspreide brokjes veen en
een stuk ostrea
27.00 - 28.00 (0,80)
zelfde grijs zand, met schelpgruis en enkele 27,60
volledige schelpen (Cardium edule Ostrea, verspreide
zwarte keitjes (Silex en fosfaat), fijne kwartsgrindjes
28.00 - 29.00 (0,40)
0.10 idem
0.30 grijs tamelijk grof zand, veel schelpgruis
gebroken schelpen, silex keien (gebroken), kwarts en
silex grind, stuk gesilixifieerde zandsteen 28,80
29.00 - 30.00 (0,75)
licht grijs tamelijk grof tot grof, zwak
glauconiethoudend scherp zand met verspreid
schelpgruis, laagjes fijn schelpgruis en 2 lagen
met grind en schelpen op 0,45 en 0,60 m
30.00 - 31.00 (0,80)
licht grijs, iets groenachtig fijn zand, zwak
glauconiethoudend, een veenhoudend laagje op 0.55
en op 0.95 30,65
0.20 : lichtgrijs
0.40 : licht grijs groenachtig
0.20 : licht grijs groen
31.00 - 32.00 (0,70)
licht grijs groenachtig fijn zwak glauconiethoudend
zand, veenhoudende dunne laagjes op 0.35 0.55 en 0.95 31.60
onduidelijk gelaagd
32.00 - 33.00 (0,60)
zelfde zand, iets donkerder van kleur, heel fijn schelp-
gruis; 2 veenhoudende laagjes op 0.83 en 0.86.
33.00 - 34.00 (0.95)
0.38 zelfde zand, geband, afwisselend grijsgroen en
licht grijs gekleurd, dunne veenhoudende laagjes op
0,10,0,20,0,28 en 0,41 m; een laagje half grof uit zand
op 0,38;
Mytilus schelp op 0,33, Pecten corneus (?) 33,50
0,57 groen grijs fijn tamelijk kleirijk
glauconiethoudend zand; de klei is enigzin onregelmatig
verspreid; op 0,50 grote concentratie aan donkere
glauconietkorrels (glauconietnest); verspreid fijn 33,70
schelpgruis en schelpen; enkele kleine Nummulieten;
enkele fijne graafgangen met concentratie van
glauconiet aan de randen
de grens tussen de 2 soorten zand is zeer scherp, doch
zonder grind 33,85 34,00
34.00 - 34,70 (0,70) gestoord bovenaan
0,10 : zandsteen gruis (kalkhoudend) + grote
Nummuliet. + enkele zwarte silex keien 34,10
(gespoeld)
0,60 : licht grijs groen fijn glauconieth. en
silthoudend zand, sporadisch enkele schelpstukjes;
glauconietnest aan de basis. - nat waterhoudend zand. 34,50
volgens boormeester : 34,70-34,95 : zandsteen L.?
35.00 - 36.00 (1.00) P2 ?
0,40 licht grijs groen fijn silthoudend &
glauconieth. zand, met geleidelijke meer schelpen naar
onder toe. aan de top:
Nummulites laevigatus (?) en enkele zwarte platte
silexkeien en een concentratie van zwarte
glauconietkorrels aan 0,05 en aan 0,40
0,60 zelfde zand, doch met zeer veel schelpen
(zeer broos) 35,75
af en toe kleinesten (gespoeld)
36.00 - 37.00 (1,00)
idem, zeer veel schelpen, meestal van dezelfde soort,
zeer broos 36,60
37.00 - 38.00 (1,00)
0,30 : idem
0,70 : zelfde zand, doch met veel minder schelpen en
iets donkerde van kleur (meer glauconiet) 37,60
38.00 - 38.85 (0,85) (0,15 verlies onderaan)
zelfde donker groen silteus en glauconiethoudend zand
met verspreide schelpen. 38.60
volgens boormeester : zandsteen van 38.85 tot 39.00
39.00 - 40.00 (0,20)
volgens boormeester : zandsteen van 39 tot 39.75
0,20 : zelfde zand met veel schelpen
op 0,95 : kleiig bandje met vistandje (rogge tandje)
40.00 - 41.00 (1,00)
(grote losse zandsteen met schelpen, waarschijnlijk
afkomstig van de diepte 39.00 tot 39.75 m) 40.00
zelfde groen zand, tamelijk veel schelpen van
40.00 tot 40.60 40.60
eronder tot aan de basis : fijnere meer verspreide
schelpen
41.00 - 42.00 (1,00)
idem, met veel schelpen, soms in laagjes zoals
op 0,75 41.70 42.00
42.00 - 42.90 (0,90)
zelfde zand, doch slechts verspreide schelpen, 42.60
ook ditrupa volgens boormeester : zandsteen van
42.90-43.00
43.00-44.00 (0,47)
volgens boormeester zandsteen van 43.00-43.50
0,10 : zandsteen met schelpen
0,37 : zelfde fijn silteus zand met verspreide
schelpen en veel ditrupa 43.80
44.00 - 45.00 (1,00)
zelfde zand met verspreide schelpen
meer geconcentreerd in laagjes aan 0,15 en tussen
0,70 en 0,80; veel Ditrupa 44,60
45.00 - 46.00 (1,00)
zelfde zand, met tamelijk veel verspreide schelpen 45,60
46.00 - 47.00 (1,00)
zelfde zand, verspreide schelpen
enkele grote dikschalige schelpen bovenaan 46.60
47.00 - 48.00 (1,00)
groengrijs fijn tot zeer fijn sterk silteus zand
kleihoudend naar onder toe; slechts enkele
zeldzame schelpjes (zeer broos) ; een weinig
grote glimmers, kalkhoudend 47.60
48.00 - 49.00 (1,00)
idem, met laagje van 5 cm met gastropoden
tussen 0,70 en 0,75 een heel dun op 0,35 m ; een
dunne graafgang tussen 48.70
0,40 en 0,50 van 8 cm lengte
49.00 - 50.00 (1.00)
0,75 donker grijs groen zeer silteus zand,
glauconiethoudend en kalkhoudend, zeer fijn
gelaagd geen schelpen, zwak kalkhoudend en
glimmerhoudend 49.50
0,25 afwisselig van laagjes zelfde zand met
laagjes iets +49.85(spoeling
kleihoudend zand met zeer veel schelpen - scherpe
grens tussen de laagjes (1 haaietandje) 49,80 50.00
Voorlopige Interpretatie:
Kwartair: 0,00 - 33,43
Zanden van Lede (of Wemmel): 33,43 - 35,00
Paniseliaan: 35,00 - 50,00
P. LAGA, 26/11/76.