106E0313

PL. LOOZ 106E Service Géologique
E.Van den Broeck de Belgique

13 août 1895

313 (I) = No 20078

Sondé 5 m. plus bas à 40 m. du sommet.

Terre végétale sableuse 0m60
Marne grise fossilifère Tg2o 0m40
Glaise plastique verdâtre, pure 0m70
Lit coquillier à lamelles blanches (alm70-1m80) 0m10
Glaise plastique vert bleuâtre avec débris de
coquilles et zone de sable clair 1m20


Résumé: 0m60 ale; 0m40 Tg2o; 2m00 Tg2n.


------------------------------------------------------------------------------

PL. BORGLOON 106E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
A.W. Janssen

313 (1 c) (verv.)

HANDBORING BL7
door : R.G.M.
datum : 6 augustus 1977
Topografische ligging opgetekend volgens plan
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : EDELMANBORING doorsnede 7 cm
Totale diepte : 6.15 m


Beschrijving door A.W. Janssen
Rijksmuseum voor Geologie en Minderalogie
LEIDEN, Nederland

0,00 - 0,30m donkerbruingrijs licht kleiig zand, naar onder overgaand
in bruin met grijs gevlekte zandige klei, doorworteld,
geroerd.

0,30 - 2,25m roestbruin een geelgrijs gevlekte zandige klei, taai.
Vanaf 0,70 m met Nucula-fragmenten.
Vanaf 1,20 m zandiger en meer egaal geelbruin met weinig
roestbruine vlekken. Nog doorworteld op 1,40 m.
Vanaf 1,75 m overgaand in zeer kleiig zand. Op 2,05 m witte
aderen, naar onder steeds zandiger.

2,25 - 2,35m licht geelbruin, iets kleiig zand, met iets schelpen
(Euspira)

2,35 - 5,65m matig fijn zand, geelgrijs met bruingele vlekken, zeer
weinig schelpgruis, overgaand in grijsgeel met lichtere
vlekken; enkele zeer kleine kleibrokjes.
Op 2,95 m veel grof schelpgruis tot 3,20m (Glycymeris etc.),
naar onder iets minder schelpen, tot schelpvrij op 3,30 m.
Vanaf 3,85 m geelbruin, naar onder lichtoranjebruin met
geelgrijze vlekken, iets fijn schelpgruis (Pirenella) en
kleine kleibrokjes.
Vanaf 4,25 m grijswit met bruingele vlekken en schelploos,
vanaf 4,35 m met brokken geel bruine, gelaagde, zandige
klei, die iets houtskool bevat.
Vanaf 4,70 m met een weinig schelpgruis (marien).
Op 4,75 m met enkele 5 mm dikke bandjes bruine, zandige
klei, naar onder met brokken dergelijke klei, in de klei
enkele schelpen (Pirenella
Vanaf 5,00 m minder klei en geen schelpgruis meer.
Vanaf 5,30 m egaal grijsbruin en met iets fijn schelpgruis,
naar onder grijsbruin met lichtere vlekken.

5,65 - 5,85m bruingrijze, iets zandige, taaie klei met enkele schelpen
(Pirenella), vanaf 4,75 m zandiger en met veel schelpen.

5,85 - 6,15m lichtgeelbruine, taaie, iets zandige klei, met enkele
euryhaliene schelpen.



Interpretatie:

0,00 - 0,30 m geroerde grond
0,30 - 2,25 m Oligoceen, Rupelien, Nuculaklei
2,25 - 5,65 m Oligoceen, Rupelien, Zanden van Berg
5,65 - 6,15 m Oligoceen, Rupelien, Zanden en Mergels van
Oude Biesen


Grondmonsters: 2,95-3,20
4,10-4,20
6,05-6,15