106W0401
PL. HEERS 106W
F. Halet
401 (II) Bron te HOEPERTINGEN. (Inlichtingen door de Heer Ronse
gegeven, zie brief No 20152 van 19 Nov. 1943)
De bron ligt ongeveer 400 m. ten zuiden van het
spoorwegstation van Hoepertingen in een zijdal dat
zich ten westen van de vallei van de Molenbeek
uitstrekt. De eigenaars, gebroeders Mertens,
exploiteerden er een kerswinning.
Talrijke kleine uitmondingen komen voor als trechters
in de bodem van de kommen van de kerswinning; daarvan
zijn enkel de twee belangrijkste, 11 en 12 aangeduid op
bijgaande schets. Verder komen belangrijke uitmondingen
voor langs een diepe kronkelende gracht die aan de
noordkant de kerswinning begrenst. Hier zijn de
uitmondingen zijdelings aan de voet van de glooing,
zij zijn verdoken door kers en andere kruiden.
Die uitmondingen zijn op bijgaande schets aangeduid met
pijltjes en nummers 1 tot 10.
Volgens de eigenaars zouden de uitmondigen No 6 en 12
de grootste debieten leveren.
Volgens een meting in augustus 1921 uitgevoerd, is het
debiet 1700 m3 daags. Op 2-7-1942 stelden wij vast dat
het debiet afwaarts de kerswinning op zich
overeenstemt met de waarde van 1700 m3 daags.
---------------------------------------------------------------------------
PL. HEERS 106W
Nr 401 (II,d) 1e vervolg
Filterput P2
Uitgevoerd te: Hoepertingen
Voor: N.M.W. Trierstraat, 1020 Brussel
Door: Smet-Dessel
Datum: 1984
Topografische ligging opgetekend volgens plan N.M.W.
Boringsmethode: inspoeling
Opeenvolgende doormeters: stijgbuis doorsn. 506 x 490 mm
filter doorsn. 215 x 203 mm
Grondwaterstanden: bij ruststand: 5,19 m (2.4.84)
Tijdens het pompen: 32,15 m
met een debiet van 121,6 m3/h
Grondwaterregister nr: 1606
Hoogte van het maaiveld: + 58,422 m
Totale diepte: 85,30 m
Beschrijving volgens N.M.W.-rapport Diepte m
Ontbreekt 2.00
Grof grind, leem, grijze en groene kleibrokken 5.00
Geelbruine, versteende silt, zeer fijn en kalkhoudend
(bruist op met HCl) 7.00
Donkergrijze, kleiachtige mergel 10.00
Lichtgrijze mergel, brokkelig tot 14 m; van 14 tot 18 m: vettig 18.00
Lichtgrijze mergel en versteende mergelbrokken 23.00
Donkergrijze, plastische mergel 31.00
Donkergrijze tot groenzwarte klei; de groene kleur is
afkomstig van glauconiet 35.00
Geelgrijs, fijnkorrelig tufkrijt, zeer kompakt 42.00
Geelgrijs, grofkorrelig tufkrijt met fossielen (fragmenten van
zeeëgels, koralen, belemnieten) 45.00
Lichtgrijs, tufkrijt of kalkzandsteen en silex. Onderaan zit
geelgrijs, middelmatig zand 47.00
Geelgrijs, zeer kompact tufkrijt met koraalfragmenten 49.00
Kompakt, wit krijt met koraalfragmenten 50.00
Kompakt, wit krijt met wit, zeer fijn zand 51.00
Wit poederachtig zand met fossielresten (belemnieten,
koralen, zeeëgels) 54.00
Zelfde zand met silex 55.00
Kompact, wit krijt; grijze silex; wit, poederachtig
zand en fossielen (bivalven) 59.00
80% grijze silex
20% wit, zeer fijnkorrelig tufkrijt 60.00
Grijze silex 61.00
50% grijze silex
50% wit, zeer fijnkorrelig tufkrijt 65.00
Idem, maar 90% is silex 66.00
50% donkergrijze silex
50% kompact, lichtgrijs krijt 67.00
Idem, maar met 10% silex 69.00
90% grijze silex
10% zeer fijnkorrelig tufkrijt en stukjes belemniet 70.00
Kompakt, wit krijt, tufkrijt en een kleine hoeveelheid silex 73.00
50% kompakt, wit krijt en tufkrijt
50% silex 76.00
Mengeling van wit krijt, tufkrijt en silex (slechte stalen wegens
het rechtstreekse spoelen met de luchthamer) 85.30
Interpretatie volgens N.M.W.
Kwartair + Landeniaan: basisgrind en versteende silt 0.00 - 7.00 m
Heersiaan: grijze mergels 7.00 - 31.00 m
Heersiaan: equivalent van de zanden van Orp 31.00 - 35.00 m
Maastrichtiaan: tufkrijt, krijt en silex 35.00 - 85.30 m
---------------------------------------------------------------------------
PL. HEERS 106W
Nr 401 (II,d) 1e vervolg - 2de revisie
Filterput P2
Uitgevoerd te: Hoepertingen-Borgloon
Voor: N.M.W. - P2
Door: Smet Dessel
Datum: 1984
Topografische ligging opgetekend volgens plan N.M.W.
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode: inspoeling
Droogboring: doorsn. 700 mm tot 5.10 m
Omgekeerde spoeling: doorsn. 680 tot 45 m
Omgekeerde spoeling: doorsn. 445 mm tot 75.80 m
Luchthamer: doorsn. 380 mm tot 85.30 m
Grondwaterstanden: bij ruststand: 5,19 m (2.4.84)
tijdens het pompen: 32,15 m
met een debiet van 121,6 m3/u
Waterpeil: 5,19 m
Grondwaterregister nr.: 1606
Hoogte van het maaiveld: Z +58,42 m (meetpunt + 59,52 m)
Totale diepte: 85,30 m
Aard der grondlagen (2de revisie) Diepte Bewaarde
m. monsters
Afgeronde silexkeien, met bruinverweerde lichte
poreuze fossielhoudende (gastropoden) siltsteen,
kalkloos 6.00
kleiige zachte bruine siltsteen 7.00
donkergroene kalkhoudende silteuze klei tot kleiig silt 9.00
donkergroene fijne kalkloze zandsteen 10.00 10.00*
grijze kleiige mergel, sterk silteus 15.00
grijze meer plastische kleiige mergel 19.00
harde bleke fijne kalksteen 20.00 20.00*
harde grijze kalkige siltsteen 21.00
grijze silteuze mergel 22.00
idem 21 m 23.00
grijze licht glauconiethoudende silteuze mergel, aanvanke-
lijk iets plastisch, geleidelijk donkerder 31.00
vermengd met helgroen glauconietrijk fijn zand 35.00
bleek bruine kalkhoudende harde siltsteen 36.00 36.00*
bleekbruin grijze kalkareniet 40.00
bleekbruine fossielrijke kalkareniet met grijze verkieze-
lingen echiniden, bryozoa, Thecidea papillata, serpuliden,
schelpen 47.00
hard bleek krijt zonder makrofossielen 51.00
hard bleek krijt met veel echiniden en weinig donkergrijze
silex 53.00
hard bleek krijt met grijze silex en meer gevarieerde
fossielen (Thecidea, Dentalium, echiniden, rhynchnella,
cidaris) 59.00
Overwegend grijze silex met zacht wit krijt 66.00
Hard wit krijt met bleekgrijze silex tot verkiezelde kalk-
steen 76.00
fijn vermalen donkergrijze silex 81.00
Interpretatie:
Kwartair: 0.00 - 1.00 m
Form. van Landen - Llc: 1.00 - 6.00 m
Llb: 6.00 - 10.00 m
Form. v. Heers: 10.00 - 31.00 m
Mergels van Gelinden:
Zand van Orp : 31.00 - 36.00 m (geboord)
M. DUSAR - 12.01.1985