Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 007E / 007E0196.TXT

007E0196.TXT

     
SGB-BGD 007E0196    
X :     173185
Y :     230809
Depth : 1399.0


          PL.HEIBAART-LOENHOUT 7E        AARDKUNDIGE DIENST VAN BELGIE    
          P.BOONEN 
                         
196       K.B. 135 = DHZ 1

1.        Kern nr. 10, 1104.00 - 1107.90 m, 3,90 m, verlies : 0
          ------------------------------------------------------

1104.00-1106.00 : niet beschreven door P.Boonen
1106.00-1107.00 : bleke, fijnkorrelige kalksteen - grijze korrelige (niet     
                  volledig gedolomitiseerde) kalksteen
                  1106,27 : Calciet geode; 1106,20 : bivalven
                  1106,15 : brachiopoden; 1135-1160 : onregelmatig donker
                  calciebandje (gedolomitiseerd) ongeveer 3 cm dik, i =
                  ± 45 , met schiefer + calcietadertjes top : breccieus :     
                  hoekige elementen 0,5-1,5 cm 
                  1106,65 en 1106,70 : stylolieten met grote helling          
                  1106,75-1106,95 : donkere vlekken in beige kalksteen =      
                  algair met calcietconcentratie 
                  1107 : staal voor porositeit en permeabiliteit

1107.00-1107.90 : gevlekte kalksteen
                  1107,10-1107,20 : donker kleihoudend bandje, i = 30  +
                  pyriet
                  1107,25 : styloliet; 1107,45 : open styloliet, i = 30 
                  met zwart materiaal; 1107,46 : brachiopoden;
                  1107,55 : calcietopvulling (barst);
                  1107,60 : brachiopoden + calcietkristallen in holten;       


2.        Kern nr. 11, 1107.90 - 1116.05 m, 8,15 m, verlies : 0
          -----------------------------------------------------

1107.90-1108.90 : grijze bleke kalksteen, grofkorrelig, regelmatig            
                  calcietholten, 
                  1108,65 : halve maan ongev. horizontaal met geopetale       
                  opvulling; 
                  1108,40 : open spleet, stylolitisch, hoogte verschil,       
                  concentratie van zwart materiaal;
                  1108,45 : ± vertikale spleet, 1cm dik met                   
                  kalkbreccieopvulling; ovaal, algaire struktuur-nodulair
                  en eerder afgeplat.

1108.90-1109.90 : grijze, organoklastische kalksteen;
                  1108.90 : brachiopoden (productus, spirifer); ongev.
                  vertikaal, ongev. stylolitisch; blekere, fijnkorrelige
                  kalksteenbandje; 
                  1109,90-1109,47: ± vertikaal splijtvlak, 
                  1109,00 : holte met in twee fasen geopetaal opgevuld;
                  zwarte calciet-witte calciet; stukken zeer fijnkorrelige    
                  kalksteen, grijs met olgaire banden; gerekristalliseerde,   
                  bleke suikerachtige maar weinig dolomitische kalksteen;     
                  1109,65 : ...
                  1109,70 : sterk gerekristalliseerde brachiopoden

1109,90-1110.90 : 1109,90 : bleke kalksteen, grofkorreliger dan de vorige,
                  met brachiopoden en calcietkristallen,
                  1110,15 : brachiopoden type chonetes;
                  1110,25 : productus naar onder iets fijnkorreliger
                  kalksteen;
                  1110,45 : kleiig niveau (max. 1 cm)

1110.90-1111.90 : 1110,90 : vertikale + horizontale ..., holte met grote       
                  calcietkristallen - bleke, fijnkorrelige kalksteen;         
                  1111,05-1111,15 : bleke, fijnkorrelige kalksteen met
                  veel authigene kwartskristallen (1 cm lang) - donker        
                  materiaal geconcentreerd in dunne vlakken (i = 30-40 )
                  met pyriet en veel authigene kwarts;
                  1111,25 : holten met calciet;
                  1111,45 : grote holte (3 cm diameter) met calciet;
                  dubbele opvulling : 1. 2-3 mm grijs fijnkorrelig 
                  2. rest : witte calcietkristallen.
                  De kalksteen is licht gedolomitiseerd - brachiopoden,
                  type Productus;
                  1111,50 : twee stylolieten;
                  1111,55 : donker kleihoudend vlak met calciet, pyriet
                  en authigene kwarts, als spleetopvulling;
                  gezaagd stuk : grijze organoklastische kalksteen met        
                  briachiopoden, bryozoa, algenknollen, stylolieten;          
                  1111,80-1111,90 : fijnkorrelige, maar meer algaire          
                  kalksteen.

1111.90-1112.90 : grijze kalksteen met verschillende calcietnodulen met       
                  pyriet, fijne algaire laagvlakken, tot 1112,30;             
                  1112,30-1112,45 : stylolieten - afwisseling van donkere
                  en lichte kalksteen (± breccieus); 
                  1112,55 : brachiopoden + stekels, Production;
                  1112,65 : grote holte met acliet - minder fasen van         
                  opvulling;
                  1112,65-1112,90 (1113,00) : breccieus styloliet niveaus -   
                  algen - veel sulfiden - holten met meerdere generatie       
                  calciet - bleke, fijnkorrelige kalksteen in kontakt         
                  (vertikaal) met onregelmatige algaire kalksteen
                  identiek aan foto 4 uit Bless, Boonen, Dusar en Soille
                  1982.

1112.90-1113.90 : tot 1113, idem;
                  tot 1113,35 : grijze organoklastische kalksteen - 
                  chonetes en ook andere brachiopoden - calcietopvullen       
                  (sulfiden - bevattend ;
                  1113,30 :.... (test ??)

1113.90-1114.90 : 1113,90-1114,32 : grijze kalksteen (test ??) veel
                  calciet - kapot gebroken - volgens Samega oorspronkelijk
                  - brachiopoden - crinoiden;
                  1114,32-1114,90 : grijze, organoklastische kalksteen -
                  brachiopoden - crinoiden - calcietholten - calcietaders
                  rekristallisaties; 
                  1114,55-1114,60 : geopetale holten met calciet;             
                  1114,00-1114,90 : fijnkorreliger.

1114.90-1115.90 : grijze, organoklastische kalksteen
                  1114,95 : brachiopoden, Rhynchonella type ? ;
                  1115,00 : plantenresten; 1115,15 : calcietbandje
                  (± 1 cm);
                  1115,15-1115,16 : onregelmatige verweringszone;
                  ? kompakte organoklastische kalksteen met brachiopoden 
                  met authigene kwarts (1 cm op 1115,50)
                  1115,75 : onregelmatige breccieuse calcietaders (nog
                  goed kompakt + calcietaders met sulfiden;
                  tot 1115,90 : eerder fijne grijze kalksteen met ....
                  en veel kwartsprisma's.

1115.90-1116.05 : grijze organoklastische kalksteen met kwartsprima's


3.         Kern nr. 12, 1116.05 - 1123.90 m - verlies : 0
           (Samega) (-5 cm, Paul Boonen)
          -----------------------------------------------
 
1116.05-1117.05 : 1116.05-1116.20 : fijnkorrelige, grijze
                  organoklastische kalksteen met kwartsprisma's;
                  1116.20-1116.45 : grijze grofkorrelige, organoklastische    
                  kalksteen met crinoïden en brachiopoden en zeer veel        
                  kwartsprisma's (meerdere tot 1 cm lang) + fijne,
                  kleiige bandjes; 
                  1116,65-1117,05 : twee steilhellende calcietaders 
                  (± 1 cm dik)
                  (vanaf 1116,45 : fijnkorrelige bleke kalksteen met 
                  donkere vlekken, calcietknollen en kwartsprisma's 
                  (soms in nesten bijeen).

1117.05-1118.05 : grijze ± fijnkorrelige kalksteen met fossielen 
                  (brachiopoden en weinig kwartsprisma's);
                  1117,50-1117,65 : grover en donkerder tot egaal,
                  eentonig grijs;
                  1117,65-1118,05 : terug fijner maar organoklastisch,        
                  fossielen (brachiopoden);
                  1118,05 : ...

1118.05-1119,05 : 1118.05-1119.90 : bleke grijze, gekristalliseerde,          
                  crinoïden, kalksteen met brachiopoden (grove crinoïden);    
                  1118,65 : Productiden;
                  1118,80-1118,85 :  .... ± 25  donkere kalksteen met
                  calciet, veel pyriet en stylolieten (staal)

1119.05-1120.05 : 1119.05-1119,15 : fijngebande (zwarte laagjes),             
                  fijnkorrelige kalksteen met kwartsprisma's;
                  1119,15-1119,25 : donkere breccieuse kalksteen,
                  calcietaders met sulfiden - oplossingsverschijnselen -
                  open styloliet; 
                  1119,25-1119,75 : fijngebande kalksteen met veel            
                  brachiopoden
                  (op 1119,35 : 1 cm groot);
                  1119,75-1119,85 : lichtere kalksteen met calcietaders
                  en calcieknollen - verwering grote calcietkristallen en
                  calcietknollen met zwarte kalksteen;
                  1119,85-1120,05 : fijn gelamineerde kalksteen met           
                  kwartsprisma's.

1120.05-1121.05 : 1120.05-1120.65 : fijngebande, grijze kalksteen met         
                  kwartsprisma's in nesten, koralen en verscheidene           
                  stylolieten
                  (1120.60 : grote Productiden)
                  1120.65-1120.75 : open styloliet in verweerde zone/
                  1120.75-1121.05 : grijze organoklastische kalksteen met
                  zeer veel grote kwartsen - holten opgevuld met calciet
                  grote crinoiden - .... (staal) steile calcietaders

1121.05-1122.05 : 1121.05-1121.20 : grijze kalksteen met veel
                  kwartsprisma's, ongev. vertikale calcietaders, styloliet
                  met kwartsprisma's - concentratie, calcietader... in        
                  styloliet
                  1121.20-1122.05 : (gebande) kalksteen met verspreide        
                  stylolieten - holten opgevuld met calciet 
                  (stromato‹deachtig - geopetaal) - koraaltjes -              
                  kwartsprisma's.

1122.05-1123.05 : 1122.05-1122.15 : grijze gebande kalksteen met
                  gelaagdheid i = 25  (mikritische laag)
                  1122.15-1122.20 : breccieuse zone met styloliet
                  (calciet), pyriet)/ 
                  122.45 : geode met calciet (brachiopode ?)
                  122.45-1122.75 : onregelmatige zone met loodrechte en
                  horizontale calcietaders (gebande calciet)
                  1122.80 : i = 25 -30  in zeer fijnkorrelige kalksteen ....  
                  1122.90 : kwartsprisma's in iets grovere kalksteen.

1123.05-1123.85 : grijze kalksteen met zonaire calcietopvulling               
                  1123.05-1123.15 : kwartskristallen
                  1123.15 - grote brachiopode, 
                  1123.40 : ostracoden.


4.        Kern nr. 13 : 1123.90-1132.00m - verlies : -2.50 m Samega
                                                     -1.80 m (Paul Boonen)
          ----------------------------------------------------------------

1123.90-1124.90 : 1123.90-1124.00 : grijze kalksteen met 
                  calcietkristallen en pyriet
                  1124-1124.10 : fijnbandige, grijze kalksteen met ñ
                  vertikaal kontakt met grijze banden kalksteen               
                  1124.50-1124.85 : fijnkorrelige, bleekgrijze kalksteen      
                  1124.05-1125.00 : (staal) opeenvolging van stylolieten 
                  en donkergrijze tot zwarte kalksteen met loodrechte         
                  calcietaders en yriet - holten niet opgevuld/
                  top : fijnkorrelige, bleke, breccieuse kalksteen.

1124.90-1125.90 : 1124.90-1125.15 : breccieuse kalksteen, kleine              
                  kwartsprisma's 
                  top : donkere kalksteen en calciet in mm's dunne,
                  fijne lammelletjes
                  1125.15-1125.75: vertikale spleet met calciet opgevuld
                  1125.75-1125.90 1125.90 : grijze, fijne gebande
                  kalksteen met zonaire calciet - vertikale aders.

1125.90-1126.90 : grijze, fijne gelamineerde kalksteen met brachiopoden.
                  1125.90-1126.05 : 2 cm dikke calcietaders met daaronder
                  kalkbreccie in zwarte matrix - grote calcietkristallen
                  - stylolietniveau
                  1126.05-1126.90 : grijze kalksteen, holten met calciet
                  in verschillende fasen (staal) - kwartsprisma's             
                  geconcentreerd rond de calcietholten of in laagjes.

1126.90-1127.90 : 1126.90-1127.40 : grijze organoklastische kalksteen met     
                  crino‹den en brachiopoden (chonetes type), 
                  1127.00-1127.40 : Syringopora holanus en koralen, 
                  1127.10  : type Spirifer, holten met calciet in             
                  verschillende fasen
                  1127.40-1127.90 : zeer fijne kalksteen met steilhellende
                  calcietaders, holten met calciet, weinig fossielen aan
                  de basis : bryozoa.

1127.90-1128.90 : 1127.90-1128.00 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met       
                  bryozoa
                  1128.00-1128.10 : idem met holten met calciet 
                  (verschillende fasen) met een calcietniveau op 1128.10
                  1128.10-1128.37 : organoklastisch kalksteen (zeer veel      
                  schelpen : ñ lumachelle), weinig kwartsprisma's
                  1128.37 : stylolietniveau
                  1128.37-1128.90 : fijnkorrelige grijze kalksteen, 
                  kompakte met weinig calcietholten.
        
1128.90-1129.90 : 1128.90-1129.15 : fijnkorrelige kalksteen met enkele        
                  calcietnodulen + enkele grote kwartsprisma's 
                  (1129.00 : 2 cm)
                  1129.15-1129.25 : zachte, zwarte kalkige, meerporeuze 
                  klei (zwarte karstopvulling ?)
                  1129.25-1129.28 : zwarte kalkschiefer = fijne 
                  afwisseling van zwarte klei en kalksteen
                  1129.28-1129.00 : fijne, grijze, miritische kalksteen
                  met kwartsprisma's en brachiopoden, vertikale spleet
                  met calciet en veel pyriet (35 cm), calcietholten
                  basis : massa's kwartsprisma's (0,5 cm)

1129.90-1130.20 : 1129.90-1130.10 : grijze kalksteen met zeer veel            
                  kwartsprisma's
                  1130.10-1130.25 : grijze, fijnkorrelige kalksteen met
                  calcietopvulling en zeer veel kwartsprisma's (1,5 cm)

1130.20-1132.00 : KERNVERLIES


5.        Kern nr. 14 - 1132 - 1140 m - verlies : 0
          -----------------------------------------

1132-1133 :       organoklastische kalksteen met zeer veel kwartsprisma's 
                  en regelmatig brachiopoden, fijner naar onder met in het    
                  onderste deel grote holten met calciet in verschillende     
                  fasen.

1133-1134 :       tot 1133,75 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met           
                  kwartsprisma's naar onder grover en organoklastisch         
                  1133,75-1133,92 : holten met grote calcietkristallen 
                  (cm schaal) basis = zonaire opvulling met
                  (zwarte-kleiige) calciet - zonaire

1134-1135 :       grijze organoklastische kalksteen met veel
                  kwartsprisma's en een grote pyrietnodule op 1134,30 -
                  zeer onregelmatige, gebande calcietopvulling naar onder
                  overgaand in een meer stylolitische zone met
                  kwartsprisma's (vb. 1134,60-1134,80)
                  1134,65 : pyrietlensje (2 cm - 3 mm) tot 1135 idem met
                  brachiopoden.

1135-1136 :       grijze organoklastische kalksteen met kwartsprisma's.       
                  Calcietaders : horizontaal en vertikaal
                  (1135,15 : horizontaal en basis vertikaal)
                  Op 1135,90 : brachiopoden.

1136-1137 :       1136,06-1136,15 : fijnkorrelige, grijze kalksteen -
                  met onregelmatige kristallisatie.
                  1136,15-1136,25 : organoklastische kalksteen met veel
                  koralen
                  1136,25-1136,50 : fijnkorrelige kalksteen met zonaire
                  calcietbrachiopoden en weinig kwarts
                  1136,50-1136,55 : styloliet met zwart residu, witte
                  calciet, donkere concentratie
                  1136,55-1137,00 : grijze kalksteen met calcietvlekken
                  en kwartsprisma's.

1137-1138 :       fijnkorrelige grijze kalksteen met onregelmatige calciet
                  - Algair ?
                  1137,60 : brachiopoden
                  1137,80-1138,00 : grote calcietkristallen in
                  subvertikale spleet, veel kwartsprisma's (dikwijls in
                  nesten)

1138-1139 :       1138,00-1138,90 : fijne kalksteen met holten met
                  calciet, zonaire calciet, calcietkristallen, zeer veel      
                  kwartsprisma's - onregelmatige, algaire strukturen - 
                  zeer sterk gerekristalliseerd
                  1138,90-1139,00 : zuivere calciet

1139-1140 :       1139,00-1139,50 : zelfde kalksteen als boven
                  1139,50-1140,00 : zuiver calciet kristallen tot 5 cm.


6.        Kern nr. 15 : 1140-1146m - verlies : -1,20 m
          ---------------------------------------------

1140-1141 :       1140,00-1140,65 : calcietkristallen
                  1140,65-1141,00 : grijze kalksteen met veel
                  calcietopvulling en onregelmatige struktuur,
                  1140,65 : styloliet met zwart koolresidu.

1141-1142 :       fijnkorrelige, grijze kalksteen  met onregelmatige
                  struktuur (olgair ?) - birdseyes - vugs met calciet 
                  vanaf
                  1141,30 : enkele kwartsprisma's meer naar onder toe.
                  Vanaf 1141,60 meer nesten kwartsprisma's
                  1141,95 : mooie, zonaire calcietopvulling.

1142-1143 :       1142,00-1142,65 : grijze kalksteen met subvertikale
                  spleten, zonair opgevulde holten, onregelmatig (olgair) 
                  - kwartsprisma's.
                  1142,65-1143,00 : organoklastische grijze kalksteen met
                  crino‹den en brachiopoden
                  basis : grote calcietopvulling.

1143-1144 :       grijze kalksteen met veel vertikale calcietaders
                  1143,20 : calcietader
                  1143,20-1143,60 : zonair opgevulde holten met               
                  kwartsprisma's.
                  1143,60-1143,80 : grovere + organoklastische kalksteen
                  met crino‹den en ostracoden
                  1143,80-1144,00 : zeer fijn mikritische kalksteen met
                  langgerekte dunne zonaire calcietopvullingen (2cm - 2mm)
                  + kwartsprisma's

1144-1144,80 :    1144,00-1144,16 : lichtgrijze, fijnkorrelige kalksteen
                  met kleine opgevulde holten (ongev. "birdseyes"); met       
                  subvertikale 4 cm brede onregelmatige vorm gevuld met       
                  donkergrijze kalksteen.
                  1144,16 : basis stylolitisch niveau (open) + veel
                  calciet : ongev. breccieus - zeer fijnkorrelig in het
                  donker deel - veel pyriet het pyrietis ook verspreid
                  in het donker gedeelte waarvan de randen onregelmatig
                  zijn, met zwart laagje.


7.        Kern nr. 16 : 1146-1154 m : verlies : -0,25 m
          ---------------------------------------------

1146-1147 :       1146,00-1146,35 : grijs-beige, fijnkorrelige kalksteen
                  met onregelmatige olgaire strukturen, enkele 
                  brachiopoden en een calcietholte
                  1146,25-1146,70 : verweerde, fijnkorrelige kalksteen
                  met veel kwartsprisma's 55 : i = 45 .
                  1146,70-1146,85 : ondergrens 45 ; bleke, beige kalksteen
                  met vertikale spleten (zonair)
                  1146,85-1147,00 : grofkorrelige crino‹den kalksteen

1147-1148 :       grijze, grofkorrelige crino‹den kalksteen met
                  brachiopoden sterke H2S geur bij kapotslagen van
                  de kernen.

1148-1149 :       1148,00-1148,60 : grofkorrelige, crino‹denkalksteen
                  (erg poreus) (SS : i ñ 45 ) crino‹den tot 1 cm              
                  doorsnede - fijne stylolieten met calcietkristallengroei    
                  ("saw tooth") - ñ bedding  - holten opgevuld met grijze
                  klei
                  1148,60-1148,70 : fijngebande bleke kalksteen
                  1148,70-1148,80 : crino‹denkalksteen (lensvormig
                  vertikaal ?)
                  1148,80-1149,00 : fijne, bleke kalksteen met 
                  subvertikale calcietaders.

1149-1150 :       1149,00-1149,20 : fijnkorrelige, beige-grijze kalksteen
                  met loodrechte calcietaders
                  1149,20-1149,30 : crino‹denkalksteen
                  1149,30 : breccieniveau (calcietkalksteen)
                  1149,30-1149,40 : staal Geostock
                  1149,40-1150,00 : fijnkorrelige kalksteen met zonaire
                  strukturen, 
                  1149,60 : rozige kleur.

1150-1151 :       afwisseling, fijnkorrelige, mikritische en  minder         
                  fijne gerekristalliseerde kalksteen, grijs-beige
                  (grote helling grote helling met calciet langs
                  stylolietniveau (conentratie van zwart materiaal).

1151-1152 :       grijze, fijn- tot middelmatig korrelige kalksteen 
                  vanaf 1151,40 : fossielen, brachiopoden, crino‹den,         
                  ostracoden op 1151,10 Ostracoden ? aan de basis
                  Aan de basis loodrechte calcietaders.

1152-1153 :       grijze, organoklastische kalksteen met crino‹den,           
                  brachiopoden en pelcypoden

1153-1159,75 :    grijze, ñ organoklastische kalksteen vertikale
                  calcietaders

1153,75-1154,00 : KERNVERLIES


8.        Kern nr. 17 1154.00 - 1162.00 m  - verlies : 1,7 m
          -----------------------------------------------

1154.00-1154.90 : 1154.00-1154.25 : fijnkorrelige kalksteen met
                  onregelmatige struktuur (olgair ?) - calcietopvullingen 
                  + opvullingen met zwarte kalkklei
                  1154.25-1154.50 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met
                  weinig fossielen
                  1154.50-1154.60 ?
                  1154.70-1154.80 zeer fijne (mikritische) beige kalksteen
                  1154.80-1154.90 : fijnkorrelige, organoklastische,
                  gerekristalliseerde kalksteen met calcietaders
                  (subvertikaal)

1154.90-1155.80 : 1154.90-1155.25 : fijnkorrelige, kalksteen met zonaire      
                  calciet, grote calcietkristallen (geode met open volume)
                  1155.25-1155.70 : fijnbandige, ñ organoklastische,
                  grijze kalksteen met brachiopoden, vertikale, zonaire
                  calciet, steile spleten met zwarte opvulling
                  1155.70-1155.80 : fijnkorrelige, mikritische kalksteen


1155.80-1156.80 : fijnkorrelige, grijze kalksteen - donkergrijze              
                  schieferbanding
                  1155.15-1156.35 : calcietkristallen
                  1156.35-1156.80 : fijnkorrelige kalksteen met weinig
                  brachiopoden + calcietnodulen.

1156.80-1156.85 : kernverlies ?

1156.85-1157.45 : fijne grijze tot middelmatige korrelige kalksteen,          
                  gerekristalliseerd, enkele brachiopoden, vertikale
                  spleet, calcietopvulling (subvertikaal)

1157.45-1158.50 : fijn tot ongev. fijnkorrelige, organoklastische kalksteen
                  1157.75 : Productiden
                  1158.30-1158.50 : fijne kalksteen

1158.50-1160.20 : Kernverlies


9.        Kern nr. 18 : 1160.20-1168.00  kernverlies : -0,5 m
          --------------------------------------------------- 

1160.20-1161.20 : 1160.20-1160.40 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met       
                  fossielresten
                  1160.40 : gelaagdheid : i = 30 , ñ schieferig met
                  een calcietlens
                  1160.40-1161.20 : fijne tot middelmatige organoklastische   
                  kalksteen met calcietnodulen
                  1161.20 : Productide.

1161.20-1162.20 : grijze, fijne tot middelmatige organoklastische
                  kalksteen met brachiopen - bivalven (type Pecten) -         
                  crino‹den - met aan de basis calcietnodulen
                  1161.30 - 1161.50 : fijnere zone met onregelmatige
                  struktuur (olgair)

1162.20-1163.20 : 1162.20-1162.90 : fijnkorrelige organoklastische
                  crino‹den - kalksteen met subvertikale spleten opgevuld 
                  met calciet
                  1162.40 : fijnkorrelig, olgair ?
                  1162.90-1163.20 : grover korrelige, organoklastische
                  kalksteen met brachiopoden

1163.20-1164.20 : fijne organoklastische kalksteen dan fijne, mikritische     
                  kalksteen met nodulaire strukturen en zonaire               
                  calcietopvullingen (grote calciet opvulling aan de basis)

1164.20-1165.20 : fijne organoklastische kalksteen
                  1165.00 : brachiopoden
                  1164.35-1164.45 : zonaire calciet.

1165.20-1166.20 : organoklastische, grijze kalksteen met vrij dikke
                  calcietaders (0,5 cm) i = 70 , vertikale spleten en
                  grote, zonaire calcietopvullingen
                  1165.30 : grote productiden - aan de basis : meerdere
                  brachiopoden.

1166.20-1167.40 : 1166.20-1167.05 : grofkorrelige, organoklastische
                  kalksteen met brachiopoden (Productiden) koncentratie
                  van kwartsprisma's rond steilhellende vlakken met calciet
                  1167.05-1167.10 : calcietkristallen.

1167.10-1167.50?: niet beschreven door Paul Boonen ?

1167.50-1168.00 : kernverlies


10.       Kern nr. 19 1168.00-1175.60 m - kernverlies : 0
          ------------------------------------------------

1168-1169 :       1168.00-1168.05 : calcietkristallen + dunne
                  lamellen beige en grijze kalksteen (0,5 cm) i = 45 
                  1168.05-1168.08 : beige kalksteen met kwartsprisma's 
                  in calciet (2 x : 2 cm - 1 cm)
                  1168.08 : stylolieten
                  1168.08-1168.15 : donkergrijze kalksteen met
                  calcietaders en breccieuze ? elementen
                  1168.15-1168.35 : bleke, beige kalksteen met grote
                  calcietkristallen
                  1168.35-1168.50 : grijze kalksteen met calcietkristallen    
                  echte breksie, i = 20-25  met stylolietisch
                  1168.50-1169.00 : dunne bandjes fijne, beige en fijne
                  grijze kalksteen tussen calcietbandjes (horizontale +
                  vertikale calcietaders)

1169-1170 :       1169.00-1169.45 : grofkorrelige, organoklastische
                  kalksteen met brachiopoden, crino‹den calcietnodulen        
                  (opgevulde schelpen) en vertikale calcietaders
                  1169.45-1167.00 : idem + kwartsprisma's (geconcentreerd
                  rond calcietaders ?)

1170-1171 :       niet beschreven door Paul Boonen.

1172-1173 :       grijze, fijnkorrelige, organoklastische kalksteen met       
                  brachiopoden en crino‹den (brachiopoden opgevuld met
                  zonair calciet)
                  gelaagdheidsvlakken : i = 45.

1173-1174 :       1173.00-1173.15 : fijne, grijze, organoklastische 
                  kalksteen
                  1173.15-1174.00 : fijne, grijze kalksteen met olgaire ?
                  strukturen, kwartsprisma's geconcentreerd in
                  oplossingsniveaus
                  1173.85 : holte opgevuld met calciet (niet zonair)
                  (5 cm)

1174-1175 :       fijne en grover organoklastische kalksteen met              
                  crino‹de-kalksteenniveaus
                  1174.40 : triboliet pygidium
                  grote calcietconcentratie met ronde strukturen ?

1175.00-1175.60 : fijne en grovere organoklastische kalksteen met             
                  crino‹deniveaus en brachiopoden, calciet,
                  gerekristalliseerd aan de basis; pyrietknollen.


11.       Kern nr. 20 - 1175.60-1180.5 - kernverlies : 0,9 m
          --------------------------------------------------

1175.60-1176.60 : 1175.60-1175.65 : fijnkorrelige, grijze                     
                  kalksteenstylolitisch niveau met zwarte
                  1175.60-1175.85 : organoklastische kalksteen met
                  brachiopoden en kwarts
                  1175.85-1176.00 : fijnkorrelige kalksteen met veel
                  vertikale calcietaders, kwartsprisma's in nesten of
                  lenzen stylolietniveaus

1176.60-1177.60 : fijnkorrelige, grijze kalksteen - soms 
                  gerekristalliseerd - met fijne gelaagdheid : i =
                  10-15  - afgeronde strukturen (algen ?) - grote
                  coneentratie van kwartsprisma's.

1177.60-1178.60 : fijnkorrelige ñ organoklastische kalksteen, onder 
                  ñ mikritische kalksteen - subvertikale calcietaders
                  met grote pyrietconcentraties - open geodes met             
                  calcietkristallen - zeer veel kwartsprisma's - 
                  calcietader met basis van grijze, donkere klei.

1178.00-1179.60 : fijnkorrelige grijze kalksteen met zonaire en 
                  niet-zonaire calciet - kwartsprisma's.

1179.60-1180.50 : kernverlies


12.       Kern nr. 21 : 1180.50-1185.85 - kernverlies : 0
          ------------------------------------------------

1180.50-1181.50 : grijze, fijnkorrelige kalksteen met zeer veel
                  subvertikale calcietaders - concentraties van 
                  kwartsprima's - zonaire calcietholten.

1181.50-1182.50 : fijne kalksteen met aan de basis enkele fossielen -         
                  vertikale calcietaders - concentraties van 
                  kwartsprisma's - grotere pyrietconcentraties.

1182.50-1183.50 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met veel kwartsprism's      
                  geconcentreerd in laagjes of nesten
                  1183.00-1183.20 : calcietniveau met grote kristallen
                  vertikale calcietaders met pyriet.

1183.50-1184.50 : grofkorrelige, organoklastische kalksteen met crino‹den
                  tot 1 cm
                  1183.45 : productide
                  1184.30 : Spirifer
                            subvertikale calcietaders

1184.50 - 1185.50 : grijze, grofkorrelige, organoklastische kalksteen met     
                    grote crino‹den, brachiopoden (Spiriferiden) en
                    solitaire koralen.
                    Subvertikale calcietaders, enkele kwartsprisma's
                    1185.50-1185.80 : fijnkorrelige, donkergrijze kalksteen
                    met veel calcietaders
                    1185.30-1185.8 : sterk gebroken.


13.       Kern. nr. 22 = 1185.80-1193.80 m - kernverlies : 0
          ---------------------------------------------------

1185.80-1186.80 : 1185.80-1186.25: fijnkorrelige, grijze, gebande,            
                  gerekristalliseerde kalksteen - subvertikale 
                  calcietaders - concentraties van kwartsprisma's of          
                  (gelaagdheids) vlakken, i = 30  - stylolitisch niveau 
                  met spleten en barsten
                  1186.35 - 1186.60 : grijze, mikritische kalksteen met
                  Idem - calcietlaag van 5 cm dikte (i : 60 )
                  1186.60-1186.80 : grofkorrelige organoklastische
                  kalksteen met grote crinoiden en subvertikale
                  calcietaders.

1186.80-1187.80 : zeergrof 12, fijn 10, zeer grof 25, fijn 30, zeer grof 
                  10; grovere en zeer grove organoklastische kalksteen:
                - zeer grove donkergrijze kalksteen met grote crino‹den,
                  brachiopoden, gastropoden, solitaire en kolonie-vormende    
                  koralen.
                - fijnere organoklastische kalksteen met kwartsprisma's,
                  met allerlei organismen;
                - subvertikale calcietader tot 3 cm dik.

1187.80-1188.80 : 1187.80-1188.00 : weggenomen
                  1188.00-1188.15 : fijnkorrelige grijze kalksteen met 
                  zeer veel kwartsprisma's in nesten en langs splijtvlakken 
                  en stylolieten - horizontale stylolieten - subvertikale     
                  calcietaders - vertikale trechter (6 cm tot 2 cm) met
                  zwart sediment en calcietopvulling, doorgezaagd wordt
                  deze veel breder (3 … 4 cm) volledige breccie !
                  1188.15-1188.70 : organokstische kalksteen met grote
                  brachiopoden - subvertiakale calcietaders
                  1188.70-1188.80 : donkere, fijnkorrelige kalksteen met
                  kwartsprisma's en fijn verdeelde pyriet in vlekken
                  tussen lichtere kalksteen (gelaagheid ? i = 30 )

1188.80-1189.80 : fijnkorrelige, grijze, organoklastische kalksteen met 
                  zeer veel kwartsprima's langs splijtvlakken 
                  geconcentreerd - subvertikale calcietaders, dikwijls 
                  open met prismatische kristallen
                  1189.20 : septaria - horizontale calcietaders,
                  calcietnodulen.

1189.80-1190.80 : fijne, grijze, korrelige, gerekristalliseerde kalksteen 
                  met zeer veel kwartsprima's
                  1190.20-1190.50 : grote calcietconcentraties - grote
                  styloliet met concentratie van zwart residu (6-7 cm dik)
                  1190.00-1190.10 : mooie, zonaire calciet

190.80-1191.80 :  grijze, fijnkorrelige kalksteen met zeer veel 
                  kwartsprima's
                  1191.20 : brachiopoden
                  1191.65-1191.70 : zeer fijne, mikritische kalksteen
                  subvertikale calcietaders met open ruimte (kwarts-
                  kristallen + calciet)

1191.80-1192.80 : fijne, gerekristalliseerde grijze kalksteen met zeer
                  veel kwartsprisma's - subvertikale  spleten met             
                  calcietkristallen gedeeltelijk open + kwartskristallen      
                  (prismatisch) met calciet omgeven.
                  1192.30 : grote calcietconcentratie
                  1192.50-1192.80 : organoklastische kalksteen.

1192.80-1193.80 : 1192.80-1193.00 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met
                  veel kwartsprisma's - styloliet - koraal vertikale          
                  calcietaders - holten met zonair calciet (bird-eyes ?)
                  1193.00-1193.80 : organoklastische kalksteen met grote
                  crino‹den, brachiopoden, chonetes op 1193.65 weinig
                  kwarts - vertikale calcietaders


14.       Kern nr. 23 : 1193.80 - 1202.10 - kernverlies :0
          ------------------------------------------------

1193.80-1199.80 : 1193.80-1194.50 : grofkorrelige, donkergrijze,              
                  organoklastische kalksteen met grote crino‹den 
                  (1cm doorsnede) en brachiopoden - calcietholten met 
                  kwarts en calciet
                  1193.95-1194.15 : lichtgrijze, zeer fijne kalksteen
                  in onrgelmatige lens.
                  1194.50-1194.65 : fijnkorrelige, grijze kalksteen met
                  calcietholten (kwarts en calciet)
                  1194.65-1194.75 : grofkorrelige organoklastische kalkst.
                  1194.75-1194.80 : breccie.
                  kontakten organoklastische - fijnkorrelig onregelmatig
                  subvertikaal - nodulair.

1194.80-1195.80 : 1194.80-1195.05 : 1e helft : donkere breccie omgeven 
                  door dikke calcietlaag - tot 3 cm
                  2e helft : fijnkorrelige grijze kalksteen met enkele
                  fossielen (ongev. organoklastisch) met kwartsprima's
                  1195.55-1195.80 : organoklastische, fijnkorrelige
                  kalksteen met bivalven, brachiopoden en crinoiden -
                  subvertikale calcietaders en holten met calciet.

1195.80-1196.80 : 1195.80-1196.65 : fijnkorrelige, ñ organoklastische         
                  kalksteen met weinig fossielen (crino‹den - 
                  brachiopoden) subvertikale calcietaders - kwartsprima's
                  - holten opgevuld met calciet (fossielen ?) - 
                  kleirijke, donkere niveau's
                  1196.65-1196.80 : fijnkorrelige, mikritische, grijze
                  kalksteen - kwartsprisma's in nesten en breukvlakken -
                  subvertikale calcietaders;

1196.80-1197.80 : fijnkorrelige, grijze, organoklastische kalksteen met       
                  fossielen - kwartsprima's - subvertikale calcietaders
                  - holte (2-3 cm doornede) opgevuld met kleibrede
                  vertikale calcietader (1 cm) - basis met "bird-eyes"        
                  strukturen - opgevulde holten - algaire strukturen - 
                  kleiige concentraties ! - weinig kwartsprisma's - 
                  fijnere kalksteen.

1197.80-1198.80 : 1197.80-1198.00 : fijne, grijze kalksteen met kleine        
                  opgevulde holten (zonair) + "bird-eyes" - steil
                  hellende calcietaders 1 … 2 cm met donkere opvulling 
                  langs de randen - stylolitische niveaus
                  1198.00-1198.45 : fijne, soms bijna micritische, grijze
                  kalksteen met enkele loodrechte calcietaders
                  1198.20 : kleiige nodule 4 cm op 25 cm, fijngelaagd-
                  poreus met pyriet - afgeronde vorm - calciet-grote
                  styloliet
                  1198.45-1198.80 : grofkorrelige, grijze,
                  organoklastische kalksteen met crino‹de - brachiopoden
                  - serpuliden (veel grote kwartsprisma's op 
                  1198.45-1198.50)

1198.80-1199.80 : 1198.80-1199.40 : grijze, vrij fijnkorrelige                
                  organoklastische kalksteen - weinig calcietaders -          
                  brachiopoden : Productiden - crino‹den
                  (tot 0,5 cm doorsnede) - trilobieten - "bied-eyes"
                  achtige struktuur 1194.40-1199.80 : fijnkorrelige
                  (mikritische) kalksteen met kwartsprisma's in nesten.

1199.80-1200.80 : fijnkorrelige organoklastische  kalksteen met 
                  crino‹den, brachiopoden, pelecypoden, trilobieten,          
                  ostracoden, bryozoa, weinig kwartsprisma's weinig           
                  calcietkristallisatie.

1200.00-1201.80 : zeer fijnkorrelige, organoklastische kalksteen 
                  crino‹den - brachiopoden (zeer groot, groter dan 
                  diameter kern) - aan de top enkele kleiig
                  interkalaties (ongev. konglomeratisch) aan de basis :
                  stylolieten met micritische kalksteen.

1201.80-1202.10 : grijze, fijnkorrelige, organoklastische kalksteen 
                  licht gedolomitiseerd.


15.       Kern nr. 24 : 1202.10-1204.80 m - verlies : 0,1 m
          -------------------------------------------------

1202.10-120310 : 1202.10-1202.35 : fijn, organoklastische kalksteen met       
                 brachiopoden
                 1202.35 : fijne, organoklastische kalksteen met
                 styloliet ongev. horizontaal
                 1202.35-1203.00 : donkere, onregelmatige gebande
                 kalksteen met fossielen en veel calcietaders - dikke
                 ader met breccieuse randen - kleiopvulling van een
                 holte - onder de ader : fijne, organoklastische
                 kalksteen 1203.00-1203.10 : zeer fijne (ongev.
                 mikritische) kalksteen.

1203.10-1204.10 : grijze, fijnkorrelige, fijnbandige organoklastische         
                  kalksteen met een soord bird-eye struktuur 
                  steilhellende calcietaders - calcietholten
                  (brachiopoden) grotere brachiopoden - nesten en spleten
                  vol kwartsprisma's.

1204.10-1204.70 : 1204.10-1204.35 : fijnkorrelige, organoklastische 
                  kalksteen met brachiopoden en solitaire koralen 
                  1204.35 : stylolietniveau
                  1204.35-1204.70 ; fijnkorrelige kalksteen met bird-eye
                  strukturen, grote brachiopoden.


16.       Kern nr. 25 : 1204.80 - 1211.30 m - kernverlies : -0,5 m
          --------------------------------------------------------

1204.80-1205.80 : fijnkorrelige, gerekristalliseerde (ñ organoklastische)     
                  kalksteen met brachiopoden met aan de basis
                  kwartsprima's - steilhellende calcietaders.

1205.80-1206.80 : 1206.15 : mikritische, grijze kalksteen 
                  1206.15-1206.80 : gedolomitiseerde, grijze,
                  fijnkorrelige, organoklastische kalksteen met 1
                  calcietaders

1206.80-1207.80 : 1206.80-1206.85 : ñ fijnkorrelige, maar sterk               
                  gerekristalliseerde kalksteen - styloliet met
                  kwartsprisma's en een zwart residu
                  1206.95-1207.80 : grofkorrelige, organoklastische
                  kalksteen met brachiopoden
                  1207.15-1207.20 : verscheidene stylolieten met zwart
                  residu, kwartsprisma's en conglomeratische kalksteen
                  met zeer veel kwarts (kalksten tot 2 cm ?)

1207.80-1208.80 : op 1207.80 : trilobiet en gastropoden grofkorrelige,        
                  organoklastische kalksteen, afwisselend grover en  
                  fijner in onregelmatige vormen : gelaagdheid i = ñ 15 
                  1208.00-1208.70 : steilhellende spleet, meestal
                  stylolitisch opgevuld met zwarte klei en pyriet en soms
                  calciet (tot 1 cm dik) aan de ene kant van de spleet is
                  de kalksteen
                  en aan de andere kant van de spleet is de kalksteen
                  donker, fijnkorrelig, soms breccieus, soms met bird-eye
                  structuren, met calcietholten en calcietkristallen.
                  1208.70-1208.80 : grijze, organoklastische kalksteen
                  met subvertikale calcietaders
                  1108.60 : brachiopoden met groenig calciet

1208.80-1209.80 : 1208.80-1209.30 : fijnkorrelige, gerekristalliseerde        
                  kalksteen met crino‹den - enkele kwartsprisma's - 
                  steile calcietaders - stylolietniveau met zwart residu.
                  120.30-1209.80 : breccieuse kalksteen met veel
                  stylolietniveau's - kwartsprisma's in stylolieten of in
                  nesten - brachiopoden met zwart kleiig residu -
                  calcietaders - pyriet in holten en als opvulling van
                  adertjes - fijnkorrelige kalksteen, grijs met soms
                  olgaire strukturen.

1209.80-1210.80 : de kern is bijna volledig gebroken :
                  begin (top) : breccieuse kalksteen met veel
                  stylolietniveau's met zwart, kleiig residu en
                  kwartsprism's, daarna : sterk gerekristalliseerd,
                  waarschijnlijk organoklastisch van oorsprong - met
                  veel calcietholten en aders - met brachiopoden en
                  crino‹den.

1210.80-1211.30 : kernverlies.


17.       kern nr. 25 : 1211.30 - 1216.80 m - verlies : 0
          -----------------------------------------------
 
1211.30-1212.30 : fijn tot middelmatig korrelige, grijze kalksteen met        

                  bird-eye strukturen - zonaire calcietopvullingen
                  (koraaltjes ? (3mm doorsnede) - steile calcietaders 
                  basis.
                  basis : grofkorreliger, organoklastisch met
                  kwartsprisma's
                  Top : stylolietniveau steilhellend : i = 30-65     
                  1211.30-1211.75 : ñ grofkorrelige organoklastich
                  met fossielen
                  1211.75-1212.10 : fijn met bird-eye strukturen en ....
                  1212.10-1212.30 : grovers basis.

1212.30-1213.30 : fijnkorrelige, grijze, organoklastische kalksteen met       
                  fossielen (brachiopoden) - bird-eye strukturen 
                  calcietholten - horizontale ader
                  1212.50 - pyriet in calcietader-koraal 1212.55.
                  In dehorizontale calcietader zit een rond buisje
                  (0,5 cm doorsnede) met grijs calciet, doorlopend
                  doorheen de kern

1213.30-1214.30 : fijnkorrelige, gerekristalliseerde kalksteen met
                  bird-eye strukturen - kalksteen met zonair calciet en 
                  zwarte opvulling met fijn verdeeld pyriet - 
                  kwartsprisma's in nesten.

1214.30-1215.30 : fijnkorrelige, organoklastische kalksteen met 
                  brachiopoden en pelecyopoden afwisseling van zones met
                  veel zonair calciet en weinig zonair calciet.

1215.30-1216.30 : fijnkorrelige, gerekristalliseerde kalksteen - geen         
                  fossielen - weinig calcietaders en holten - bird-eye        
                  strukturen
                  1215.40 : styloliet.

1216.30-1216.80 : 25 cm kern : grijze, fijne, middelmatige korrelige 
                  kalksteen met aanduiding van fossielresten - grote          
                  calcietkristallen in holten (fossielen ?)
                  rest : kleine brokjes grijze kalksteen.


18.       kern nr. 27 - 1216.80 - 1224.00 m - verlies : 0
          ------------------------------------------------

1216.80-1217.80 : middelmatige, organoklastische kalksteen met
                  brachiopoden en crino‹den, bird-eye strukturen,             
                  calcietaders (steilhellend) en calcietholten.

1217.80-1218.80 : fijn tot middelmatig korrelige, organoklastische
                  kalksteen - afwisseling van grovers,.......met
                  fijnere kalksteen ongev. geleidelijk of langs
                  stylolieten - grote holten met calciet opgevuld
                  (zonair) - aan de basis breccieus met ook een
                  concentratie aan zwarte residu - enkele kwarstprisma's
                  - brachiopoden met calcietopvulling - steilhellende tot
                  loodrechte calcietaders.

1218.20-1219.80 : afwisseling van fijnere en grovere organoklastische         
                  kalksteen; veel birds-eye-achtige strukturen;
                  op 1219.15 : goniatiet; holtes met poreuze kalksteen.
                  brachiopoden met calcietopvulling; vertikaal splijtvlak
                  met verschil in lithologie (een kant donkerder)

1219.80-1220.80 : middelmatig tot grove organoklastische kalksteen,
                  soms met fijnere intercalaties met crino‹den -
                  brachiopoden en ostracoden.
                  vertikale kontakten tussen grove en fijners delen met
                  birds-eye-achtige strukturen - holten met (weinig
                  zonair) calciet.

1220.80-1221.80 : 1220.80-1221.05 : gerekristalliseerde, organoklastische     
                  kalksteen met crino‹den en brachiopodenholten met 
                  zonaire calciet.
                  1221.05-1221.80 : breccieuse kalksteen : een
                  afwiseling van zwart, fijnkorrelige kalksteen met veel
                  calcietadertjes en grijze, organoklastische kalksteen
                  met bird-eye strukturen.
                  steilhellend styloliet - subvertikale calcietaders.

1221.80-1222.80 : conglomeratisch vol breccieuse kalksteen - klasten
                  meestal vrij goed afgerond : korrelgrootte : kleiner 
                  dan 1 mm tot ñ 10 cm - stylolietniveaus breccieuse
                  kalksteen - opgevulde brachiopoden.

1222.80-1223.80 : 1222.80-1223.10 : fijnkorrelige, ñ organoklastische         
                  kalksteen met breccieuse stukken (fijnkorrelig - afgezet
                  in calcietaders of holten) ook grotere fijnkorrelige        
                  elementen aanwezig; steilhellende calcietaders.
                  1223.10-1223.80 : sterk gebroken grof tot middelmatig
                  korrelige, organoklastiche kalksteen met brachiopoden,
                  crino‹den en ostracoden.
                  1223.80-1224.00 : sterk gebroken middelmatig tot
                  grofkorrelige kalksteen.


19.       kern nr. 28 - 1224.00 - 1332.00 m - verlies : -6,40m
          ----------------------------------------------------

1224.00-1225.60 : sterk gebroken kern (alles ligt door elkaar) grijze, 
                  ñ grove, organoklastische kalksteen met crino‹den,          
                  brachiopoden en ostracoden.
                  Calcietader: i = 45 , 3 cm dik.

1225.60-1232.00 : KERNVERLIES


20.       kern nr: 29 - 1232.00 - 1240.00 m - verlies :-5,50 m
          ----------------------------------------------------

1232.00-1233.00 : fijn tot middelmatig korrelige, organoklastische
                  kalksteen met grote brachiopoden (productiden),             
                  ostracoden..., pelecypoden en gastropoden.
                  breccieuse strukturen, kwartsprisma's in nesten en          
                  stylolieten.

1233.00-1234.00 : 1233.00-1233.05 : middelmatig korrelige,
                  organoklastische kalksteen -
                  1233.05-1233.30 : mikritische kalksteen - 
                  kwartsprisma's langs vlakken
                  1233.30-1233.85 : fijnkorrelige tot middelmatig
                  korrelige, organoklastische kalksteen met 'birdeyes' en
                  brachiopoden.
                  1233.05-1234.00 gedolomitiseerde kalksteen.

1234.00-1234.50 : 1234.00-1234.10 : zeer grofkorrelige kalksteen              
                  (organoklastische elementen (1 cm) in sporiet)              
                  1234.10-1234.50 : fijnkorrelige, waarschijnlijk
                  organoklastische kalksteen.

1234.00-1240.00 : KERNVERLIES


21.       kern nr. 30 : 1240.00 - 1245.50m - verlies : 0
          -----------------------------------------------

1240.00-1241.00 : grofkorrelige, organoklastische kalksteen met
                  brachiopoden, crino‹den, ostracoden en serpuliden,
                  dunne calcietadertjes (loodrecht en horizontaal) met        
                  kwartsprisma's en zwart residu - stylolitisch niveau.

1241.00-1242.00 : 1241.00-1241.25 : grove, organoklastische kalksteen         
                  1241.25-1241.65 : breccieuse tot conglomeratische
                  kalksteen, organoklastische kalksteen afgezoomd met         
                  stylolieten en daartussen breccieuse lagen of kleine,
                  ñ afgeronde elementen
                  1241.65-1242.00 : middelmatige tot fijne kalksteen met
                  stylolieten en zwart residu.

1242.00-1243.00 : grofkorrelige, organoklastische kalksteen met crino‹den,    
                  brachiopoden en enkele stylolietniveaus rond 1245.50 -      
                  brachiopoden met calcietopovulling - steilhellende          
                  subvertikale calcietader.

1243.00-1244.00 : 1243.00-1243.55 : grofkorrelige, organoklastische
                  kalksteen, 
                  1243.55-1243.75 : donkere kalkbreccie 
                  1243.75-1244.00 : calciet.

1244.00-1245.00 : 1244.00-1244.05 : calciet met breccieuse lens - zwarte      
                  stylolieten
                  1244.05-1245.00 : breccieuse kalksteen met subvertikale
                  en steile calcietaders = fijne, zwarte kalksteen en
                  organoklastische kalksteen met dikwijs stylolitische
                  randen calcietopvulling
                  soms ñ afgeronde vormen.

1245.00-1245.50 : breccie - kwartsprima's - calcietaders en holten -          
                  stylolieten met zwart residu.


22.       KERN nr. 31 : 1245.50-1251.20 : verlies : -2,0m
          ------------------------------------------------

1245.50-1246.50 : 1245.50-1245.85 : donkere, sterk gerekristalliseerde        
                  kalkstenen (dolomiet) met fossielresten (.....), de         
                  kalksteen is fijn tot middelmatig korrelig 
                  1245.85-1246.25 : donkere kalksteen met holten
                  opgevuld met kalkbreccie en bruine kalkhoudende klei
                  1246.25-1246.50 ; grofkorrelige, grijze,
                  gerekristalliseerde kalksteen met veel kwartsprisma's -
                  calcietaders (vertikaal).

1246.50-1247.50 : fijn tot middelmatige korrelige, donkere,                   
                  gerekristalliseerde kalksteen
                  1246.50-1246.70 en 1247.35-1247.50 : kalkbreccie -
                  opvulling met bruine kalkklei - calcietaders -
                  calcietrandjes rond de elementen. calcietopvulling en
                  stylolietniveaus
                  1247.50 : crino‹den en pelecypoden.

1247.50-1248.50 : onregelmatige, ñ breccieuse kalksteen met echte
                  breccie en kleiopvulling, veel pyriet in de klei en op 
                  de stylolietniveaus.
                  Donkere, fijn tot middelmatige korrelige kalksteen
                  (gerekristalliseerd)

1248.50-1249.20 : breccieuse kalksteen - opvulling grote holte met            
                  calcietkristallen - de kalksteen is fijn- korrelige         
                  gerekristalliseerd.

1249.20-1251.20 : KERNVERLIES


23.       KERN nr. 32 : 1251.20 - 1258.60 m - verlies : 0
          -----------------------------------------------

1251.20-1252.20 : fijnkorrelige, zeer kompakte, ñ organoklastische
                  kalksteen met enkele grotere crino‹den,
                  vanaf 1251.75 : steilhellende calcietaders en
                  calcietnodulen eerste ader langs een zijde begrensd
                  dooreen styloliet, langs andere zijde glad grensvlak
                  met de kalksteen.

1252.20-1253.20 : fijne tot middelmatige korrelige  kalksteen met
                  grotere crino‹den (0,5 cm) - steilhellende 
                  calcietaders - gerekristalliseerd.

1253.20-1254.20 : 1253.20-1253.30 : calciet - en stylolietniveaus met         
                  breccieuse, grijze, fijnkorrelige kalksteen
                  1253.30-1255.70 : grofkorrelige, organoklastische
                  kalksteen - alleen crino‹den te herkennen 
                  1253.70-1254.20 : fijnkorrelige, donkere kalksteen
                  met kwartsprisma's (aanvankelijk klein en dun, meer 
                  naar onder toe mm's dik tot een 1 cm lang)

1254.20-1255.20 : donkergrijze, middelmatige tot grofkorrelige kalksteen
                  met grote crino‹den - kwartsprisma's - steilhellende en     
                  vertikale calcietaders - 
                  1255.00 : horizontale styloliet.

1255.20-1256.20 : donkergrijze, middelmatige korrelige,
                  organoklastische kalksteen - enkele crino‹den -
                  kwartsprisma's tot 1255.70 : zeer veel calcietaders:
                  vertikaal, horizontale of steilhellend -
                  stylolietniveau - gesteente is zeer sterk verbrokkeld.

1256.20-1257.20 : grijze, crino‹den kalksteen met zeer veel calcietaders
                  - sterk verbrokkeld in de top : brachiopodennesten -
                  weinig kwarsprima's

1257.20-1258.20 : massieve, kompakte, grijze, ñ grofkorrelige                 
                  crino‹denkalksteen - kwartsprisma's - sterk gebroken -      
                  weinig calcietaders.

1258.20-1258.60 : grofkorrelige crino‹denkalksteen met vertikale, kleine      
                  stylolieten.


24.       Kern nr. 33 : 1258.60 - 1263.00 - verlies : -0,2 m
          ---------------------------------------------------

1258.60-1259.60 : 1258.60-1259.10 : fijne tot middelmatige kalksteen met      
                  crino‹den en kleine kwartsprisma's
                  1259.10-1259.60 : middelmatig tot grofkorrelige
                  kalksteen met crino‹den (1 cm doorsnede) en resten van      
                  brachiopoden - steihellende calcietaders en 
                  steilhellende stylolieten.

1259.60-1260.60 : 1259.60-1260.10 : fijnkorrelige, kompakte
                  crino‹de-kalksteen met grote crino‹den
                  1260.10-1260.60 : grofkorrelige crino‹denkalksteen
                  dubbelschalige ostracoden overvloedige subhorizontale
                  stylollietniveaus.

1260.60-1261.60 : middelmatig tot grofkorrelige crino‹denkalksteen met
                  enkele stylolietniveaus en weinig kwartsprisma's.

1261.60-1262.60 : fijn tot middelmatige korrelige crino‹denkalksteen met      
                  stylolietniveaus - steilhellende, onderbroken
                  calcietaders -
                  1262.35-1262.45 : bleke, fijnkorrelige kalksteen tussen
                  de grijze kalksteen in.

1262.60-1262.80 : fijnkorrelige, grijze, kompakte kalksteen met grote         
                  crino‹den - calcietaders.

1262.80-1263.00 : KERNVERLIES


25.        Kern. nr. 34 : 1263.00 - 1269.00 m (verlies:-0,8 m)
           ---------------------------------------------------

1263.00-1264.00 : grofkorrelige, crino‹denkalksteen met subhorizontale        
                  stylolieten, steilhellende calcietaders en kwarsprima's     
                  vanaf 1263.45

1264.00-1265.00 : middelmatige korrelige crino‹den kalksteen met grote        
                  crino‹den, subhorizontale stylolietniveaus 
                  (1264.10 : 2 cm brede styloliet), enkele steile             
                  calcietaders, kleine kwartsprisma's tot 1264.15.

1265.00-1266.00 : middelmatig korrelige, grijze, crino‹den kalksteen
                  met grote crino‹den - horizontale stylolietniveaus -        
                  kwartsprisma's in stylolieten in nesten en langs steile     
                  splijtvlakken - calcietader :
                  halve kern tussen 1265.60 en 1265.75

1266.00-1267.00 : middelmatig tot grofkorrelige crino‹den kalksteen met       
                  kwartsprima's - calciet tussen 1266.40 en 1266.70
                  (helft van detotale kern) - kwartsprisma's in
                  horizontale, vertikale en schuine laagjes -                 
                  stylolietniveau's (1266.30-2 cm brede styloliet)

1267.00-1268.00 : middelmatig korrelige crino‹den kalksteen - 
                  kwartsprisma's in stylolietniveaus - steilhellende          
                  calcietadertjes.

1268.00-1268.20 : Kalksteenbrokken; waarschijnlijk sterk verkarst             
                  fijnkorrelige crino‹denkalksteen.

1268.20-1269.00 : KERNVERLIES


25.       Kern nr. 34 : 1263.00-1269.00 : verlies :-0,8 m
          ------------------------------------------------

1263.00-1264.00 : grofkorrelige, crino‹den kalksteen met subhorizontale       
                  stylolieten, steilhellende calcietaders en
                  kwartsprisma's vanaf 1263.45

1264.00-1265.00 : middelmatig korrelige crino‹den kalksteen met grote         
                  crino‹den, subhorizontale stylolietniveaus
                  (1264.10 - 2 cm brede styloliet), enkele steile             
                  calcietaders, kleine kwartsprisma's tot 1264.15.

1265.00-1266.00 : middelmatig korrelige, grijze, crino‹den kalksteen
                  met grote crino‹den - horizontale stylolietniveaus          
                  kwartsprisma's in stylolieten in nesten en ook langs
                  steile splijtvlakken - calcietader : halve kern tussen      
                  1265.60 en 1265.75

1266.00-1267.00 : middelmatige tot grofkorrelige crino‹denkalksteen met       
                  kwartsprisma's - calciet tussen
                  1266.40 en 1266.70 : (helft van de totale kern) -
                  kwartsprisma's in horizontale, vertikale en schuine
                  laagjes - stylolietniveaus (1266.30 - 2 cm brede
                  styloliet)

1267.00-1268.00 : middelmatig korrelige crino‹den kalksteen -
                  kwartsprima's in stylolietniveaus - steilhellende           
                  calcietadertjes.

1268.00-1268.20 : kalksteenbrokken : waarschijnlijk sterk verkarst            
                  fijnkorrelige crino‹den kalkstenen.

1268.20-1269.00 : KERNVERLIES


26.       Kern nr. 35 : 1269.00 - 1274.30 m - verlies: -3.30m
          ---------------------------------------------------

1269.00-1270.00 : middelmatig tot grofkorrelige crino‹denkalksteen            
                  stylolietniveau + kwarts + zwart residu - vertikale en      
                  steilhellende calcietaders - kwartsprisma's in 
                  stylolieten.

1270.00-1271.00 : fijn tot middelamtig korrelige crino‹denkalksteen
                  sterk gebroken kern.

1271.00-1276.00:?
of 1274.30 ? :    KERNVERLIES


27.       kern nr. 36 : 1276.00 - 1280.50 m : verlies : -1,3 m
          ----------------------------------------------------

1276.00-1277.00 : 1276.00-1276.60 : gebroken kern : crino‹denkalksteen
                  met stylolieten - ñ open calcietaders en gesloten           
                  calcietaders
                  1276.60-1277.00 : massieve kern : middelamtig tot
                  grofkorrelige crino‹denkalksteen met grote crino‹den
                  en stylolieten.

1277.00-1278.00 : middelmatig tot grofkorrelige crino‹denkalksteen met        
                  stylolietniveaus (veel zwart residu) - fijne maninatie -    
                  1278.00 ? - 1277.00 ? brachiopoden.

1278.00-1279.00 : grijze, fijne tot middelmatig korrelige
                  crino‹denkalksteen met steilhellende calcietaders
                  1278.55-1278.70 : kolonie
                  1278.80 : koolstofhoudend
                  Groot subhorizontaal stylolietniveau

1279.00-1280.00 : 1279.00-1279.40 : grijze, fijnkorrelige
                  crino‹dekalksteen - subhorizontale stylolieten met
                  zwart residu, 
                  1279.40 : fijn, subhorizontaal calcietadertje.
                  1279.40-1280.00 : zwart, fijn tot middelmatig 
                  korrelige, kompakte, bitumineuze kalksteen met
                  crino‹den en enkele kleiige niveaus (zwart-kolig)

1280.00-1280.50 : zeer zwarte, bitumineuze kalksteen met kleiige
                  intercalaties - sterk gebroken kern.

1280.50-1281.80 : KERNVERLIES


28.       Kern nr. 37: 1281.00-1289.80 - verlies : -1,1 m
          -----------------------------------------------

1281.80-1282.80 : grijze, fijn tot middelmatig korrelige, 
                  organoklastische kalksteen
                  1282.00 : koraal - fijne onregelmatige bandjes,
                  kleiig, ñ bitumineus materiaal - steile calcietadertjes.

1282.80-1283.80 : grijze, middelmatige korrelige, organoklastische
                  kalksteen met crino‹den en brachiopoden -
                  calcietadertjes tot cm's dik - onregelmatige, fijne, 
                  kleiige interkalaties.

1283.80-1284.80 : fijn - tot middelmatig korrelige, grijze,
                  organoklastische kalksteen met crino‹den -
                  subvertikale calcietaders - fijne, kleiige
                  onregelmatige bandjes - stylolieten met zwart residu 
                  en kwartsprisma's.

1284.80-1285.80 : fijne tot middelmatige korrelige crino‹den kalksteen
                  met brachiopoden - stylolietniveaus - fijne kleiige,        
                  intercalaties - kwartsprisma's vanaf 1285.30

1285.80-1286.80 : fijne, middelmatige korrelige, grijze kalksteen met         
                  crino‹den - stylolietniveaus -
                  1285.87 : koraal
                  kwartsprima's.

1286.80-1287.80 : grofkorrelige crino‹denkalksteen (tot 1,5 cm doorsnede)
                  - stylolieten met zwart residu - subhorizontaal 
                  breukvlak met kwartsprisma's.

1287.80-1288.75 : O”litische, grijze kalksteen - zwarte stylolieten met       
                  kwartsprisma's - kwartsprisma's verspreid - vertikale       
                  calcietaders.

1288.75-1289.80 : KERNVERLIES


29.       Kern nr. 38 - 1293.70-1295.50 m - verlies : 0
          ---------------------------------------------

1293.70-1294.70 : 1293.70-1294.10 : afgeronde stukken kern -
                  grofkorrelige, organoklastische kalksteen met grote
                  crino‹den, brachiopoden en triolobieten - veel
                  kwartsprisma's - pyriet.

1294.10-1294.70 : grof en fijnkorrelige, o”litische kalksteen met 
                  organismen en kwartsprisma's + organoklastische
                  kalksteen (de grens tussen beide soorten kalksteen is 
                  niet te bepalen door de slechte toestand van de kern)

1294.70-1295.50 : grijze, o”litische en organoklastische kalksteen met        
                  samengestelde crino‹den, brachiopoden...


30.       kern nr. 39 - 1324.00-1327.70 m - verlies : 0
          ----------------------------------------------

1324.00-1325.00 : fijne, o”litische kalksteen met organismen : grote
                  crino‹den - brachiopoden - subvertikale calcietaders -      
                  kwartsprisma's - fijne kleiige kwartsprisma's -             
                  intercalaties.

1325.00-1326.00 : o”litische en organoklastische kalksteen met crino‹den
                  en ostracoden - steilhellende calcietaders - 
                  kwartsprisma's.

1326.00-1327.00 : grijze, organoklastische en fijnkorrelige o”litische        
                  kalksteen - kwartsprisma's - gastropoden, ostracoden,       
                  brachiopoden of pelecypoden;
                  subvertikale calcietaders (tot 2 cm dik)

1327.00-1327.70 : grijze, organoklastsche en fijnkorrelige o”litische         
                  kalksteen met fijne vertikale calcietaders - ostracoden,    
                  zeer rijk aan allerlei fossielen ................
                  ..... - fijne stylolieten.


31 :      kern nr 40 : 1348.50 - 1352.50 m - verlies : - 0,1 m
          --------------------------------------------

1348.50-1349.50 : 1348.50-1349.00 : grofkorrelige, organoklastische 
                  kalksteen met brachiopoden en......... en veel              
                  calcietkristallen - steille calcietaders
                  1349.10-1349.50 : fijnkorrelige oolitische kalksteen
                  met organismen - grote brachiopoden opgevuld met
                  calciet.

1349.50-1350.50 : ñ grofkorrelige, o”litische kalksteen met organismen, 
                  grote brachiopoden opgevuld met calcietostracoden - 
                  1349.80 ; koraal ? fijne calcietadertjes
                  (verschillende richtingen)

1350.50-1351.50 : grofkorrelige, o”litische en fijnkorrelige
                  ñ organoklastische kalksteen met grote brachiopoden
                  met calcietopvulling - gastropoden

1351.50-1352.40 : fijne, o”litische, organoklastische kalksteen               
                  1351.75-1352.00:.....
                  steilhellende stylolieten - calcietopvulling

1352.40-1352.50 : kernverlies


32.       kern nr. 41 : 1371.00 - 1375.00 m - verlies : 0
          -----------------------------------------------

1371.00-1372.00 : ñ grofkorrelige, o”litische kalksteen,
                  gerekristalliseerd, 
                  1371.45-1371.50 : steilhellende calcietader eronder 
                  kwarts

1372.00-1373.00 : bleke, grofkorrelige, gerekristalliseerde en                
                  organoklastische kalksteen met grote brachiopoden en        
                  crino‹den - kwartsprisma's vooral tussen 1972.85 en 
                  1372.95 zeer groot.

1373.00-1374.00 : bleke, grofkorrelige, gerekristalliseerde, o”litische
                  en organoklastische kalksteen met brachiopoden,             
                  gastropoden...
                  kwartsprima's - holten opgevuld met calciet -
                  1373.55 : cephalopoden ....

1374.00-1375.00 : bleke, grofkorrelige, organoklastische kalksteen met
                  veel ? serpuliden ......
                  kwartsprima's calcietaders (subvertikaal)


33.       kern nr. 42 -1396.00 1399.00 m - verlies : 0,15 m
          --------------------------------------------------

1396.00-1397.00 : fijn tot middelmatig korrelige, ñ organoklastische
                  kalksteen 1396.35 calciet en kwartsaders met pyriet
                  1396.75 : koraal
                  1396.40 : concentratie grote crino‹den.

1397.00-1399.00 : fijn tot middelmatig korrelige, organoklastische 
                  kalksteen met grote, crino‹den en fijne calcietadertjes.



          Beschrijving Paul Boonen, 1982.


-------------------------------------------------------------------------

          PL.HEIBAART-LOENHOUT 7E        AARDKUNDIGE DIENST VAN BELGIE    


196       Boring DZH 1 (KB 135)
         
          Uitgevoerd te : Heibaart 
          X = 173 184,81
          Y = 230 809,33
              
          Voor : Distrigas                        
          Door : Foraky
          Datum: 1977
          Opeenvolgende doormeters : 13" 3/8 - 9" 5/8 - 7"
          Hoogte van het maaiveld : 21,830 m
          Totale diepte : 1399 m
          X = 173 184,81
          Y = 230 809,33


          Aard der grondlagen                              Diepte m
          Beschrijving volgens Geostock/Distrigas

          Grijze plastische klei met laagjes fijne
          zandsteen, vervolgens middelmatig zand en
          schelphoudend zand                                 57.00
          Schelphoudend zand                                 77.00
          Grijze glauconiethoudende klei                     88.00
          Grof glauconiethoudend zand, schelphoudend
          overgaand naar klei                               142.00
          Overgangsfacies : zand-klei-zandsteen             166.00
          Grijze tot grijs-groene glauconiethoudende
          plastische en silteuse klei met soms laagjes
          fijne zandsteen, kalk, ligniet                    645.00
          Grijze half harde glauconiethoudende zandsteen    664.00
          Overgangsfacies met glauconiethoudende klei,
          fijne zandsteen, witte mergels en wit, min of
          meer gesilicifeerd krijt (aan de basis)           812.00
          Wit brokkelig glauconiethoudend krijt met
          gesilicifieerde laagjes en grijs-groene klei      930.00
          Wit papperig krijt                                986.00
          Wit glauconiethoudend en pyriethoudend krijt     1038.00
          Donkergrijze compacte, pyriethoudende argiliet   1102.00
          Grijze compacte mikrokristallen kalksteen -
          gespleten - opgevuld met calciet en zwarte
          kleien                                           1287.00
          Op 1129m holte opgevuld met zwarte mergels -
          Oolietische kalksteen                            1327.00
          Bruine compacte cyrpte kristallijne kalksteen -
          gespleten - fossielhoudend                       1399.00


          Interpretatie volgens Distrigas/Geostock

          Kwartair                         :    0.00 -   41.00 m
          Plioceen/Mioceen                 :   41.00 -  166.00 m
          Boven Oligoceen                  :  166.00 -  267.00 m
          Onder Oligoceen                  :  267.00 -  330.00m
          Boven Eoceen                     :  330.00 -  390.00m
          Midden Eoceen                    :  390.00 -  450.00m
          Onder Eoceen                     :  450.00 -  592.00m
          Paleoceen                        :  592.00 -  710.00m
          Boven Krijt (Maastrichtiaan)     :  710.00 -  930.00m
          Campaan                          :  930.00 - 1038.00m
          Namuriaan                        : 1038.00 - 1102.00m
          Dianantiaan                      : 1102.00 - 1399.00m (geboord)

Insert the GSB number to search all associated content