Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 011E / 011E0138.TXT

011E0138.TXT

Pl. WESTKAPELLE  11E

No 138    Boring B1
          Uitgevoerd te : Knokke
          Bij : Landbouwer G. Adriaensens
          Voor : de Belgische Geologische Dienst
          Door : N.V. SMET-Db
          Datum : april-mei-juni 1980
          Topografische ligging opgetekend ter plaatse
          Boringsmethode : gestoken
          Totale diepte : 444m,90
          Maaiveld:        +4,915
          X :  78776
          Y : 226370


Volgnummer        Aard der grondlagen                         Diepte  m

          Monsters in zakjes genomen

          0.00 -  1.00 m
          Geelbruin fijn zand, iets silteus, humeuse kleibrok,
          schelpfragmentjes iets kalkhoudend                      1.00


          1.00 -  2.00 m
          Geelgrijze klei, gemengd met zeer fijn zand, struktuur
          is verloren bij het boren, broze schelpjes, veel
          sporen van sterke doorgroeiing. Zeer veel kalk          2.00


          2.00 -  3.00 m
          Bleek grijs geel mm tot fijn zand, veel fijn
          schelpgruis, enkele schelpfragmentjes, kalk             3.00


          3.00 -  4.00 m
          Bleekgrijs fijn homogeen iets silteus zand, weinig
          kalk, zeer fijn schelpgruis                             4.00


          4.00 -  5.00 m
          Bleekgrijs mm tot fijn zand, fijn schelpgruis, kalk     5.00


          5.00 -  6.00 m (0.85 m)
1         Grijs mm zand, enkele bruingrijze kleibrokjes, talrijke
          kleine schelpfragmentjes (geleidelijke overgang)        5.45

2         Bruingrijs schelpenmateriaal, bestaande uit weinig mm
          zand, gebroken schelpen. Naar de basis toe komen
          volledige schelpen voor, keien aan de basis (doorsnede
          tot 8 cm) Onderste grens is scherp, erosief (De hele
          schelpen = Spisula sp; de schelpfragmenten afkomstig    5.82
          van vnl. Cardium, Donax, Mytilus, Cardita, Ostrea

3         Grijs mm tot fijn zand, cm-gelaagd met silteuse
          kleilagen waarin organisch materiaal (fijne detritus)
          ook gelaagd in voorkomt.
          Sporadisch fijn schelpgruis in het zand. Kalk           6.00


          6.00 -  7.00 m (1.05 m)
4         Zelfde schelpenmateriaal als nr 2 (heel waarschijnlijk
          ingevallen])                                            6.17

5         Grijs mm tot fijn zand met talrijke kleilaagjes en
          kleilenzen (van 1 cm tot 4 cm dikte) meestal cm-gelaagd
          scheef. In de klei : venig materiaal(detritus)
          eveneens gelaagd vanaf 7.70 : meer en dikkere kleilagen 7.00
          (typische 'gemengd wad facies' SlS) kalk


          7.00 -  8.00 m (1.03 m)
          Ingevallen schelprijk materiaal (idem 2)                7.14
6         Grijs fijn silteus zand, enkele dunne, iets scheef
          gelaagde kleilaagjes (0.5 cm dik)                       7.60

7         Grijs fijn silteus zand, cm gelaagd met kleilagen
          waarin venig materiaal (detritus) gelaagd in voorkomt   7.87
          1 kleine Donax en Cardium in zand, veel kalk

8         Grijs mm tot fijn zand silteus zand (Swa) homogeen,
          kalk                                                    8.00


          8.00 -  9.00 m (1.00 m)
          Ingevallen schelprijk materiaal                         8.22
9         Grijs fijn silteus zand, cm-gelaagd met dunne
          kleilagen waarin venig materiaal (detritus) ook
          gelaagd , kalk                                          8.60

10        Grijs silteus fijn zand, sporadisch enkele dunne
          kleilaagjes (golvend, uitwiggend, kleine flaser
          strukturen) kalk                                        9.00


          9.00 - 10.00 (1.00 m)
          (ingevallen schelpenmateriaal in klei)                  9.20
11        Idem als nr 10; kleilaagjes ongeveer om de 10 cm
          Tussen 9.72-9.77 : enkele laagjes (mm-), iets grover
          zand met Cardium schelp                                10.00


          10.00 - 11.00 (1.00 m)
          (ingevallen schelpen in klei)                          10.05
12        Idem nr 10                                             10.10

13        Grijs silteus fijn zand met talrijke onregelmatige
          kleilagen (± 1 cm dik) cm-gelaagd. Venig
          materiaal in de klei (SlS) Kalk                        10.88

14        Grijs mm tot fijn zand, weinig silteus, onregelmatige
          kleilagen en -brokjes vnl. aan de top, venig materiaal
          in de klei; kalk                                       11.00


          11.00 - 12.00 m (1.00 m)
15        Onregelmatig kleipakket met enkele schelpen (Spisula en
          fragment geremanieerde tertiaire schelp). Ingevallen ? 11.10

16        Idem als 14                                            11.35

17        Grijs fijn zand, silteus, enkele kleilaagjes (2 cm) aan
          de top. Vanaf 11.50 m : nog slechts enkele kleibrokjes,
          en kleilensjes scheef gelaagd, sporadisch veenbrokjes
          in zand                                                12.00


          12.00 - 13.00 m (1.17 m)
18        Grijs mm zand, silteus, kleilagen (tot 2 cm dik),
          kleilensjes venige kleibandjes, Cardiumschelpje op
          12.00 m, minder kleilensjes naar de basis toe, kalk    12.72

19        Grijze zachte ongeconsolideerde klei, gemengd met zand
          talrijke schelpfragmenten (van o.a. Cardium, Mytilus);
          1 enkele zandsteenfragment                             13.00


          13.00 - 14.00 m (1.00 m)
          grote silex kei aan top
20        Afwisseling van grijs silteus mm zand waarin
          schelpgruis met kleilagen (dunne laagjes klei (0.5 cm)
          die grotere zones vormen (tot 6 cm), sporadisch venig
          materiaal (detritus) ook gelaagd, meestal in de klei;
          alles is cm- en scheef gelaagd                         13.85

21        Grijs mm zand, silteus; zone van kleibrokjes met
          schelpfragmentjes op 13.90 - 13.93, kalk               14.00


          14.00 - 15.00 m (1.20 m)
22        Grijs mm tot fijn silteus zand waarin schelpgruis en
          enkele scheefgelaagde kleilenzen. Aan top en basis
          kleilaag (6 cm dik). Talrijke Spisula elliptica aan top
          (kleintjes vnl.)                                       14.19

23        Grijs mm zand, heterogeen, talrijke kleine
          schelpfragmentjes; kleibrokjes met grotere
          schelpfragmenten in zone geconcentreerd op 14.32-14.35;
          kleilenzen (1 cm) in zone van 14.40-14.48              14.55

24        Grijze regelmatige afwisseling (cm gelaagd) van fijn
          silteus zand waarin schelpgruis) met silteuse
          kleilaagjes (waarin venig materiaal) (detritus)
          verdeeld in voorkomt) meer venig materiaal naar de
          basis waar het gelaagd is.                             14.75

25        Grijs mm zand gemengd met kleibrokken en -lenzen,
          talrijke schelpfragmenten, veenbrokjes en grote
          veenbrok aan top (erosieniveau)                        14.95

26        Grijze silteuse klei met zandlensjes en zandlaagjes
          (mm gelaagd) helemaal aan de basis zandlens met zeer
          veel schelpfragmenten en schelp (o.a. Spisula elliptia,
          Mytilus, Cardium, e.a.) Kalk                           15.00


          15.00 - 16.00 (1.20 m)
27        Grijze afwisseling (zones van ± 10cm dikte) van
          mm zand waarin schelpenfragmenten, schelpen,
          schelpgruis, gerolde platte keien (doorsnede 1 cm) en
          3 cm, kleibrokken en diffeuse scheve kleilaagjes
          (= energieke zones)   grote kei op 15.47, enkele
          zandsteenfragmenten, sporadisch veenbrok met -zones van
          cm-gelaagd silteuse klei en zand, dikwijls venig
          materiaal (grove detritus) aan basis van de kleilaagjes
          Fijne detritus in de klei. Overal veel kalk. Schelpen
          verzameld op 15.35 en 15.50 m                          16.00


          16.00 - 17.00 m (1.20 m)
28        Idem als 27                                            16.35

29        Grijs mm zand met kleilaagjes en -lenzen die ± 1 cm
          dik zijn. Zones van iets grover materiaal waarin ook
          venig materiaal (grove detritus) gelaagd en waarin ook
          schelpfragmentjes
          Kleiige zone (diffeus gelaagd met zandlaagjes) op
          16.90-17.00
          Kei op 16.80 (doorsnede 2 cm, plat gerold)
          Schelp op 16.85 (Corbicula ? monster)                  17.00


          17.00 - 18.00 (0.80 m)
          (ingevallen blubber met schelpen)                      17.30
30        Idem als 29, concentratie van zeer veel kleine platte
          gerolde keitjes en grove kwartskorrels in grovere zone
          op 17.50 m. Duidelijke, maar geen scheve ondergrens    17.60

31        Grijs mm zand diffeus met grover zandlaagjes waarin
          grove kwartskorrels en schelpgruis. Kleizones (eveneens
          gelaagd met zandlaagjes) op 17.65 en 17.97. Veenbrok op
          17.83. Sporadisch schelpfragmenten. Concentraties van
          kleine keitjes (doorsnede 0.5 cm, gerold) in laagje op
          17.95 m                                                18.00


          18.00 - 19.00 (1.10 m)
32        Grijs mm tot 1/2 grof zand naar de basis grover met
          zeer veel schelpfragmenten en schelpen en gerolde keien
          (doorsnede Tot 5 cm) (Cardita, Ostrea, gastropoden,
          Cardium)                                               18.15

33        Grijs mm zand, diffeus gelaagd met iets grovere zones
          waarin veel schelpgruis en grovere korrels. Sporadisch
          kleilensjes. Graduele overgang.                        18.35

34        Grijs mm tot 1/2 grof zand, heterogeen. Zeer veel
          schelpgruis. Veel schelpfragmenten (Cardium, Mytilus,
          Ostrea, Pecten (=6 cm), Macoma, Spicula, Donax,
          Corbicula (?) e.a.) enkele grote kwartskorrels
          (doorsnede 1 cm), enkele gerolde keien (doorsnede 2 cm).
          Kleilagen (3 cm dik) op 18.45, 18.85 en 18.95          19.00
          (schelpenmonster genomen van 18.45-18.70)


          19.00 - 20.00 m (1.10 m)
35        Idem (schelpenmonster genomen)                         19.07

36        Bleekgrijs mm zand, diffeus scheef gelaagd met iets
          grover zandzones waarin veel kleine schelpfragmenten
          Donkergrijze (gereduceerd) kleilagen in zones (cm-
          gelaagd) op 19.20, 19.50; 19.62, 19.72.
          Sporadisch 1 grote Cardium. Graduele overgang          19.78

37        Grijs mm zand met onregelmatige en meestal scheve
          kleilagen en -lenzen (ongeveer 1 cm dik). Kleine
          venige brokjes in de klei (2 mm). Fijn schelpgruis in
          zand                                                   20.00


          20.00 - 21.00 m (0.83 m)
38        Fijn schelpenmateriaal gemengd met 1/2 grof zand aan
          de basis grote schelpfragmenten (ingevallen])          20.40

39        Donkergrijs mm zand met fijn schelpgruis afwisselend
          met kleizones (5 cm) (silteuse klei; gelaagd,
          cm-gelaagd onregelmatig. Duidelijke ondergrens         20.81

40        Bleekgrijs mm zand, fijn schelpgruis, geen strukturen  21.00


          21.00 - 22.00 m (0.96 m)
41        Idem als nr 40 met kleizone op 21.18-21.25 waarin
          talrijke Spicula en Cardium                            21.45

42        Grijs mm zand waarin diffeuse scheve gelaagdheid;
          kleilenzen en -laagjes (1 cm dik) om de ± 5 cm         22.00


          22.00 - 23.00 m (1.10 m)
43        Idem als 42, kleizone waarin talrijke schelpfragmenten
          en gerold keitje (2 cm) aan de basis op 22.00-22.10,
          een kleiige zone gelaagd met zand op 22.47-22.54       22.80
          Venige brok op 22.70

44        Grijze silteuse klei, gelaagd. Organisch materiaal
          (fijne detritus) in de klei verdeeld en eveneens
          gelaagd (mm). Enkele laagjes fijn silteus zand (mm)
          vanaf 22.90                                            23.00


          23.00 - 24.00 m (1.10 m)
45        Grijs mm tot 1/2 grof zand, heteromorf met enkele
          kleine keitjes en veel schelpfragmentjes (ingevallen?) 23.20

44        Grijze silteuse klei, onregelmatig gelaagd met dunne
          laagjes middelmatig zand waarin fijn schelpgruis.
          Af en toe venig materiaal (fijne detritus) in de klei
          en enkele venige brokjes, ook gelaagd (een enkele
          Macoma baltica in de klei)                             23.45

45        Afwisseling (cm-gelaagd) van -donkergrijze silteuse
          klei waarin af en toe dunne laagjes fijn silteus zand,
          scheef gelaagd en venig materiaal (fijne detritus) met
                                          - bleekgrijs mm zand
          waarin grove korrels en kleine keitjes (0.5 cm) en veel
          schelpfragmentjes                                      24.00


          24.00 - 25.00 m (0.95 m)
46        Onregelmatige kleibrok gemengd met zand en schelpen    24.05

47        Idem als 45                                            24.62

48        Bleekgrijs mm tot 1/2 grof zand met zeer veel grove
          korrels (vnl. kwarts), kleine zwarte keitjes (1 cm)
          (fosfaat keitjes ?) meestal gerold en zeer veel
          kleine schelpfragmentjes en schelpgruis en enkele
          kleine Cardium. Af en toe kleiiger zones. Een enkele
          veenbrok Aan de top enkele grotere keien (4 cm). Grote
          haaitand (3 cm)                                        24.85


          25.00 - 26.00 m (0.83 m)
          Donkergrijs mm zand (vnl. Kwarts) met zeer veel
          schelpgruis (in feite 'schelpenzand') geen struktuur   26.00


          Monsters in plastieke zakjes van 26.00 - 31.00 m

          26.00 - 27.00 m
          Idem                                                   27.00


          27.00 - 28.00 m
          Idem, zand wordt iets fijner                           28.00


          28.00 - 29.00 m
          Idem                                                   29.00


          29.00 - 30.00 m
          Groenachtig grijs sterk kleiig zand (tot zandige klei)
          met veel schelpfragmenten, grove korrels en kleine
          keitjes.
          Zeer heterogeen monster                                30.00


          30.00 - 30.80 m
          Groenachtige grijze plastische klei met veel kleine
          keitjes (meestal plat gerold) o.a. silex, nog enkele
          schelpfragmenten.
          Klei zelf is kalkloos.                                 31.00


Vanaf 30.80 m : Gestoken                                 Diepte monsters

          31.00 - 32.00 m (ontbreekt)  
                    

          32.00 - 33.00 m (0.50 m)
          Geroerd staal
          Groengrijze zeer zandige klei


          33.00 - 34.00 m (0.60 m)
          Groengrijs gehomogeniseerd kleirijk fijn zand, met nog
          vage sporen van laminatie; kalkloos, glimmerrijk       33.80


          34.00 - 35.00 m (0.95 m)
          Groengrijs onvolledig gehomogeniseerd kleirijk fijn    34,35
          zand, met onregelmatige blekere vlekken, plaatselijk   34.80
          sporen van laminatie, geen kalk
          op 0.35 : 2 cm lange pyrietconcretie


          30.80 - 31.00 m (0.20 m)
          Groengrijze stijve tot zeer stijve klei: met beige
          siltige nestjes (kleiner dan 1 cm) en ook zwarte
          stippen; kalkloos                                      30.90


          35.00 - 36.00 m (0.95 m)
          0.05-0.40 : zelfde onvolledig gehomogeniseerd minder   35.35

          kleirijk zand, met kleine witte (bioturbate) vlekjes,  35.80
          op 0.20 een schuin liggend 15 cm lange brok kleirijk
          zand, geen kalk                                 35.40- 35.65*

          op 0.35 m : een donkerbruine humeuze of pyrieth. vlek.
          0.40-0.65 : groengrijze plastische klei met een achttal
          boorgaten (enclaves) opgevuld met zelfde fijn silteus
          zand (doormeter boorgaten 1,5 à 2,5 cm), waaronder een
          horizontaal; het bovenvlak van de klei is onregelmatig;
          een dunne (doorsnede 0,5 cm) vertikale 18 cm lange boorgang
          vanaf 0.40.
          0.65-1.00 m : zelfde grijsgroene vaste klei met
          plaatselijk talrijke kleine fijnzandige vlekjes, met
          onderaan enkele grotere zandige vlekken, geen kalk.


          36.00 - 37.00 m (1.05 m)
          0.00 - 0.10 : zelfde klei met enkele fijne zandige
                        vlekjes
          0.10 - 0.20 : oorspronkelijk fijn gelamineerde         36.30
                        afwisseling van klei en zandlaagjes,     36.80
                        gedeeltelijk gehomogeniseerd
          0.20 - 0.55 : licht groen-grijs zeer fijn siltig zand,
                        gevlekt door bioturbatie
          0.55 - 0.80 : grijsgroen fijn kleirijk sterk
                        gehomogeniseerd zand, met bioturbatie
                        vlekjes
          0.80 - 1.00 : idem, zeer kleirijk tot zandige klei,
                        geen kalk, doch onderaan een sterk
                        verweerde broze schelp.


          37.00 - 38.00 m ( 1.00 m)
          0.00 - 0.10 : idem, zandige klei, zand in nestjes
          0.10 - 0.12 : licht groengrijs (vaalgroen) fijn siltig
                        zand                                     37.50
          0.12 - 1.00 : vette massieve klei, met heel fijne
                        pyriet naaldjes (opgevulde boorgaatjes),
                        en mm grote spikkeltjes van bioturbatie
                        (siltvlekjes)


          38.00 - 39.00 m (1.00 m)
          Zelfde vette klei, bovenaan een boorgat (doorsnede 1cm)
          opgevuld met kleirijk zand                             38.50
          Onderaan een boorgat (doorsnede 2 cm tot 2,5 cm)
          opgevuld met zelfde klei, lengte 15 cm                 38.95
          van 0.90 tot onderaan een heel steilstaand glijvak
          geen kalk


          39.00 - 40.00 m ( 1.00 m)
          Idem, geen kalk, glijvlak bovenaan                     39.50


          40.00 - 41.00 m (1.00 m)
          Idem, met heel fijne nauwelijks merkbare bioturbaties,
          + boorgang van 5 cm; heel fijn zwarte stipjes
          (pyriet ?);                                            40.50
          aan 0.95 m : pyrietbol.


          41.00 - 42.00 m (1.00 m)
          Idem met op 0.40 : nestjes vermiculaties, gedeeltelijk
          gepyritiseerd; 2 snijdende steile glijvlakken op 0.65;
          onderaan steile en gebogen glijvlakken                 41.50


          42.00 - 43.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.35 : zelfde klei, geen kalk
          0.35 - 1.00 : zelfde klei, met fijne (mm grote)        42.50
                        bioturbaties; toenemend aantal naar onder
                        toe (= vermiculaties)
                        op 0.50 : pyrietbolletje          42.70 -43.00
                           0.70 : siltig bandje van 1 cm.


          43.00 - 44.00 m (1.00 m)
          Zelfde klei met zeer kleine bioturbate vlekken (steeds
          in groene klei) en enkele siltgevulde vermiculaties;
          kalkloos.
          Op 45 cm pyrietnodulle (ongeveer 1 cm) met overal vele
          zeer kleine pyrietbuisjes, naaldjes.


          44.00 - 45.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.60 : groene stijve vaste tot zeer vaste klei,
                        bijna homogeen, kleine zwarte stipjes
                        (pyriet)
          0.60 - 1.00 : idem, doch met zeer veel bioturbaties,
                        steeds in de klei (orde mm) waarvan vele 44.50
                        met een omringd met een uiterst dun 
                        filmpje pyriet                    44.60 -45.00*


          45.00 - 46.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.40 : zelfde stijve klei, met heel kleine
                        zwarte stipjes; van 0.23 tot 0.30 : een
                        schuin en gebogen laagje 1,5 cm dik,
                        donkerbruin en met enkele kleine
                        pyrietconcreties                         45.50
          0.40 - 0.80 : idem, doch veel meer zwarte stipjes, van
                        0.47 tot 0.52 : onduidelijk silteuze
                        vlekjes; op 0.68 en 0.75 :pyrietknolletjes
          0.80 - 1.00 : zelfde klei, doch met grote silteuze
                        zones en vlekken, waarvan enkele
                        duidelijk graafgangen zijn.


          46.00 - 47.00 m (0.40 m)
          Zelfde klei, fijne zwarte stipjes; op 0.90 een grotere
          zwartere pyriteuze vlek; enkele siltvlekjes onderaan   46.80
          (= vermiculaties)


          47.00 - 48.00m (1.00 m)
          0.00 - 0.25 : groene stijve klei, met fijne bioturbatie
                        en siltvlekken (D 3 cm) en siltiger
                        boorgaten (1.6 cm)
          0.25 - 0.32 : Zelfde klei met fijne bioturbatie        47.75
          0.32 - 0.48 : Zeer siltiger, zelfde klei
          0.48 - 0.50 : Fijn gelamineerd silt
          0.50 - 1.00 : Zelfde type van klei met zelfde siltige
                        bioturbatie en siltige vlekken.


          48.00 - 49.00 (1.00 m)
          0.00 - 0.10 : groene klei
          0.10 - 1.00 : zeer kleiig zand, groen, met nog sporen
                        van fijne kleilaminaties, bioturbaties naar
                        onderaan toe neemt het kleigehalte af - 
                        geen kalk                                 48.50
                        

          49.00 - 50.00 m (1.00 m)
          Zeer kleiig zand, grijsgroen,gedeeltelijk
          gehomogeniseerd, plaatselijk nog gelamineerd, in het
          zand is een oorspronkelijke                                 49.50
          afwisseling van klei en zand nog zichtbaar,geen kalk


          50.00 - 51.00 m (0.95 m)
          0.05 - 0.10 : contact van hetzelfde kleirijk zand met
                        groengrijze vette klei, enkele boorgaten een
                        pyrietconcretie in de onderste zandzone       50.50
          0.10 - 1.00 : groene vette klei, met slechts enkele
                        vermiculaties (bleke silteuze vlekjes)
          

          51.00 - 52.00 m (1.00m)
          0.00 - 0.15 : Idem
          0.15 - 0.80 : Idem, met belangrijke siltzones, waarvan
                        sommige duidelijk bioturbaties zijn                   

                        (tot max. 10cm)                               51.50
          0.80 - 1.00 : idem, met talrijke vermiculaties


          52.00 - 53.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.50 : zelfde vaste klei, met talrijke
                        lichter gekleurde silth. vlekjes 
                        (= vermiculaties)                             52.30
                        bovenaan, geconcentreerd in zone,
                        die naar onder toe afnemen                    52.60
          0.50 - 0.75 : Zelfde vaste klei, vrijwel geen
                        vermiculaties
          0.75 - 1.00 : zelfde klei met silteuze vlekjes, die
                        zeer talrijk zijn van 0.80 tot 0.85,
                        helemaal onderaan een laagje met heel veel 
                        heel fijne vermiculaties
          

          53.00 - 54.00 m (0.95 m)
          0.05 - 0.20 : zelfde klei, vrijwel homogeen
          0.20 - 0.40 : idem, met sporadisch vermiculaties
          0.40 - 0.80 : zelfde klei, met talrijke silteuze
                        bioturbate vlekken en pyrieth. zwarte stippen  53.50
          0.80 - 1.00 : zelfde klei met vermiculaties


          54.00 - 55.00 m (0.95 m)
          0.05 - 0.35 : zelfde vaste klei, met kleine fijn
                        zandige siltrijke vlekjes en pyriethoudende
                        vlekjes
          0.35 - 0.85 : zelfde vaste klei, met enkele vermiculaties     54.50
                        tussen 0.60 en 0.75 zijn ze zeer zeldzaam
          0.85 - 1.00 : zelfde klei met veel onregelmatige
                       (gebioturbeerd fijn zandige en silteuze zones


          55.00 - 56.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.50 : zelfde klei, met tamelijk veel fijnzandige
                        silteuze vlekjes, die naar onder toe geleidelijk
                        afnemen, en veel kleine zwarte vlekjes          55.50
          0.50 - 1.00 : zelfde homogene vaste klei, met nog
                        slechts enkele fijne vermiculaties,
                        die vanaf 0.80                                  
                        volledig afwezig zijn, enkel nog zwarte stipjes

          56.00 - 57.00 m (0.90 m)
          0.10 - 0.75 : zelfde zeer homogene grijsgroene vaste
                        klei op 0.30 een pyrietconcretie (3 cm lang),
                        enkel                                           56.50
                        fijne zwarte stipjes
          0.75 - 1.00 : idem met enkele zeldzame vermiculaties
                        samen met zeer talrijke doch heel fijne bioturbaties
                        in de klei (fijne iets lichter gekleurde vlekjes)
                        Van 0.30 tot 0.60 : een gebogen verlopende lijn
                        partieel gepyritiseerd.


          57.00 - 58.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.10 : zelfde klei, met vermiculaties
          0.10 - 0.20 : idem, doch met de heel fijne
                        bioturbaties in de klei, met soms een 
                        zwart randje (pyrietfilmpje)               57.50
          0.20 - 0.45 : homogene klei
          0.45 - 0.70 : idem, doch met heel fijne bioturbatie in
                        de klei,
          0.70 - 1.00 : homogene klei, enkele zwarte stijpes

          
          58.00 - 59.00 m (0.95 m.)
          zelfde klei, zeer homogeen, enkel zwarte
          pyrietstipjes - enkele                                 58.50
          glijvlakken, 45  helling


          59.00 - 60.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.30 : volledig homogene klei, nauwelijks enkele
                        zwarte stipjes
          0.30 - 0.45 : zelfde klei met kruipgangen, fijn zandig,
                        D ± 1 cm
          0.45 - 0.70 : homogene klei, op 0.50; 1 cm pyrietrijkere
                        zwartere zone
          0.70 - 1.00 : idem, meer duidelijke bioturbatie met  59.75-60.00
                        enkele bleke siltige bandjes met fossiele met         
                        afglijding; onderaan een gepyritiseerde
                        concretie, D 3,5 cm


          60.00 - 61.00 m (0.90 m)
          0.10 - 0.20 : zelfde klei, met de heel fijne
          0.20 - 1.00 : idem volledig homogeen
                        op 0.40 : sporen van vermiculaties
                        op 0.70 : 1 mm dikke siltstreek + nestje
                                  van gepyritiseerde vermiculaties      60.50
                        op 0.95 : een streek van pyriet
          van 0.60 tot 0.80 : terug een gebogen struktuur,
                              schijnbaar gepyritiseerd.


          61.00 - 62.00 m (0.90m)
          0.10 - 0.90 : zelfde homogene klei,lokaal vermiculaties
                        en zwartere zone op 0.30 met pyriet en 
                        siltstreken                                 61.50
                        met pyriet op 0.45
          0.90 - 1.00 : zelfde klei, fijn zandig en silt


          62.00 - 63.00 m (1.10 m)
          Homogene klei, met soms met siltige streek of
          bioturbatie zone, sporen van bioturbatie,
          pyrienaaldjes, bandjes met fijn verdeeld                  62.50
          pyriet; op 0.62 pyrietknollejes, tussen 0.75 en 0.85 :
          iets siltiger,kalkhoudend vanaf 0.40.



          63.00 - 64.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.60 : idem, op 0.40 grote pyrietknol
          0.60 - 0.85 : idem, meer fijne siltige bioturbaties      63.50
          0.85 - 1.00 : zelfde type van klei


          64.00 - 65.00 m (1.00 m)
          Groene stijve klei, compact, zeer vet homogeen op
          pyrietstreepjes                                          64.50*
          en vlekjes en enkele zeer dunne siltlamina              
          in de midden en onderaan kalkhoudend.

          
          65.00 - 66.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.40 : idem, lokaal licht kalkhoudend
          0.40 - 0.70 : toenemend siltgehalte en ook donkere
                        glauconiet                                   65.60*
          0.70 - 1.00 : toenemend donker glauconietgehalte,
                        tussen 0.90-1.00 zeer glauconietrijk,
                        lokaal kalkhoudend                           65.95*


          66.00 - 67.00 m (1.00m)
          zeer zandige klei met overvloedige donkergroene
          glauconietkorrels                                          66.60*
          tussen 0.45 en 0.80 : kleirijker (grijze klei) :
          vanaf 0.45 kalkhoudend                                     66.90*


          67.00 - 68.00 m (1.00 m)
          Idem, kalkhoudend : glauconiet soms in duidelijk
          bioturbate vlekken en gangen sommige zones
          kleirijker dan andere                                      67.50*


          68.00 - 69.00 m (1.00 m)
          Idem kalkhoudend, met kleine schelpjes naar onderen
          toe zeer kleirijk                                          68.50*


          69.00 - 70.00 m (1.00 m)
          zeer glauconietrijke groene siltige klei; bioturbate
          verdeling van silt en glauconiet; sterk kalkoudend;
          mollusken, klein                                            69.50*
          aanwezig (talrijker dan in 68-69 m)


          70.00 - 71.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.40 : idem
          0.40 - 0.80 : donkere glauconietrijke bioturbate
                        vlekken zijn meer uitgesproken (grote dan 1 cm).
                        op 0.50 : kleine pyrietnodule.
          0.80 - 0.90 : concretieachtige zeer kalkrijke wittere
                        zone                                          70.50*  
          0.90 - 1.00 : zeer zandige groene klei                      
                        alles schelphoudend, zeer kalkrijk


          71.00 - 72.00 m (1.00 m)
          0.40 :        bleekgrijze siltige klei met schelpenresten
          0.40 - 0.50 : donkergroene glauconietband met veel
                        schelpengruis(daarboven ook een kleine glauc.
                        fossiel zone)
          0.50 - 0.75 : terug siltige klei, kalkrijk                71.65*
          0.75 - 0.80 : concentratie schelpengruis
          0.80 - 0.95 : siltige, kalhoudende klei
basis Asse 0.95 - 1.00 : kleihoudend fijn zand met nummulieten
                        (Amusium ?),                                71.95*
                         mollusken fragmenten.


          72.00 - 73.00 m (1.00 m)
          Grijsgroen zeer fijn kleihoudend glauconiethoudend zand
          met zeer taltrijke zeer weke schelpenresten               72.50*
          op 72.10 m: haaietand, Striatolamia macrota
          talrijke gerolde zwarte Nummulites laevigatus


          73.00 - 74.00 m (i.00 m)
          Idem
          Naar onderen toe minder schelprijk,verschillende
          schelpen zijn dubbel                                     73.50*
          

          74.00 - 76.00 m (1 zakje)
          Idem + kalkzandsteenfragmenten                           74-76


          76.00 - 79.00 m (1 zakje)
          Kleibrokjes, grijsgroen met grintjes (naval) en
          schelpenfragmenten                                       76-79*


          79.00 - 80.00 m (1.00 m)
          Donkergroene fijne kleihoudende zanden;
          glaconiethoudend; sporadische schelpenresten: licht
          kalkhoudend; klei is soms in nauwelijks zichtbare
          vlekken verdeeld.                                        79.50*


          80.00 - 81.00 m (1.00 m)
          Idem, kalkhoudend                                        80.50*


          81.00 - 82.00 m (1.00 m)
          Idem als 73-74 cm; vooral de onderste 20 cm zeer
          schelprijk                                               81.50*


          82.00 - 83.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.70 m : idem als 72-73 m, grijze klei-houdend    82.50*
          0.70 - 1.00 m : minder schelpen


          83.00 - 84.00 m (1.00 m )
          zelfde kleihoudend bleekgrijs groen zand met veel
          schelpenresten; ook neiging tot kalkconcretievorming     83.50*


          84.00 - 85.00 m (1.00 m)
          Idem, iets minder schelpen naar onderen toe              84.50

          85.00 - 86.00 m (1.00 m)
          Idem, relatief weinig schelpen                           85.50


          86.00 - 87.00 m (0.95 m)
          Bovenaan gedeeltelijk gestoord.
          Idem met veel zeer broze schelpen, veel Ditrupa - 
          Zandsteen op 0.15                                        86.50


          87.00 - 88.00 m (0.95 m)
          Idem - met zeer veel schelpen en Ditrupa ook Cardium ?   87.50

          
          88.00 - 89.00 m (1.00 m)
          Idem, veel schelpen bovenaan, vermindert geleidelijk
          tot 0.35; vanaf 0.35, slechts heel weinig schelpen       88.50


          89.00 - 90.00 m (1.00 m)
          Grijs (groenig-blauw) kleiig fijn zand met laminaties
          fijn zand en vlekken fijn zand; gebioturbeerd;
          verspreide, zeer weke schelpensporen; met brokjes vrij
          zuivere klei (achteraf gebiotubeerd)                     89.50
          soms waar zandige vlekken, licht gecementeerde
          kalkhoudende zandsteen (vooral aan de top) met fijne
          glauconietkorrels kalkhoudend (enkel schelpjes)
          oxidatiekleur aan uiteinden.


          90.00 - 91.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.90 m : zelfde type sed.
                          met veempuntjes, (pyrietnodulletjes
                          (± 1 cm) naval?)                        90-90.50*
                                                                 
          0.90 - 1.00 m : Kleihoudend fijn zand, licht kalkhoudend


          91.00 - 92.00 m (0.95 m)
          zelfde sediment doch met opeenhoping van                Gespoelde
          schelpfragmentjes, o.a.veel gastropoden, enkele         schelpen
          dikwandige grotere mollusken, oesterachtigen,
          ditrupa.De fragmenten liggen als plaatjes horizontaal
          opeengehoopt.


          92.00 - 93.00 m (0.85 m)
          Lichtjes grover en minder kleirijk                       92.80
          sediment; iets minder talrijke schelpen , op 92.80m      92.50
          kalkzandsteen                                            92.80


          93.00 - 94.00 m (1.00 m)
          Idem sed., zeer talrijke schelpen horizontaal gepakt
          (stroom verplaatst                                    93.50-94*
          

          94.00 - 95.00 m (0.85 m)
          0.15 - 0.50 m : idem zandig                            94.40
                          tussen 0.35-0.50 kalkzandsteen         94.70
          0.50 - 1.00 m : sterk kleiig fijn zand grijs
                         (groen blauw) met schelpenfragmenten 
                         (turritella) zandige lenzen; veensports.

          
          95.00 - 96.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.22 m: groen fijn glauconiethoudend, zeer
                         licht kalkhoudend zand
          0.22 - 1.00 m : zelfde type zand gemengd met klei,
                          wellicht oorsprokelijk gelamineerd
                          nu dooreen -ten dele-                   95.10
                          gebioturbeerd; met schelpenresten;      95.60
                          Vaak zijn de schelpenresten zeer
                          sterk geconcentreerd in zandige laminae.


          96.00 - 97.00 m (1.00 m)
          Kleihoudend grijs (groen-blauw) fijn glauconietzand;
          de klei en het zand zijn oorpronkelijk gelamineerd
          afgezet doch nu                                         96.50
          praktisch volledig dooreen gebioturbeerd : wel nog
          enkele kleibrokjes; veel schelpenresten.


          97.00 - 98.00 m (1.00 m)
          Idem met                                                97.50
          tussen 67-77 : echte lumachelle ontwikkeling.


          98.00 - 99.00 m (0.50 m)
          Kleihoudend zeer fijn groen-blauwig grijs
          glauconiethoudend zand                                  98.60*
          met veel schelpenfragmenten, vaak dikwandige met de
          lamellen                                                98.85
          horizontaal gelaagd (stroomgesorteerd) en zeer sterk
          gealtereerd


          99.00 -100.00 m (1.00 m)
          Idem; de weke fossielen worden talrijker en
          verschillende nestjes                                   99.25*
          van kleinere fossielen met o.a. forminiferen worden
          duidelijk uitgesproken                                99.60-100*
          vooral Turritela sol., Venericardita


          100.00 -101.00 (ontbreekt) (zandsteen met schelpen :
          volgens boorverslag)


          101.00 - 102.00 (0.40 m)
          101.00 - 101.40 m : zelfde zand, doch veel minder
                              kleihoudend:                       101.25*
                              voorral dikwandige grote schelpen 
                             (resten) met ook o.a. Ditrupa, Ooestrea,


          102.00 - 103.00 m (ontbreekt totaal)


          103.00 - 104.00 m
          Zelfde type groen-blauwige grijs zand, zeer fijn,
          glauconiet- en                                            103.50*
          kleihoudend; de klei komt voor in zeer dune (enkele mm)
          lamelletjes (grijs), die nu helemaal gebioturbeerd
          zijn : kleibrokjes (lengteas horizontaal) Praktisch de
          enige fossielen zijn ditrupa's
          

          104.00 - 105.00 m (0.90 m)
          0.10 - 0.80 m : idem doch de kleilamellen -gebioturbeerd-
                          nemen toe in aantal en dikte (± 1 cm);    104.40*
                          de ditrupa's komen ook in stroomgelaagde
                          bandjes voor.
          0.80 - 1.00 m : donkergroene zeer fijne glauconietzanden
                          licht kleihoudend, met horizontale    104.60-105*
                          stroomlaagjes (orde mm); overgang P1d-P2 
                          op enkele cm


          105.00 - 106.00 m (1.00m)
          0.00 - 0.70 m : idem, zeer fijn gelamineerd (horizontaal)  105.30*
                          veel grote micaplaatjes; licht kalkhoudend
          0.70 - 0.95 m : bleek grijze vette klei

          Fig.

          De klei en het gelamineerde zand zijn licht kalkhoudend.
          De klei bevat bevat zeer veel glijvlakjes.


          106.00 -107.00 m (0.70 m)
          zelfde type zand: veel grote mica's; donkergroen fijn
          glauconietzand;                                        30-60*
          slechts zeer licht kleihoudend; licht kalkhoudend.
          Bovenaan sterk gelaagd
          (afsnijdende paketten in verschillende richtingen
          Naar onderen toe geleidelijk minder zichtbare
          laminaties
          op 50, 75 , 95 : ± 1 cm dikke vette bleek grijze
          kleilens


          107.00 -108.00 m (0.90 m)
          0.10 - 0.73 : 0.10-0.27 : sterk kleihoudend (bleekgrijs)
                                    zand; zand fijn glauconiethoudend,
                                    klei in fijne lamellen die 
                                    gebioturbeerd zijn en door stromingen     
                                    uiteengetrokken (ook kleine kleikeitjes)
                                    Onregelmatig aspect
                                    27-48 :  zand - gelamineerd
                                    48-73 :  kleiig; de kleilaminae zijn      
                                             dikker dan bovenaan en beter     
                                             bewaard doch lokale boorgangen
          0.73 - 1.00 m : gelamineerd glauconietzand
                          (tegenstelde richting pakketjes) met kleilamellen
                          (± 1 cm ) op 85 en 95 de kleilamellen vertonen ook
                          glijvlakjes.


          108.00 - 109.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.15 m : zeer fijn gelamineerd grijs kleirijk
                          fijn zand,glauconiethoudend met een    108.45*
                          1 cm dikke grijze kleilamel (5 cm)
          0.15 - 0.60 m : donkergroen gelamineerd fijn
                          glauconietzand, slechts zwak met versteningen       
                          silic.f.;kleihoudend met boven enkele ook
                          gebroken kleibandjes (zeer scherp); 
                          onderaan gebogen
          0.60 - 1.00 m : het zand neemt terug klei op en ook
                          sterkere aanwezigheid van kleilamellen 
                          (enkele cm dik) en gebroken kleibrokken,
                          + gebioturbeerd, tussen 70-80 vrij zuiver           
                          gelamineerd glauconietzand            108.50-100*


          109.00 -110.00 m (1.00 m)
          zelfde type glauconietzand, fijnkorrelig kleihoudend,
          met veel kleilamellen (kleiner dan 1 cm ) die gebroken
          en gebioturbeerd zijn : nu heterogeen aspect door verspreide        
          kleibrokjes                                           109.40
          Uitgesproken zanding : 18 - 28
                                 50 - 55
                                 61 - 65
                                 95 - 100


          110.00 - 111.00 m (1.00 m)
          Grijsgroen fijn glauconietzand, kleihoudend met
          meerdere kleilamellen (6) maximaal 1 cm dik; de
          kleilamellen zijn vaak gebioturbeerd, geerodeerd
          of gebroken door turbulentie; kalkhoudend         110.50*
          Het zand vertoont tendens tot verstenen.


          111.00 - 112.00 m (1.10 m)
          Idem doch de kleilamellen zijn veel meer
          gebroken, gebioturbeerd en verspreid; enkel op
          20-25 is er een gelamineerd (eroderend)           111.30*
          vrij zuiver zandpakketje aanwezig; met
          uitgesproken verstening tussen 30-60 cm           111.80*


          112.00 - 113.00 m (1.00 m)
          Idem, op 45 cm een 2 cm dikke bleek grijze klei   112.35*
                op 80 cm een viertal dunne doorlopende
                kleilaagjes
                op 55 : 2 eigenaardige +/- concentretische
                        klei - donker (vooral aan de rand)
                        glauconietzand (mm orde)
                        bioturbage strukturen, verbonden door een
                        graafgang. Verstenigingsneiging     112.50-112.80*


          113.00 - 114.00 m (1.00 m)
          (20-45: gestoord)
          zelfde type grijs (blauw-groen) zeer fijn         113.75*
          kleirijk zand met de klei in brokjes verspreid
          en vermengd in het zand; oorspronkelijk
          kleilamellen
          licht kalkhoudend.
          op 60: uitgesproken verstening (Si)


          114.00 - 115.00 m (1.00 m)
          Zeer kleirijk fijn groenig grijs zand: de klei is
          volledig doorheen het zand verspreid, afkomstig van
          originele kleilamellen; venige sporen.
          5 & 82 : 2 cm dikke grijze klei
          op 40 : zandsteen
          De strukturen van het zand -kleimengsel geeft       55-85*
          een zeer onregelmatige indruk en fijne klei/zand
          afwisselingen zitten vaak volledig rond gebogen
          zodat het onderscheid tussen convoluted bed-strukturen
          en bioturbaties zeer onduidelijk wordt.


          115.00 - 116.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.50 m : zeer kleirijk fijn groenig grijs
                          zand idem als daarboven; de
                          oorspronkelijke kleilamellen
                          zijn vaak nog herkenbaar doch        25*
                          meestal fel mechanisch en biologisch
                          verstoord; de zandiger gedeelten zijn
                          zeer fijn gelamineerd.
          0.50 - 0.80 m:  idem met inbreng van grovere korrels
                          kwarts, glauconiet.                  65*
          0.80 - 1.00 m:  steeds meer grof sediment            90*


          116.00 - 117.00 m (80% zandsteen volgens boorverslag)


          117.00 - 118.00 m (1.00 m)
          Grof slecht gesorteerd glauconietzand                20*
          groening grijs
          zandstenen (15-30) die fijne bioturbaties versteend
          hebben bleke bioturbate vlekken
          en bleke kleibrokjes (gelokaliseerd)                 75*


          118.00 - 119.00 m (1.00 m)
          Zelfde heteromorf groengrijs glauconietzand met
          bleke kakibruine kleiplakjes; deze klei is dikker
          ontwikkeld tussen 25 en 30 cm                        50*
          In de midden zeer grof, zeer heteromorf.
          Onderaan zeer donker door glauconiet. Bioturbate
          vlekken.
          Grote roze kwartsen.


          119.00 - 120.00 m (0.70 m)
          Idem, naar onder toe iets fijner                       80*
          kalkhoudend


          120.00 - 121.00 m (0.90 m)
          0.00 - 0.90 m: zelfde type zand, middelgrof met bleke
                         kleiplakjes en bioturbate vlekjes       50*
          0.90 - 1.00 m: iets fijner en kleirijker               95*


          121.00 - 122.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.48 m : idem
          0.48 - 0.53 m : bleekgrijze slappe klei met een
                          bioturbate vlek gevuld met             20*
                          glauconietkleurig zand
          0.53 - 0.80 m : terug zelfde zand met op 60 cm venige
                          kleibandje                             90*
                          op 80 cm kleilensfragmentje
          0.80 - 1.00 m : iets donkerdergroen en fijner neiging
                          tot verstening.
                          met schelp - Ditrupa.


          122.00 - 123.00 m (1.00 m)
          Fijn grijs kleirijk zand, glauconiethoudend, kalkrijk,
          schelpenresten verspreid                               50*
          Lensjes gewassen zand en ook kleilensjes licht verhard.


          123.00 - 124.00 m (1.00 m)
          - zeer kleirijk sediment, kalkrijk; de oorspronkelijke
            klei/zand verdeling is erg verstoord door
            bioturbaties
          - de bioturbate vlekken + zandlensjes zijn vrij zuiver
            gewassen zand                                        50
          - zand is middelmatig fijn en glauconiethoudend
          - veenstippeltjes op 15.


          124.00 - 125.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.35 m : idem met versteningen                  20*
          0.35 - 1.00 m : zeer silteuse klei met schelpenresten,
                          kalkrijk, bioturbaties; witte
                          siltstreken                            70*slijp-
                          bioturbatie zandvlekken                75*plaatje
                          

          125.00 - 126.00 m
          Silteuse klei, veel bioturbate silteuse vlekken        50*
          Witte siltstreken en vlekken kalkrijk, schelpenresten
          Bovenaan een gewassen glauconietzandlensje venige vlekjes
          Op 20 : verstening, gepyritiseerde sponsspicula (zwarte
                  streepjes).


          126.00 - 127.00 m (0.95 m)
          Siltige grijze klei; kalkrijk; de silt zit voornamelijk
          geconcentreerd in bioturbate vlekken; met glauconiet.
          Er zijn ook bioturbaties en ook wel laminae bestaande
          uit fijn gewassen kwarts + glauconiet zand. Ook witte
          silt streken komen voor.
          Verschillende kleinere versteningskernen komen voor
          i.v.m. zand, fossielen.                                50*
          Ditrupa; nestje fijn sterk schelpgruis (enkele cm)
          veenvlekken.


          127.00 - 128.00 (1.00 m)
          Idem                                                   50*
          Met uitgesproken versteningen : 20, 55, 70. Verspreid
          fossielresten en fossielen.


          128.00 - 129.00 m (1.10 m)
          Idem
          Verstening 45, 75 (met fossielen) - Turritella soland. 50*


          129.00 - 130.00 m (1.00 m)
          Idem met uitgesproken versteningen                     50*
          over vrijwel gans de lengte Leda striata?


          130.00 - 131.00 m (1.00 m)
          Idem : vrijwel volledig versteend                    0-45*
          onderaan goed bewaarde mollusken                       70*


          131.00 - 132.00 m (0.90 m)
          Idem                                                   50*



          132.00 - 133.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.40 m : zeer kleirijk fijn groengrijs
                          glauconiethoudend zand; matig versteend,
                          met mollusken
          0.40 - 1.00 m : idem type zeer kleirijk zand,
                          verspreide fossielresten
                          (stroomgesorteerd op 95 cm?)           50*
                          venige kleilaminae
                          bioturbate vlekken, wit en kwarts-glauc.
                          type kleine kleibrokjes (mm)


          133.00 - 134.00 m (1.05 m)
          Zeer vette groengrijze klei met weinige uiterst fijne
          witte siltvoegen (ongeveer draadjes); zeer veel        50*
          glijvlakjes; kalkloos


          134.00 - 135.00 m (0.85 m)
          Idem                                                   60*


          135.00 - 136.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.20 m : idem
          0.20 - 0.30 m : idem, overgangszone met bioturbaties   0*-60*
                          (ongeveer 0,5 cm) gevuld met
                          kleihoudend fijn glauconietzand
          0.30 - 0.42 m : zeer kleirijk fijn groen glauconietzand
                          met zeer veel kleine kleibrokjes, met
                          veenstreekjes
          0.42 - 0.44 m : kleibandje met bioturbaties aan boven
                          en onderzijde
          0.44 - 0.55 m : zelfde als 30-42
          0.55 - 1.00 m : fijn groen kleihoudend glauconietzand;   80*
                          kalkloos enkele bioturbate en kleivlekken.


          136.00 - 137.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.05 m : idem als 135.55-136
          0.05 - 0.35 m : zelfde zand maar met naar de basis toe
                          steeds dikkere kleilamellen
                          intercalaties (mm top -> cm basis). De
                          kleilamellen zijn door bioturbaties
                          verstoord en misschien ook wel
                          mechanisch uiteengetrokken tot ze
                          bovenaan het aspect van kleikei
                          horizontjes verkrijgen
          0.35 - 0.60 m : idem maar de kleilamellen zijn zeer
                          vaag geworden                         0*- 70*
          0.60 - 1.00 m : voornamelijk zand met blekere
                          bioturbate vlekken (orde cm) en
                          verspreide kleivlekken               70*-1.00*


          137.00 - 138.00 m (1.00 m)
          Groengrijs glauconietzand, fijn met grijze klei.
          De klei is onregelmatig verdeeld; ze was origineel als
          laminae afgezet. Men vindt deze nu enkel onvolkomen  30*-60*
          terug doordat bioturbaties en ook zandstromingen de
          kleilamellen afbreken en als kleikeien transporteren.   80*
          Korrels met veen coating ?


          138.00 - 139.00 m (1.05 m)
          Kalkloos
          (0-5 idem)?
          0.05 - 0.30 m : groen fijn glauconietzand met kleilamellen
                        op 10 en 15 cm; tussen 15 en           0*-30*
                        30 cm fijn gelamineerd zand 2 erorderende
                        pakketten.
          0.30 - 1.00 m : idem als 137-138
                          maar grotere bleke bioturbate vlekken. 50*-80*


          139.00 - 140.00 m (1.00 m)
          - zeer silteuse en fijnzandige klei
          - kalkloos
          - enkele veensporen                                    50*
          - met bioturbate vlekjes (ongeveer 0,5 cm) met zeer
            fijn, gewassen wit glauconietzand erin met kleibrokjes


          140.00 - 141.00 m (1.05 m)
          0.00 - 0.52 m : idem maar met de ontwikkeling van
                          grotere zandvlekken; wit fijn gewassen
                          glauconietzand (groenig grijs) is
                          gelamineerd en heeft een erosieve basis 20*
          0.52 - 0.57 m : kleibandje
          0.57 - 0.65 m : hoofdzakelijk fijn gelamineerd zand
                          afwisselend met kleilamellen         50*-100*
          0.65 - 0.80 m : voornamelijk klei
          0.80            gelamineerde zandlens
          0.80 - 1.00 m : klei die naar onderen zandiger wordt.


          141.00 - 142.00 (1.00 m)
          0.00 - 0.10 m : klei afwisselend met fijne zandlaagjes
          0.10 - 0.13 m : zeer fijn glauconietzandlens aan de
                          basis eroderend (maakt kleilamellen los)
          0.13 - 0.32 m : erg gebioturbeerde klei
          0.32 - 0.40 m : klei met een paar bioturbaties (glauc.
                          zand)
          0.40 - 0.48 m : fijn gelamineerd zeer fijn
                          glauconietzand met eroderende basis
          0.48 - 0.52 m : kleiband
          0.52 - 0.72 m : zelfde type zand, doch zonder laminaties 60*
          0.72 - 0.80 m : afwisselend klei-zand, regelmaat verstoord
          0.80 - 1.00 m : vrij zware klei met graafgang in de top
                          en rond 90 flaser type achtige      75*-100*
                          zandlensjes.


          142.00 - 143.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.10 m : idem, zware klei
          0.10 - 1.00 m : groenig grijze silteuse klei
                          kalkloos; glauconiet
                          enkele veensporen                        50*
                          met enkele bioturbate vlekken (1-2 cm)
                          en fijnzandige lamellen; met
                          kleivlekken.


          143.00 - 144.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.10 m : zware klei met een zandlens die ze aan
                          de top erg insnijdt
          0.10 - 0.17 m : bleekgrijs kleiig zand dat in erosief
                          kontakt staat met onderliggend       15*-45*
          0.17 - 0.53 m : groen gelamineerd glauconiet zand,
                          fijn korrelig, met versteningen en
                          tussen 20 en 40 verschillende
                          kleibandjes.                             90*
          0.53 - 0.60 m : klei en zand, onregelmatig gebiotureerd
          0.60 - 1.00 m : fijn kleirijk glauconiet zand met
                          versteningen groen grijs (75 cm)


          144.00 - 145.00 m (1.00 m) Kalkvrij
          0.00 - 0.65 m : grijze klei met veel kleine (mm) witte
                          silt bioturbaties en enkele
                          gelamineerde witte siltlensjes
                          (ongeveer 1 cm dik, ongeveer 2 cm lang)  50*
          0.65 - 1.00 m : homogenere klei (d.w.z. minder
                          bioturbaties)


          145.00 - 146.00 m (1.00 m) Kalkvrij
          Zelfde type vrij compacte klei                           50*
          zelfde type bioturbaties op 70 cm verschillende ronde
          (enkele mm diameter) zwarte vlekjes met zeer kleine
          pyrietnaaldkristalletjes


          146.00 - 147.00 m (1.00 m)
          Zelfde type intense fijn gebioturbeerde groenig grijze
          klei, met ook gelamineerde fijn zand en silt laminae    50*
          die soms duidelijk eroderend werken                85*-100*
          Ook op 75 zwarte plekjes + pyriet


          147.00 - 148.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.55 m : idem fel gebioturbeerd                  50*
          0.55 - 1.00 m : minder bioturbaties, vrij compacte
                          zware klei op 80 - zwarte
                          pyrietstreepjes.


          148.00 - 149.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.45 m : gebioturbeerde, met erosieve laminae  35-55*
                          schuin contact (breukje, erosief?)
          0.45 - 1.00 m : vette groengrijze klei
                          (met verbrokkelde struktuur -
                          glijvlakken)


          149.00 - 150.00 m (1.00 m) duidelijk gezwollen (deksel indruk)
          Groengrijze vette klei, bovenaan licht en fijn
          gebioturbeerd met ook erosieve laminae.             10*-20*
          De vette klei heeft een brokkelige struktuur (brokjes
          ongeveer 1 cm of kleiner dan 1 cm) die zeer duidelijk
          tot uiting komt door de oxidatie langs de voegen (soms
          breksies type + pyriet glijvlakken                 70*- 80*


          150.00 - 151.00 m (1.00 m)
          Groengrijze compacte klei
          de ganse klei is doorspekt met fenomenen die wijzen op
          een vrij grote bodem turbulentie
          - bandjes zeer kleine kleikeitjes                   10*-75*
          - erosieve laminae (geel type)
          - uitschuinen van kleine klifjes
          - slump bankjes ?
          - breksiesachtige, brokkelige struktuur
          siltplekjes
          de kleine bankjes zijn niet onmiddellijk toe te
          schrijven aan glijvlakjes (diagn.) of zijn genetische
          slumping zeer licht kalkhoudend.
          De grovere laminae zijn gepyritiseerd.


          151.00 - 152.00 m (1.00 m)
          Zelfde type klei; met enkele laminae (1 mm tot 5 mm)
          silt volledig geperturbeerd en nu in feite opstapeling
          van kleikeitjes.                                     20*-30*
          De laminae zijn soms erosief, soms licht verschoven
          door klein breukje                                  30*-100*


          152.00 - 153.00 m (1.00 m)
          Zelfde compacte klei met siltlaminae                20*-80*
          de opbreking van de klei in kleikeien is ritmisch;
          ongeveer 2 cm keien, ongeveer 3 cm klei, ongeveer
          2 cm keien...
          glijvlakken


          153.00 - 154.00 m (1.00 m)
          Groengrijze klei, zelfde type, vet met lamellen brokjes
          klei, kleikeitjes, praktisch volledig omgewoeld :
          pyrietstreekjes die strukturen omgeven.                50*


          154.00 - 155.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.20 m idem met zeer grote brokken aan de basis
                        klei conglomeraat type : zandiger cement
                                                              0*-40*
          0.20 - 1.00 m groengrijze compacte vette klei homogeen
                        op enkele witte siltlaminae en       60- 65
                        siltbioturbatie vlekjes na.              75*
                        kalkloos
                        veel gebroken glijvlakken
                        gepyritiseerde mollusken - Corbula
                                                 - Oestrea ?


          155.00 - 156.00 m (1.00 m)
          Groen grijze vette klei die geleidelijk terug      30*-60*
          kleikeien - breksies - type - bevat; vanaf 30 cm
          terug veel uitgesproken breksies niveaus met
          tussenin vaak ongestoorde vette klei.                  75*


          156.00 - 157.00 m (1.00 m)
          Idem bovenaan kleine brokjes klei, naar onderen groter
          wordende brokjes en vaak rythmisch voorkomend       30*-60*


          157.00 - 158.00 m (1.00 m)
          Idem type groenig grijze klei, kalkloos
          0.00 - 0.50 m : zeer zware klei; met kleibrokjes
          vanaf 0.50 m : iets siltiger, bioturbate vlekjes       50*
                         veelal zijn de brokjes, vlekjes
                         onderlijnd door pyrietstreepjes, filmen.
                         + glijvlakken


          158.00 - 159.00 m (1.00 m)
          Zware groen grijze klei met witte siltige bioturbate
          vlekken enkele kleikeitjes; en vnl. zeer veel zeer     50*
          kleine brokjes ( ~ 1 mm); de strukturen zijn
          onderlijnd door pyrietlijntjes


          159.00 - 160.00 m (1.00 m)
          Idem                                                   50*


          160.00 - 161.00 m (1.00 m)
          Enkele grotere vlekken, wit gelamineerd silt - fijn
          zand voor de rest idem
          met dus enkele kleibrokjes, keitjes veel zeer kleine   50*
          struktuurtjes pyriet
          nogal wat siltige bioturbate vlekjes.


          161.00 - 162.00 m (1.00 m)
          Idem, met op enkele niveaus meer duidelijkere breksies-
          type klei                                              25*
          Tot 50 cm zelfde type siltig, bovenaan doortrokken,
          breksiesachtig. Vanaf 50 cm weinig silt.               75*
          Met pyriet


          162.00 - 163.00 m (1.00 m)
          Zware klei grijs groenig, vaak zeer veel zeer kleine
          (mm) keitjes, uitgetrokken kleilamellen, slechts   35*-65*
          enkele keien van ongeveer 1 cm.
          Rond 70 cm, witte stipvormige bioturbate vlekken.
          Enkele pyrietstrepen ook erosieniveau.


          163.00 - 164.00 m (1.00 m)
          Idem, ook erosieniveau op 30 cm
                ook siltpakje 1 cm hoog, 3 cm lang - gelamineerd
                op 65 cm                                     60*-70*
                iets meer bioturbate stipjes en staafjes


          164.00 - 165.00 m (1.00 m)
          Zelfde zware groengrijze klei, zeer homogeen; enkele   50*
          bioturbate witte stipjes vrij veel pyrietfilm
          type-staining.
          Wellicht toch verschillende zones met zeer fijne (mm)
          kleikeitjes; ook enkele grotere brokjes.
          Siltpocket op 60 cm (orde 1 cm)
          Oxidatiestrepen via glijvlakken.


          165.00 - 166.00 m (1.00 m)
          Idem met onduidelijke keitexturen.
          Op 95 cm - erosieniveau met erboven zeer veel zeer     40*
                     kleine (mm) kleikeitjes
          Op 40 cm - siltlensje met erin afgebroken kleibrokjes
                     gepyritiseerde siltvlekken.                 70*-100*
          Wellicht toch utrucebell homogeen - gebroken.


          166.00 - 167.00 m (1.00 m)
          Zelfde type klei.
	  Veel gefragmenteerde zones, onderlijnd door pyriet ook
          veel verplaatsingen enkele mm via kleine breukjes, soms
          onderlijnd door pyriet-film : siltlaminae, lensjes (ook
          dunne laminae zigzag intern gelamineerd)


          167.00 - 168.00 (1.00 m)
          Zelfde type zware klei                              70*-100*
          praktisch volledig breksiestype                     70*-100*
          Kleine mm verspringingen, tot 1 cm wat gepyritiseerde
          silt.
          Ook enkele cm dikke meer homogene zone, ook erosieve
          niveaus.


          168.00 - 169.00 m (1.00 m)                           0*-100*
          Idem


          169.00 - 170.00 m (1.00 m)
          Idem
          In de verschillende zones zitten keien van
          gelijkaardige grootte bijeen.


          170.00 - 171.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.20 m : twee blokken schuin gelamineerd
                          en deels reeds uiteengevallen die
                          elkaar afsnijden
          0.20 - 1.00 m : idem type klei; uiteengetrokken in
                          breksiestype, vaak ritmisch orde van cms.
                          Bovenaan schuine gelaagdheid.
                          Duidelijk dat de lamellen
                          uiteengetrokken worden tot keien.


          171.00 - 172.00 m (1.00 m)
          Zelfde type klei, met relatief veel siltbandjes van
          enkele mm tot max. 1 cm dik, intern gelamineerd.
          De hele lengte is doortrokken met kleikeitjes van mm
          tot een grotere order, telkens gelijkwaardige        30*-60*
          grootten in zelfde zones; ook kleine verschuivingen,
          uitgetrokken lamellen, afsnijdingen (erosief),... ook
          enkele homogene zones.
          Pyrietfilmen.


          172.00 - 173.00 m (1.00 m)
          Idem, grijsgroenige klei; praktisch over de gehele
          lengte in keien uiteengetrokken, relatief kleine
          afmetingen pyrietfilmen.
          Enkele fijne witte bioturbate stippen.                 50*


          173.00 - 174.00 m (1.00 m)
          Idem, kleikeitjes van verschillende grootte in zone's
          bijeen; soms zeer kleine fragmenten zodat een homogene
          indruk verkregen worden.                               (0-40
          Vanaf 0.40 m : - meerdere siltvoegen, lensjes intern
                           gelamineerd en schuin gelaagd.
                         - meerdere kleine afsnijding verschuivingen
                         - erosieniveautjes                    40*- 90*
                           .......(soms in relief)


          174.00 - 175.00 m (1.00 m)
          Idem.
          Vrij homogene aspect, toch kleine keitjes, brokjes,
          vaak omfilmd met pyriet. Enkele siltlaminae, naar
          onderen uitgesprokener siltlaminae en uitgesprokener   50*
          kei-karakter.


          175.00 - 176.00 m (1.00 m)
          Idem, keitjes vooral fragmentjes van kleine afmetingen,
          soms nog mm kleine keitjes, juist boven een geërodeerde
          zware kleivloer.                                   30*-70*


          176.00 - 177.00 m (1.00 m)
          Idem, m.a. vol afsnijdingen.
          Enkele siltlaminae over de gehele breedte van de kern. 50*


          177.00 - 178.00 m (1.00 m)
          Idem, met zeer uitgesproken laminair karakter van alle 25*
          structuurgroepen (vooral gescheurde laminae)
          siltlaminae die soms gepyritiseerd zijn.               75*


          178.00 - 179.00 m (1.00 m)
          Idem, zeer vet; vooral aspect van uiteengetrokken      50*
          lamellen


          179.00 - 180.00 m (1.00 m)
          Idem, zeer vet, met gerolde kleikeitjes, en
          uiteengetrokken en verschoven lamellair aspect.


          180.00 - 181.00 m (1.00 m)
          Idem, vette groengrijze klei; met ritmisch (ongeveer
          5 cm) geplaatste zone's van uiteengerafelde         0*-90*
          kleibrokken en meer homogene klei;
          één horizont is duidelijk door pyriet impregratie
          onderlijnd.


          181.00 - 182.00 m (1.00 m)
          Idem type klei. Vrij homogeen, met zeer kleine
          onregematigheden. Keitjes van 1 mm, grotere brokstukken 50*
          kleine verschuivingen, afsnijdingshorizont, veel
          pyrietimpregraties rond de heterogeniteiten. Aan de top
          enkele siltlaminae.


          182.00 - 183.00 m (1.00 m)
          Idem, met onregelmatigheden die vaak door pyriet   30*-85*
          onderlijnd zijn. Naar onderen toe meer ritmisch.


          183.00 - 184.00 m (1.00 m)
          Vrij homogeen; ook onregelmatigheden die onderlijnd    50*
          zijn door pyrietlijntjes.
          Op 25 cm : fosfaatbrokken.


          184.00 - 185.00 m (1.00 m)
          Idem, vrij homogeen; wel heterogenetiteiten,        30*-70*
          afsnijdingen, verschuivingen, brokjes. Veel
          pyrietfilmen en knolletjes


          185.00 - 186.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.50 m : vrij homogeen, neemt geleidelijk aan
                          silt op.
          Vanaf 0.50 m  : meer siltvoegen en bioturbate vlekken.
                          Pyrietnodule op 50 en 60.              75*
                          meer siltig.


          186.00 - 187.00 m (1.00 m)
          Vette grijsgroene klei; moeilijk zichtbare brecciatie
          van de klei, omlijnd met pyrietfilm.
          Uitgesproken witte siltlaminae en bioturbate vlekjes   50*
          tot 0.70, daaronder zonder siltlaminae verschuivingen,
          afsnijdingen (orde 3 cm).


          187.00 - 188.00 m (1.00 m)
          - zelfde type siltloze klei tot 35 cm met slechts
            moeizaam zichtbare heterogeniteiten.
          - Vanaf 0.35 terug siltlaminae met meerdere kleine     50*
            verschuivingen vaak langs geoxideerde zone's
            (gleyvlakken)
          Enorm veel glijvlakken, vaak conisch vervorming ? bij
          het steken.


          188.00 - 189.00 m (1.00 m) : uitgedroogd
          Klei met gebroken uitzicht, met bioturbate vlekjes, met
          siltlaminae en glijvlakken in conusvorm los gekomen
          niet steeds (bv. wel in 187-188)                       50*
          De coni zijn misschien ontlasting door het boven
          verlopend viel de dichtsbijzijnde glijvlakken : er zijn
          zeer veel glijvlakken die niet loskomen en enkel
          zichtbaar zijn bij het opbreken.


          189.00 - 190.00 m (1.00 m)
          Vette groengrijze klei : overal heterogeniteiten die
          slechts moeizaam zichtbaar zijn maar meestal toch      50*
          uitkomen via pyrietfilmen.
          Pyrietnodule op 20 cm.
          Pyrietfilmen soms in conusvorm.


          190.00 - 191.00 m (1.00 m)
          Zeer homogeen
          Met enkele siltlaminae bovenaan en siltstippen         50*
          onderaan.
          Nogal wat pyrietnodulen (28, 31, 60, 74, 82).
          Gepyritiseerde houtstengel                             75*



          191.00 - 192.00 m (1.00 m)
          Zeer vette klei, zeer homogeen, op enkel witte
          bioturbate vlekjes en stipjes silt na.                 50*
          Op 0.65 m een dunne siltlamel en siltzone die over
          enkele mm verschoven is                                60*


          192.00 - 193.00 m (1.00 m)
          Idem, bovenste 10 cm iets siltiger, met oppersing      10*
          (ontwateringsphenomenen). Ook meer pyrietconcreties    50*
          (mm/cm orde)


          193.00 - 194.00 m (1.00 m)
          Idem, bovenste 15 cm siltiger, met zelfs siltlaminae
          met kleine verspringing aan de onderkant.              50*
          Schuinlopende hardground (twee ? kleisoorten).


          194.00 - 195.00 m (1.00 m)
          Zeer homogeen, zeer vet. Vaak pyrietpluisjes,
          pyrietconcretie (30 cm)                                50*
          Met slechts enkele laminae (zeer onduidelijk).


          195.00 - 196.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.50 m : idem                                   50*
          0.50 - 1.00 m : iets siltiger (wat pyriet)             40*


          196.00 - 197.00 m (1.10 m)
          Zeer vette klei; met enkele siltstippen (± 0,5 cm) en
          zeer dun gelamineerde siltlaminae, met kleine
          breukverspringen van enkele mm. Zeer veel glijvlakken, 196.3
          meestal schuin naar onderen gericht met verschillende  196.6
          hoek ~
          enkele pyrietdraadjes. Kalkloos.


          197.00 - 198.00 m (1.06 m)
          Zeer veel glijvlakken, afhellend in verschillende
          richtingen                                             197.65
          Zeer type klei, kalkloos, pyrietconcretie +
          naaldje                                                197.75
          enkele kleine (0,5 cm) witte bolletjes.


          198.00 - 199.00 m
          Zeer vette klei met siltstippen, laminae; zeer         198.00
          veel glijvlakken kalkloos; silt vooral goed te         198.10
          zien, als bioturbatie bij uiteentrekken der
          kernen.                                                198.55


          199.00 - 200.00 m
          Zeer vette grijs gereduceerde klei, glijvlakken,
          siltlaminze                                            199.50


          200.00 - 201.00 m
          Het opentrekken van de natte kernen met draad laat
          onmiddellijk in relief "draden" uitkomen die in feite
          de grenzen weergeven van de gepyritiseerde
          bankvlakjes                                            200.50
          Kalkloos
          Siltstippen, laminae.


          201.00 - 202.00 m
          Tot 201.35 m zeer vette klei met silt
              201.35 m tot 202 m
                     extreem vet, met intense fragmentering van
                     de klei; soms met kleine verschuivingen;
                     alle fragmenten (orde kleiner dan        201.50-80*
                     1 cm tot enkele cms) zijn omgeven met
                     een film pyriet die op de kern oxydeerd
                     en de compartimentering laat uitkomen,
                     onderaan terug siltlaminae.


          202.00 - 203.00 m
          Zeer vette klei; kalkloos wat siltlaminae; heel wat
          nieuwe strukturen - sedim. + scheuren zijn          207.20-80*
          onderlijnd door pyrietfilmen. Er lijkt een
          rythmische opeenvolging te zijn in sedimentaire
          veranderingen onderlijnd door pyriet.

          De compartimentering geschiedt in scherpe hoeken wat dus erop  
          wijst dat het geen sedimentaire fragmentering is maar een
          geïnpregneerd breuk, scheur systeem

  = glijvlakken zeer duidelijk uitgesproken omdat de
    kernen reeds lang opengezaagd waren !


          203.00 - 204.00 m
          Zeer vette gereduceerde klei, gefragmenteerd en met
          pyriet filmen. Duidelijk scheuren (soms +       203.00*- 203.25*
          verplaatsing) en microstructuren onderlijnd
          door pyrietfilmen.
          Een hardground in pyriet-klei : op 203.25 m.
          Op 203.05 m : een pyrietconcretie niveau.


          204.00 - 205.00 m
          Zeer vette klei met fragmenten met pyrietfilmen - zeer   204.50
          uitgesproken. Kalkloos.
          10 cm lange, 1 cm brede bioturbatie.


          205.00 - 206.00 m
          Idem. Op 205.50 m - iets siltiger                        205.50
          Bij openbreken veel glijvlakken.


          206.00 - 207.00 m
          Zeer vette klei, idem als boven; siltstippen, duidelijk
          als bioturbate stippen; pyrietfilmen rond                206.50
          fragmenten, soms zand, onderlijnen, sedimentaire ?
          structuren


          207.00 - 208.00 m (0.80 m)
          Idem, met enkele siltlaminae op 40, 72, 74, 83.
          Bovenaan (los stuk) dikke bundel siltlaminae;            207.50
          kalkloos



          208.00 - 209.00 m
          Idem, verschillende siltlaminae (over ongeveer de
          hele breedte van de kern), vooral in het midden          208.50


          209.00 - 210.00 m
          Idem, verschillende siltlaminae                          209.50

          210.00 - 211.00 m
          Idem                                                     210.50

          211.00 - 212.00 m
          Idem; duidelijke stiltstippen door bioturbatie           211.50


          212.00 - 213.00 m (1.10 m)
          Idem op 70 cm : geglauconitiseerde boorgang, met
          een klein breukje door.                                  212.70


          213.00 - 214.00
          Idem, bovenaan siltnest                                  213.50


          214.00 - 215.00 m
          Idem; tussen 20-40 cm mogelijke sed.breksies;            214.50
          duidelijk ook hoofdzakelijk, breuk-scheur
          pyrietfilmen, oxidatie in scherpe hoeken.
          Bovenaan gepyritiseerd hout                              214.05


          215.00 - 216.00 m
          Idem, individuele brok met pyriet ?                      215.50
          op 215.20                                                215.20


          216.00 - 217.00 m (1.10 m)
          0.00 - 0.10 m : verschillende bleke, enkele mm dikke
                          silthorizontjes, meestal doorlopend, enkele         

                          onderbroken (lenstype); ook enkele mm grote         

                          bioturbaties van zelfde siltmateriaal.
                          De massa klei zelf is groengrijs en zeer vet.
          0.10 - 1.00 m : in hoofdzaak groengrijze zeer            216.50
                          zware klei.
                          Duidelijke discontinuiteitsniveau's,
                          horiz. + schuin ook brokstukken aflijnend :
                          deze discontinuïteiten zijn met een pyrietfilm      

                          belegd; onderaan zijn ze trouwens geoxideerd;
                          op 85 een schuine siltlaminae (mm)(± 25 )


          217.00 - 218.00 m (1.10 m)
          Bruingrijze, erg gespleten vette klei; glijvlakken
          gepyritiseerd.
          Van 0.30-0.55 m : schuine gepyritiseerde discontinuïteit.
          0.80 - 1.00 m : kalkhoudend                                217.50
          Op 0.70 m : knol, sferisch, samenstelling ?
                      Zwarte film op rand kalk. Knol - kalkhoudend +
                      koolachtige film in een splijtvlak van de knol.
                      Langs de knol is de kern uitgetrokken.


          218.00 - 219.00 m (1.10 m) kalkhoudend
          Idem; van ongeveer 15 - 40 cm "marmer" struktuur
          waarbij sommige pellets wel detritisch zijn,               218.50*
          doch de meeste doortrokken van vaak gepyritiseerde
          barstjes.


          219.00 - 220.00 m (1.10 m) kalkhoudend
          Idem, vette klei met siltiger, bleekgrijze niveau
          tot 0.50 m
          Op verschillende niveau's (ongeveer ritmisch om de
          5 à 10 cm).
          Op 15 cm : erosiefniveau


          220.00 - 221.00 m (1.10 m) - deels kapotgetrokken
          Idem, zeer vette klei, enkele op 80 cm -                   220.60
          kalkgruislensje kalkhoudend/zeer veel glijvlakken.


          221.00 - 222.00 m (1.10 m)
          Idem : op 60-75cm siltlaag                                 221.50*
          Op 60 cm siltlaag hellend                                  211.60*


          222.00 - 223.00 m (1.10 m)
          Idem, enkele zeer fijne siltlaminae soms afgesneden,
          versprongen onderaan.                      222.50*-222.60*-223.00*


          223.00 - 224.00 m (1.10 m)
          Idem zelfde heel vette klei, enkele siltvlekken op 0.20 m.
          Siltstippen tussen 0.20 en 0.80; enkele gebroken
          siltlaminae tussen 0.70 en 0.75.
          Top en basis niet kalkhoudend                              223.40*
          Op 223.40 glauconietvlek.


          224.00 - 225.00 m
          Zeer vette klei, zeer erg opgebroken in                    224.50*
          menigvuldige glijvlakken; pyriet in glijvlakken
          "multicoloured" geoxideerd.


          225.00 - 226.00 m (1.10 m) kalkhoudend (naar onderen
                                     toe vanaf 60 cm licht)
          Vette klei; verschillende boorgangen, geglauconitiseerd
          met een 1 à 2 mm dikke groene rand                         225.50*
          Op 70 - kleinodule.


          226.00 - 227.00 m
          Idem, vanaf 0.50 m iets meer siltstippen. Op 0.70 m,
          opgebroken siltlamel (sporen) kalkhoudend                  226.50*


          227.00 - 228.00 m (1.10 m) geen kalk
          Op 15 cm fosfaatboorgang + siderietzone.                    staal
          Idem, zeer vet; wat "marmer"achtige
          structuurontwikkeling rond 0.60-0.70 m; precies
          "marmer" langs de spleten]                 227.40*-227.60*-228.00*


          228.00 - 229.00 m (1.10 m) licht kalkhoudend
          Zeer vet; iets silthoudend 0.35-0.65 m                     228.50*
          228.90 - 229.00 m : pyriet.


          229.00 - 230.00 m (1.10 m)
          Idem, zeer vet; kalkhoudend                                229.50*


          230.00 - 231.00 m (1.10 m)
          Op 10 cm iets slappere geoxideerde zone.                   230.50*
          Idem; intens gespleten.


          231.00 - 232.00 m (1.10 m) kalkhoudend
          Op 10, 15 en 45 groene glauconietvlek, zeer
          vette klei.                                                231.75*
          tussen 25 en 50 gebreksieerd.
          Op 73 een mm grote siltvlek.
          Op 20 bleek bruin concretievlekje (mm).


          232.00 - 233.00 m (1.10 m)
          - Idem type klei, kalkhoudend
          - stippen kleiner dan 1 mm vooral vanaf 0.40-1.00 m,
            kalkh.                                                   232.75*
          - op 0.20 en 0.40 m gebioturbeerde verstoring
             (bioturbatie ongeveer 1 cm) met zeer fijne laminatie
             (1 mm siltlaagjes)
          Verschillende glauconietvlekken.


          233.00 - 234.00 m (1.10 m)
          Idem type klei; veel kleine kalkstippen (kleiner
          dan 1 mm) glauc.                                           233.05*
          soms gebreksieerde/gebioturbeerde indruk.
          Glauconietvlekken (zand (25 cm) - laminae (0.5 cm))        233.50*


          234.00 - 235.00 m (1.10 m) kalkrijk
          Idem type klei. Op 0.5 cm concentratie van schelpgruis
          of microfossielen. Van 0.50 - 0.40 m iets siltiger
          o.a. vlekjes laminae met een gebroken pakketje (1 cm)
          van zeer fijne laminae                                     234.50*
          Met op verschillende hoogten 5, 25, 40, 70 meerdere
          witte stippen - kalk.


          235.00 - 236.00 m (1.10 m)
          Idem type klei                                             235.50*
          Witte vlekjes/soms breksies indruk/pyriet in
          wormgangen en in filmpjes in spleetjes.


          236.00 - 237.00 m (1.05 m)
          Idem type klei, kalkhoudend.
          0.00 - 0.50 m : silthoudend, met silt in kleine vlekjes
                          en stippen, enkele wormgangen met          236.50
                          glauconietkleur omrand op 0.25.
          0.50 - 1.00 m : geleidelijk vettiger klei, rond
                          0.80 een weinig breksieachtig.


          237.00 - 238.00 m (1.05 m)
          Idem type klei.
          Bovenaan vette zeer homogene klei, slechts enkele
          kleine siltvlekjes, grotere siltvlekken op 0.45 en 0.60
          tussen 0.70 en 0.80 doorkropen fijn gelamineerde
          en sterk doorkropen siltlaagjes; vanaf                    237.50
          0.55 meer heel fijne siltvlekjes en stipjes.


          238.00 - 239.00 m (1.10 m)
          Idem, licht kalkhoudend; zeer vet. Erg gekraakt           238.50
          bij uitdrogen (gebreksieerd?).


          239.00 - 240.00 m (1.10 m)
          Idem, zeer vet, slechts sporen van structuren,
          kalkloos, pyriet                                          239.50


          240.00 - 241.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem, zeer vet.
          0.35 - 0.55 m : siltiger, enkele siltvlekken +            240.50
          sporen van sedim. figuren.


          241.00 - 242.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem, zeer vet.
          Moeilijk zichtbare bresiesachtige strukturen              241.50


          242.00 - 243.00 m (1.10 m)
          Idem, zeer vet. Moeilijk zichtbare breksiesstrukturen.
          Pyriet inpregnaties, moeilijk zichtbaar steeds veel
          glijvlakken.                                              242.50


          243.00 - 244.00 m (1.10 m)
          - zeer vette licht kalkhoudende klei met kleine
            witte (microfossiel ?) stipjes kalk.                    243.20-25
          - sterk opgebroken                                        243.70
          - vooral in bovenste stuk, in druk van zeer
            fijne gelaagdheid, o.a. schuine siltlaminae.

          In de midden slappe groene klei door ophalen en
          hernieuwen van steekoperatie.


          244.00 - 245.00 m (1.10 m) kalkhoudend
          Idem zeer vet.
          Rond 45-55 iets siltiger, ook glauconietvlekken
          op 55 en 75                                               244.50
          Zeer fijn gelamineerd.


          245.00 - 246.00 m (1.10 m) kalkhoudend
          Bovenaan ongeveer 1 cm grote concentratie van fijn
          schelpgruis; siltige vlekken, breksiesachtig vooral
          in onderste deel;                                         245.50


          246.00 - 247.00 m (1.10 m) (uitgedroogde kern)
          Zeer zware groengrijze klei; zeer erg gebroken;
          soms splijtvlakjes duidelijk gepyritiseerd.               246.50
          Kalkhoudend.


          247.00 - 248.00 m (1.00 m)
          Tussen 0.50 en 1.00 m, ruimteontwikkeling (orde cm)
          door het kernsteken en optrekken.
          Zeer vette groengrijze klei met zeer veel                 247.50*
          kleine (mm) lensdetails omgeven door
          pyrietfillen; zeer veel glijdiscontinuïteitsvlakjes
          door pyrietfilm belegd.
          5 cm enkele mm dik sterk groen glauconiet bijna
          vertikaal staand (boorgang).
          Kalkloos.


          248.00 - 249.00 m (1.05 m)
          Nogal homogene grijsgroenig bruine klei met ongeveer
          om de 5 cm à 10 cm een licht hellend                      248.50
          discontinuïteitsvlak met wat verbrokkeld
          materiaal en sterk met pyriet onderlijnd. Ook
          enkele dwarse profielen.
          Op 75 cm; nodule zwart cylindervormig fosfaat             248.75


          249.00 - 250.00 m (1.10 m)
          Zeer zware vette klei. Kalkloos, met heel wat             249.50
          kleine strukturen en discontinuïteiten.


          250.00 - 251.00 m (1.10 m) uitgedroogd
          Idem, kalkloos                                            250.50
          Op 0.95 - fosfaat ellipsoïde, met blok pyriet
          in barst.


          251.00 - 252.00 m (1.10 m) ± uitgedroogd                   251.50
          Idem, kalkloos.


          252.00 - 253.00 m (1.05 m)
          Zeer vette groene (tot bruinig-groen = oxidatie?) klei,
          met zeer minieme detailfenomenen als pyrietfilmpjes,
          bioturbaties.
          Ook twee (op 30 cm en 40 cm) bogen - deels vervormd?
          groengrijs materiaal (pyriet + glauconiet?)
          Op 0.62 m een erosief contact                             252.50
                                                                    252.60
          Ook glijvlakken en vlakken ontwikkeling.
          Op 252.10 -  fosfaatconcretie met pyrietvlakjes +
          sideriet errond?


          253.00 - 254.00 m (1.05 m)
          - zeer vette klei kleur idem als 252-253
          - zeer veel mm schalige pyrietconcreties of vormingen.
          - heel wat glijvlakontwikkelingen zichtbaar           252.25-45
            die de klei soms in enkele cm grote                 252.50
            fragmentjes indeelt.
          - in de zone 25-45 cm langs de glijvlakken,
            duidelijk breksies ontwikkeling.


          254.00 - 255.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei, homogeen op enkele                    254.50
          microstructuren na, die trouwens moeilijk
          differentieerbaar zijn; wormtype microconcreties
          pyriet glijvlakken; ook enkele siltlaminae.


          255.00 - 256.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei.
          Heel wat microstructuren (enkele mm2) met            255.50
          pyrietfilmpjes omringd; op 80 cm een
          siltlaminaebundel door kleine breukbewegingen
          verstoord.                                          255.75*-1.00*


          256.00 - 257.00 m (1.10 m) kalkloos
          Door watertoepassing komt de netwerkstruktuur zeer
          goed tot uiting. Zeer veel glijvlakken, zelfde      256.50
          type zand

          met water gespoeld en gezaagd


          257.00 - 258.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei, opgebroken in kleine fragmentjes
          (via blekere lijntjes), ook enkele grovere          257.50
          pyrietconcreties (ongeveer 1 cm) ook enkele
          vlekjes (enkele mm groot) glauconiet(kleurig)


          258.00 - 259.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei, zeer vet.
          Op 0.95 m : pyrietconcretie
          rond 0.60 m : wat silteus mat. (in                  258.50-70
          onregelmatige vorm)


          259.00 - 260.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei + pyriet                             259.20-30
          Zeer sterke opgebroken (cf. 256-257). Op            259.50
          0.20 m siltbundel opgebroken via kleine breukjes.
          Wellicht zijn alle stalen zo : doch steeds niet
          goed zichtbaar


          260.00 - 261.00 m (1.00 m) kalkloos
          Idem type klei.
          Zeer veel microstructuren (enkele mm) omlijnd door
          pyrietfilmen, soms duidelijk pyrietstreken,         260.40-50
          horizontjes, wormgangen
          Ook enkele zeer dunne siltlaminae (met contuur).


          261.00 - 262.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei. Duidelijk ook microstructuren aanwezig.
          Ook dwarse microstrukturen vaak door                261.50*
          pyrietomlijning; eigenlijk steeds overal pyriet.


          262.00 - 263.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei. Duidelijke fragmentering van        262.30-50
          de klei


          263.00 - 264.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei, met siltspikkels (kleiner dan 1 mm),
          fragmenten, microstruktuur. Op 0.60 m -
          pyrietknolletje                                     263.50*


          264.00 - 265.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei
          Gebroken/ritmische dipositie van..... grove//fijn
          gebroken/ grove (ongeveer 10 cm diam.)//fijn gebroken..
          basis op 20 cm                                     264.20*-80*
                   45 cm
                   55 cm
                   80 cm


          265.00 - 266.00 m (1.00 m) kalkloos
          Idem type klei, met microconglomeratische strukturen.
          Pyrietfilmen; tussen 30-50 een vertikale          265.35*-50*
          struktuur met glauconietvlekken, soms als         265.50
          kleine ringetjes ontwikkeld.


          266.00 - 267.00 m (1.05 m) kalkloos
          Tot 30 cm vrij homogeen; daaronder erg gefragmenteerd
          (via kleine glijvlakjes) en langs de spleten      266.50*
          geoxideerd.
          Idem type klei.
          0.50 - 1.00 m : erg veel pyrietconcreties.


          267.00 - 268.00 m in 2 X gestoken
          ongeveer 75 cm concretie pyriet + ?
          Idem type klei, erg homogeen, pyriet, gefragmenteerd.
          Ook glauconietvlek                                267.60*


          268.00 - 269.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei, vrij homogeen, erg
          gefragmenteerd;                                   268.50*


          269.00 - 270.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei. Op 10 cm pyrietconcretie,         269.50
          schijfvormig (in spleet gevormd) erg gefragmenteerd.


          270.00 - 271.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei. Tot 0.25 m gefragmenteerd.
          0.25-0.70 m gefragmenteerd + microstruktuur       270.10*
          0.70 m : glauconietvlek, pyrietconcreties.        270.50*
          Dieper geoxideerd, moeilijk te zien microstrukturen?


          271.00 - 272.00 m (1.05 m) kalkloos
          Op 0.25 m schuin contact door oxidatie duidelijk.
          Op 0.70 m pyrietnodule + verweringszouten.        271.40*
          Idem type klei, pyriet.
          Gefragmenteerd en microstruktuur (vooral rond
          schuin contact).


          272.00 - 273.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei/vrij homogeen                      272.20*
          Misschien wel microstruktuur ?? zeker op 20 cm    272.50*
          Op 20 cm een bleek laagje, met breukjes
          versprongen, gebioturbeerd.



          273.00 - 274.00 (0.75 m) kalkloos
          Idem type klei/gefragmenteerd, pyriet             273.50


          274.00 - 275.00 m (1.00 m) kalkloos
          Idem type klei. Gefragmenteerd; onderlijnd door   274.50*
          pyrietfilmen soms; pyrietconcreties.


          275.00 - 276.00 m (1.05 m) 0.00 - 0.60 m licht kalkhoudend
          Idem type klei - nogal erg gefragmenteerd,        275.50*
          misschien microstrukturen, niet duidelijk de
          fragmenten zijn met pyrietfilmen omringd op 15 cm -
          bundel siltlaminae.


          276.00 - 277.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei, zeer gefragmenteerd. Veel pyriet,
          soms in horizontale niveau's geconcentreerd.      276.20*-65*


          277.00 - 278.00 m (1.05 m) kalkloos
          277.20 - bruinig gele concretie in initiële fase.
          Idem type klei, erg gefragmenteerd wat            277.40*
          aanleiding geeft tot de vorming van microbreksies
          (?  sedimentair)
          Zeer veel pyriet.


          278.00 - 279.00 m (1.10 m) kalkloos
          Tussen 0.20 en 0.40 m een schuin discordantievlak.
          Veel pyriet groenig blauwig.
          Nodule op 0.55 m                                  278.20*-40*
          Gefragmenteerd en microstructuren zichtbaar       278.50*
          door pyrietfilmennetwerk (celletjes enkele mm
          doormeter) zijn de microstrukturen in relatie met
          glijvlakken ?? Aan de basis veel witte puntstippen?


          279.00 - 280.00 m (0.95 m) kalkloos
          279.25 : pyrietknol.  Volledig id. groen-klei
                                             zwart-pyriet    279.50*
          Ook dwarse structuren door pyrietfilmen onderlijnd.


          280.00 - 281.00 m (1.05 m) kalkloos
          Idem type klei; microstructuur met pyriet omgeven en
          met kleine verspringingen (enkele mm) onderaan     280.50*
          veel witte stippen ?? .. Op 20 cm een dunne
          siltlaminae bundel


          281.00 - 282.00 m (1.10 m) kalkloos
          Idem type klei, witte stippen (in bolvorm ! cf.    281.80*
          Boomse klei)
          vlakken op 281.80 bezet met pyritisatie van
          Nummulieten ?                                      281.50*
          ~  281.75 - meer siltige zone ongeveer 5 cm dik
          veel pyrietfilmen rond microstructuren zeer veel
          glijvlakken.


          282.00 - 283.00 m (1.05 m) kalkloos
          Op 5,95 cm kleine pyrietnodule, zeer veel pyriet
          (filmen).
          Vanaf 0.30 m meer silt als laminae en als
          bioturbate (?) vlekjes.                            282.50*
          Op 0.35 m een gepyritiseerd laagvlak.


          283.00 - 284.00 m
          B1-D2 (60 cm) : op 84 cm - pyrietnodule silteuse
                          laminae + bioturbatie
                          75 - 100 cm - erg pyrietrijk
                                        zwarte nodulen
          B1-D1 (70 cm) idem klei, geoxideerd.               283.65*


          284.00 - 285.00 m (1.05 m) kalkloos
          0.00 - 0.10 m : zandig interval
          0.10 - 0.35 m : zeer siltig in laminae en
                          vlekken                            284.10*
          0.35 - 0.75 m : zeer kleiig, met enkele bioturbate
                          silt en gepyritiseerde vlekken     284.25*
          0.75 - 1.00 m : zeer siltig (verspreide silt)      284.50*
                                                             284.80*


          285.00 - 286.00 m (1.05 m) vanaf 0.60 m licht
                            kalkhoudende klei zandlenzen zeer
                            kalkrijk
          Grijze klei met veel silt in onderbroken laminae.  285.50*
          Op 5,40 - ononderbroken laminae
          Van 0.70 - 1.00 m een vijftal zandlenzen,
                            intern gelamineer,               285.70*
                            erosief in de klei cfr.
                            Brussel-Anderlecht


          286.00 - 287.00 m (0.80 m)
          0.20 - 0.55 m : voortzetting zandige zone licht
                          kalkhoudend.
          0.55 - 1.00 m : siltrijke klei                     286.30*
                          kalkhoudend silt in onderbroken
                          laminae en in bioturbate vlekken   286.70*


          287.00 - 288.00 m (1.10 m)
          Op 0.05 m : nodule (kalkzandsteen ?)
          Op 0.15 m : pyrietcylinderje (0,5 cm diam.)
          0.00 - 0.10 m : kalkhoudende klei                  287.50*
          0.10 - 0.90 m : siltrijke klei (in vlekken) licht
                          tot niet kalkhoudend.
          0.90 - 1.00 m : erg siltig


          288.00 - 289.00 m (0.40 m) kalkloos
          Vrij struktuurloos fijn tot midd. zand -
          witgrijs                                           288.80*


          289.00 - 290.00 m (vlg. boorverslag - zandsteen)


          290.00 - 291.00 m (0.95 m)
          Fijn homogeen kwartszand + glimmers
          hoekig tot afgerond/bleekgrijs/kalkloos met        290.50
          enkele donkere korrels, waaronder verschillende
          glauconietkorrels (te controleren)


          291.00 - 292.00 m (0.65 m)
          Idem type zand, doch wat gelaagdheid zichtbaar op :
          0.45 m : grijze kleilens ongeveer 1 cm             291.45
          0.78 m : kleiige lens                              291.60
          Ook op 0.90 en 0.92 m kleiige lens


          292.00 - 293.00 m (0.65 m)
          Idem type zand, homogeen, enkele donkere
          korrels                                            292.60
          vooraan zandsteen op 0.35 m (ter plaatse ?)        292.35


          293.00 - 294.00 m (0.80 m)
          Idem type zand zeer fijn, wellicht wat
          gelaagdheid                                        293.50
          (?? korrelgrootte)


          294.00 - 295.00 m (1.00 m)
          Donkergrijs naar onder toe (toename donkere korrels)
          zeer kompakt en zeer fijn (toch weinig slibfractie)294.50
          Op 0.32 m - kleilamel, vlek                        294.65-75
          Tussen 0.30 m en 0.40 m : mangaan (of venig ?)
                 0.60 m -  0.75 m : venige stippen.


          295.00 - 296.00 m (in 2 delen) 0.25 m + 0.70 m
          Idem op 0.25 m stuk duidelijk dat zand in gereduceerde
          toestand is, door algemene licht bruine kleur       295.60
          en de puntoxidaties
          Stuk 0.70 m - idem zeer fijn, donkerder grijs met
          veen stippen op verschillende plaatsen.


          296.00 - 297.00 m (0.40 m)
          Idem                                                296.75


          297.00 - 298.00 m (1.05 m)
          Idem - gaat snel over naar meer slibhoudend tot
          0.38 m                                              297.25
          0.38 tot 0.70 m komt klei in toenemende mate
                          voor, toch nog stuk gebioturbeerd
                          met bleek                           297.40-100
                          grijze zanden/op 0.60 m schelpgruisbankje.
          0.70 tot 1.00 m zeer compakte donkergrijze klei;
                          maar toch zeer siltrijk; de silt is in
                          kleine lensjes of bioturbate vlekjes
                          van enkele mm.
          Steeds kalkloos.


          298.00 - 299.00 m (0.70 m) kalkloos
          0.30 - 0.60 m : opeenhoping van schelpengruis (stukjes
                          van enkele mm)
                          op 0.40 m : kleilamel met o.a.
                          oesterschelpen.
          0.60 - 0.70 m : siltige klei met enkele + 1 cm       298.30-100
                          lange en 2 mm dikke zuivere siltlensjes
          Op 0.70 m :     "Turitelle" achtige
          0.70 - 0.95 m : licht siltige compacte klei
          0.95 - 1.00 m : schelpengruis met brokstukken 0.5-1 cm


          299.00 - 300.00 m (1.00 m)
          0.00 - 0.12 m : schelpengruis, oester + mosselachtigen
                          (brokstukken tot groter dan
                          1 cm)                                299.50
          0.12 - 0.85 m : licht silthoudende compacte
                          donkergrijze klei, kalkloos          299.85-100
          0.85 - 1.00 m : 85-90 : schelpengruis, platte
                          lamellegruis 90-95 : vnl. klei
                          95-100: schelpengruis, platte
                          lamellegruis


          300.00 - 301.00 m (In 2 delen, 1.00 m)
          0.00 - 0.03 m : schelpengruisbank loop door.
          0.03 - 0.08 m : klei
          0.08 - 0.14 m : grove oester type schelpen + schelp
                          met fijne kleilamellen tussen        300 -301
          0.14 - 1.00 m : klei (zelf kalkloos)
                          met ongeveer 1 cm dikke schelpgruisbank
                          op 0.35 en 0.85 m.
                          licht silthoudend (precies
                          onregelmatige lensjes) bovendien rond
                          0.60 m enkele spots van ongeveer 1 cm
                          tussen 0.85 en 1.00 m ook enkele
                          lamellen schuin gebogen (gruis in feite
                          verbrokkelde schelp (ongeveer 1 cm lang,
                          2 mm dik)).
                          ter plaatse gedisintegreerd


          301.00 - 302.00 m (1.00 m)
          Compacte - silteuse donkergrijze klei                301.25
          Op 0.5 m : glijvlak.
          geïsoleerd verspreide schelpresten, en
          schelpgruislamellen, klei zelf is kalkloos.          301.60-302.00
          De verdeling silt-klei is onregelmatig (typisch
          bioturbatie ??)


          302.00 - 303.00 m (0.95 m)
          0.05 - 0.10 m : klei
          0.10 - 0.15 m : schelpgruis, lamellair gestapelde
                          oesterfragmenten (groter dan 1 cm)
          0.15 - 0.65 m : silteuse klei, kalkloos, met enkele
                          vlekken zuiver gewassen silt (kleiner
                          dan 1 cm)
          0.65 - 0.74 m : schelpgruiszone                      302.30-302.70


          303.00 - 304.00 m (0.60 m) kalkhoudend
          0.00 m        : versteende fossiellaag               303.40
          0.00 - 0.15 m : fossielrijk kleihoudend fijn grijs zand
          0.15 - 0.35 m : kleihoudend, kalkhoudend fijn
                          zand                                 303.00-60
          0.35 - 0.60 m : idem zand, met verstoorde kleilamellen
                          getijden strukturen analoog
                          Pleistoceen Knokke ])



          303.00 - 304.00 m (0.40 m) deel 2
          Kalkhoudend
          In feite afwisseling klei/fijn zand siltlamellen met
          silt fijn zand lamellen variërend van 1 mm tot 1 à 2 cm
          0.60 - 0.70 m : in hoofdzaak zand                   303.60-303.100
          0.70 - 0.75 m : klei met mm siltlamin.
          0.75 -          zand/silt bandje met schelpengruis
          0.75 - 1.00 m : compacte donkergrijze klei met mm
                          siltlaminae.


          304.00 - 305.00 m (1.00 m + versteende fossielbank aan
                            de top, insitu?)
          0.00 - 0.50 m : kleihoudend, kalkhoudend, fijn zand
                          lichtbruin door oxidatie            304.25
          0.50 - 0.75 m : donkergrijs (1 cm) zand met
                          kleilamellen (0.5 cm)               304.50-100
          0.75 - 1.00 m : silthoudende donkergrijze klei met
                          op 0.82 een oesterbank, kalkhoudend.


          305.00 - 306.00 m (1.05 m) niet kalkhoudend
          Zware tot silteuse klei, donkergrijs                305.40-60
          erg opgebroken via potentiele spleetvlakken die
          de siltlaminae die aanwezig zijn doen verspringen
          van enkele mm.
          Tussen 0.10 en 0.55 m siltlaminae (kleiner dan 1 cm,
          meestal intern gelamineerd en enkele mm dik).
          0.55 - 1.00 m : silt is verdeeld langs onregelmatige
                          vlekken in silthoudende klei        305.90


          306.00 - 307.00 m (0.85 m) kern geschoven
          0.15 - 0.55 m : silthoudende compacte donkergrijze
                          klei
          0.55          : schelpgruis ongeveer 1 cm
          0.55 - 1.00 m : idem type klei, met schelpengruis-
                          lamellen en siltlaminae van ongeveer
                          1 mm gebundeld in groepen            85- 100


          307.00 - 308.00 m (0.85 m) wellicht verkeerd genummerd
          0.15 - 0.30 m : klei
          0.30 - 0.45 m : klei met veel schelpengruis (dringt
                          naarboven in de klei)
          0.45 - 0.90 m : gestoorde deels uitgelopen zone)?
                          kleibrokken slap zand                307.35
          0.90 - 1.00 m : rose, lichtpaarse kleihoudend fijn
                          zand.


          308.00 - 309.00 m (0.70 m)
          Idem, zeer fijn kleihoudend licht rose tot paars zand,
          kalkloos.
          3 pakketjes, licht verschillend in tint (bleek-
          donkerder)
          grenzen op 0.50, 0.75 m, met telkens boven de grens een
          donkerder, verharde zone van 1 à 2 cm)


          309.00 - 310.00 m (1.05 m)
          Gevlekt, kalkloos silthoudende, kleihoudende zeer fijne
          bleke zanden.
          0.00 - 0.20 m : bleek gelig grijs                  309.10
          0.20 - 0.65 m : bleek wit grijs                    309.40
          0.65 - 1.00 m : erg kleirijk bleek groen grijs     309.70


          310.00 - 311.00 m (1.05 m) kalkloos, bleek groen
          grijs enkele veenstippen
          0.00 - 0.10 m : idem
          0.10 - 0.30 m : erg kleirijk met siltvlekken
          0.30 - 0.40 m : zeer fijn en erg compact           310-311*
          0.40 - 1.00 m : gelamineerd, soms schuin en erosief
                          fijn zand en klei (orde van 0,5 cm
                          tot max. 2 cm)


          311.00 - 312.00 m (1.00 m)
          Top gerolde silexkei + ongeveer 10 cm silexbrokjes
          gerold, verweerd omgeven door sterk zandiger en
          glauconiethoudende klei.
          Zuiver wit krijt.
          0.00 - 0.50 m : Blauwgrijze verweringskleur - voor de
                          rest ongestoord.
          0.50 - 1.00 m : lichtgelig zuiver krijt             311.20
                          Op 0.70 : horizontale belemniet     311.70
                          Op 0.90 : py concretie              311.90


          312.00 - 313.00 m (0.75 m)
          Idem wit zuiver krijt                               312.40
          Op 0.65 m  ingetrokken - gebroken silexstukjes      312.85
          Op 0.70 m  cidaridae radiole; op 0.90 m Inoceramus
                     fragmenten


          313.00 - 314.00 m (0.70 m)
          Idem maar onbetrouwbaar,
          0.80 - 1.00 m ter plaatse Belemniet fragmenten      313- 90


          314.00 - 315.00 m (0.50 m)
          Zuiver wit krijt.                                   314.85


          315.00 - 316.00 m (0.35 m)
          Gestoord - onbetrouwbaar                            316.30


          316.00 - 317.00 m (1.00 m)
          Zuiver wit krijt, geen macrofossielen               316.75


          317.00 - 318.00 m (1.05 m)
          Idem                                                317.30
          Op 0.75 m grote Belemniet (ongeveer 1 cm diam.)     317.80
                    viswerveltje, zeeëgelstengeltje.


          318.00 - 319.00 m (1.00 m)
          Zeer kleine Magas, 318.80; ook kleine
          Terebratula                                         318.30
          iets licht blauwachtig grijs (zeer lichte tint      318.80
          in vlekken).


          319.00 - 320.00 m (0.75 m)
          Idem, zuiverwit krijt                               319.30
          Op 319.30 : zwarte silex                            319.80


          320.00 - 321.00 m (1.00 m)                           320.30
          Idem, schubbetje zeeëgel, stukje pecten             320.80


          321.00 - 322.00 m (0.95 m)
          Idem                                                321.30
          0.50 - 0.80 m : hardere hardground                  321.60
                                                              321.80


          322.00 - 323.00 m (0.95 m)
          Idem schelpbrokje                                   322.30
          0.60 - 0.90 m iets harder                           322.80
          Enkele donkergroene streken, vlekken op ongeveer
          60-70 cm


          323.00 - 324.00 m (0.75 m)
          0.25 - 0.40 m harder                               323.30
          0.40 - 1.00 m idem type krijt, wit zuiver          323.80
                         op 323.45 silex (klein) zwart tot
                         donkergrijs


          324.00 - 325.00 m (1.05 m)
          Wit krijt, zuiver                                  324.40
          Op 0.40 m : zwart tot donkergrijze kleine silex    324.80
          0.65 - 0.85 m : iets harder ook 0.90 - Terebratula


          325.00 - 326.00 m (1.05 m)
          0.05 m : streep zwart materiaal ongeveer
                   vervlochtenstreken                        325.30
                          (misschien sponsresten)            325.80
          Idem.


          326.00 - 327.00 m (1.00 m)
          Idem, op 0.10 brachipoden                          326.30
                                                             326.80


          327.00 - 328.00 m (1.00 m)
          Idem                                               327.30
                                                             327.80


          328.00 - 329.00 m (1.00 m)
          Op 328.35 m brachipoden                            328.30
          Idem                                               328.90


          329.00 - 330.00 m (1.05 m)
          Idem enkele sporen van organismen                  329.30
                                                             329.80


          330.00 - 331.00 m (1.00 m) + enkele schelp         330.30
          Zeeëgelnaalden Idem                                330.60



          331.00 - 332.00 m (1.05 m)
          + Zwarte organische stof in strepen                331.30
          0.70 m Magas                                       331.80
          0.15 m spheroliet bryozoën
                 rond ongeveer 60 - harder krijt + sporen
                 brachiopoden


          332.00 - 333.00 m (0.50 m)
          Idem met zuiver krijt                              332.60


          333.00 - 334.00 m (0.80 m)                          333.50
          Idem                                               333.35


          334.00 - 335.00 m (1.00 m)                          334.30
          Idem                                               334.80


          335.00 - 336.00 m (1.00 m - stuk vals in de midden)
          Idem wit krijt
          Verharde niveau op 5-15, 75-85                     335  5-20


          336.00 - 337.00 m (0.65 m)
          Licht grijs wit, zuiver krijt.
          Op 0.90 m vuistgrote silexknol, zwart met
          onregelmatige                                      336.60
          grijze vlekken                                     336.90
          + grijze korst         geen f.
          op 0.50 m iets harder.


          337.00 - 338.00 m (0.60 m)
          Idem                   geen f.                     337.65
          80-90 iets harder                                  337.85


          338.00 - 339.00 m (1.00 m)
          Licht verharde wit zuiverder krijt                 338.50-60
          (uitgezonderd zachter ~  15-25 m) geen f.


          339.00 - 340.00 m (1.00 m)
          In zijn geheel licht verhard, iets zachtere zone op
          40, 90 cm.
          Nog steeds zeer lichte blauwachtige vlekkige tinten


          340.00 - 341.00 m (1.00 m)
          Behalve op 0.50 en 0.95 m, opnieuw in zijn
          geheel                                             340.25
          verharde zelfde krijt                              340.75


          341.00 - 342.00 m (1.00 m)
          Idem wit zuiver krijt
          Harde horizont op 0.65-0.70 m veel zwarte, blauwe
          stippen op 0.40 m.                                 341.30-90*
          Op 0.58 een fijn doodlopende blauwige horizont
          van enkele mm.
          Blauwe tint misschien heel fijn pyriet.


          342.00 - 343.00 m (1.00 m)
          Idem krijt                                         342.15
          Op 342.15 m concentratie van blauw zwarte partikels
          0.00 - 0.10 m : verharde krijt
          0.60 - 0.75 m : verhard  krijt                     342.50
          Op 0.05 m : brachiopoden, zeeëgel spicula
                      beenderrest (kleiner dan 1 cm)
          Op 0.50 m : rest zeeëgelschub ?
          In het oplosresidu, zeer licht kleihoudend.


          343.00 - 344.00 m (1.05 m)
          Idem krijt (niet verhard)                          343.50

          344.00 - 345.00 m (1.00 m)
          Idem krijt
          Op 0.75 m Belemniet rest                          volledig
          verschillende iets donkere lamelachtige horizonten
          (slib dat afschuift ?)


          345.00 - 346.00 m (0.65 m)
          Idem krijt
          Licht verhard tussen 0.35 en 0.60 m                345.70-80
                            en 0.65 -  0.80 m
          Belemniet rest + zwarte strepen.


          346.00 - 347.00 m (0.80 m)
          Verhard 20-45 en 70-90                             346.50
          Brachiopode                                        346.75


          347.00 - 348.00 m (1.05 m)
          (lichtgrijs)wit krijt + strepen (spons-type ?)
                                + grijze kleine bioturbate
                                  gangetjes                  347.10
          Iets hardere banken 10-20, 50-60                   347.50


          348.00 - 349.00 m (0.40 m)
          0.60 - 0.90 m : idem wit krijt                     348.80
          0.90 - 1.00 m : silex, licht grijs tot zwart


          349.00 - 350.00 m (1.05 m)
          Tot 10 iets hardere niveau                         349.50
          40-60
          5 visbeentjes (mm)
          Op ongeveer 50 wat zwarte vlekjes (kleiner dan
          1 mm) in een vlek 1 à 2 cm breed.


          350.00 - 351.00 m (1.00 m)
          Lichtjes verhard, bovenaan en onderaan             350.50
          Idem wit krijt
          Licht grijze vlekjes of spoor bioturbaat


          351.00 - 352.00 m (0.75 m)
          Tussen 40-70 licht verhard                         351.50
          Idem krijt
          Heel licht grijze bioturbate vlek.


          352.00 - 353.00 m (1.00 m)
          Idem krijt                                         352.50
          Op 5 cm - silexbrok lichtgrijs tot zwart
          geen f.
          Typische lichtgrijze sporen, banden, vlekjes.


          353.00 - 354.00 m (1.05 m)
          Idem
          70-75 iets verhard                                 353.50
          Op 75- visbeentjes (zeer klein) schubje.


          354.00 - 355.00 m (1.05 m)
          ~  20 licht verhard    Idem krijt                  354.40*
          ~  80 licht verhard    Idem krijt                  354.50


          355.00 - 356.00 m (1.05 m)
          0 - Lichtgrijze tot zwarte silexbrok               355
              een serpulidae stukje (gelijkt aan
              zeeëgelspicul,                                 355.50*
              maar heeft een gaatje in het midden)
              lichtgrijze bioturbate vlekjes, ook als laagjes
              over de ganse boordiameter terug te vinden.
              Op 0.40 m kleine silexbrokje
              Op 0.60 m tubulaire zwarte silex               355.60
              vertikale diaklaas
          Silex : licht grijs en zwart : typische Sint-Vaast


          356.00 - 357.00 m (0.90 m)
          Idem, ook lichtgrijze vlekken en bandjes           356.25
          kleine silexjes op (45, 55, 70)


              357.00 - 358.00 m (0.90 m)
              30-45 - silex lichtgrijs tot vnl. zwart        357.60
              ~ 60 blauwzwarte gestipte vlekken.
              Stekeltjes op 9  van zeeëgel.


              358.00 - 359.00 m (1.05 m)
              0.40 - 0.60 m : wat verhard
              Idem + lichte grijze bioturbate vlekken en
              horizonten                                     358.80*
              0.25 m : lichtgrijs tot zwarte silex           358.70*
              Op 0.70 m : duidelijk licht grijs groenig spoor
              Op 0.60 m : pecten niveautje (kleiner dan 1 cm)


              359.00 - 360.00 m (0.75 m)
              Op 0.30 m sponsrest                            359.60
              Idem, verschillende bleekgrijze strepen        359.30
                                                             (spons)


              360.00 - 361.00 m (0.80 m)
              Op 0.80 m opnieuw concentratie blauw-zwart,    360.50*
              materiaal - pyriet.  
              ~  0.90 m lichtjes verhard.


              361.00 - 362.00 m (1.00 m)
              0.50 - 0.00 m : blauw-zwart spoor              361.05
              Op 0.75 m : blauw-zwarte vlekken               361.50
              + lichtgrijze sporen en vlekjes
              0.35 - tubulaire, kleine silex
              Idem


              362.00 - 363.00 m (1.00 m)
              0.70 - 0.80 m licht verhard - vertikale
              diaklaas                                       362.85*
              Idem
              Op 0.85 m veel zwart blauw materiaal           362.50


              363.00 - 364.00 m (1.05 m)
              Idem                                           363.70*
              65-75 hard
              Op 0.80 (blauwe vlekjes                        363.85
                 0.85 (


              364.00 - 365.00 m (1.05 m)
              0.40 - 0.60 m licht verhard                    364.50
              0.80 - 0.90 m
              Idem - geen residue (HC1)/toch iets licht grijze
              schijn 364.20 - kleine visbeenrestjes


              365.00 - 366.00 m (0.85 m)
              0.60 - 0.75 m) licht verhard  idem licht grijs  365.45
              0.15 - 0.20 m)
              80 - enkele microspleetjes waarvan de rand bedekt is
                   met blauw zwart pigment.


              366.00 - 367.00 m (0.60 m)
              0.40 - 0.70 m) licht verhard                    366.60*
              0.80 - 0.95 m)
              Idem licht grijs


              367.00 - 368.00 m (0.90 m)
              Licht verhard - idem wit grijs krijt            367.50*
              vnl. 50-100
              0.40 m : kleine viswervel
              0.10 m : lichtgroene vlek                       367.95
              0.95 m : enkele vlektjes, zwarte stippen        367.70
                       rest van een zeester (assule)


              368.00 - 369.00 m (1.00 m)
              Idem witgrijs krijt
              Op 0.50 - belemniet                             368.50
              Ook lichtgrijs tot zwarte silex.
              Op 0.20)
                 0.55) blauwzwarte streken
                 0.70)
              50-85 : licht verhard.
              Rest van een zeeëgel op 0.60 (micraster ?)
              Op 0.80 m grijze (streken als sed. Struct.? ->  368.80
                               (kleihoudend bundel


             369.00 - 370.00 m (1.00 m)
             Idem licht verhard
             Bundel niet-oplosb. grijze strepen en golvende
             laminae.                                         369.70
             Op 20/35/70/90
             Op 60 - nog assule van een zeester.


             370.00 - 371.00 m (0.75 m)
             0.80 tot 0.95 - blauw zwarte pasta               370.50
             Op 0.50 en 0.70 - grijs tot zwarte silex
             meerder grijze vlekken en lagen.


             371.00 - 372.00 m (1.05 m)
             Volledig licht verhard.
             Op 0.50 : blauwzwarte pasta                     371.50
             0.50 - 0.60 m : bundels strepen                 371.80
             0.70 m : blauwzwarte streepjes
             Idem misschien iets korreliger aspect.
             0.60 : Inoceramus fragment.
             Zeer licht kleihoudend.


             372.00 - 373.00 m (0.85 m)
             Hard                                            372.45
             Idem wit grijs
             ~ 0.85 m : bundels groengrijze kleiige streken  372.80


             373.00 - 374.00 m (1.05 m)
             Hard op de eerste 20 cm en tussen 60 en 70      373.50
             Visschubben, visbeenderen, Inoceramus tamelijk
             veel fragmenten)
             Lichtgrijs silex rond 55 cm.


             374.00 - 375.00 m (1.00 m)
             0.60 m : blauwe zwarte pasta
             = 30 enkele fistuleuze silexen nogal verhard    374.60
             Idem wit grijs krijt.
             Inoceramus fragmenten


             375.00 - 376.00 m (1.00 m)
             Tamelijk hard                                   375.60
             Inoceramus fragmenten


             376.00 - 377.00 m (1.00 m)
             Tamelijk verhard over de ganse lengte           376.80
             Inoceramus fragmenten ) rond 0.40 m
             Brachiopode fragment  )


             377.00 - 378.00 m (0.95 m)
             Tamelijk verhard tussen 0.30 en 0.50            377.70
             Brachiopode van 377.45 (Terebratulid)


             378.00 -379.00 m (1.05 m)
             Idem                                            378.50*
             Tamelijk verhard
             Op 5, 75 (pyriet ?) donkerblauw zwarte vlekjes
             10, Inoceramus brokstukjes                      378.50*
             ook een cirkelvormige pyriet indruk van een spons
             visrestjes.


             379.00 - 380.00 m (1.00 m)
             Verhard wit grijs krijt                         379.65
             0.65 Echinochoris kleine afmetingen ± 4 cm
                  eronder "flasertype" fijne kleiige laminatie.
             0.50 Lima.                                      379.95


             380.00 - 381.00 m (1.00 m)
             Idem witgrijs                                   380.50
             Licht verhard


             381.00 - 382.00 m (0.95 m)
             Idem licht verhard.
             Oesterrest ?                                    381.50
             Zonderlinge blauwzwarte vlekken - oxidatie.


             382.00 - 383.00 m (1.05 m)
             Licht verhard                                   382.50
             Vnml. tot 0.20 m zeer hard, zeer licht kleihoudend


             383.00 - 384.00 m (1.05 m)
             Lichtjes verhard     geen f.                    383.65
             Idem


             384.00 - 385.00 m (1.05 m)
             Idem, lichtjes verhard.
             Homogeen, wel enkele grijze vlekken             384.60
             Ook enkele blauwzwarte streken.


             385.00 - 386.00 m (1.00 m)
             Verhard 0.00 - 0.20/0.50 - 0.70 fel groene      385.50
             coating op 0.70 m
             Idem, zeer licht kleihoudend


             386.00 - 387.00 m (1.00 m)
             Volledig verhard                                386.05
             Idem / 05 - sponsresten ? pyriet                386.50
                         zeeëgelrestjes


             387.00 - 388.00 m (0.85 m)
             Idem
             0.45 - 0.80 m : verhard                         387.50
             Op 0.80 m blauwzwarte pasta
             Op 0.50 m bryozoa


             388.00 - 389.00 m (0.90 m)
             0.00 - 0.20 m een steil glijspiegelvlak         388.10
             Idem licht verhard                              388.80
             Viswerveltje, grijze vlekjes
             Centrum, belangrijke ongeveer vertikale diaklazen
             Licht kleihoudend.


             389.00 - 390.00 m (1.05 m)
             (licht) verhard                                 389.50


             390.00 - 391.00 m (1.00 m)
             Idem
             Licht tot sterk (in het midden) verhard         390.50
             Spons op 0.60 m
             Ook blauwzwarte pyrietvlekken
             Diaklazen


             391.00 - 392.00 m (1.05 m)
             Idem                                            391.50
             Diaklazen
             Licht kleihoudend, ook grijze vlekken en sporen
             Kleine visschub


             392.00 - 393.00 m (0.00 - 0.20 m)
             Glijspiegelvlak ongeveer 40                     392.10
             Licht verhard tot sterk verhard                 392.80
             Ook blauw zwarte stippen.
             Grijze vlekken.


             393.00 - 394.00 m (1.05 m)
             Grijs wit krijt
             Min of meer verhard                             393.20
             Subvertikale diaclazen met glijsporen 
             (horizontale verplaatsing)                      393.80
             Rond 0.70 m : hardground
             Visbeenderen rond 393.15 m.


             394.00 - 395.00 m (0.60 m)
             Idem, praktisch volledig verhard, wel enkele
             wekere zones.                                   394.50
             Rond 394.80 : Belemniet fragment (Actinocamax
             of Venus ?)


             395.00 - 396.00 m (0.90 m)                       395.20
             Idem                                            395.70


             396.00 - 397.00 m (0.90 m)
             Idem, tamelijk hard                             396.20
             Onregelmatige pyrietvlekken                     396.60
             396.45 m : fragment van Echinocorys sp(kleine vorm)


             397.00 - 398.00 m (0.75 m)
             (grijs) wit krijt met blauwgrijze horizontale
             streepbundels                                   397.65
             Zeeëgelfragmenten, pyrietsporen (gangen)


             398.00 - 399.00 m (1.00 m)
             Idem; vertikale glijvlakken (groter dan 10 cm)  398.50
             Wat pyriet; zeeëgelfragment, andere macrorestjes.


             399.00 - 400.00 m (0.90 m)
             Op 0.75 m horizontale bundels pyriet            399.50
             + glijvlakjes bedekt met pyriet.


             400.00 - 401.00 m (1.05 m)
             Praktisch helemaal verhard                      400.25
             Vertikale breukvlakken (5 cm) + spiegel-
             oppervlak                                       400.85


             401.00 - 402.00 m (0.75 m)
             Idem verhard                                    401.60


             402.00 - 403.00 m (0.95 m)
             Idem verhard, wormgangen, pyriet-brijvlekken


             403.00 - 404.00 m (1.05 m)
             Idem, horizontale pyrietvlakken
             Hard  vertikale breukjes                        403.50
             Wormgangen                                      403.80


             404.00 - 405.00 m
             Grijswit krijt verhard (soms zeer hard)
             Ook grijze strepenbundel op 0.90 m              404.85
             verschillende steilhellende diaklazen
             verschillende kleiige onregelmatige vlekken


             405.00 - 406.00 m
             Idem
             Bioturbate grijze vlekken                       405.30
             Zeeëgelstekel - Cidaridae groep
             Wormsporen


             406.00 - 407.00 m
             Idem verhard                                    406.50
             + visbeen, schubresten                          406.80


             407.00 - 408.30 m (1.00 m) kernbuis
             Idem wit krijt, pyriet                          407.30
                                                             408.30


             408.30 - 410.35 m (0.65 m)
             Idem wit krijt
             pyriet blauwe vlek (409) + glijvlak
             Op 410 - visrestenhoopjes


             410.35 - 411.35 m (1.00 m)
             Idem; op 411 - kleivlek + pyriet kristal        411.00
             Meerdere bioresten


             411.35 - 412.35 m
             Idem meerder vlakjes, kleine (enkele cm)        411.65-75
             Onregelmatige met groenige grijze gel bedekt    412.35
             Pyrietvlekjes (oxydatie ])                      412


             412.35 - 413.50 m (1.00 m)
             Idem in alle aspecten                           413.50


             413.50 - 414.20 m (0.70 m)
             Idem in alle aspecten                           414.00


             414.20 - 415.20 m (1.00 m)
             Idem in alle aspecten                           414.70
             Heel wat pyrietgangetjes en visrestjes


             415.20 - 416.00 m (0.90 m)
             Idem                                            415.80


             416.00 - 416.65 m (0.65 m)
             Idem                                            416.00


             416.65 - 417.70 m (0.95 m)
             Op 417.30 idem kleiige bedekking -
             zuiver groen!                                   417.30
                                                             417.00


             417.70 - 418.70 m (1.00 m)
             418.40 Inoceramus
             pyriet, nogal eens in 1/2 cm brede band         418.10
             oesters, zeeëgelstekels


             418.70 - 419.85 m (0.80 m)
             Naar onderen toe iets grofkorreliger (craie grenue)
             kalkareniet                                     419.30


             419.85 - 420.90 m (1.00 m)
             Idem "craie grenue"                             420.75
             Inoceramus
             fosfaat ?? concretie (ongeveer 1 cm) onregelmatig
             sferisch


             420.90 - 422.00 m (1.10 m)
             Idem
             Bioturbaat gevlekt
             Pyrietbundels                                   421.50


             422.00 - 423.00 m (1.00 m)
             Idem                                            422.20
             Ook sponsen                                     422.50


             423.00 - 424.00 m (1.00 m)
             Fosfaat ? idem                                  423.20
                                                             423.80

             424.00 - 425.00 m (1.00 m)                       424.20
             Idem                                            424.50
                                                             424.70


             425.00 - 426.15 m (1.15 m)                       425.20
             Idem naar onderen toe terug fijner              425.50
                                                             425.70


             426.00 - 427.00 m (1.00 m)
             Microgran tot fijn
             Idem zeer wit, zeer zuiver (opvallend)          426.20
             Inoceramus afdruk 426.40                        426.50


             427.00 - 428.00 m (1.00 m)
             Idem terug laminaties pyriet                    427.20
             Microgranulair                                  427.50
             Inoceramus fragment.                            427.70


             428.00 - 429.30 m (1.00 m)
             Naar onderen geleidelijk meer kleine zwarte - met
             enkele grotere (0.5 cm) - korreltjes (soms eivormig)
             vooral aan 50 cm                               integraal


             429.30 - 430.30 (1.00 m)
             Idem geleidelijk aan nog meer en nog grotere zwarte
             ronde korreltjes - grintjes (afgerond-niet sferisch)
             fosfaat ?
             Vanaf 429.80 manifest. - glauconiet - kern ziet groenig
             ook zandsteen ?
             Bovenaan helling 45  breukje bezet met glauconiet.


             430.30 - 431.70 m (1.00 m)
             Rond 4.31 - Inoceramus stukken
             Basis - "green zand" zandsteen met grint verspreid en
             groen ook zwarte korreltjes.
             Ook visschub, tandrestjes gerold.


             431.70 - 432.70 m
             431.70 - 80 : idem glauconietbolletjes 1 à 2 mm met
                           ongeveer platte keitjes van 1 cm of
                           kleiner, afgerond.
             431.80 - 432.05 : krijt met glauconietkorrels,
                               verspreid en platte keien - bruin
                               ongeveer 1 cm
                             - fylladen-groen + aderkwarts
                               ongeveer 5 cm
             432.05 - 432.70 : zachte groengrijze schiefer, sommige
                              stukken zijn fijn gelaagd.
             Op 432.05 - uit verweerde kubische pyrietholtes +
                         glauconiet coating van sommige
                         diaklaasvlakken.
             432.70 : zachte blauwgrijze zeer fijn fyllade met op
                      sommige plaatsen fijne gelaagdheid (fijn zand
                    - kleiwaaiers) struktuur + sporen van slumping.
                      met pyriet in de fijne laagvlakken, evenals
                      witte carbonaat bankjes (vaak in stukjes)


homogeen  fijner SS     diaklaas   witte karb.   pyriet        diepte

          + 30                        (+)           +      432.70-432.85
+                       + 70                               432.85-433.80
          + 40          + 68           +            +      433.80-435.60
      verpulverd carb.                                     435.60-435.80
+     afw + 40          + 70           +                   435.80-438.00
+     afw + 40                                             438.00-439.05
     dikker 40 
     ± 1 cm bleek
     ± 2 cm blauwgrijs                                     439.05-440.10
     ++ dikker geband   + 60           +            +      440.10-442.30
          30  35 
          + 30          + 65           +            +      444.60
                          40 ?



          Interpretatie

          Kwartair :                        0.00 -   30.80 m
          Formatie van Maldegem :          30.80 -   74.00 m
          (p.p. ex-Formatie van Kallo)
          Klei van Onderdijke (?a3)        30.80 -   33.00 m
          Zand van Buisputten (s2)         33.00 -   35.40 m
          Klei van Zomergem (a2)           35.40 -   48.10 m
          Zand van Onderdale (s1)          48.10 -   50.10 m
          Klei van Ursel (al)              50.10 -   65.40 m
          Klei van Asse (al)               65.40 -   71.95 m
          Zand van Wemmel                  71.95 -   74.00 m
          Formatie van Brussel (?) :       74.00 -   79.00 m
          Formatie van Aalter (Knesselare)
             (=P2) :                       79.00 -  104.80 m
          Formatie van Gent (= Mt. Panisel
              =P1) :                      104.80 -  135.00 m
          Zand van Vlierzele (Pld)        104.80 -  110.00 m
          Zand van Vlierzele/Pittem ?     110.00 -  122.50 m
          Zand van Pittem (Plc)           122.50 -  133.00 m
          Klei van Merelbeke (Plm)        133.00 -  135.00 m
          Formatie van Tielt - Zand van
             Egem :                       135.00 -  147.50 m
          (pp. ex. Ieper Fm)
          Formatie van Kortrijk :         147.50 -  288.00 m
          (pp. ex. Ieper Formatie)
          Formatie van Tienen :           288.00 -  303.00 m
          (pp. ex. Formatie van Landen)
          Formatie van Hannut :           303.00 -  311.00 m
          (pp. ex. Onder Landen Formatie)
          Boven Krijt - Maastrichtiaan/Campaniaan/(?)
          Santoniaan                      311.00 -  432.05 m
          Paleozoïcum-Siluur :            432.05 -  444.90 m (geboord)

             N. VANDENBERGHE & P. LAGA

          THE KNOKKE WELL (11E/138)
          with a description of the Den Haan (22W/276)
          and Oostduinkerke (35E/142) wells
          edited by P. LAGA & N. VANDENBERGHE
          Toelicht. Verhand. Geologische en Mijnkaarten van
          Belgie 1990, Nr. 29, 118 blz.
Insert the GSB number to search all associated content