PL. ANTWERPEN 28 W
M. GULINCK
Nr 314 ( IV )
BORING
Uitgevoerd te ZWYNDRECHT
bij de N.V, P0LYSAR Belgium
door de N.V. SMET uit DESSEL
datum december 1963
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 26/4/63 volgens plan
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode :
: 200 mm.
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : tijdens het pompen :
met een debiet van 1/u
Hoogte van het maaiveld :
Totale diepte :
Te samen zijn er 5 boringen uitgevoerd geweest
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
1 half fijn grijs zand - wat schelpengruis 1.00
2 geelachtig id. 2.00
3 heterogeen zand met veel gebroken schelpen - enkele keitjes 3.00
4-5 grijs zand met schelpengruis 5.00
6-7 fijn grijs zand 7.00
8 bruinachtige klei 8.00
9-10-11 veen 11.00
12 grijs kalkrijke leem 12.00
13 bruine, veenhoudende leem 13.00
14*-15 zeer fijn grijsgroen zand - geen kalk 15.00
16 grijsachtig zand - een stuk ± gerold septaria 16.00
17* " " met enkele schelpen (Cyprina) 17.00
18 grijs zand met talrijke grote gebroken schelpen 18.00
19* grof grijs zand met schelpengruis 19.00
20 heterogeen zand " " " 20.00
21* " met zeer talrijke zwarte vuursteenkeitjes
enkele kwarts keien - enkele tanden 21.00
22-23-24 grijze klei 24.00
AARDKUNDlGE VERKLARING - M. GULINCK - 20/1/1966
1 - 7 aangebracht
7 - 21 Kwartair
21 - 24 Rupeliaan
Indien men aanvaardt dat de basis van de veenlaag rond -3.00
gelegen is, dan ligt de top van de Boomse klei op -13