115E0680

PL.ITTRE 115E

680(II,a)

Type Boring: boring Bl
Uitgevoerd te : Halle opdrachtnr. 9460§91/71
Postnr:
Bij:
Boorfirma: Bestuur Geotechniek
Boordatum: januari 1992
Topografie: opgeteken door de boormeester De Groote R.
Stalen door:
Boringsmethode:
Doormeters:
Grondwaterstanden:
lste maal: 3.30 m
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr :
Totale diepte: 25 m
Stalen genomen:
Maaiveld: 46,97 m
X : 140.955
Y : 157.660
NIS-code:


BOORBESCHRIJVING volgens Boorverslag
Nr Diepte Basis AARD DER GRONDLAGEN

1 0.50 Geel fijn zand met enkele zandsteenfragmentjes
(max. 1,5 cm lang)
2 1.00 Bruine tot geelbruine zandige leem, geen kalk
3 1.50 Bruine tot geelbruine leem, geen kalk
4 2.00 Idem, iets lichtere bruintint
5 2.50 Dezelfde leem maar met enkele fijne keitjes (max.
1 cm)
6 3.00 Lichtbruine zandige leem met verschillende silex-
en zandsteenfragmenten (max. 2 cm)
7 3.50 Bruine zandige leem met zeer veel en grote (tot 7 cm)
zandsteen- en silexfragmenten
8 -10 5.00 Grind: sterke concentratie van gebroken en afgeronde
silex en zandsteen (max. 7 cm)
11 -12 6.00 Lichtbruine klei, geen kalk
13 6.50 Lichtbruine iets siltrijkere klei, geen kalk
14 -15 7.50 Lichtbruin licht zandige klei, geen kalk
16 -19 9.50 Lichtbruine klei, geen kalk
20 10.00 Grijsbruine tot grijze klei, geen kalk
21 10.50 Grijze klei, iets donkerdere tint, geen kalk
22 11.00 Felgroen glaukonietrijk kleiig zeer fijn zand,
geen kalk
23 -26 13.00 Felgroen glauconietrijk fijn zand, geen kalk
27 -28 14.00 Idem, maar vochtig en mogelijk iets kleiiger
29 -34 17.00 Groentint nog donkerder, zeer glaukonietrijk fijn
zand, geen kalk
35 17.50 Het zand wordt kleiiger en de groentint wordt meer
donkergroengrijs
36 18.00 Opnieuw groener en zandiger
Bemerking: het lijkt mij niet uitgesloten dat de
monsters 35 en 36 omgewisseld werden
37 18.50 Donkergroengrijs glaukonietrijk kleiig zeer fijn
zand met enkele fijne (max. 1 cm) keitjes (ader-
kwarts, zandsteen)
38 19.00 Idem, ook met fijne keitjes, geen kalk
39 19.50 Zeer lichtgroene zandige silt tot silt met zeer veel
gerolde aderkwarts (max. 3 cm)
40 20.00 Het groene verweringsmateriaal van de sokkel wordt
wat harder (maar nog zeer gemakkelijk met de hand
breekbaar) en de aderkwartskeitjes zijn veel minder
talrijk (wellicht enkel aan de top)
41 20.50 Groene zandige silt met zelfdzame keitjes (= ver-
weringsmateriaal van de sokkel), wat verhard maar
toch makkelijk met de hand breekbaar
42 21.00 Hetzelfde verweringsmateriaal maar losser (minder
verhard) en zonder keitjes
43 21.50 Hetzelfde verweringsmateriaal maar opnieuw met
talrijke aderkwartskeien
44 22.00 Groen verweringsmateriaal zoals monster 41 maar iets
harder en zonder keitjes
22 -23 m (kist) hetzelfde groene verweringsmateriaal als monster 44
23 -24 m (kist) slechts ongeveer 35 cm kernen in kist, grootste kern
is 9 cm lang. Lichtgroene fijnkorrelige veldspaat-
rijke zandsteen, tamelijk hard (niet met de hand
breekbaar maar minder hard dan een onverweerde
zandsteen)
24 -25 m (kist) 3 kernen van meer dan 10 cm; totale lengte van deze
kernen is ongeveer 70 cm. Lichtgroene lokaal chloriet
concentraties, weinig kwartsaders, plaatselijk geband
patroon: tussenlaagjes van iets groener en fijner
(fijne siltsteen) gesteente. Helling van de gelaagd-
heid 70°.


STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
Top basis STRATIGRAFISCHE EENHEDEN

0.00 - 5.00 m Kwartair
5.00 - 10.50 m Ieperiaanklei
10.50 - 19.00 m Landeniaanzand
Sokkel (Paleozoïcum)
19.00 - 21.50 m - sterk verweerd met gerolde aderkwartskeitjes
21.50 - 23.65?m - sterk verweerd zonder gerolde keitjes
23.65 - 25.00 m - onverweerd of nauwelijks verweerd
Stratigrafie Sokkelmateriaal: Assise van Tubize,
eenheid Rogissart.


AUTEURS : G. DE GEYTER - 5.02.92