PL. HEIST.
R.TAVERNIER.
212 (III) Put no 2
uitgevoerd te HEIST/ZEE,
bij het pompstation van Heist te Duinbergen,
door de N.V. SMET uit DESSEL.
Topographische ligging opgetekend door CLAESSENS W. de 17.10.1949.
Grondstalen verzameld door de boormeester
Aanvang der werken: 29.7.1949.
Einde der werken: 5.8.1949.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
Opeenvolgende diameters: 380 mm. 300 mm.
Einddiameter: 216mm filter.
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel = 9
Totale diepte: 23.50m.
Voor schets zie put no 1.
N.B. Op datum van 17.10.1949 was deze put nog niet in werking.
No AARD DER GRONDLAGEN. Diepte m.
1 Bleek geel zand, met enkele kalkstipjes 1.00
2*- 3 Idem 2.00- 3.00
4 Idem, met enkele brokstukken van schelpen 4.00
5*- 6 Idem 5.00- 6.00
7 Idem met o.a. Mactra 7.00
8 Idem met o.a. Mytilus, Macoma 8.00
9*-11 Grijs tamelijk fijn zand met schelpresten 9.00-11.00
12*-14 Idem, met talrijke schelpresten o.a. Mactra,
Donax, Cardium, Macoma, Barnea, Trochus, Hydrobia
ulvae, gerolde Turitella, vistanden enz. en
enkele grove kwartskorrels 12.00-14.00
15 -16 Idem, schelpresten tamelijk zeldzaam 15.00-19.50
17* Idem met talrijke schelpresten 19.50-23.50
Vermoedelijke aardkundige verklaring (R.TAVERNIER de 23.6.1949).
Kwartair: Holoceen: van 0.00 tot 23.50m