SGB-BGD 006E0104
X : 155338
Y : 235070
Depth : 130.00
PLAAT : KALMTHOUT - 6 E.
M.GULINCK
104 (I) Proefboring - nr XIII
Uitgevoerd te ESSEN
bij de P.I.D.P.A.
door de N.V. SMET uit DESSEL
datum mei 1965
Topografische ligging opgetekend door W.CLAESSENS
volgens plan de 18.6.65
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : tijdens het pompen :
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : 17
Totale diepte :
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
1 geen stalen van 1-10 m
1* witachtig, zeer fijn glimmerhoudend kwartszand 10
2*- 6 idem 15
7*-11 idem 20
12* idem, grover 21
13 -15* idem 24
16 -17* zeer fijn bleekgrijs, glimmerzand 28
18 -19* zeer fijn, doch minder homogeen zand, glimmer.
kleine houtresten 30
20 -23* zeer fijn bleekgrijs zand, glimmerhoudend, met zeer
kleine leemachtige brokjes 32
24 -26* idem 35
27 -31* bleekgrijs zeer fijn zand 40
32* tamelijk fijn kwartsig zand 41
33 -36* idem 45
37 -38* tamelijk grof, idem 47
39* roestig, grof kwartszand 48
40* witachtig grof kwartszand, met houtresten 49
41* grijsgeelachtig grof zand met schelpgruis 50
42 idem. met houtstukjes 51
43 -46* grijsachtig grof zand met schelpgruis 55
47 -51* idem 60
52* stukken siderietooncreties soms geoxydeerd, soms
duidelijk gerold, ook gerolde schelpbrokken 61
53 -55* heterogeen zand met schelpbrokken (Corbula, Pecten...) 64-66
56 -59* idem, veel minder kleielementen 68
60 -64* fijn, grijs, kalkrijk zand, veel fijn schelpgruis 73
65* iets grover, meer glauconiethoudend zand, met schelp-
gruis, 2 stukjes limonietische concreties 74
66 -68* zelfde zand 77
69 -71* half fijn matig glauconiethoudend weinig schelpgruis 80
72 -73* idem, met Pecten 82
74 -76* grof, heteromorf, matig glauconiethoudend zand, geen
schelpen 85
77 -81* grof heteromorf, matig glauconiethoudend zand, geen
schelpen 90
82 -86* idem 95
91* idem 100
96* idem 105
100* idem, 2 geoxydeerde schelpbrokken, een ervan schijn-
baar gerold op 108 m 109
101* grof, heteromorf zand, met Terebratula maxima
(grandis) 110
102* glauconietrijk, tamelijk grof homogeen zand 111
103 -105* idem 114
106* nog rijker aan glauconiet, met schelpstukken 115
107 -111* idem 120
112 -116* glauconietisch zand met schelpstukken 125
117 -119* grijs, glauconietrijk zand, fijner, enkele keitjes 128
120*-121 grijze harde klei 130
Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - XII-1967
Zand en Klei van de Kempen )
Zanden van Brasschaat ) 10 - 50
Merksemiaan ) 50 - 68 (?)
Scaldisiaan )
Zanden van Kattendijk ) 68?- 83
Zanden van Deurne ) 83 -110
Antwerpiaan ) 110 -128
Rupeliaan 128 -130