PL.WORTEL 8W BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
P.LAGA
154(VII/d) Verkenningsboring en peilput B 32
Uitgevoerd te : Rijkevorsel-Bolk
Door : N.V. Smet-DB
Datum : oktober 1983
Topografische ligging opgetekend ter plaatse
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : gestoken
0peenvolgende doormeter : 250 mm geboord
Hoogte van het maaiveld: + 23,56; rand peilbuis:
a. + 23,41 (10 m diep)
b. + 23,40 (43 m diep)
c. + 23,36 (73 m diep)
Totale diepte : 73 m
Volgnummer Voorlopige beschrijving van de spoelmonsters Diepte m
1-2 Licht bruin tamelijk fijn licht leemhoudend zand 2.00
3 Idem, met licht grijze kleibrokken 3.00
4-6 Licht grijs zeer fijn silteus en kleihoudend zand,
glimmerrijk 6.00
7 Idem + witachtig hoekig halffijn kwartszand 7.00
8-9 Zelfde witachtig halffijn zand met brokjes klei 9.00
10-11 Fijn zand met veel kleibrokjes 11.00
12-20 Zelfde zand fijn, lichtgrijs met veel kleibrokjes 20.00
21-22 Donkerder grijs fijn kleiig en silteus zand,
glimmerrijk 22.00
23 Witachtig 1/2 fijn kwartszand, met een weinig
kleibrokjes 23.00
24-27 Veel kleibrokjes en donkergrijs fijn zand 27.00
28 1/2 Fijn zand, licht grijs, enkele kleibrokjes 28.00
29 Idem, tamelijk fijn 29.00
30 1/2 Fijn hoekig zand, wit grijs, enkele kleibrokjes 30.00
31-35 Idem 35.00
36 Idem, geen klei 36.00
37-41 Idem, enkele kleibrokjes 41.00
42 Lichtbruin grijs tamelijk fijn tot 1/2 fijn hoekig
zand, enkele donkere korrels, waaronder
glauconietkorrels 42.00
43-47 Idem + brokjes grijze klei 47.00
48-50 Idem + brokjes hout + brokjes bruin verharde
sideriethoudende kleibrokjes 50.00
51 Grijs zeer fijn kleiig & silteus glimmerhoudend zand 51.00
52 Idem, fijn tot tamelijk fijn & hoekiger 52.00
53-58 Grof hoekig kwartszand 58.00
59 Licht grijs groen duidelijk fijn + grovere hoekige
kwartskorrels glauconiethoudend zand 59.00
60 Idem + kleihoudend 60.00
51-56 Zelfde grijsgroen glauconiethoudend zand, tam. fijn
tot 1/2 fijn 56.00
57 Idem + brokjes sideriethoudende klei, verhard 57.00
58 Zelfde zand, met donker grijze klei in brokjes 58.00
59-60 Idem, met sporen van schelpen, terug 1/2 fijn 60.00
61 Zelfde nogal hoekig zand 61.00
62 Donker groengrijs homogener, minder hoekig
glauconiethoudend zand 62.00
63 Terughoekig grover zand, met zeer veel schelpgruis
o.a. P. opercularis, C. gibba, Astarte, Ditrupa,
schelpen met blauwe reductiekleur en groene
glauconietcoatring 63.00
Interpretatie : P.LAGA, 13.10.83
Zand & Klei van de Kempen 0.00 - 52.00
Zand van Merksplas 52.00 - 60.00
Zand van Merksplas (?) of 60.00 - 73.00 (geboord)
Formatie van Lillo 60.00 - 73.00 (geboord)
----------------------------------------------------------------------
PL.WORTEL 8W BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
154(VII/d) Boring en peilput B 32
Uitgevoerd te : Rijkevorsel-Bolk
Voor : B.G.D.
Door : N.V. Smet-DB
Datum : oktober 1983
Topografische ligging opgetekend ter plaatse
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : gestoken
Hoogte van het maaiveld: + 23,56
Totale diepte : 73 m
O.OO-l.OO m (O.45 m)
--------------------
Boven aan een weinig bleek witachtig zand (aangevuld),
heteromorf met grove kwartsen
O.OO-O.25 : humusrijk zand, donkerbruin met wortels bovenaan
O.25-O.32 : idem, iets lichter bruin
O.32-O.45 : lichtbruin roestachtig (fijn) heteromorf zand.
1.OO-2.OO m (O.90 m)
--------------------
O.lO-O.57 : bleek beigeachtig fijn glimmerrijk zand plaatselijk wat kleiige
brokjes op O.4O
O.57-1.OO : grijze gevlekte zandhoudende kleiige leem roestvlekken, donkere
kleiige vlekken en onderaan laminates met bleek silteus zeer
fijn zand en donkerder vette klei
2.OO-3.OO m (l.OO m)
--------------------
O.OO-O.4O : lichtgrijs afwisseling van fijn tot zeer fijn, glimmerrijk
bleker silteus zand en idem donkerder grijze, silt; de laagjes
zijn fijn en grillig golvend
O.4O-O.55 : hoofdzakelijk fijn/gelamineerd zand, scheefgelaagd en soms
afgesneden door schuiner gelaagd zand
O.55-1.OO : sterk contrasterende afwisseling van laagjes witachtig fijn
zand, met donkerder bruine kleihoudende silt, scherpe
contacten talrijke dicht op elkaar volgende siltlagen tot O.8O.
Vanaf O.8O is het zand soms gelamineerd en zijn er veel minder
en dunnere siltlaagjes.
3.OO-4.OO m (O.75 m)
--------------------
O.25-O.33 : bleek grijs fijn zand, silthoudend, fijn gelamineerd verbogen en
vervormde laminaties
O.33-O.35 : brede bruinachtig leemlaagje met eronder fijn gelamineerd zand
O.35-O.56 : fijn glimmerrijk homogeen zand, reeks opeenvolgende
fining-upwards laagjes : geleidelijk fijner en donkerder met
een scherp contact met terug bleker zand (dikte sets : 3 à 5 cm)
O.56-O.8O : donkerder heel fijn scheef gelamineerd, zeer glimmerrijk zand
geaksentueerd door (plantaardig ?) organisch materiaal
O.8O-O.85 : bruine silteuse klei met talrijke onregelmatig verspreide
zandvoegjes en zandrestjes - scherp contact onderaan.
O.85-1.OO : bleekgrijs fijn gelamindeerd glimmerrijk zand, horizontaal
gelaagd, onderliggende laagjes, op O.94 een kleilaagje
4.OO-5.OO m (O.87 m)
--------------------
O.13-O.33 : zelfde zand, glimmerrijk met enkele onregelmatige verbogen en
soms vertakte kleiige laagjes, plaatselijk is het zand
gelamineerd, en soms geaksentueerd door organisch materiaal.
O.33-O.43 : dikke bruine kleiige laagjes (l à 1,5 cm dik) met zelfde zand
ertussen
O.43-O.5O : grijs fijn gelamineerd zand, bundel scheve laminaties met
organisch materiaal in het midden, glimmerrijk
O.5O-O.58 : silteuse klei met fijne onregelmatige zandvoegjes en nestjes
contact onderaan.
0.58-0.60 : bleek glimmerrijk zand, sterk onregelmatig contact onderaan
0.60-0.68 : donkerbruin grijs fijn silteus en kleiig, glimmerrijk zand met
bundel bruine laminaties met organisch materiaal.
0.68-0.85 : zelfde bleekgrijs zand, onduidelijk gelamineerd in de onderste
helft
0.85-1.00 : zelfde zand, donkerder, fijn gelamineerd, glimmerrijk scheve en
gebogen gelaagdheid, in het midden terug een bundel met organisch
materiaal.
5.00-6.00 m (0.72 m)
--------------------
0.28-O.45 : zeer sterk gestoord
0.45-1.00 : bleekgrijs, glimmerrijk, homogeen, zwak silthoudend fijn zand.
Geen gelaagdheid te onderscheiden, wel enkele onregelmatige
vlekken en slierten van iets donekrder grijs zeer zwak kleihoudend
zand; Tussen 0.63 en 0.68
zeer onregelmatige onderlerende structuur met fijne donkerder
laagjes die aangereikt zijn met kleiig materiaal.
Onderaan twee plastische kleivlekjes.
6.00-7.00 m (1.00 m)
--------------------
0.00-0.17 : gestoord
0.17-0.44 : bleek grijs homogeen, fijn, glimmerrijk zand horizontaal gelaagd
met tussen 0.22-0.28 bruin-grijze siltrijke kleilamellen. Tussen
0.38 en 0.44 bruingrijze, silteuse kleivlekken erg glimmerrijk.
0.44-0.83 : grijs licht silteus fijn glimmerrijk, homogeen zand.
Tussen 0.52 en 0.59 gelamineerd en met bruingrijze silteuse
kleilensjes.
Tussen 0.61 en 0.69 onregelmatige, scheef gestelde siltrijke
kleilamel (glimmerrijk) enkele plastische kleilensjes.
Tussen 0.69 en 0.82 : zelfde zand met onregelamtige donkerder
gekleurde laminaties. Op 0.83 donkergrijs, fijn, nagenoeg
horizontaal verlopend kleilaagje.
0.83-0.92 : bleekgrijs middelmatig zand, minder homogeen en minder
glimmerhoudend met tussen 0.85 en 0.89 bruin grijze silteuse
onregelmatig verlopende kleilaminaties - sporen van organisch
materiaal.
O.92-1.00 : onregelmatig verlopende structuur van grijs licht kleihoudend fijn
zand, glimmerhoudend met spikkels organisch materiaal, bovenaan
afgesloten door een fijn ± horizontaal verlopend kleilaagje dat
zich opsplitst. Rond deze structuur bleek, iets grover (zoals
tussen 0.83 en 0.92) weinig glimmerhoudend kwartszand.
7.00-8.00 m (0.84 m)
--------------------
0.18-0.24 : bleek, homogeen glimmerrijk (grote glimmers) fijn zand met
zwarte spikkeltjes. Bovenaan erg gestoord.
0.24-0.46 : sterk gestoorde zone (door boring). Zelfde zand met onregelmatige
kleibrokken (een roestige ijzerhoudende concretie).
0.46-0.75 : bleekgrijs zeer fijn glimmerrijk homogeen zand. Op O.60 fijn
organischhoudend kleilaagje met talrijke grote mica's.
Tussen 0.68 en 0.75 talrijke onregelmatig verlopende fijn
organisch houdende kleilaagjes
0.75-0.81 : wit homogeen middelmatig fijn kwartszand, licht glimmerhoudend
0.81-1.00 : grijs, silthoudend glimmerrijk zeer fijn zand; Tussen 0.82-0.91
horizontaal gelaagd met talrijke fijne bruine tot donkerbruine
kleihoudende laagjes, aangerijkt met organisch materiaal
(soms organisch rijk) grote glimmers.
Tussen 0.91 en 1.00 m enkele donkerder grijze, licht kleihoudende
onregelmatige lamellen - geen organisch materiaal meer.
8.00-9.O0 m (1.05 m)
--------------------
0.00-0.04 : gestoord, zelfde zand als hierboven met kleibrok
0.04-0.17 : onderaan onregelmatig, naar boven gebogen contact (0.13-0.17).
Bleek, middelmatig homogeen, licht glimmerhoudend kwartszand met
naar onder toe toenemende bruin grijze silthoudende, glimmerrijke
kleilamellen.
0.17-0.20 : wit, iets grover, minder homogeen kwartszand.
O.20-0.45 : bleekgrijs middelmatig tot half grof minder homogeen zand met
± schuin geplaatste brede, bruin grijze, vrij plastische kleilagen
tussen O.21 0.23, 0.25-0.27, lichtjes aangerijkt met organisch
materiaal en ook enkele dunnere siltrijkere kleilaagjes.
Tussen 0.32 en 0.34 bleekgrijze plastische kleivlek + zwarte
vlek zuiver organisch materiaal. Tussen 0.36 0.42 : bruine
kleirijke strook aangerijkt met organisch materiaal ook vlekken
van zwart, zuiver organisch materiaal en vlekken fijn, tamelijk
homogeen bruin zand.
Tussen 0.42 en 0.43 : horizontaal laagje bestaande uit grijs zeer
fijn, glimmerrijk homogeen , silthoudend zand.
0.45-0.50 : grote zwarte vlek zeer organischrijke klei
0.50-1.05 : bleek grijs fijn, homogeen, zwak glimmerhoudend zand onregelmatig
gelamineerd met grijze tot donkergrijze kleiige, ± horizontaal
gerichte lamellen (zeer talrijk die vaak lichtjes tot zeer zwak
organischhoudend zijn. Tussen 0.64 en 0.72, 0.88-0.91 zelfde zand,
maar vrijwel zonder kleilamellen.
9.00-10.O0 m (0.96 m)
---------------------
0.10-0.84 : zoals in vorige kern maar tussen 0.10 en 0. 42 veel kleirijker.
Overwegend bruin grijze kleilamellen met minder bleek gekleurd
fijn zand. Vanaf 0.42 terug meerdere en grotere
zandintercallaties.
0.84-1.00 : bleek, homogeen, glimmerhoudend fijn zand, vrijwel structuurloos,
slechts enkele sliertjes van iets donkerder, licht kleihoudend
zand.
10.00-11.00 m (0.95 m)
----------------------
Afwisseling van fijn, tot zeer fijn, bleek gekleurd, homogeen,
licht glimmerhoudend zand met talrijke bruin grijze over het
algemeen plastische klei, laminaties soms lichtjes aangerijkt
met organisch materiaal. Tussen 0.07-0.29 en 0.51 0.64 en
0.87-0.97 overwegend zand, minder kleilaminaties. De kleilamellen
verlopen nogal onregelmatig maar zijn ± horizontaal.
Tussen 0.88 en 0.93 vertikaal gerichte boorgang met kleirand
opgevuld met fijn zand.
11.00-12.00 m (0.97 m)
----------------------
0.03-1.00 : afwisseling van talrijke bruin grijze kleilaminaties met
bleek homogeen, fijn, licht glimmerhoudend zand (geheel is
tamelijk kleirijk). Bovenste 5 cm veel zandiger, slechts enkele
kleivlekken. De kleilaagjes zijn tamelijk onregelmatig van vorm
maar ± horizontaal gericht; soms donkerder van kleur
(vooral rond 0.60 m) waarschijnlijk iets meer aangerijkt aan
organisch materiaal. Van 0.62-0.95 bredere zandintercallaties.
Tussen 0.88 en 0.94 strook bleek fijn, zuiver, homogeen zand
zonder duidelijke structuren.
12.00-13.00 m (1.0O m)
----------------------
Zoals vorige kern : afwisseling van bruingrijze kleilaminaties
met bleek, homogeen, licht glimmerhoudend fijn zand.
0.00-0.10 : overwegend donkergrijze tamelijk plastische kleilaagjes met
dunne langgerekte zandintercallaties +horizontaal gericht.
O.10-O.32 : meerdere en grotere zandintercallaties en veel onregelmatiger
kleilaminaties
0.32-0.47 : terug overwegend +horizontaal gericht kleilamina met dunne
zand intercallaties
0.47-0.52 : bleek fijn homogeen zand met slechts enkele donkere kleibandjes.
0.52-0.70 : zoals tussen 0.32 en 0.47 (erg kleihoudend) klei lichtjes
aangerijkt met organisch materiaal en glimmerhoudend
0.70-0.75 : overwegend zand slechts enkele kleilaminae
0.75-0.86 : zoals tussen 0.52 en 0.70
0.86-0.91 : overwegend zand met weinig structuur
0.91-O.94 : overwegend kleilaminae
0.94-1.00 : grijs, homogeen fijn, licht silthoudend zand met enkele
horizontaal gerichte kleilaminae.
13.00-14.00 m (1.O2 m)
-----------------------
Bovenste 7 cm gestoord. Zoals in de vorige kern weerom een
afwisseling van bleek, homogeen, glimmerhoudend fijn zand en
donkergrijze kleilaminaties, die lichtjes organischhoudend
en glimmerrijk zijn. Kleilaminties zijn ± horizontaal. Tussen
0.05-0.10, 0.18-0.20, 0.36-0.42, 0.5O-0.58, 0.78-0.92.
Overwegend zand met slechts weinig en dunne kleilaminae.
De rest overwegend kleilaminae met dunne zandintercallaties
Tussen 0.22 en 0.36 tamelijk gebioturbeerd - kleilamellen zijn
onregelmatig.
14.00-15.00 m (1.0O m)
----------------------
O.05-0.15 : overwegend donkergrijze silteuze kleilaminaties (dun) met
zandige intercallaties
O.15-0.22 : bijna wit, homogeen, fijn, licht micahoudend zand, vrijwel zonder
structuur (op 0.20 een dunne kleilaminatie)
0.2-0.31 : zeer onregelmatige donkergrijze silteuze kleilaminaties en
kleilenzen, met bleek fijn tot zeer fijn homogeen , zand. Licht
gebioturbeerd
0.31-0.41 : idem 0.15-0.22 met enkele dunne kleilaminaties
O.41-0.46 : overwegend horizontale donkergrijze sitleuze kleilaminaties met
zandige bioturbaties
0.46-0.50 : idem 0.31-0.41
0.50-0.80 : overwegend donkergrijze tot donkerbruine kleilaminae die soms
rijk zijn aan organisch materiaal (0.54-0.60) en (0.77-0.80);
bleek, homogeen, fijn, licht glimmerhoudend zand; zowel dunnere
als vrij dikke kleilaminae
Op 0.71, 0.73 en 0.78 : vlekjes zwart, zuiver organisch materiaal
O.80-0.96 : bleek homogeen, fijn zand met tussen 0.82-O.83 silteus kleilaagje
(0.5 , cm); slechts enkele dunne onregelmatig verlopende
kleilaagjes (zie tek.) toenemend naar onder
0.96-1.00 : overwegend donkergrijze silteuse klei met dunne
zandintercallaties.
15.O0-16.00 m (0.89 m)
----------------------
0.11-0.16 : gestoorde zone
0.16-O.23 : grijs, homogeen, licht kleihoudend, fijn zand, zwak interval met
enkele horizontale fijne kleilamellen aangerijkt met weinig zwart
organisch materiaal.
O.23-O.3O : bleek tot wit, homogeen, fijn zwak micahoudend zand met tussen
0.26-0.28 een donkergrijze silteuse kleilens aangerijkt met
organisch materiaal (ook op 0.23 en 0.30 fijn kleilaagje)
0.30-0.40 : overwegend bleek homogeen, fijn kwartszand met onregelmatig
lopende dunne kleilaminaties en enkele organisrijke vlekken.
0.40-0.55 : afwisseling van donkergrijze horizontaal gerichte kleilaminae en
bleek homogeen kwartszand (overwegend klei)
0.55-0.66 : wit, zeer homogeen, fijn kwartszand, zwak rnicahoudend
(op 0.62 : 2 zeer fijne horizontaal gerichte kleilbandjes)
0.66-0.78 : afwisseling van dunner fijne, horizontaal gerichte, sitleuse
kleilaagjes en bleek homogeen kwartszand (organisch materiaal
verspreidde vlekjes).
Naar onder toe ies bredere zandintercallaties
0.78-1.00 : grijs, silteus homogeen, fijn zand, micahoudend tot micarijk naar
onder toe; tot 0.90 enkele bredere, donkergrijze kleilamellen;
tussen 0.91 en 0. 97 donkergrijze vlek kleihoudend, glimmerrijk
fijn tot zeer ifjn zand.
16.0O-17.0O m (1.00 m)
----------------------
Grijs homogeen, zeer fijn tot fijn, licht micahoudend zand met
talrijke donkergrijze tot bruine silthoudende en glimmerrijke
kleilaminaties soms aangerijkt met organisch materiaal.
Klei vooral tussen 0.13 en 0.47 : brede horizontale kleibanden,
vrij plastische klei (2 cm)
Tussen 0.51 en 0.72 : meerdere, fijnere kleilaminaties, iets
silteuzer (0,5 cm)
0.72-1.00 : overwegend zand met enkele onregelmatige, gebundelde
kleilaminaties, fijn
(idem 0.36-0.51)
Bioturbaties op ± 0.05 en 0.52 m
17.0O-18.00 m (0.76 m)
----------------------
0.24-0.30 : gestoorde zone
0.30-0.35 : bleekgrijs, homogeen, licht silthoudend, glirnmerhoudend fijn
zand met weinig dunne kleisliertjes
0.35-0.50 : overwegend donkergrijze glimmerrijke vrij plastische klei met
enkele dunne zandintercallaties van het bleekgekleurd homogeen
zand (horizontaal)
0.50-0.92 : bleekgrijs, homogeen, glimmerhoudend fijn zand met weinig
donkergrijze onregelmatige maar horizontaal georienteerde
kleilaminae, silteuzer; bioturbatie op ± 0.60 m
0.92-0.98 : donkergrijze/zwarte licht silteuze, glimmerrijke klei, aangerijkt
met organisch materiaal (enkele zeer fijngebande
zandintercallaties)
0.98-1.00 : zand (idem 0.50-0.92) met klei (idem 0.50-0.92)
18.00-19.00 m (1.03 m)
----------------------
Bovenste 9 cm : wit, uiterst fijn, homogeen, glimmerrijk zand
(poederzand) met aan de basis enkele donkergrijze plastische
kleilamellen horizontaal georiënteerd.
0.09-1.O3 : donkergrijze tot bijna zwarte plastische klei, glimmerhoudend,
met dunne horizontaal gerichte zandintercallaties.
Tussen 0.28 en 0.33 en 0.52 en 0.57 zandiger zone met zeer fijn
poederzand.
19.O0-20.00 m (0.78 m)
----------------------
0.22-0.56 : donkergrijze tot zwarte plastische klei, met weinig zeer dunne
zandlensjes (horizontaal gericht)
0.56-0.90 : wit, zeer fijn, homogeen, micahoudend zand met intercallaties
van klei (bandjes tot 0,5 cm en vlekken)
0.90-1.OO : wit zand zoals 0.56-O.90 met weinig onregelmatige fijne
kleilamellen
Op O.77 een vlek organisch materiaal
20.0O-21.00 m (O.97 m)
----------------------
0.03-0.35 : bleekgrijs, goed gesorteerd, micahoudend kwartszand met
onregelmatige, ± horizontaal verlopende, dunne kleilaminaties
soms een weinig aangerijkt aan organisch materiaal.
0.35-0.72 : zelfde zand met tussen 0.35-0.39 en 0.44-0.52 band bestaande uit
organischrijke, horizontaal gerichte kleilaminae (vooral op 0.45
organischrijk).
Tussen 0.52 en 0.72 minder en onregelmatiger kleilaminaties.
Tussen 0.65 en 0.70 ± vertikaal verlopende kleilamel opgevuld
met zand
O.72-0.90 : weerom meerdere en bredere kleilenzen. Het zand is overwegend
grijs fijn kleihoudend, micarijk zand. Tussen 0.80 en 0.85 iets
minder fijn en vrijwel kleiloos zand. Tussen 0.85 en 0.88 en
tussen 0.77-0.80 donkergrijze kleilens (licht silteus) een weinig
aangerijkt met organisch materiaal.
0.90-1.00 : bleekgrijs middelmatig fijn micahoudend kwartszand met horizontaal
verlopende kleilaminaties die toenemen naar de basis. Aan de
basis organischrijke kleilens (± 1 cm)
21.00-22.00 m (0.88 m)
----------------------
0.12-0.30 : bleekgrijs middelmatig fijn, goed gesorteerd, micahoudend
kwartszand met op 0.20, 0.25, en 0.28 duidelijk afgelijnde,
horizontale grijze kleilaminae.
Bovenaan enkele onregelmatige kleilensjes. Op 0.20 lichte
aanrijking van organisch materiaal.
0.30-1.00 : afwisseling van hetzelfde zand met banden ± horizontaal gerichte
donkergrijze tot zwarte kleilaagjes. Tussen 0.30 en 0.50 eerder
onregelmatig verlopende kleilaminae. Naar onder toe worden de
kleibundels dikker en op 0.90 en 0.97 organischrijke klei.
Tussen 0.44-0.49, 0.55 0.57, 0.63 0.68, iets grover zand.
22.00-23.00 m (0.93 m)
----------------------
0.07-O.80 : afwisseling van banden bleekgrijs middelrnatig fijn, micahoudend
kwartszand met enkele fijnere onregelmatige kleilensjes en banden
bestaande uit donker grijze, tamelijk plastische kleilaagjes.
Kleibundels zijn aangerijkt aan organisch materiaal.
Op 0.14, 0.26, 0.65 sterke aanrijking van organisch materiaal
(lignietbrokjes).
Tussen de kleibundels komt nog steeds fijn zand voor.
O.80-0.90 : zand iets fijners en slechts enkele onregelmatige kleilensjes.
Aan de basis bredere : ± 0.5 cm dikke plastische kleilaag.
23.00-24.00 m (1.00 m)
----------------------
O.O0-0.30 : bleek grijs fijn, goed gesorteerd kwartsand met zeer veel
grillige, onregelmatige verlopende organischhoudende kleilaagjes
die naar onder toe dunner worden en zich in bundels groeperen.
O.3O-0.88 : afwisseling van zandige laagjes en silteuse kleilaminae. Met
verspreid enkele aanrijkingen van organisch materiaal. Tussen
0.40-0.45 en tussen 0.56-O.60 ± vertikaal gerichte wormgang.
O.88-1.00 : sterke kleiaanrijking. Overwegend donkergrijze, vrij plastische
kleilaagjes met bleekgrijze dunne zandlaminaties. De klei is
aangerijkt aan organisch materiaal en komt voor zowel in bredere
laagjes als bundels fijnere (silteuse) kleilaminae.
24.00-25.00 m (1.00 m)
----------------------
0.00-0.06 : donkergrijze plastische klei met enkele bleekgekleurde fijne
zandlaminae.
0.06-0.42 : afwisseling van dunne, bleekgrijze zandlaminae en bredere
donkergrijze kleilaminaties. Vooral tussen 0.22 en 0.29 bredere
en plastischer kleilaagjes.
Tussen 0.12 en O.20 minder kleiaanrijking : bleek fijn zand met
dunne, silteuse kleilaminae.
0.42-0.46 : donkergrijze plastische kleiband
0.46-0.55 : fijn zand met donekrgrijze silteuze kleilaminaties met naar de
basis toe meer klei die iets plastischer is (0.50-0.53)
0.55-1.O0 : afwisseling van bleekgekleurd zand en donkergrijze, silteuse
kleilaminae, verspreid, aanrijkingen van organisch materiaal.
25.00-26.00 m (0.95 m)
----------------------
O.05-0.10 : gestoord : onregelmatig verlopende donkergrijze plastische klei
met bleekgekleurd homogeen, fijn zand
0.10-0.16 : bleekgrijs fijn, goed gesorteerd, micahoduend zand, vrijwel zonder
kleilaminae (slechts enkele zeer dunne silteuze kleilensjes)
0.16-O.39 : zelfde zand met enkele bundels van donkergrijze, vrij plastische
kleilaminae
Tussen 0.2O-0.23 en 0.25-0.28 meer kleiaanrijking (brede
plastische kleiband met dunne zandlaminae).
Tussen 0.28 en 0.30 lignietbrokje. Ook verspreid aanrijkingen
van organisch materiaal.
0.39-0.50 : bleekgrijs, homogeen, micahoudend fijn kwartszand zonder
duidelijke kleilaminaties. Wel talrijke, verspreide vlekjes
organisch materiaal.
0.50-0.77 : afwisseling van donkergrijze plastische kleilaminae en bleekgrijze
fijnzandige laminae. Het geheel wordt naar onder toe kleirijker
(bredere bundels van horizontaal gerichte kleilaminae).
Verspreide vlekjes organisch materiaal.
O.77-1.00 : bleekgrijs, homogeen, micahoudend fijn kwartszand met slechts
enkele kleine donkergrijze silteuse kleilensjes en enkele dunne
± horizontaal gerichte laminae (0.78-0.81 : kleilens bestaande
uit plastische klei)
R. Ond. 0. 95 m ui tgesproken aanrijking van organische materiaal.
Verder ook verspreid voorkomen van organisch materiaal.
26.00-27.00 m (0.80 m)
----------------------
0.20-1.00 : bleek (grijs), homogeen, micahoudend fijn kwartszand met
verspreid vlekjes en sliertjes organischrijk materiaal. Zwarte
spikkeltjes organisch materiaal.
Tussen 0.68 en 0.78 sub-vertikale lens bestaande uit donkergrijze
plastische klei.
27.00-28.00 m (O.72 m)
----------------------
0.28-0.35 : gestoord : onregelmatig verlopende plastische klei met bleek
gekleurd structuurloos fijn zand.
0.35-1.00 : bleek (grijs), homogeen, micahoudend, zwarte spikkels goed
gesorteerd fijn kwartszand met weinig structuur.
Op 0.81 fijne laminatie aangerijkt door plastische klei.
Naar onder toe enkele kleirijke lensjes.
28.O0-29.00 m (0.65 m)
----------------------
0.35-0.40 : gestoord
0.40-1.00 : bleek(grijs), homogeen, goed gesorteerd micahoudend fijn zand
met talrijke zwarte spikkeltjes vrijwel structuurloos.
Aan de basis lichte kleiaanrijking.
29.00-30.00 m (0.87 m)
----------------------
0.23-0.77 : bleek(grijs) goed gesorteerd, micahoudend middelmatig fijn
kwartszand met zwarte spikkeltjes. Structuurloos verspreid
enkele vlekjes organisch materiaal.
0.77-1.00 : zelfde zand met vage sub-horizontale lamianties van iets
donkerder gekleurd, en fijner zand.
30.00-31.O0 m (0.65 m)
----------------------
0.35-0.64 : bleekgekleurd homogeen, goed gesorteerd, middelmatig kwartszand.
Op 0.55 iets donkerder gekleurde lens met fijner, zeer zwak
kleihoudend zand. Op 0.40 houtrestje
0.64-0.76 : zelfde zand met dunne, sub-horizontale kleilaminae en aanrijking
van organisch materiaal
0.76-1.00 : iets grover zand, vrijwel structuurloos met hier en daar lichte
kleiaanrijking.
31.00-32.00 m (0.94 m)
----------------------
0.06-1.00 : grijs, homogeen, micahoudend middelmatig tot fijn kwartszand
met zwarte spikkeltjes (organisch). Vage banden van iets
donkerder (vochtiger) en fijner zand afgewisseld met losser,
bleker gekleurd en iets grover zand.
Op 0.11 en 0.77 klein kleilensje (plastische klei) en op 0.25
en 0.33 lichte aanrijking van organisch materiaal.
32.0O-33.O0 m (0.83 m)
----------------------
O.17-0.47 : beige, middelmatig fijn, micahoudend, goed gesorteerd
kwartszand met slechts enkele fijne horizontaal gerichte
laminae aangerijkt aan klei + enkele verspreid.
Op 0.20 : houtrestje
0.47-0.55 : bleekgrijs, middelmatig fijn goed gesorteerd kwartszand.
Naar de basis lichte aanrijking van dunne kleihoudende laminae.
0.55-0.58 : donkerdergrijze strook met fijn kwartszand licht aangerijkt met
klei. Op O.57 m sitleus kleilaagje
0.58-0.74 : afwisseling van brede donkere fijne zandbanden en fijne lichtere
zandlaagjes (iets minder fijn zand).
Het geheel is licht schuin georienteerd.
O.74-0.92 : zelfde zand maar bredere lichtgekleurde zandbanden met dunnere
donkerder zandlaminae ± horizontaal gericht
0.92-1.O0 : duidelijke kleiaanrijking. Fijne laminae van sil teuse klei in
hetzelfde zand.
33.00-34.00 m (0.87 m)
----------------------
0.03-1.00 : licht grijs middelmatig fijn homogeen kwartszand met zwarte
spikkeltjes. Vage, horizontale gebandheid van lichter en
donkerder (iets fijner) zand.
Op 0.30-0.45, 0.81 kleine kleilensjes (plastische klei).
Op 0.61 dun plastisch kleilaagje.
35.00-35.00 m (1.00 m)
----------------------
0.O0-0.50 : bleekgrijs, homogeen, goed gesorteerd, middelmatig fijn
kwartszand. Weinig structuur, enkele vage sub horizotnale
donkerder bandjes. Tussen 0.13 en 0.17 enkele kleilensjes
(plastische klei). Vanaf 0.50 donkerder en iets fijner zand
met nog enkele lichtere banden. Aan de basis kleiaanrijking :
bundel van donkergrijze silteuze kleilaminae (tussen O.96 en
1.00 m)
35.00-36.00 m (0.46 m)
----------------------
0.36-0.40 : gestoord : plastische kleilensjes in zand
O.40-0.85 : grijs fijn goed gesorteerd kwartszand met zwarte spikkeltjes
met verspreid kleine vlekjes organisch materiaal. Naar onder
toe donkerder en iets fijner zand. Geen duidelijke structuren
te onderscheiden. Een vage sub-horizontale gebandheid.
Vanaf 0.85 m terug bleker gekleurd zand.
Structuurloos
36.00-37.00 m
-------------
0.22-0.38 : fijn grijs kwartszand met verspreid verscheidene kleine
kleilensjes (plastische klei) en enkele houtskoolbrokjes
0.38-0.74 : bleek beige, middelmatig kwartszand met zwarte spikkeltjes.
Enkele donkere kleilensjes en dunne kleilaminae.
Verspreid kleine vlekjes aangerijkt aan organisch materiaal.
0.74-1.00 : grijs, fijn, structuurloos, kwartszand.
37.00-38.00 m (0.80 m)
----------------------
0.20-0.25 : gestoord : zand met plastische kleilensjes
0.25-0.60 : grijs fijn, goed gesorteer dzand structuurloos - aan de basis
lichte kleiaanrijking in dunne silteuze kleilaminae.
0.60-1.00 : bleekbeige, goed gesorteerd middelmatig zand met op 0.70 sterke
aanrijking van houtskool. Tussen 0.70 en 0.80 enkele fijne
bandjes stileuze klei.
Verder ook verspreid organisch materiaal in vlekjes en kleine
lensjes.
38.O0-39.00 m (0.70 m)
----------------------
0.30-0.50 : bleek beige middelmatig micahoudend kwartszand -zwarte
spikkeltjes. Structuurloos - kleine vlekjes organisch materiaal
verspreid.
0.50-1.00 : grijs, micahoudend, goed gesorteerd fijn zand - structuurloos.
Meerdere vlekjes organisch materiaal en enkele houtskoolrestjes.
Enkele kleine plastische kleilensjes.
39.00-40.00 m (0.65 m)
----------------------
0.35-0.77 : grijs tamelijk, fijn goed gesorteerd kwartszand met zwarte
spikkeltjes met een vage gebandheid van lichter en donkerder
zand; spikkeltjes van houtskoolrestejs. Op 0.75 dunne lensjes
aangerijkt aan organisch materiaal
0.77-1.00 : iets lichter en wat grover zand dat naar de basis toe echter
weer fijner en donkerder wordt. Verspreid, kleine vlekjes
organisch materiaal.
40.00-41.00 m (0.77 m)
----------------------
0.23-0.48 : bleek beige, middelmatig kwartszand met zwarte spikkeltjes,
tamelijk goed gesorteerd met enkele plastische kleilensjes
en houtskoolrestjes.
Aan de top enkele grotere houtskoolbrokken.
O.48-1.OO : Grijs fijn, goed gesorteerd, micahoudend, met rneerdere zwarte
korrels (glauconiet ?) zand, vanaf 0.60 m met een schuin contact
overgaan in grijsgroen zand. Dunne donkere kleilaminae (soms
aangerijkt met organisch materiaal) lopen door zowel het
groenige als het grijze zand. Verspreid voorkomen van kleine
organische vlekjes.
0.49-0.52 : wormgang opgevuld met zand aangerijkt aan ijzer.
Ook kleine houtskoolrestjes. Tussen 0.76 en 0.84 enkele
horizontale laagjes die versteend zijn en erg aangrijkt aan ijzer.
Het geheel is trouwens sterk roestkleurig geoxideerd (kern was
vanaf 0.60 m bedekt met Fe-korst). Zand is lichtjes
gebioturbeerd.
41.00-42.00 m (0.80 m)
----------------------
0.20-0.33 : gestoord : zand met houtskoolfragmenten en ijzerrijke
vesteningen (sideriet ?)
0.33-1.00 : grijs, homogeen tamelijk fijn zand met zwarte spikkels met hier
en daar lensjes en laminae van silteuze klei. Tot 0.60 m zand
zeer sterk geoxideerd (roestkleur) Geen structuren te
onderscheiden. Tussen 0.45 en 0.48 versteende Fe-rijke band.
Spikkels verspreid organisch rnateriaal. Vanaf 0.60
onregelmatige, roestkleurige geoxideerde vlekken (secundair).
42.0O-43.00 m (0.65 m)
----------------------
Kern sterk geoxideerd
0.35-1.00 : grijs, goed gesorteerd, fijn zand met zwarte spikkels.
Onregelmatige roestvlekken en slierten verspreid over de kern
waardoor verder geen structuren te onderscheiden vallen.
43.00-44.00 m (0.8O m)
----------------------
0.20-O.73 : grijs goed gesorteerd fijn zand met onregelmatige roestvlekken.
Vanaf 0.73 m zelfde zand maar donkerder van kleur met groenige
schijn en donkerder roestvlekken. Op 0.74, 0.83 en O.95
houtskoolrestjes.
Omwille van oxidatie geen structuren te onderscheiden.
44.00-45.O0 m (0.80 m)
----------------------
(Geheel sterk roestkleurig)
0.20-1.00 : roestkleurig geoxideerd grijs fijn zand met zwarte spikkeltjes
en micahoduend.
Door onregelmatige roestvlekken en banden geen duidelijk
structuur te herkennen.
Op 0.37 m verhard laagje (Fe aanrijking). Vanaf 0.65 m wordt
zand iets groeniger. Verspreid over de kern houtskoolfragmentjes.
45.0O-46.00 m (0.76 m)
----------------------
0.24-1.00 : roestkleurig geoxideerd hoekig fijn zand - micahoudend met
verspreide vlekjes en laminae van organisch materiaal en enkele
versteende ijzeraanrijkingen.
46.00-47.00 m (1.07 m)
-----------------------
Gehele kern sterk geoxideerd
0.O0-1.07 : roestkleurig geoxideerd, grijs, micahoudend hoekig fijn zand
met zwarte spikkeltjes. Tussen O.51-0.58 en 0.65-0.70 zwarte
versteende banden met organisch materiaal en ijzeraanrijking.
Verspreid ook dunnere bandjes en knollen die verstoord zijn
en aangerijkt zijn aan ijzer en organisch materiaal.
(vaak ook verharde klei) .
Op 0.80 m overgang van een bleker grijs naar een groeniger
grijs zand.
Aan top ook groenig-grijs.
47.O0-48.00 m (0.66 m)
----------------------
0.34-O.47 : grijs, goed gesorteerd fijn zand (nog steeds zwarte
spikkeltjes) zonder duidelijke strukturen. Aan top verharde
kleiknolletjes met roestkleurig zand.
0.47-0.56 : iets fijner en donkerder groen-grijs zand dat van boven en
onder afgelijnd wordt door een verhard roestkleurig laagje.
Vanaf 0.56 bleekgrijs, goed gesorteerd middelmatig zand dat
naar onder toe iets fijner wordt met hier en daar aanrijkingen
van een weinig organisch rnateriaal en enkele zeer kleine
donkerkleurige kleilensjes.
48.00-49.00 m (0.87 m)
----------------------
0.23-0.67 : sterk geoxideerd, roest-bruin middelmatig fijn zand en
verspreid laminae en lensjes van organischoudend materiaal.
Omwille van oxidatie geen duidelijke structuren te herkennen.
Vanaf 0.67 : iets fijner, donkerder groengrijs micahoudend
zand met enkele fijne kleilensjes en verspreid organisch
materiaal.
49.00-50.00 m (0.70 m)
----------------------
Lichtgeel grijsachtig fijn hoekig glimmerhoudend zand, sterk
verkleurd door oxidatie tot een rood-roestbruin; verspreid
enkele kleine limonietconcreties.
O.30-0.40 : zelfde zand doch met brokjes lichte grijze (tot donkerbruin
geoxideerd) kleibrokjes (gestoorde kern ?)
0.40-0.62 : zelfde zand, doch met enkele grotere concreties plaatselijk iets
grover en losser zand (kruipgangen ?)
0.62-1.00 : idem, vrij homogeen, enkel een iets lemige vlek op 0.77
50.0O-51.00 m (0.52 m)
----------------------
0.48-0.75 : zelfde tamelijk fijn zand, doch met lensjes lichtgrijze
silthoudende klei en laagjes (golvend en vervormd ?)
op 0.48 - 0.55 - 0.60 en 0.65.
0.75-1.00 : iets kleiiger of siltiger, zacht aanvoelend zand, sterk geband
(geaksentueerd door verkleuring = oxidatie), vermoedelijk ook
beïnvloed door het siltgehalte
Op 0.88 een klei of siltlaagje, onregelmatig met limonietbrokjes
en korstjes.
51.00-52.0O m (0.72 m)
----------------------
0.28-0.34 : bleek silteus fijn glimmerhoudend zand - gedeeltelijk
geoxideerd.
0.34-0.47 : bruingrijs en roestig fijn maar hoekig zand, horizontaal
gelaagd - heel duidelijk en onderaan vaag; een bijna vertikale
lichtjes gebogen graafgang.
0.47-0.8O : bruin en roestig los tamelijk fijn en hoekig zand een bijmenging
van enkele grove kwartskorrels
0.80-0.95 : terug compacter, iets siltiger, met een vage (golvende)
gelaagdheid op 0.83 een concretie met limoniet met kleibrok
0.95-1.00 : idem doch met duidelijk laagjes grijze kleiige silt (golvende
onregelmatige laagjes)
52.00-53.00 m (0.90 m)
----------------------
0.10-0.2 : grijs iets groenachtig fijn silteus en glirnmerhoudend zand,
heel weinig geoxideerd, slechts enkele limonietbrokjes
onderaan. Aan de basis een naar onder toe gebogen en uitwiggend.
0.22-1.0O : roestig (oorspronkelijk bleek geelachtig) half grof zeer hoekig
zand - zeer homogeen; vanaf O.80 : vaster, iets fijner en een
enkel kleiig lensje op O.8O met limoniet omzoomd.
53.00-54.00 m (0.60 m)
----------------------
0.40-0.80 : terug zelfde losse half grof zeer hoekig zand, gevlekt door
oxidatie
0.80-1.00 : terug fijner, minder hoekig en iets silthoudend
55.00-56.00 m (0.47 m)
----------------------
0.47-0.63 : naval (fijn zand met kleibrokken)
0.63-1.00 : terug half grof hoekig kwartszand met grove korrels en zelfs
fijn grind
Op 0.76 en 0.85 2 bandjes met donkerbruine kleur en met
limonietconcreties.
56.00-57.00 m (0.85 m)
----------------------
0.15-0.30 : (gestoord) grof zand met veel limonietconcreties
0.30-0.90 : zelfde grof zand - eerder donkerbruin. Op 0.72 en 0.90 :
donkerbruin gelimonitiseerd laagje
0.90-1.00 : terug fijner, compacter en roestbruin iets silthoudend.
57.00-58.00 m (0.41 m) parfine stop op 0.72 !
----------------------
Nogal geroerde kern
0.59-1.00 : zelfde tamelijk grof tot grof heteromorf los zand, los -
limonietkleur enkele fijne grindjes.
58.00-59.O0 m (0.85 m)
----------------------
0.15-0.60 : idem, gelimonitiseerd in vlekken met verspreid grind
(aderkwarts en schieferstukjes)
0.60-1.00 : grijsgroenachtig (silteus) fijn homogeen glauconietrijk zand
met rood bruine oxidatiekorst. Vanaf 0.75 komen er fijne
kleiige lensjes en voegjes voor, met een grote concentratie
tussen 0.87-0.91 en van 0.95-0.99.
59.00-60.00 m (0.55 m)
----------------------
Sterk gestoorde kern (parafine is tot onder doorgelopen samen
met opvullingsgrind)
Zelfde fijn glauconiethoudend zand.
60.00-61.00 m (1.00 m)
----------------------
gestoord tot 0.15 (voorkomen rolkeien aan de rand van de kern)
0.00-O.15 : zelfde zand met kleibrokken en keien onderaan
O.15-0.56 : zelfde glauconeithoudend zand met kleilensjes vooral tussen
0.2O en 0.32 en 0. 40 en 0. 56 veel limonietvorming rond de
kleilensjes.
0.56-0.65 : tamelijk fijn tot halffijn glauconietrijk zand
0.65-0.80 : terug fijn, enkele heel vage onduidelijke sporen van kleilensjes
0.80-1.00 : zelfde fijn zand maar kleiiger, vooral naar onder toe
61.00-62.00 m (0.60 m) sterk gestoorde kern
----------------------
Zelfde fijn glauconiethoudend zand
62.00-63.00 m (0.58 m)
----------------------
Bovenaan (7 cm) gestoord met klei en zand en enkele
schelpfragmentjes
Zelfde zand fijn tot 0.58; halffijn en losser tot 0.72, terug
fijner maar met scheef lopende donkerbruine gelimonitiseerde
laagjes, onderaan ook sterk gelimonitiseerd rond bundel lensjes
met grijs-bruine vette klei
63.O0-64.00 m (0.85 m)
----------------------
Zelfde fijn glauconiethoudend zand met bundel opgebroken dunne
kleilensjes op (0.38)
0.38-0.60 : iets grover
0.60-0.80 : idem, fijner + 5-tal bundels kleilensjes geassocieerd rnet
limonietkorsten (recent !)
0.80-1.00 : heel vast, kleihoudend fijn, iets hoekig glauconiethoudend zand,
een kleilensje op 0.92
64.00-65.00 m (0.95 m)
----------------------
0.05-0.15 : gestoord : groen-grijs glauconiethoudend fijn zand met kleiige
limonietrijke zone tussen 0.10 en 0.15 enkele bruine
(Fe-aanrijking) kleilensjes
0.15-0.25 : groen glauconiethoudend, licht kleihoudend fijn zand
0.25-0.73 : grijs-groen fijn tot matig grof, sterk glauconiethoudend, los
zand met op 0.35, 0.38, 0.43, 0.57, 0.72 kleilensjes met
limonietaanrijking (recent)
0.73-0.80 : groen glauconiethoudend los, iets fijner zand
0.80-1.00 : groen glauconiethoudend kleihoudend fijn zand, dat kleiiger
wordt naar de basis. Enkele verspreide kleine, plastische
kleilensjes
65.00-66.00 m (0.85 m)
----------------------
0.15-0.20 : groen glauconiethoudend kleiig zand gestoord - met minder
fijn los zand
0.20-0.63 : grijs-groen, matig fijn, sterk glauconiethoudend, los zand
met aan de basis kleilens met limonietaanrijking
0.36-0.81 : zelfde zand, maar vaster en met lenzen van fijner zand.
Verscheidene opgebroken kleilenzen aangerijkt aan limoniet.
0.81-1.00 : zelfde zand maar fijner enkele, verspreide, kleine kleilensjes
66.00-67.00 m (0.74 m)
----------------------
Sterk gestoorde kern
0.25-0.35 : gestoord : glauconietrijk groen kleiig fijn zand en grover los
zand
0.35-0.57 : fijn sterk glauconiethoudend zand met fijne kleilensjes over
het algemeen aangerijkt met limoniet
0.57-0.74 : zelfde zand maar iets grover
O.74-1.00 : sterk gestoord groen sterk glauconiethoudend, middelmatig,
hoekig, los zand
67.00-68.O0 m (1.00 m)
---------------------
0.00-0.09 : gestoord
0.09-0.43 : grijs-groen, sterk glauconiethoudend hoekig, middelmatig.
Kalkhoudend
Zones van kleiig fijn zand op 0.23 en 0.36. dunne kleilensjes
aangerijkt met limoniet verspreid over de kern
0.43-0.64 : Middelmatig tot matig grof, sterk glauconiethoudend los zand
0.64-0.67 : kleilens met ijzerrijke versteningen
0.67-0.85 : zelfde zand, wordt fijner en kleihoudend naar de basis
0.85-1.00 : grijs-groen, kleihoudend, fijn, glauconiethoudend zand met
verspreid fijne lensjes plastische klei, plaatselijk verhard.
Kalkhoudend.
68.00-69.00 m (0.90 m)
----------------------
0.lO-0.19 : grijs groen tamelijk kleihoudend, glauconiethoudend fijn zand
met dunne kleilensjes (bleekgrijze) Kalkrijk
0.19-0.35 : groen middelmatig tot matig grof, sterk glauconiethoudend hoekig
zand met aan de basis een bundel van fijne verharde kleilenzen
aangerijkt aan ijzer.
Sporen fijn schelpengruis
0.35-0.45 : zelfde zand meaar losser en duidelijk grover. Sporen fijn
schelpengruis
0.45-0.64 : zelfde zand, maar terug iets fijner
0.64-0.74 : grijs-groen tamelijk kleihoudend middelmatig tot fijn
glauconiethoudend zand met aan de top een duidelijk afgelijnd
grijs kleilensje en aan de basis helgroen sterk kleihoudend fijn
zand met bundel opgebroken grijze kleilamelletjes (verhard).
Tussen 0.64 en 0.64 lens van middelmatig, hoekig zand
0.74-0.78 : middelmatig, los, glauconiethoudend zand met sporen van fijn
schelpengruis
0.78-1.00 : groen, kleihoudend, fijn glauconiethoudend zand met verscheidene
dunne, bleke grijze kleilensjes, soms verhard.
69.00-70.00 m (1.00 m)
----------------------
0.00-0.24 : grijsgroen, glauconiethoudend, middelmatig tot matig grof, los
zand met een weinig fijn schelpengruis. Het zand wordt iets
fijner en zeer licht kleihoudend aan de basis.
0.24-0.31 : groen sterk kleihoudend fijn zand met op 0.29 verhard kleilensje
0.31-0.43 : middelmatig tot fijn licht kleihoudend glauconiethoudend zand
met tussen 0.36 en 0.40 een lens van kleirijk fijn zand, een
weinig fijn schelpengruis verspeid
0.43-0.61 : zelfde zand met tussen 0.42-0.49 en tussen 0.55 en 0.62 sterke
kleiaanrijking met onregelmatige bundels van plastische verharde
kleilamellen
0.49-0.95 : zelfde zand maar grover en meer fijn schelpengruis
0.95-1.00 : zand wordt veel fijner en kleirijker en met verharde zandige
kleilensjes
70.00-71.00 m (0.54 m)
----------------------
0.00-0.46 : gestoord -kleirijk
0.46-1.00 : grijs-groen, los middelmatig tot half-fijn hoekig zand dat
iets fijner wordt naar de basis
Weinig fijn schelpengruis, verspreid over de kern
71.00-72.00 m (0.85 m)
----------------------
0.15-0.30 : sterk verstoord. Helgroen kleirijk fijn zand met rninder fijn
los zand en verharde kleibrokken aangerijkt met ijzer
0.30-0.55 : grijs-groen sterk glauconiethoudend middelrnatig tot matig
grof, hoekig, los zand met verspreid fijn schelpengruis (weinig)
0.55-0.71 : zelfde zand maar fijner en zwak kleihoudend. Iets meer fijn
schelpengruis geconcentreerd in horizontale laagjes en aan de
basis een bundel van verharde kleilensjes
0.71-1.00 : Groen, licht kleihoudend, glauconietrijk fijn zand met
subhorizontale laagjes aangerijkt aan schelpengruis.
Tussen 0.84 en 0.86 : horizontale band zandige klei,
plaatselijk verhard.
72.00-73.00 m (0.63 m)
----------------------
0.37-0.48 : geroerd (grote kwartskei)
0.48-1.00 : grof, hoekig, los glauconiethoudend zand, een beetje
heteromorf met enkele fijne kwartsgrindjes en meerdere
schelpfragmenten en schelpengruis verspreid
over de kern ook verweerd schelpenmateriaal
Stratigrafische interpretatie :
Formatie van de Kempen : 0.00 - 52.22 m
Formatie van Merksplas : 52.22 - 58.60 m
Formatie van Lillo : 58.60 - 73.00 m (geboord)
P. LAGA - C. VANDORMAEL - G. CEULEMANS
1988
