105E0450
PL.SINT-TRUIDEN 105E
M.GULINCK
450 (V) Cfr. Professional Paper 1974 No 1
"Hydrogeologische verkenningen in Limburg"
M.GULINCK
--------------------------------------------------------------------
PL.SINT-TRUIDEN 105E
M.GULINCK
450 Va PEILPUT
uitgevoerd te: Velm - no 1
bij: de Steenbakkerij Gebroeders Smets
voor: rekening van de Belgische Geologische Dienst
in: maart 1968
Boringsmethode: gekernd ; verbuisd tot op 58.65m (D)
Grondwaterstanden: bij ruststand: 15.80
tijdens het pompen: 56.50
met een debiet van 6 m3/u
Hoogte van het mondgat: + 81.41
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Stalen
1 bruine leem, kalkrijk 0.50
2-3-4-5-6 idem 3.00
7-11 leem vermengd met verweerd glauconiethoudend
zand en zandsteen 5.50
Kernen
------
5.50 - 8.00 (2.50) in stukken voor 0.50 6.00
geelachtig, dan grijsgroenachtige siltsteen -
geen kalk 7.00
8.00 - 10.50 (2.50) stukken voor 0.90
donkergrijze siltsteen - geen kalk - sommige
stukken zeer zacht - iets kleihoudend 9.00
10.50 - 13.00 (2.50) stukken voor 0.70
idem soms vrij hard, geen kalk 12.00
13.00 - 15.50 (2.50) 0.60 stukken
Idem 14.00
15.50 - 17.60 = 2.10 1.35 in stukken
verharde kleiige silt, grijszwart met spiculen
onderaan zeer hard, sterk gebroken - geen kalk 17.00
17.60 - 18.40 = 0.80 0.32 in stukken
idem, zeer hard 18.00
18.40 - 20.80 = 2.40 1.85 in grote stukken
harde, kalkhoudend siltsteen met spiculen 19.00
soms rijk aan foram 20.00 20.50
20.80 - 22.95 = 2.95 1.45
idem bovenaan een zachte fosfaat kern een zone
met zeer kleine schelpen gasteropoden 21.00 22.00
22.95 - 24.00 = 1.05 (1.05)
idem 23.00
24.00 - 25.00 geen kernen
25.00 - 26.00 = 1.95 (1.60) 25.00
fijn zandige, siltsteen, spiculen, zeer kleine
gasteropoden 26.00 27.00
26.95 - 28.35 = 1.45 (0.25)
idem, dan silteuse klei, niet verhard - met
bruine nest 27.10 28.00
28.35 - 30.60 = 2.45 (1.75) 28.50
bleek grijze, mergelige silt- met spiculen: 29.00
gaat over naar een donkergrijze kleihoudende
silt, niet of weinig verhard - 29.50
kleiachtig silt met gepyrit, spiculen silteuse 30.00
klei met vertakte vermiculaties
grijze, iets groene siltachtige klei 30.50
30.60 - 32.60 = 2.00 (1.60)
herboord stuk van 0.10: verharde witte mergel(X) 30.70
------------------------
(X): vermoedelijk niet juist genoteerd?
------------------------
0.20 glauconietrijke klei met witte spiculen -
kleine verharde delen 31.00 31.20
verder doorlopende kern witte homogene mergel
meestal zeer hard - 32.00
vertikaal gespleten aan de basis - grijsachtig 32.50
32.60 - 34.70 = 2.10 (2.40)
over 1.25 in stukken van 0.10/0.20 grijze mergel
zeer zacht - 32.70
plantenresten hardere witgrijze mergel-verticaal
gespleten - talrijke haarfijne, 33.00
witachtige "draden" (over 0.40) - grijze zachte
mergel - 33.50
over 1.15 aaneensluitende stukken witgrijze,
vastere mergel - plantenresten 34.00
34.70 - 36.25 = 1.55 (1.45)
1.00: vaste, grijze, mergel, met glauconiet
gespikkeld 35.00
grijsblauwachtige vlekken (sulfiedische?) 35.50
0.45: sterk verbrokkelde grijze mergel 36.00
36.25 - 38.75 = 2.50 (2.20) 36.50 37.00
in stukken van ± 10cm "gevlekte zachte mergel" 38.00
38.75 - 41.00 = 2.25 (1.40) 39.00
0.50: iets vastere grijze mergel, minder gevlekt 40.00
0.90: zachte meer brokkelige mergel 41.00
41.00 - 42.35 = 1.35 (0.50)
sterk verbrijzelde grijze mergel / 0.20
gebroken kernen grijze mergel 42.00
42.35 - 44.55 = 2.20 (2.50) in stukken van
± 0.10m 42.50 43.00
43.50
grijze zachte mergel - siltrijk 44.00 44.50
44.50 - 45.00 = 0.45 (0.45)
siltrijke grijze mergel 45.00
45.00 - 47.00 = 2.00 (1.50)
laatste deel (0.30) sterk verbrijzeld 45.50 46.00
nog meer silthoudend, glauconietrijke mergel 46.50 47.00
47.00 - 49.50 = 2.30 (0.60)
mergelige silt 48.00 49.00
49.50 - 51.70 = 2.40 (1.20)
0.60:(?) mergelig silt 50.00
0.60: kernen siltrijke mergel tot silthoudend
mergel zoals voorheen 51.00 51.50
51.70 - 54.25 = 2.55 1.90 goede kernen + 0.50
brokken
grijze vaste mergel - plantenresten - vaste
silthoudende mergel - 52.00 53.00
fijne vermiculaties - Cyprina morrisi - gaat
geleidelijk over naar een 53.20 53.50
grijze mergelhoudend silt 54.00
54.25 - 56.55
donker grijsgroen silteus zand 54.50 56.00
56.55 - 59.50 geen stalen
59.50 - 61.60
verbrijzeld "tufkrijt" - verspoeld 60.00
3 stukken bleekgekleurde vuursteen 9,10, 8cm 59.50 61.60
61.60 - 62.65
verspoelde "tufkrijt" en bleke vuursteen
(4 stenen elk, max. 8cm dik) 62.00 62.50
62.65 - 64.53 idem
enkele stukken grijsblauwe vuursteen 63.00 64.53
64.53 - 65.57 idem 65.00
bleek grijze vuursteen - kernstukken van 5, 16,
8cm 65.57
65.57 - 68.70
idem met vuurstenen, voor een totale lengte van
0.50 76.00
M.GULINCK
Interpretatie:
Kwartair: 0.00 - 5.50
Landeniaan: 5.50 - 30.60
Heersiaan: 30.60 - 59.50
Maastrichtiaan: 59.50 - 68.70
M.GULINCK
-------------------------------------------------------------------
PL.SINT-TRUIDEN 105E
M.GULINCK
450 (Vc) PEILPUT 2
uitgevoerd te: VELM
bij: STEENBAKKERIJ SMETS
voor: BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
door: N.V. SMET
in: MAART 1968
Boringsmethode: MET INSPOELING
Verbuisd tot op: 32.50m
Grondwaterstanden: bij ruststand: 18.30 (19/3/1968)
tijdens het pompen: 23.60
met een debiet van 12 m3/u
Hoogte van het mondgat: 81.63
Velm 2 - Aard der grondlagen Diepte m
Peil mondgat: + 81.43
bruine leem 0.00 4.00
leem met verbrijzelde zandsteen en fijn zand 4.00 9.00
verbrijzelde groenachtige zandsteen 9.00 26.00
geen stalen (waterverlies) 26.00 32.50
witgrijze mergel 32.50 43.00
Grondwaterstand niet gewijzigd na pomping in put 1,
gedurende 1 uur, met Q = 6 m3/1.
Geologische Interpretatie: M.GULINCK
Kwartair: 0.00 - 4.00
Landeniaan: 4.00 - 32.50
Heersiaan: 32.50 - 43.00
M.GULINCK
----------------------------------------------------------------
PL.SINT-TRUIDEN 105E
M.GULINCK
450 (Vc) PEILPUT 3
uitgevoerd te : VELM
bij: STEENBAKKERIJ SMETS
voor: BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
door: N.V. SMET
in: MAART 1968
Boringsmethode: MET INSPOELING
Verbuisd tot op: 32.50m
Grondwaterstanden: bij ruststand: 18.30 (19/3/1968)
tijdens het pompen: 23.60
met een debiet van 12 m3/u
Hoogte van het mondgat: 81.34m
Velm 3 - Aard der grondlagen Diepte m
Peil montgat = 81.34
bruine leem 0.00 4.00
Landeniaan 4.00 29.50
Verbuisd en gecementeerd tot op 19.75
Filtrerende buis D 146 tussen 19.75 en 29.50
Grondwaterstand in rust op 11.83m
M.GULINCK