107W0321
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--
Kaart nr.: 107W (34/5)
PLAAT: Tongeren
Nr.: 321 (VIc)
Type Boring: ontsluiting
Topografische kaart: 34/5
Uitgevoerd te: Sluizen
Post nr.:
Adres boorplaats: holle voetweg naar Diesberg
Opdrachtgever:
Boorfirma:
Boordatum:
Topografie: van topografische kaart
Stalen door: M. Dusar
Boormethode:
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 0.5 m
Stalen bewaard: ja (lithotheek, slijpplaatjes)
Maaiveld / ref. peil: 107 m
X: 231865
Y: 161875
NIS code:
--
BOORBESCHRIJVING
--
Nr. van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
--
Bovenaan de holle weg en langs de noordflank onder het leemdek en boven de krijtwand met vuurstenen in de Formatie van Lanaye (107W0173): losse blokken en (verplaatste) ontsluiting van Elst tauw:
Bleek oranjegeel tot leembruin matig- soms fijn-korrelig integraal verkiezeld krijt (zandsteentextuur) met hoge porositeit in de matrix en macroporositeit in de opgeloste fossielen (o.a. cm-grote schelpgeesten). De gele en bruine kleuren volgen een verweringspatroon , verwijzend naar Liesegangringen (meer leembruin langs buiten, meer leemgeel binnenin; zie foto).
Rijk aan silexknollen >5 cm, met dofgrijze kern en paarsbruine rand; soms glazig-bleke roestverkleurde grofkristallijne kern (geode-achtig). Knollen met paarsbruine rand lijken zwaar, mogelijk door verhoogd pyrietgehalte.
Elst tauw rust op het kalkig krijt en wordt bedekt door vuursteeneluvium (hier niet gezien) en ontstaat tijdens een pre-Oligocene continentale verweringsfase
--
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
--
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
--
Formatie van Maastricht, basis (Laagpakket van Valkenburg Gronsveld) in de vorm van tauw (Dusar et al., 2011)
Formatie van Gulpen, Lid van Lanaye (top)
--
AUTEUR M. Dusar, 29.10.2012
--
OPMERKINGEN
--
Referentie:
Dusar, M.; Dreesen, R.; Indeherberge, L.; Defour, E. & Meuris, R., 2011. The origin of 'tauw', an enigmatic building stone of the Mergelland: a case study of the Hesbaye region, southwest of Maastricht (Belgium). In: Jagt, J.W.M., Jagt-Yazykova, E.A. & Schins, W.J.H. (eds): A tribute to the late Felder brothers - pioneers of Limburg geology and prehistoric archaeology. Netherlands Journal of Geosciences / Geologie en Mijnbouw 90 - 2/3: 239-258.
2 Monster 3 slijpplaatjes waarvan 2 in een monster met vuursteen
S-t-1 (vuursteen)
S-t-2 (vuursteen met tauw)
S-t-3 (tauw met liesegang) = foto
Opm: slijpplaatjes niet bedekt, met blauwe kleurstof, nog verder af te slijpen.
ST1 [107W0321]
Macroscopisch sterk gestructureerd: bruine korrelige buitenrand, naar binnen een zone met meer donkere pyrietvlekken en roestbanden.
Microscopisch: randzone (bruin) donkergerande bruine verkiezelde peloiden in blekere aphanietische matrix (met kleurschakeringen). Macroporiën (holtes) ontstaan door oplossing van peloiden of van delen van de matrix. Overgaand in blekere fijner verkiezelde steen, vaag bruin gevlekt in de vorm van (verdwenen) peloiden, weliswaar niet te herkennen in de textuur. Met donkere pyrietconcentraties, voorkomen in vlekvormige concentraties met doormeter 10µ, met wisselende lengte en vorm. Lokaal worden de peloiden een kluwen van zwarte pyriteuse vlekjes, die overwegend roodbruin geoxideerd zijn.
ST2 [107W0321]
Macroscopisch: Sterk gevlekt met langgerekte pyriteuze vlekken, met bruine zones als een brede band (0,5 cm) rond de kern.
Microscopisch: verkiezelde biopelmicriet (lijkt nu een grainstone).
In de bruine randzone zijn de oorspronkelijke korrels goed te herkennen, met gemiddelde doormeter ca 100 µ. Korrels donker door ijzeroxide neersla. Sommige korrels met bioklastische textuur bezitten intern in de door tussenschotten verdeelde kamers een microtextuur die identiek overkomt als die van de matrix eromheen: zeer fijn verkiezelde micriet met poriën ter vervanging van de korrels of lokaal fijnverdeeld in de matrix (macroporositeit ca 15%).
De pseudomatrix is intern helder, afanietisch van texruur, met vage bruine contouren volgens peloiden en pyrietvlekken die in peloiden ontstaan maar dan kristallijn verder uitgroeien en daarbij de oorspronkelijke textuur grotendeels teniet doen. Dergelijke vlekvormige zone zijn tot 3 cm lang, maar meestal beperkt tot 100-200 µ.
ST3 [107W0321]
Macroscopisch: brede (>1 cm) bruine rand, nog duidelijke textuur van packstone, met vage bruine bandjes.
Microscopisch: sterk heterogeen van korrelgrootte, van silt tot >1 mm. Voornamelijk peloiden, met sporen van gevarieerde bioklasten (forams, schelpen). Tussen de grote korrels ook monokristallijne bioklasten (crinoiden of echiniden) die volledig in kwarts zijn omgezet.
Veel macroporiën meestal in bioklasten; porositeit ca 15%.
In de matrix talrijke kleine (5-10µ) bruine Fe-houdende kristalkiemen die het onderscheid tussen matrix en allochems moeilijk maakt.
De bruine banden onderscheiden zich enkel door meer neerslag van ijzer(hydr)oxiden ronde de korrels en in de microbartsen van de matrix.
Geelbruine afanietische aggegaten op mm-schaal, scherpgerand en van diagentische oorsprong (contacten lopen door de korrels heen).
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
107W (34/5)/321 (VIc) KAARTBLAD: Tongeren
p. 1/1