103W0315
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
¬ ---
Kaart Nr: 103W
PLAAT: Duisburg
Nr: 315
Type Boring: pompput 3012-060
Topografische kaart: 32/5
Uitgevoerd te: Grez-Doiceau
Postnr: 1390
Adres boorplaats: Pécrot
Opdrachtgever: De Watergroep
Boorfirma: Smet GWT (werfnr 16247/G.19.0478-9)
Boordatum: 2.3.2020
Topografie: GPS
Stalen door: J. Caers, boormeester
Boringsmethode: Zuigboren tot 26 m, airlift tot 41 m
Lengte & doormeters: diameter 850mm tot 12m, diameter 710mm tot 14m, diameter 635mm tot 26m, diameter 635mm tot 41 m
Grondwaterstanden: stijghoogte 32,15m (6/4/2020)
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet: 150 m³/h (gepland)
Waterzaaknr:
Totale diepte: 41 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld/ref. peil: 33 m
X: 169681
Y: 161617
NIS code:
---
BOORBESCHRIJVING
---
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
-----
0 1 verdroogd donkerbruin veen, doorworteld, afgewisseld met gepodsoliseerd kwartszand (dekzand)
1 2 zelfde veen en bleek gelig overwegend middelmatig heterogeen kwartszand in silt matrix (dekzand)
2 3 bruin lemig zeer heterogeen, van silteus tot grof zand; met ronde cm-grote brokken roestig-oranje verkit zand met zeer grove kwartskorrels ingebed in lemig silt met limonietverkitting (in dezelfde afzetting ontstaan); kleine platte vuursteen rolkeitjes; nog doorworteld
3 4 zwart veen, samengesteld uit harde verspoelde brokjes van mm-grootte met ingebed fijn kwartszand bijmenging
4 5 idem
5 6 facieswijziging: bleek groenig geel zuiver kwartszand van matig-grove heldere kwarts, zonder klei of leem bijmenging; bimodaal met zeer grove zowel hoekige als mat afgeronde kwartskorrels; met krijtbrokje (?!)
6 7 zelfde afzetting maar zand is sterk vergrovend tot overwegend grof met hoekige kwarts, zeer licht gespikkeld met middelmatige verweerde glauconiet; vermengd met grind:
- cm-grote afgeronde fragmenten van sterk macroporeuze zandsteen van heldere grofkorrelige hoekige kwarts met wit klei-kiezelcement op puntcontacten (lijkt zelfde sediment als omgevend los fluviatiel zand, maar sedimentkorrels hebben dus een gelijkaardige oorsprong: is dit verweerde en uitgeloogde brusseliaanse zandsteen?)
- buisvormige concretie (bijna 1 cm doormeter) van licht glauconiethoudende matig-grove brusseliaanse zandsteen
- wit hoekig verkiezeld krijt (zeer hard, niet krasbaar)
- grote splinters van oud-gebroken maar terug afgeronde bleekgele silex
- platte mooi afgeronde keitjes (1 cm breed, 2 cm lang, 3 mm dik) grijze quartzofyllade, zachte zwarte siltige fyllade met pyrietkubusholtes (Massief van Brabant, Ordovivium en/of Formatie van Mousty?)
- kleine (3 mm) licht afgeronde baksteenrode brokjes zonder zichtbare korreltextuur (onbekende oorsprong)
- langgerekte splinters (2 cm lang, 0;5 cm breed en 3 mm dik) van kristallijne melkkwarts (gebroken aderkwarts uit Massief van Brabant)
Monster lithotheek
7 8 idem maar met grotere keien:
- 5 cm grote matig-grove kwartsarenietische licht glauconiethoudende zandsteen, hard gecementeerd met wit klei-kiezelcement die binnenin de steen gedeeltelijk roos is gekleurd waar de intergranulaire ruimte goeddeels is opgevuld met kristallijne kwarts, macroporeus met grote holtes (brusseliaan zoals vorig monster maar met behoud van grootste deel van matrix en cement)
- stukken fistuleuze zandsteen 5 cm groot
- zeer weinig verweerde doorschijnde silex
- Paleozische gesteenten: bleke kwartsareniet met kwartsader die in reliëf staat in onregelmatig afgerond oppervlak met putjes; platte donkere fyllade ogenschijnlijk met ‘feeding tracks’ aan één zijde en flute casts aan andere zijde
Monster lithotheek
8 9 weinig zand en veel grind van 1 tot 5 cm:
- verweerde bleke brusseliaanse zandsteen met graafgang, soms deels roos verkleurd
- gebroken rode silex; fris gebroken takvormige zwarte silex met witte korst; lichtgrijze silex met witte kern, uitwendig mat door winderosie (heeft blootgelegen aan oppervlak tijdens ijstijd)
- caramelbruine silex, gebroken en opnieuw afgerond met donkergroen ‘verdi’ oppervlak
- fragmentjes van rode fijnkorrelige zandsteen en van grijze zandsteen met in reliëf staande kwartsader
Monster lithotheek
9 10 idem, weinig zand met veel grind dat beter is gesorteerd tot rolkei-grootte van 1 à 2 cm, maar zelfde samenstelling als voorgaande behoudt, voornamelijk afgeronde wit gecementeerde door glauconiet gespikkelde brusseliaan keitjes; weinig roodverkleurde silex, fine zandsteen, baksteenrode zeer fijne lithareniet (kleihoudend en daardoor fijnsplijtend tot 1 à 2 mm dikte), grijze fyllade, aderkwarts
10 11 grof grind met zeer weinig grof zand bijmenging:
- grote ongelijkvormige maar toch afgeronde bleekgroengrijze fijnkorrelige en middelmatige zandstenen met kwartsader (>5 cm)
- donkere caramelbruine silex ‘verdi’ (4 cm)
- afgeronde brusseliaan zandstenen
- gebroken maar terug afgeronde verweerde caramelbruine of bloedrode silex
Monster lithotheek
11 12 zeer grof grind (>5 cm) zonder zand:
- verweerde silex rolkei, inwendig caramelkleurig met witte cortex
- bleke matig-grove gebioturbeerde brusseliaan zandsteen met witte bloemkoolkorst op gebroken oppervlak ! (druipsteenachtige kalkafzetting in vadose zone, dus oud maar behouden in kalkrijk freatisch water)
- blauwgrijze tot beige metamorfe kwartsiet (Blanmont – Dongelberg kwartsiet)
- vierkant blokje (2 cm) aderkwarts uit vermoedelijk zelfde formatie
- grijze fijnkorrelige micahoudende zandsteen
- blauwgroengrijze fyllade tot silteuze zandsteen
Monster lithotheek
De boormeester vermeldt aanwezigheid van klei rond de boorkop. Het waargenomen grind in de cuttings zou dan naval zijn, wat plausibel is en de afwezigheid van zand kan verklaren.
12 13 faciesgrens: wit zacht (verweerd) verkruimelend krijt, fijn siltig van korrelgrootte met verspreid grotere (tot 1 mm) bioklasten, in hoekige (fris gebroken blokken tot 5 cm die fijn vergruizen
Monster lithotheek
13 14 bleekgrijze fijngebroken silex en wat naval in fijne brokjes (<1 cm) waaronder ‘verdi’ silex, afgerond verkiezeld krijt (volgens de boormeester zou de put net als 10-12 m ook hier zijn ingevallen)
14 15 nog brokjes bleekgrijze silex en naval (?): lichtgrijze silex met subrecente witte kalkkorst (geen cortex) waarin fijnkorrelige kwarts en glauconiet korrels gevangen zitten (ongebruikelijk facies, wijzend op een transgressief facies met basis van silex-grind, hetzij intra-krijt hardground met groot tijdshiaat, hetzij residueel grind aan basis Tertiair); voornamelijk groter hoekige blokjes (tot 3 cm) gelig wit zeer compact (niet krasbaar met vingernagel) vermoedelijk gedeeltelijk verkiezeld slechts licht opbruisend krijt
Monster lithotheek
15 16 zelfde hard witachtig krijt in cm-grote brokken; met afgeronde silex met kwarts- en glauconiethoudende kalkkorst (zoals voorgaande), belemnietpunt, fijn wit bros krijt
16 17 wit hard bros brekend krijt in cm-grote brokken, zeer fijnkorrelig (geen korreltextuur zichtbaar); nog wat hoekige brokjes van geelwit zeer hard vermoedelijk verkiezeld krijt; schijfje 3 mm dik in bleekgrijs verkiezeld krijt (in feite silex met uitzicht van verkiezeld krijt door verkiezeling in latere diagenetische fase t.o.v. donkergekleurde silexknollen)
Monster lithotheek
17 18 zelfde wit hard bros brekend krijt in afgeronde brokjes <1 cm met 1 splinterig gebroken fragmentje van zwarte silex
18 19 hard wit fijnsiltig en zeer fijnkorrelig krijt, zowel hoekig als afgerond (lijkt gemengd), met belemnietfragmentje
19 20 wit hard fijnsiltig krijt met wat grovere (<1 mm) hoekige bioklasten en zwarte takvormige silex met dikke witte cortex
Monster lithotheek
20 21 zelfde wit hard fijnsiltig krijt in afgeronde brokken <1 cm
21 22 idem in afgeronde brokken tot 2 cm; donkergrijze zwarte silex splinters
22 23 vanaf hier fijnere cuttings, afgerond tot 0.5 cm, meestal op mm-grootte: blijvend wit bros fijnsiltig krijt met zeldzame donkergrijze silex splinters
23 24 idem
24 25 idem (met zwarte silex splinters), met 1 brokje bleekbeige zeer hard zeer fijnkorrelig krijt (niet fosfatisch, eerder hardground type)
Monster lithotheek
25 26 blijft wit fijnsiltig krijt in kleine afgeronde cuttings (2-4 mm), met takje zwarte silex
26 27 idem, wat grovere cuttings (<1 cm) in wit bros fijnsiltig krijt met verspreide bioklasten (<1 mm) en met donkergrijze silex splinters (tot 2 cm)
27 28 idem, fijnere cuttings (<0.5 cm); met belemniet fragmentjes en grote zwarte takvormige silex
28 29 fijne afgeronde cuttings in wit zeer fijnsiltig krijt met enkele grovere cuttings (1-2 cm); uitzonderlijk een donkergrijze silex splinter (naval)
29 30 idem
30 31 grovere brokken tot 1-2 cm in wit bros zeer fijnsiltig krijt
Monster lithotheek
31 32 idem, met ook enkele grotere (1-2 cm) donkergrijze silex fragmenten; schaal van echinide
32 33 terug fijner (<0.5 cm) en vermoedelijk iets zachter, blijft zeer fijnsiltig krijt
33 34 fijn vergruisd en vermalen papperige fractie van wit fijnsiltig krijt met sporadisch bioklasten (<1 mm); vrij veel donkergrijze silexsplinters; met echinidenschalen en belemnietfragment
Monster lithotheek
34 35 idem, met fijnvermalen fractie en donkergrijze silex (allicht is er een verband), zonder macrofossielen
35 36 fijn vermalen met grotere brokjes (tot 1 cm) in witachtig grof-siltig zeer hard krijt (hardground substraat ?!); weinig donkergrijze silex (mogelijk naval)
36 37 afgeronde cuttings tot 0.5 cm va, wit bros zeer fijnsiltig krijt met talrijke donkergrijze doorzichtige silex splinters (tot 2 cm groot); belemniet fragmentje
37 38 blijft zeer fijnsiltig bros krijt in fijne cuttings (meestal 2 mm); weinig donkergrijze silex
38 39 idem zonder silex; meer bioklasten in het krijt (waaronder sponsnaalden)
39 40 vooral fijne cuttings (2 mm) maar ook enkele grotere cuttings (0.5 cm) in wit bros fijnsiltig krijt rijk aan grotere bioklasten waaronder sponsnaalden; meer lichtgrijze silex splinters
Monster lithotheek
40 41 meer heterogeen monster in hoekige en afgeronde cuttings van ca. 1 cm:
- zeer hard korrelig krijt gespikkeld met matig-fijne kwarts en glauconiet (monster lijkt iets grijzer dan voorgaande)
- afgeronde grijze geremanieerde silex (tot 0.5 cm)
- bleekbeige fosfaatkrijt keitje, fijn glauconiethoudend
Monster lithotheek
---
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE OP BASIS VAN SPOELMONSTERS
---
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
0 5 Holoceen, verspoeld veen
5 11 Quartair fluviatiel zand met grind
11 12 Tertiaire klei, eventueel geremanieerd (met grind naval)
12 13 geremanieerd krijt (Quartaire sedimentatie?)
13 14 vuursteeneluvium (alteration unit)
14 41 Krijt, Formatie van Gulpen, Lid van Zeven Wegen
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. DUSAR 6.12.2022
Referentie :
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening CV. Directie Productie en Opslag | Afdeling Waterbronnen en Milieu, 2020. TECHNISCH RAPPORT PÉCROT 3012-060 EN 061. Uitvoering van een boring en inrichting als productieput (060) en peilput (061).
Putschema : Voor de productieput is er geboord tot op een diepte van 41,2 m onder maaiveld. Eerst is met een dragbit (boordiam. 850 mm) gewerkt. Door het instorten van de put is een stalen casing gecementeerd (diam. 762 mm) tot op 11,9 m diepte. Daarna werd verder geboord met een dragbit (diam. 710 mm), gevolgd door een nieuwe casing (diam. 660 mm) tot op 13,14 m door het instorten van de put. Tot slot werd met een rollerbit (diam. 635 mm) geboord tot op een diepte van 41,5 m. Een volwandige buis in RVS (diam. 406,4 mm) werd ingebouwd tot 16,07 m, gevolgd door een RVS filterbuis (diam. 406,4 mm)
tot 40,10 m onder maaiveld, met een RVS zandvang van 1 m. De filtergleuven hebben een opening van 5 mm. Rondom de filter is een grindpakket gestort met korrelgrootte van 8-16 mm van 15,6 tot 41,5 m. Van 15,25 tot 15,6 m werd het grindpakket geleidelijk verfijnd in korrelgrootte. Van 14,6 tot 15,25 m is klei geplaatst.
BOORBESCHRIJVING 3012-060 door Toon Van Dijck, toezichter-geoloog bij De Watergroep
0-2 m: Zwarte teelaarde/veen met bruine leem
2-3 m: Bruingrijs fijn zand met leem
3-5 m: Zwarte veen
5-7 m: Grijs grof zand
7-8 m: Grijs grof zand met grind
8-10 m: Grind met grijsbruin grof zand
10-11 m: Bruine keien met silex Landeniaan klei (ingevallen materiaal)
11-12 m : Grote silex keien Landeniaan klei (ingevallen materiaal)
12-13 m: Wit zandig krijt
13-14 m: Grijze silex
14-40 m: Wit krijt met matig tot veel silex
40-41 m: Beige grof zand met fijn grind
Opmerkingen :
De fluviatiele afzetting van 5 tot 12 m is zeer grofkorrelig, klei- en slibvrij.
De grind keien bestaan uit 3 soorten :
- brusseliaanzandsteen, aan de top sterk verweerd en uitgeloogd
- grote zandsteenbrokken en fijne schijfjes fyllade en kwartsofyllade vermoedelijk uit het Ordovicium ;
- gebroken en terug afgeronde verweerde silex van de leemplateaus ; geen rolkeien uit de Tertiaire basisgrinden ; wel ‘verdis’ silex gevormd in een transgressief basisgrind en die zijn kleur dankt aan glauconietische klei waarin deze keien lange tijd zijn ingebed.
Het Krijt behoort tot de Formatie van Gulpen (equivalent Formatie van Nevele).Aan de top concentratie van bleekgrijze silex (13-14 m) gevolgd door deels verkiezeld krijt en silex met kalkkorst waarin kwarts en glauconiet (14-16 m). Dit is vermoedelijk het equivalent van de Argile à silex / Vuursteeneluvium. De toplaag van zacht wit krijt (12-13 m) is abnormaal, waarvoor 2 hypothesen worden geformuleerd : 1) het resultaat van een afstorting/undercut van hoger gelegen krijtlagen op de dalflank op het einde van de actieve dal-insnijding en overgang naar een sedimentatieregime, 2) plaatselijk afzetting van door de rivier meegesleurde blokken bevroren krijt die stroomopwaarts zijn geëerodeerd.
Het Krijt hieronder is wit en hard (te hard voor schrijfkrijt) met verspreide vertakte silex van kleine afmeting ; op 35 m mogelijk beperkt hardground niveau ; op 40-41 m basis van een sequentie en vermoedelijk ook bais van het Laagpakket van Zeven Wegen en contact met onderliggende formatie die niet kan worden gekarakteriseerd.