Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 008W / 008W0157.TXT

008W0157.TXT

*************************************************************-**********
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr:			8W
PLAAT:            	WORTEL
Nr:               	157 (VII, a)
Type Boring:      	Verkenningsboring
Topografische kaart:	8/3
Uitgevoerd te:   		Wortel - Regenwortel
Postnr:			2323
Adres boorplaats:      	

Opdrachtgever:		BGD
Boorfirma:        	Smet-DB - Dessel
Boordatum:      		1989
Topografie:       	opgetekend door BGD (mijnmeter)
Stalen door:      	de boormeester
Boringsmethode:   	Gekernd (gestoken)
Lengte & doormeters: 	10 cm

Grondwaterstanden:	
1ste maal:			
Bij rust :			  	
Tijdens pompen:   	
Debiet :          	
Waterzaaknr:		
Totale diepte:		64 m
Stalen bewaard:		ja
Maaiveld/ref. peil: 	+21,596
X:                	181.105
Y:                	231.315
NIS-code:         	13051

------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------
0.00 - 1.00 (74 cm)
1.	Zwartbruin humeus silteus zeer fijn zand met tussen 0.09-0.10 bruingrijze silthoudende fijne zandlaag, gevolgd door een zone van minder humeus materiaal. Over het geheel komen enkele ronde lenzen van geoxideerd silteus fijn zand voor, een toename ervan wordt vastgesteld naar de basis toe. Houtfragmenten en venige resten zijn aanwezig. De grens is onregelmatig ingevolge vermenging met onderliggend materiaal.
Diepte basis: 0,43 m.
2.	Grijs silthoudend tot silteus fijn zand, geoxideerd in zones (waarvan de gradatie verschilt) met houtfragmenten aan de top en basis.
Diepte basis: 0,74 m.

1.00 - 2.00 m (42 cm)
3.	Bruingrijs silteus fijn zand met grote concentratie van vegetatierestjes, overgaand vanaf 1.07 naar grijs licht geoxideerd silteus fijn zand met diffuse sterk silteuse discontinu en continu onregelmatige laagjes die evenwel ontbreken tussen 1,23-1,33 waar het materiaal slecht silthoudend is. Van 1.07 tot 1.12 veenbrokjes en vegetatierestjes, de laatste geconcentreerd volgens een laag + lenzen of discontinu laagje met grove heteromorfe partikels.
Diepte basis: 1,42 m.

2.00 - 3.00 m (64 cm)
4.	Grijs silteus halffijn zand gradueel overgaand vanaf 2,07 naar medium heteromorf zand, silthoudend. Over het geheel komen continu en discontinu licht schuine vetlaagjes voor, met scherpe begrenzing in de fijne fractie, met diffuse in de grovere. Erosieve licht schuine grens.
 5.	Bruingrijs silteus fijn zand met bruingrijze siltlaagjes (max. 6 mm), bruine sterk silteuse fijn zandige laagjes en meer silteuse zones doorgaans continu met duidelijke bovengrens, ondergrens kan diffuus zijn of sterk verstoord zoals in centraal gedeelte. De gelaagdheid varieert voortdurend gaande van horizontaal tot licht schuin, tot golvende. 
Diepte basis: 2,40 m
6.	Grijs licht glauconiethoudend halffijn zand, silteus in de eerste helft waar tevens grote concentratie van bruingrijze siltlagen voorkomen en die zelfs dominerend zijn tussen 2,44-2,53. Gelaagdheid is in deze zone evenwel afwezig door zeer sterke verstoring. Diepte basis: 2,64 m.  

3.00 - 4.00 m (88 cm)
7.	Lichtbruin-grijs silthoudend halffijn zand met zones en diffuse laagjes van meer silteus materiaal waarbij sporadisch een discontinu siltlaagje tot ontwikkeling is gekomen. Dit geheel gaat gradueel over vanaf 3,17 naar medium zand, licht heteromorf afgewisseld met halffijn zand. Tussen 3,28-3,30 is een silteus fijn zandige laag aanwezig.
Twee grijze silteuse kleilenzen zijn 
Erosieve grens, licht onregelmatig aan de rechter rand.
Diepte basis: 3,44 m.
8.	Bruingrijs silteus fijn zand met grote concentratie van diffuse bruine discontinu onregelmatige siltlaagjes (mm) (strikte gelaagdheid is niet aanwezig), niet aanwezig van 3,58 tot basis.
Keitje op 3,56 m.
Basis bestaat uit bovenvermeld materiaal waarin grote kleilenzen afkomstig van onderliggend facies en keitjes aanwezig zijn (begrenzing tussen beide facies daardoor niet zeer duidelijk).
Diepte basis ±3,65 m.
9.	Licht geoxideerde grijze silteuse klei met spots van zandig materiaal en sterk silteus van 3.76-3.80. Grijze silteuse klei van 3.80 waarin kleibrokken en vegetatieresten aanwezig zijn.
Fijnzandig laagje waarvan de dikte varieert op 3.86.
Geheel is sterk micahoudend.
Diepte basis: 3,88 m.

4.00 - 5.00 m (60 cm)
10.	Complex van grijs silt, kleihoudend aan de top en grijs silteus fijn zand waarbij het siltgehalte kan variëren silt van :
top -  4,06
4,10 - 4,13
4,19 - 4,20
4,26 - 4,29
verscheidene (3) van 1 cm dikte tussen
4,36 - 4,49
4,49 - 4,50
4,55 - 4,57	
Zowel de silt- als de zandlagen kunnen intern gestratifieerd zijn met lagen bestaande uit partikels van de andere textuurgroep. In het geheel worden verschillende erosievlakken waargenomen.
De gelaagdheid is schuin tot horizontaal. Tussen 4,45-4,48 wordt een halffijn zandige laag aangetroffen. Micahoudend.
Diepte basis: 4,60 m.

5.00 - 6.00 m (55 cm)
11.	Grijs silteus fijn zand (licht glauconiethoudend) met enkele grijze siltlagen) die kleihoudend en vegetatierijk kunnen zijn en waarin tevens aaneengeklitte zandkorrels voorkomen in de vorm van een pellet. In het centraal komen diffuse dunne discontinu siltlaagjes voor in een klimmende positie en waar de ribbelmorfologie nog zichtbaar is.
Micahoudend.
Diepte basis: 5,55 m.

6.00 - 7.00 m (65 cm)
12.	Grijs silteus fijn zand met zeer grote concentratie van siltlaagjes (1 à 2 mm), continu subhorizontaal tot licht gebogen. Naar de basis toe intercalatie van enkele silthoudende fijn zandige laagjes.
 Diepte basis: 6,06 m.
13.	Grijs silthoudend fijn zand, subhorizontaal tot licht schuin gelaagd.
Op 6,09 siltlaagje (1 mm) met flaser structuur. Tussen 6.20-6.22 concentratie van kleiige siltlenzen. Erosieve grens 6.25-6.22 die geaccentueerd wordt door silteuse partikels. Vervolgens is een diffuse klimmende gelaagdheid aanwezig. Onregelmatige grens. Micahoudend - licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 6,32 m.
14.	Grijs silteus fijn zand waarvan de top bestaat uit kleiig silt met enerzijds zwarte siltlaagjes die doorgaans sterk gebogen zijn en anderzijds zones met meer silteus materiaal die evenwel sterk verstoord zijn. Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 6,50 m.
15.	Bruingrijs kleihoudend silt alternerend met fijn silteuse zandlaagjes en die zelfs dominerend worden vanaf 6.54. Graduele overgang maar silthoudend fijn zand vanaf 6,57 waarin enige stratificatie volledig ontbreekt.
Diepte basis: 6,65 m.

7.00 - 8.00 m (70 cm)
16.	Grijs silthoudend fijn zand overgaand vanaf 7.25 naar silteus fijn zand waarin evenwel diffuse lagen van silthoudend fijn zand voorkomen. Tevens zijn er enkele banden van zandig silt aanwezig waarvan de bovenkant doorgaans gradueel overgaat naar silteus fijn zand. Toch komen enkele lagen voor met duidelijke bovengrenzen.
Over het geheel zijn enkele dunne siltlaagjes, licht schuin gelaagd waarvan sommige licht onregelmatig verspreid. Aan de top bevinden zich enkele discontinu kleiige siltlagen, die soms zijn opgebouwd uit een aaneenschake-ling van lenzen.
Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 7,70 m.

8.00 - 9.00 m (93 cm)
17.	Grijs sterk silthoudend fijn zand met zones van meer silteus materiaal die doorgaans worden afgesloten door een grijze siltlaag, sporadisch vegetatie-rijk aan de top, waarvan de dikte varieert van 1 - 8 cm.      
De bovengrenzen zijn erosief (ontstaan van verschillende cycli). De stratificatie is subhorizontaal met sporadisch overblijfsel van facets (in het silthoudend zand bevinden zich meer silteuse dunne laagjes). Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 8,69 m.
18.	Grijs silthoudend fijn zand met enkele sterk verstoorde diffuse siltlagen. Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 8,93 m.

9.00 - 10.00 m (54 cm)
19.	Licht silthoudend grijs halffijn tot medium zand tot 9,10 horizontaal gelaagd waarbij alternerend patroon is ontstaan in silthoudende en silteuse laagjes. Van 9,19-9,45 discontinu laagjes, golvend van 9,23-9,35 ingevolge overblijf-s-els ribbels, vervolgens licht schuin gelaagde licht doorgaans continu laagjes. Tussen 9,26-9,43 komen kleiige lenzen voor, waarvan de dikte schommelt tussen minder dan 1 cm en 3 cm.
Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 9,54 m.

10.00 - 11.00 m (76 cm)
20.	Grijs silteus fijn zand met zones en laagjes van minder silteus materiaal met grijze kleihoudende siltlagen waarvan de kwantiteit toeneemt in de tweede helft. Over het geheel zijn concentraties van vegetatierestjes aanwezig.
De lagen zijn continu en discontinu subhorizontaal onregelmatig tot onregelmatig licht gebogen. Microbreukjes zijn sporadisch aanwezig. Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 10,76 m.
 11.00 - 12.00 m (59 cm)
21.	Grijs licht silthoudend halffijn zand met tussen 11,17 en 11,19 silteus fijn zandig materiaal met graduele begrenzing bovenaan. In dit fijnkorrelig geheel komt een golvend kleihoudend siltlaagje voor (9 mm) en discontinu vegetatie-rijk laminae.
Vervolgens komen nog diffuse lagen van meer silteus materiaal voor die op sommige plaatsen sterk verstoord zijn - laagjes met vegetatieresten. Het geheel is subhorizontaal gelaagd. Mica- en licht glauconiethoudend.
Scherpe grens.
Diepte basis: 11,43 m.
22.	Grijs silteus fijn zand gradueel overgaand (vanaf 11,47) naar silthoudend fijn zand. Aan de top zijn een paar golvende kleihoudende siltlaagjes aanwezig. Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 11,59.

12.00 - 13.00 m (94 cm)
23.	Grijs silthoudend fijn zand met grote concentratie van doorgaans continu grijze kleihoudende siltlaagjes (3 mm - 1,5 cm). De lagen zijn subhorizontaal golvend of vertonen soms duidelijk de opwelving van de ribbeltroggen. In deze fijn korrelige lagen komen soms vegetatieresten voor. Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 12,94 m.

13.00 - 14.00 m (42 cm)
24.	Grijs sterk silthoudend halffijn zand, fijn gestratifieerd met silteus halffijn zand tot 13,26 waarna nog uitsluitend massief silthoudend halffijn zand voorkomt. Licht mica- en glauconiethoudend.
Diepte basis: 13,42 m.

14.00 - 15.00 m (100 cm)
25.	Grijs licht silthoudend halffijn zand met tussen 14,06-14,09; 14,29-14,39 en 14,49-14,51 kleihoudend silt waarin zich kleiige siltlaagjes bevinden. De laagjes zijn horizontaal, tot golvend continu en discontinu. Vegetatierestjes zijn niet uitzonderlijk. De grenzen van de lagen zijn recht, gebogen of onregelmatig zoals aan de top ingevolge instulpingen. In het zandig zijn ook nog diffuse siltlaagjes aanwezig als ook vegetatierijke laagjes en kleiige lenzen. Mica- en licht glauconiethoudend. Erosieve licht onregelmatige grens.
Diepte basis: 14,55 m.
26.	Grijze silt met kleihoudende lagen tussen 14,77-14,78 en 14,84-14,845. Enkele vegetatieresten zijn over het geheel aanwezig. Diffuus horizontaal gelaagd aan de basis. Depositional boundary. Micahoudend.
Diepte basis: 14,86 m.
27.	Licht grijs medium heteromorf zand, subhorizontaal gelaagd aan de top, schuin aan de basis met kleihoudende siltlaagjes en lenzen. Vegetatieresten zijn niet uitzonderlijk. Licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 15,0 m.

15.00 - 16.00 m (95 cm)
28.	Grijs sterk silthoudend fijn zand met grote concentratie van horizontaal gelegen continu en in mindere mate discontinu siltlaagjes (1 à 2 mm). Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 15,11 m.
29.	Grijs silt met sterk silthoudend zand, de stratificatie is op enkele uitzonderingen na volledig verstoord ingevolge bioturbatie. Vegetatierestjes zijn vooral in de tweede helft aanwezig. Mica- en licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 15,59 m.
30.	Blauwgrijze zeer compacte klei met vertikaal georiënteerde vegetatieresten.
Diepte basis: 15,95 m.

16.00 - 17.00 m (41 cm)
 31.	Blauwgrijze compacte klei, bleker wordend vanaf 16,31 (gradueel). Vegetatie-restjes zijn over het geheel verspreid, grotere fragmenten bevinden zich evenwel in het eerste gedeelte.
Diepte basis: 16,41 m.

17.00 - 18.00 m (82 cm)
32.	Blauwgrijze compacte klei met vegetatieresten waarvan sommige belangrijk in omvang. Tussen 17,26-17,40 een venige band. Licht onregelmatige onder-grens.
Diepte basis: 17,61 m.
33.	Grijsbruin sterk silthoudend fijn zand, sterk humeus tot venig aan de top, met vegetatierestjes over het geheel verspreid. Het geheel is gebioturbeerd. Zeer licht mica- en glauconiethoudend.
Diepte basis: 17,82 m. 	 	        
  	  
18.00 - 19.00 m (100 cm)
34.	Kakigrijs zandhoudend silt gradueel overgaand vanaf 18,11 naar grijs silteus fijn zand en waarin vanaf 18?23 de siltfractie belangrijker wordt. Vanaf 18?11 zijn vertikaal tot schuin georiënteerde vegetatieresten aanwezig tot ±18,41 m.
Vanaf ±18,45 is het geheel diffuus subhorizontaal gelaagd met discontinu klimmende laagjes tussen 18,70-18,75.
Aan de basis is het geheel duidelijk horizontaal gelaagd met een aanwezigheid van zand, silteus zand en siltlaagje, waarin eveneens vegetatierestjes voorkomen. Micahoudend en zeer licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 18,81 m.
35.	Grijs los silthoudend fijn zand met enkele diffuse lenzen van witgrijs fijn zand en vegetatierestjes. Micahoudend, licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 19,0 m.

19.00 - 20.00 m (90 cm)
36.	Grijs silthoudend fijn zand, subhorizontaal fijn gestratifieerd met silteuzer materiaal tot 19,13.
Vegetatieresten tussen 19,15-19,17. Graduele overgang vanaf 19,19 naar grijs silthoudend halffijn zand waarin enkele kleine discontinu siltlaagjes en enkele afgeronde zeer kleine kleiige lensjes voorkomen. Een grote concentra-tie komt evenwel voor tussen 19,72-19,80 subhorizontaal tot licht gebogen gelaagd. De laatste cm wordt vrijwel volledig ingenomen door kleihoudend silt waarin enkele diffuse zandlenzen aanwezig zijn. Zeer licht glauco-niet- en micahoudend.
Diepte basis: 19,90 m.

20.00 - 21.00 m (92 cm)
37.	Grijs sterk silthoudend halffijn zand diffuus licht schuin gelaagd met silthoudende zandlaagjes. Licht mica- en glauconiethoudend. Duidelijke grens, licht schuin.
38.	Grijs licht silthoudend halffijn zand, schuin gelaagd tot 20,62 evenwel met 2 verschillende oriëntaties; massief tussen 20,62-20,72 en diffuus gelaagd vervolgens in combinatie met enkele diffuse discontinu kleihoudende siltlaagjes die doorgaans licht gebogen zijn.
Diepte basis: 20,92 m.

21.00 - 22.00 m (82 cm)
39.	Grijs silthoudend halffijn zand met enerzijds grijze silt in de vorm van lagen en banden die doorgaans een diffuse ondergrens hebben. Anderzijds diffuse discontinu (zeer kleine) siltlaagjes met variërende oriëntatie. Sporadisch visgraatstructuren + deformaties. Enkele vegetatierestjes zijn over het geheel verspreid. Zeer licht mica- en glauconiethoudend.
Diepte basis: 21,82 m.

22.00 - 23.00 m (83 cm)
 40.	Alternerende zones van grijs silthoudend halffijn zand (22,0-22,16; 22,33-22,51, vanaf 22,64 tot basis evenwel los zand) en grijs silteus fijn zand. Beide facies bevatten discontinu siltlaagjes, die dikker zijn in de grovere fractie. Tussen 22,17-22,20 komen enkele discontinu niet parallel kleiige laagjes voor (2 mm). Van 22,63 - 22,74 concentratie van kleiige siltlenzen en laagjes. Zeer licht mica- en glauconiethoudend.
Diepte basis: 22,83 m.

23.00 - 24.00 m (78 cm)
41.	Grijs zeer los silthoudend halffijn zand met van top tot 23,06 discontinu en continu siltlaagjes, de laatste horizontaal gelaagd, de discontinu komen in horizontaal en schuine positie voor. Vanaf 23,06-23,37 met horizontaal gelaagde kleiige siltlagen die zelfs dominerend zijn tussen 23,14-23,37. vanaf 23,37 nog zeer sporadisch een discontinu kleiig siltlaagje waarin onderaan een microbreuk zichtbaar is.
Zeer licht glauconiet- en micahoudend.
Diepte basis: 23,78 m.

24.00 - 25.00 m (83 cm)
42.	Grijs silthoudend fijn zand met een zone van iets grover materiaal tussen 24,32-24,39 (met graduele overgangen). Vanaf 24,56 licht silthoudend halffijn zand. Over het geheel komen doorgaans continu horizontaal (uitgezonderd aan de top waar ze discontinu en licht golvend zijn) gelegen siltlaagjes voor, die dikwijls geconcentreerd in pakketjes voorkomen. Enkele lenzen van venig materiaal, zeer licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 24,83 m.

25.00 - 26.00 m (80 cm)
43.	Grijs silthoudend fijn zand met in centraal gedeelte band van halffijn zand. Gaat over vanaf 25,10 naar licht grijs halffijn zand met bovenaan nog band van fijner materiaal. Kleiige siltpakketten met patches van halffijn zand en veenlenzen tussen 25,16-25,27; 25,56-25,64, grote kleiige lens tussen 25,43-25,49.
Het geheel is schuin en subhorizontaal gelaagd met siltlaagjes en kleiige siltlaagjes, continu en discontinu waarin ook vegetatierestjes in vervat zijn.
Diepte basis: 25,80 m.

26.00 - 27.00 m (88 cm)
44.	Lichtgrijs silthoudend fijn zand met kleiige siltlagen die vooral geconcen-treerd voorkomen tussen 26,05-26,16 en 26,25-26,38. In beide zones komen ook (afgeronde venige lenzen voor + afgeronde kleibrokjes). De lagen zijn continu en discontinu met zeer onregelmatige begrenzingen. Tussen beide zones komen nog discontinu even licht schuine siltlaagjes voor.
Diepte basis: 26,45 m.
45.	Grijs kleiig silt met patches van fijn en halffijn zand ingevolge intense bioturbatie. Veenbrokjes zijn over het geheel verspreid.
Diepte basis: 26,88 m.

27.00 - 28.00 m (53 cm)
46.	Grijs silthoudend tot silteus fijn zand met een zeer diffuse licht gebogen gelaagdheid. Silteuse schuine band tussen 1.32-1.28. Glauconiet- en licht micahoudend.
Diepte basis: 27,53 m.

28.00 - 29.00 m (47 cm)
47.	Grijs silteus fijn zand met concentratie van kleiige lenzen (met grillige vorm). Tussen 28,15-28,20 en 28,35 tot basis. In deze laatste zone hebben de kleiige lenzen een zeer grote omvang. Licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 28,47.

29.00 - 30.00 m (46 cm)
 48.	Grijs silthoudend fijn zand, licht schuin gelaagd tot 29,16 door zeer dunne kleine siltlensjes en sporadisch platte kleiige lens. Vanaf 29,29 discontinu horizontale kleiige siltlaagjes in de eerste helft en continu en discontinu zeer grillige kleiige laagjes in de tweede helft, licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 29,46 m.

30.00 - 31.00 m (59 cm)
49.	Grijs silthoudend halffijn zand (glauconiethoudend met enkele (sporadisch) diffuse discontinu siltlaagjes + enkele platte kleiige lensjes. Enkele grotere mica's.
Diepte basis: 30,59 m.

31.00 - 32.00 m (24 cm)
50.	Grijs silthoudend halffijn zand (licht mica- en glauconiethoudend) diffuus schuin gelaagd in de eerste helft.
Diepte basis: 31,24 m.

32.00 - 33.00 m (36 cm)
51.	Grijs silthoudend halffijn zand, diffuus subhorizontaal gelaagd. Aan de top onregelmatige kleiige siltlaag + kleiige lens (in situ ?). Licht mica- en glauconiethoudend.
Diepte basis: 32,36 m.

33.00 - 34.00 m (12 cm)
52.	Grijs silteus fijn zand. Glauconiethoudend.
Diepte basis: 33,12 m.

34.00 - 35.00 m (57 cm)
53.	Grijs silteus fijn zand, diffuus schuin licht gebogen gelaagdheid. Licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 34,57 m.

35.00 - 36.00 m (70 cm)
54.	Grijs silteus fijn zand diffuus licht schuin gelaagd in de eerste helft en enkele discontinu silteuse laagjes in de tweede helft. Enkele vegetatierijke patches bovenaan en enkele vegetatierijke laminae tussen 35,26-35,27. Licht glauconiet- en micahoudend.
Diepte basis: 35,70 m.

36.00 - 37.00 m (83 cm)
55.	Grijs silteus fijn zand met sporadisch enkele gebogen discontinu siltlaagjes (mm) en enkele kleiige pellets die schuin georiënteerd zijn. Sporadisch vegetatierestje. Licht glauconiethoudend.
Diepte basis: 36,83 m.

37.00 - 38.00 m (spoelmonster)
56.	Grijs licht silthoudend half grof zand (heteromorf met zeer grove deeltjes). Glauconiethoudend.

38.00 - 39.00 m (75 cm)
57.	Grijs medium zand met heteromorfe zones waarin zeer grof partikels aanwezig zijn. Tot 38.55 zijn zwartkleurige banden (humeuze tot venige restjes) (diffuse tot zeer duidelijke) continu en discontinu aanwezig. Op 38,47 siltlaagje.
Vanaf 38.55 wordt het materiaal fijner (graduele )
Glauconiethoudend.
Diepte basis: 38.75 m.

39.00 - 40.00 m (10 cm)
58.	Volledig waardeloos monster.

40.00 - 41.00 m (spoelmonster)
59.	Grijs silthoudend medium zand. Glauconiethoudend.

41.00 - 42.00 m (34 cm)
 60.	Donkergrijs silthoudend medium zand met lichtbruine verharde kleilenzen, licht schuin gelegen. Sterk heteromorf materiaal tussen de kleilenzen. Glauconiethoudend - licht micahoudend.

42.00 - 43.00 m (29 cm)
61.	Donkergrijs licht silthoudend medium zand met zeer schuine kleilaag (discontinu en 1 cm dik 42,10 - 42,03) en concentratie van verharde kleilenzen tussen 42,21-42,24. Silteuze zones zijn aanwezig in de eerste helft. Sporadisch vegetatierestje. Glauconiethoudend.
Diepte basis: 42,29 m.

43.00 - 44.00 m (3 cm)
62.	Volledig waardeloos monster

44.00 - 45.00 m (30 cm)
63.	Donkergrijs heteromorf medium zand met enkele bleekbruine kleiige siltlagen (3 à 6 mm), schuin onregelmatig bovenaan, subhorizontaal onregelmatig onderaan.
Op 44,13 verharde kleilens. tussen 44,22-44,25 vegetatieresten. Glauconiet-houdend. 
Diepte basis: 44,30 m.

45.00 - 46.00 m (98 cm)
64.	Donkergrijs silthoudend medium zand overgaand vanaf 0,20 - 0,23 naar halffijn zand met enkele bleekbruine kleihoudende siltlaagjes (3 mm à 1 cm) continu en discontinu + laagjes bestaande uit vegetatierestjes. Tot 45,51 is het geheel schuin gelaagd, evenwel met variërende oriëntatie. Vanaf 45,51 horizontaal evenwel overgaand naar licht schuin. Vanaf 45,61 tot 45,69, vervolgens opnieuw horizontaal. Onderaan zijn de kleiige laagjes discontinu en sterk gebogen.
Glauconiethoudend + enkel grote micastukken.
Diepte basis: 45,98 m.

46.00 - 47.00 m (76 cm)
65.	Donkergrijs silthoudend halffijn zand overgaand vanaf 46,13 naar medium zand. 	Twee crossing up sequenties gaande van 46,12-top en van 46,40 tot 46,12
zand, zandige kleiig silt, kleiig silt.
Beide kleiige siltlagen hebben onregelmatige ondergrens (af  op ribbel). 	Horizontaal geconcentreerde verharde kleilenzen op 46,34.
Glauconiethoudend + enkele grote micastukjes.

47.00 - 48.00 m (43 cm)
66.	Donkergrijs heteromorf medium tot half grof zand met boomfragment tussen 47,03 - 47,14 + meerdere kleinere stukken. Een 0,5 cm dikke kleiige siltlaag op 47,25. Glauconiethoudend, kalkhoudend (schelpfragmentjes gering).

48.00 - 49.00 m (37 cm)
67.	Donkergrijs halfgrof heteromorf zand (silthoudend licht), subhorizontaal gelaagd met grijze grote kleiige lens tussen 48,23-48,29 rusten op houtfragmentjes en bleekbruine kleiige siltlaag (3 mm). Vegetatieresten zijn over het geheel verspreid. Schelpfragmentje (gering in aantal). Glauconiet-houdend. Kalkhoudend.
Diepte basis: 48,37 m.

49.00 - 50.00 m (70 cm)
68.	Grijs silthoudend halffijn zand, schuin (zeer) gelaagd met tussen 49,58-49,61 fijn zandig silt (onder- en bovengrens gradueel) golvend schuin gelaagd met vegetatierijke laminae. Houtfragment aan de basis. Glauconiet- en micahou-dend. Kalkhoudend.
Diepte basis: 49,70 m.

50.00 - 51.00 m (46 cm)
69.	Grijs silthoudend halffijn zand, zeer schuin gelaagd, verstoord en fijner onderaan met vegetatierestjes. Glauconiethoudend.Zeer kalkrijk. 
Diepte basis: 50,46 m.
 51.00 - 52.00 m (76 cm)
70.	Grijs silthoudend halffijn zand, licht schuin gelaagd met iets donkere laagjes tot laminae en enerzijds enkele vegetarijke laagjes en anderzijds enkele kleiige siltlaagjes (lichtbruine). Glauconiet- en micahoudend. Kalkrijk.

52.00 - 53.00 m (54 cm)
71.	Grijs silthoudend tot silteus fijn zand, horizontaal gelaagd tot 52,10. Vanaf 52,14 concentratie van grijze kleiige siltlenzen (worden zelfs dominant tussen 52,15-52,26; 52,28-52,48). Mica- en glauconiethoudend. Kalkrijk (zeer).
Diepte basis: 52,54 m.

53.00 - 54.00 m (55 cm)
72.	Grijs silteus fijn zand met grote concentratie van top tot 53,20 (is dominant). Vanaf 53,44 tot basis diffuse discontinu vegetatierijke laminae. Het materiaal wordt zeer silteus aan de basis. Mica- en glauconiethoudend. Kalkrijk (zeer)
Diepte basis: 53,55 m.

54.00 - 55.00 m (86 cm)
73.	Grijs silteus fijn zand met concentratie van kleiige siltlenzen (kleiner in omvang) tussen 54,25-54,40 + nog enkele zijn over het geheel verspreid. Vanaf 54,50 discontinu horizontaal gelaagde laminae bestaande uit vegetatierestjes. Mica- en glauconiethoudend. Kalkrijk (zeer).
Diepte basis: 54,86 m.

55.00 - 56.00 m (59 cm)
74.	Grijs silteus fijn zand met meer silteuse en fijner zandige zone tussen 55,07-55,19 waarin grote concentratie van vegetatierijke laagjes voorkomen in subhorizontale positie. Gebroken kleiige siltlaag (8 mm dikte) op 55,31 m.
In centraal gedeelte diffuse discontinu laminae. Onderaan misschien graafgang ? Mica- en glauconiethoudend. Zeer kalkrijk.
Diepte basis: 55,59 m.

56.00 - 57.00 m (73 cm)
75.	Grijs silteus fijn zand met 2 grote siltlenzen tussen 56,04 en 56,09 met sporadisch vegetatierijke laagjes. Diffuus subhorizontaal gelaagd. Mica- en glauconiethoudend. Zeer kalkrijk.
Diepte basis: 56,73 m.

57.00 - 58.00 m (87 cm)
76.	Grijs silteus fijn zand met vanaf 57,36 zwarte vegetatierijke discontinu laminae en enkele kleine kleiige lensjes. Tussen 57,63-57,66 harde bleekbruine kleilenzen. Mica- en glauconiethoudend. Zeer kalkrijk.
Diepte basis: 57,77 m.

58.00 - 59.00 m (49 cm)
77.	Donkergrijs kleihoudend zandhoudend silt met meer kleiige patches. Schelpgruis niet over het geheel verspreid (geen grote concentratie). Micahoudend - glauconiethoudend. Zeer kalkrijk.
Diepte basis: 58,49 m.

59.00 - 60.00 m (100 cm)
78.	Donkergrijs kleihoudend korrelig silt (vanwege glauconiet ?) met kleiige patches en in mindere mate zandlenzen. Schelpfragmenten, vooral in de tweede helft geconcentreerd.

60.00 - 61.00 m (100 cm)
79.	Grote concentratie van schelpfragmenten (waaronder zeer grote fragmenten van oesters) in een silteuse matrix. Glauconiethoudend.
Diepte basis: 61.00 m.
 61.00 - 62.00 m (96 cm)
80.	Zeer glauconietrijk materiaal met schelpfragmenten en gastropoden (volledige exemplaren).
Diepte basis: 61,96 m.

62.00 - 63.00 m (100 cm)
81.	Zeer glauconietrijk materiaal met schelpfragmenten en een brok aaneengeklit materiaal tussen 62,36 - 62,41 m. 
Diepte basis: 63,00 m.

63.00 - 64.00 m (94 cm)
82.	Zeer glauconietrijk materiaal met grote concentratie van schelpfragmenten. Graduele overgang.
Diepte basis: 63,20 m.
83.	Groengrijs glauconietrijk silteus zeer fijn zand met schelpfragmenten, grote concentratie aan de top, sterk afnemend naar de basis toe.
Diepte basis: 63,94 m.
 
  
------------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------------
 0.00 -  0.74	Gent Formatie
 0.74 -  3.65	Meer Complex
 3.65 - 15.59	Weelde Formatie - Lid van Turnhout
15.59 - 26.88				- Lid van Rijkevorsel
26.88 - 36.83	Malle Formatie 	- Lid van Brasschaat
36.83 - 57.77	Merksplas Formatie
57.77 - 63.94	Lillo Formatie
------------------------------------------------------------------------------
AUTEUR	Frieda BOGEMANS
------------------------------------------------------------------------------         


------------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING - boormeester
------------------------------------------------------------------------------
Top  *  Basis   *       AARD DER GRONDLAGEN
------------------------------------------------------------------------------
00.00m – 04.00m	licht bruin zand
04.00m – 16.40m	licht grijs zand met klei
16.40m – 17.50m	witte harde klei
17.50m – 25.60m	grijs zand met klei
25.60m – 36.50m	grijs zand
36.50m – 48.00m	donker grof zand met harde lagen en turf
48.00m – 58.59m	grijs zand met hout
58.90m – 64.00m	grijs groen zand met schelpen
------------------------------------------------------------------------------


Insert the GSB number to search all associated content