093W0693

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 93W
PLAAT: BILZEN
Nr: 693(VI, a)
Type Boring: peilput VMW 4013-009
Topografische kaart: 34/1
Uitgevoerd te: Waltwilder
Postnr:
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: VMW
Boorfirma: Smet GWT
Boordatum: 20.10 –09.11.2006
Topografie: VMW
Stalen door: boormeester
Boringsmethode: rechtstreekse spoelboring met een rolbeitel
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaaknr:
Totale diepte: 151 m
Stalen bewaard: ja lithotheek BGD
Maaiveld/ref. peil: 59.67 m
X: 231999
Y: 174924
NIS-code:
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
000.00 – 001.00 m bruin, sterk lemig fijn zand
001.00 – 003.00 m geelbruin, eerder fijn, slecht gesorteerd, lichtgespikkeld
zand (spikkels zijn lignietfragmenten), met matig-grove
kwartskorrels, slibvrij
003.00 – 004.00 m zelfde zand, bleekbeigegrijs en slibhoudend; veel
middelmatige hoekige lignietbrokjes
004.00 – 005.00 m zelfde zand, wat minder ligniet; slechts licht slibhoudend
005.00 – 006.00 m bruingrijs zeer grof, sterk slibhoudend zand, met venige
sporen; korrels veelvormig, tot 3 mm groot, met heldere,
grijze en opvallend veel citroengele kwarts; ook korrels
in grove bleke silex (niet verweerd maar afkomstig uit
verkiezelingen in grover krijt, vermoedelijk uit bovendeel
Maastricht Formatie, Lid van Nekum)
006.00 – 007.00 m grijs slap kleverig silt, kleiig, sterk zandhoudend (ook
wat grover zand), met 2-3 mm grote bleekgeelbruine tot
beige platte silexsplinters
007.00 – 008.00 m grijs vloeiend silt vermengd met zeer grof zand, grove
lignietfragmenten en grove (1-2 mm) silexsplinters
008.00 – 009.00 m grijs kleihoudend grof tot zeer grof zand; wat bleker
gekleurd door hoger zandgehalte; met veelkleurige kwarts
en splinters van roestbruine silex of verkiezelde
zandsteen (gemengde monsters)
009.00 – 014.00 m grijs papperig kleihoudend silt, met zeer fijn gespikkeld
zandfractie; wordt donkergrijs (gaat meer organisch
materiaal bevatten)
014.00 – 015.00 m donkergrijs, meer kleihoudend silt (slap maar niet
papperig), met veel matig-grof goed gesorteerd, afgerond
zand (dit zand is geen naval uit het Quartair maar in-
situ) (monster lithotheek)
015.00 – 017.00 m grijs, slechts licht slibhoudend, matig tot grof,
donkergespikkeld kwartsrijk zand (enkel heldere
kwartskorrels); donkere korrels overwegend gerolde ligniet
(monster lithotheek 16-17 m)
017.00 – 018.00 m grijs, eerder slibrijk, verwegend middelmatig, gespikkeld
zand (zwarte en vaalgroene afgeronde spikkels, naast
heldere kwarts)
018.00 – 020.00 m terug grijs, overwegend grof gespikkeld zand, nog slibrijk
020.00 – 021.00 m grijs, zeer grof slibhoudende en kleihoudend zand (zowel
heldere als melkgrijze kwartskorrels) licht gespikkeld;
lijkt op fractionering van zand en ondergeschikte kleiige
delen (monster lithotheek 20-21 m)
021.00 – 022.00 m + idem, zelfde grof, wat meer slibhoudend en minder
kleihoudend zand, met gebroken zwarte silexsplinters,
slechts licht gerold
022.00 – 024.00 m + idem, grof zand wordt kwartsrijker, slibarm
024.00 – 025.00 m + idem, licht verfijnend, vrijwel slibvrij
025.00 – 026.00 m wordt grijs, slibhoudend, overwegend middelmatig
kwartsrijk zand (helder + ondoorzichtig), met fijnere
donkere spikkels
026.00 – 027.00 m wordt grijs matig-grof, licht slibhoudend zand; terug meer
donkere spikkels en grotere fragmenten (1-2 mm) van niet
verweerde, gebroken, gerolde silex
027.00 – 028.00 m grijs, kalkloos (maar wel opbruisend op schelpengruis),
matig-fijn, nog slecht gesorteerd, kleiig matig fijn zand
met wat schelpengruis; enkele zeer grove korrels (top
nuculaklei)
028.00 – 029.00 m + idem, minder kleiig, meer kleihoudend silt en papperig;
gemiddelde korrelgrootte middelmatig
029.00 – 030.00 m terug grijs papperig silt, met matig fijn zand bijmenging
030.00 – 031.00 m grijs zeer papperig silt, met weinig, zeer fijn,
donkergespikkeld zand (veel fijnkorreliger dan vorig
monster, maar ook geen klei), wel steeds zeer fijn
schelpengruis en daardoor soms licht opbruisend
032.00 – 034.00 m bleekgrijs papperig silt, blijft zeer licht kalkhoudend
(zelfde formatie)
034.00 – 035.00 m bleekgrijs slibrijk en siltrijk matig-grof kalkloos zand
035.00 – 036.00 m bleekgroengrijs, overwegend middelmatig, glauconiethoudend
(mooi afgeronde korrels), kleverig, licht kleihoudend zand
036.00 – 037.00 m + zelfde bleekgrijs zand, wordt matig-fijn, met wat
schelpengruis, wat minder glauconiet (nota bleekgrijze
kleur komt van aanzienlijke slibfractie die sinds 30 m
aanwezig blijft)
037.00 – 038.00 m matig fijn bleekgroengrijs, licht glauconiethoudend (fijne
korrel kleihoudend zand, weinig fijn schelpengruis
038.00 – 039.00 m + zelfde zand, slibhoudend, minder kleiig, meer en grover
schelpengruis, lichtgrijs
039.00 – 041.00 m + zelfde zand, nog licht slibhoudend maar niet meer
kleiig, slecht gesorteerd (fijn tot matig-grove korrels)
041.00 – 042.00 m licht blauwgrijs, licht kleiig silt (niet vervloeiend),
met fijn zand en veel schelpengruis (nieuw lid) (top klei
van Henis)
042.00 – 043.00 m wordt eerder silteus – licht kleiig fijn kwartsrijk zand,
met wat schelpengruis, bleke kalksteen cuttings (1 mm)
weinig fijne donkere silex splinters; blijft licht
papperig
043.00 – 046.00 m terug overwicht lichtgrijs licht kleiig silt met wat
zandbijmenging; zeer licht opbruisend, met wat bruin
lamellair schelpengruis, enkele fijne cuttings van bleke
kalksteen en compacte brokjes van bladerig klevende kleiig
gespikkeld zand
046.00 – 047.00 m idem, met septarie splinters (tot 1mm)
047.00 – 048.00 m lichtgrijze slappe fijngespikkeld zandhoudende klei met
fijn schelpengruis, kalkloos
048.00 – 049.00 m nieuwe formatie (spoeling wordt groener), maar nog gemengd
monster, hoofdzakelijk licht klevig silt met fijn zand,
met donkergrijze strepen meer organisch-rijk),
septariesplinters, nog wat fijn schelpengruis (monster
lithotheek)
049.00 – 050.00 m mosgroen zeer fijn zand in papperig silt, licht
gespikkeld, met fijn schelpengruis (dunschalig) en kleine
kalksteenfragmenten (of dikschalig schelpengruis), al
licht glauconiethoudend
050.00 – 052.00 m zelfde zand, maar wordt geleidelijk meer
glauconiethoudend, wat kleihoudend
052.00 – 061.00 m + idem, wat minder klei en meer silt, meer papperig, terug
meer steenfragmentjes (zelfde zoals hierboven, vnl
dikschalig schelpengruis); ook minder groen, eerder
groenig grijs; kalkloos
061.00 – 064.00 m zelfde papperig silt met zeer fijn glauconiethoudend zand;
vol grove fragmenten (0,5 cm) van gerolde dikschalige
schelpen en grijze steenkernen, ook potamides, met weinig
fijne kwartskeitjes (2 mm) (o.a. oester en pectunculus,
columella), ook brokjes in grijze zandrijke klei (monster
lithotheek 61-62 m, gespoeld)
064.00 – 066.00 m grijs zeer papperig silt, licht gespikkeld
066.00 – 067.00 m grijs fijn, glauconiethoudend gespikkeld, kleihoudend
zand; zeer veel slib-bijmenging
067.00 – 070.00 m grijs papperig silt, vervloeiend
070.00 – 075.00 m nieuwe formatie: bleekgrijs mergelig silt
075.00 – 085.00 m grijs wit mergelig silt, vaster naar onder toe
085.00 – 090.00 m groengrijs mergelig silt, rijker aan fijne
glauconietkorrels, wat vaster naar onder
090.00 – 091.00 m groengespikkeld mergelig silt met bollen in
donkergroengrijs kleiig glauconiet zand, slappe
baksteenrode klei en slappe kakigele klei (Klei van
Zwartberg) (monster lithotheek)
091.00 – 092.00 m + idem, maar vaster, ook reeds eerste harde kalkareniet
cuttings (1 mm)
092.00 – 094.00 m vnl grijze klei, en baksteenrode klei; ook harde
calcarenietcuttings en steenkernen van fossielen,
cidarisstekel (dus vermoedelijk reeds Maastrichts Krijt of
geremanieerd); ook fijn brokjes in harde zwarte ligniet;
met donkergroengrijze zandsteen met harde zwarte brokjes
(gebroken silexsplinters) en oranjebruineverweerde fijne
silexcuttings (1-2 mm), dikschalige schelpjes (oester,
pectunculus?) (monster lithotheek 93-94 m)
094.00 – 095.00 m + zelfde mengeling, meer fijne kalkareniet, ook bryozoa
kolonie; nog Zwartbergklei, verhard Orpzand, pectunculus
095.00 – 096.00 m + idem, met Tertriair basisgrind en/of naval; veel
halfverharde kleiige zandsteen uit Zand van Orp; ook
Krijtfossielen (cidaris) en harde kalkareniet cuttings
(monster lithotheek)
096.00 – 098.00 m + idem, veel grijze zachte zandsteencuttings; minder
Zwartberklei, geen schelpen van Tertiair type, wel cidaris
en Pecten, veel fijnere maar harde kalkareniet (monster
lithotheek 97-98 m)
098.00 – 100.00 m + idem, nog met pectunculus, overwegend hardere en zachte
zandsteen en siltstenen uit Zand van Orp
100.00 – 103.00 m grofkorrelige niet geconsolideerde kalkareniet, grijswit
korrelig verkiezeld krijt (1-2 cm), fijne platte donkere
silex (1 cm) en grote brokken lichtgrijze en bloedrode
Zwartbergklei (5 cm) (monster lithotheek 102-103 m)
103.00 – 104.00 m grove cuttings in grijze Zwartberg klei (5 cm) en
kogelronde silex (2 cm), ook bleekgrijs verkiezelde krijt
en/of gerekristalliseerd
104.00 – 108.00 m grote cuttings in grove verharde kalkareniet, verkiezelde
of gerekristalliseerde kalkareniet (hardground of
verweringslaag?), verbrokkelde kalkareniet, grote grijze
Zwartbergklei (8 cm) en minder silex (monster lithotheek
105-106 m)
108.00 – 111.00 m vnl verharde grofkorrelige poreuze kalkareniet (tot 1-2
cm) in afgeronde brokken, soms schelpafdrukken; ook grijs
verkiezeld krijt (met sponsnaalden?) in cuttings tot 1 cm
(monster lithotheek 108-109 m) (dit is zeker behorende tot
de krijtgroep; de bovenliggende mengeling tot aan het
basisgrind is mogelijk inspoeling in doline of verspoeling
langs breukrand, tenzij te wijten aan boorproblemen =
instorting boorwand bij spoelingsverlies; dit laatste is
een mogelijke verklaring voor de grote hoeveelheid
cuttings uit het Zand van Orp = vacuümzuigen bij uitbouwen
of ophalen boorstangen)
111.00 – 124.00 m blijft vnl verharde grofkorrelige poreuze bleekbeige-
grijze kalkareniet en lichtgrijze verkiezelde kalkareniet
(compacte en scherpere cuttings terwijl de poreuze
kalkareniet meer afgerond is); het geheel is mogelijk
verweringsfacies, ontstaan door vroege diagenese bij
blootstelling; zelden silex of gekleurde kwartsnaval
(monsters lithotheek 115-116 ; 120-121 ; 122-123 m) meer
fossielen in de fijne fractie
115-116 m: enkele cidaris
120-121 m: veel kalkkokerwormen (type dentalium)
122-123 m: belemniet cidaris
124.00 – 128.00 m grote (1 cm) hoekige cutting is verkiezeld krijt; ook meer
naval (Zwartberg klei en silex); geen losse fossielen
(monster lithotheek 126-127 m) (is harde verweringsbank
oorzaak van slecht boren en toename naval?)
128.00 – 132.00 m vnl bleekbeigegrijze poreuze kalkareniet, deels
verbrokkeld, met opvallende veel prismatische bioklasten
(0,5 cm), één halve echinide (1 cm) en zeldzame cidaris;
nog een weinig bleekgrijze verkiezelde kalkareniet
(monster lithotheek 131-132 m)
132.00 – 133.00 m (geleidelijke overgang) meer harde compacte bleekbeige
kalkareniet (2 cm) en bleekgrijze poreuze fossielrijke,
mogelijk licht verkiezelde kalkareniet (1 cm in platte
stukken)
133.00 – 135.00 m bleekbeige losse middelmatige kalkareniet, weinig
coherente afgeronde brokken; geen macrofossielen (monster
lithotheek 134-135 m)
135.00 – 137.00 m grotere brokken (1 cm) in afgeronde bleke poreuze
middelmatige kalkareniet en bleekgrijze meer verkiezelde
kalkareniet
137.00 – 138.00 m meer vergruisde bleekbeige matig grove kalkareniet
(monster lithotheek)
138.00 – 140.00 m + idem, met hoekige cuttings is meer compacte bleekgrijs
verkiezeld Krijt en dichte matig-korrelige kalkareniet met
dikke cidaris, veel echinidenfragmenten (monster
lithotheek 139-140 m)
140.00 – 141.00 m wat brokkeliger en grover, met grote brok (2 cm)
donkergrijze gladde silex
141.00 – 143.00 m witte matig korrelige poreuze harde kalkareniet, met
echinide brokken en grote cidaris; ook brokken verkiezeld
krijt (1 cm) (monster lithotheek 141-142 m)
143.00 – 151.00 m witbeige, harde, matig-fijne, nog duidelijk poreuze
kalkareniet, ook fijn gruis ervan, met naar onder toe
toenemend brokken (tot 2 cm) in grijze silex (monster
lithotheek 150-151 m)
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE – spoelmonsters (HCOVcode)
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
000.00 – 006.00 m Quartair (0152)
006.00 – 014.00 m Klei van Boom ? (vermengd met Quartair)
014.00 – 027.00 m Fm van Bilzen, Zand van Kerniel (0410)
027.00 – 034.00 m Fm van Bilzen, klei van Kleine Spouwen (0420)
034.00 – 041.00 m Fm Bilzen, Zand van Berg (0431)
041.00 – 048.00 m Fm Borgloon, klei van Henis (0441)
048.00 – 064.00 m Fm St Huibrechts-Hern (0450), Lid van Neerrepen?
064.00 – 070.00 m Fl St Huibrechts-Hern (0450), Lid van Grimmertingen?
070.00 – 085.00 m Fm Heers, Mergel van Gelinden(1032)
085.00 – 090.00 m Fm Heers, Zand van Orp (1032)
090.00 – 095.00 m Fm Opglabbeek, Klei van Opoeteren (=Zwartberg) (met
geremanieerde kalkareniet)
095.00 – 104.00 m gemengd (door boortechniek of structureel ?)
104.00 – 128.00 m Fm Maastricht, Leden van Meerssen-Nekum? (1111-1112)
128.00 – 143.00 m Fm Maastricht, (1112), Lid van Emael ? (Boven Onder
Maastricht)
143.00 – 151.00 m Fm Maastricht, (1112) (Onder Onder Maastricht)
------------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. Dusar 21.12.2005
------------------------------------------------------------------------------
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

93W/0693 (VI, a) KAARTBLAD: BILZEN
p. 1/3

***************************************************************************