093W0560
**********************************************************************
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS & TECHNISCHE GEGEVENS
------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 93W
PLAAT: Bilzen
Nr: 560 (VI, c)
Type Boring: boring
Topografische kaart: 34/1
Uitgevoerd te: Martenslinde
Postnr:
Adres boorplaats:
Opdrachtgever: voor de A. Dienst
Boorfirma: N.V. Smet Dessel
Boordatum: april 1967
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode:
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 300.70 m
Stalen bewaard:
Maaiveld/ref. peil: 71
X:
Y:
NIS-code:
------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
----------------------------------------------------------------------
1-4 4.00 onzuivere leem
5-7 7.00 zeer fijn, bruin-geelachtig, glimmerrijk zand
8-9 9.00 idem, kalkrijk
10 10.00 zeer fijn grijsgroen glimmerrijk zand
11-15 15.00 zeer fijn grijsgroen licht kalkhoudend zand
16 16.00 donkergrijze, fijn glimmerhoudende klei met brokken grijze mergel
17-19 19.00 bleekgrijze mergel
Kernen vanaf 19.00 D: 95
1. 19.00 - 20.00 m (0.65 m)
witgrijze mergel
2. 20.00 - 21.00 m (0.70 m)
idem
3. 21.00 - 23.10 m (1.90 m)
idem
4. 23.10 - 26.10 m (3.10 m)
grijze mergel, gepyritiseerde (planten ?) afdrukken wordt geleidelijker zandrijk naar beneden toe.
5. 26.15 - 27.50 m (1.30 m)
glauconietrijke mergel van glauconietisch, donkergroen zand, samenhangend - geen kalk
6. 27.50 - 27.82 m (0.35 m)
glauconietisch donkergroen zand
7. 27.82 - 31.62 m (0.40 m)
donkergrijs fijn zand, geen kalk, grillige zwartachtige laagjes
8. 31.61 - 32.12 m (0.50 m)
zeer fijn, grijs zand, geen kalk met donker kleihoudend tubulatie
9. 32.12 - 32.43 m (0.35 m)
fijn donkergrijs groen glauconiethoudend zand - rustend op een geelachtig, zachte korrelige kalksteen
10. 32.43 - 36.55 m (in stukken õ 20.40 m)
zachte korrelige kalksteen met harde kalksteenbanken
spoelmonsters: zachte kalksteen
11. 36.55 - 41.55 m (kernen: stukken õ 0.22 m)
geelachtige zachte korrelige kalksteen met enkele brokken harde kalksteen. Spoelmonsters 38-39-40-41 verbrijzelde zachte kalksteen.
12. 41.55 - 44.45 m (õ 0.85 m)
a) ±verharde zachte kalksteen
b) idem met schelpengruis
c) zachte kalksteen
d) brokken harde grofkorrelige kalksteen
13. D: 63 mm - 44.45 - 47.07 m (õ 1.60 m)
a) 0.50 (in 3 stukken) zeer harde kalksteen
b) zeer harde kalksteen met minder vaste zones (cavernen)
tussenin een grillig contact tussen donkere kalksteen op geelachtig kalksteen
14. 47.07 - 50.12 m (õ 0.90 m)
a) 0.10 zachte grofkorrelige kalksteen
b) 0.45 idem, op harde kalksteen met talrijke holten verder een weinig harde zone
c) 0.30 zeer harde kalksteen
15. 50.12 - 52.67 (õ 0.35 m)
zeer harde en broze kalksteen
16. 52.67 - 53.17 m (õ 0.12 m)
harde kalksteen
17. 53.17 - 56.22 (õ 1.90 in brokken van ± cm)
geelachtige zachte kalksteen, fijnkorrelig, zeer homogeen - geen schelpen
18. 56.22 - 59.27 m (õ 0.63 m in brokken van 2 à 5 cm)
a) õ 0.42 idem
b) een stuk donkergrijze kalksteen met calcietplaten harde kalksteen met talrijke holten (resten van schelpen)
19. 59.27 - 62.32 m (õ 0.45 m)
±harde, geelachtige kalksteen.
20. 62.32 - 65.37 m (õ 0.75 m)
geelachtig, zeer zachte homogene kalksteen
21. 65.37 - 68.42 m (õ 2.12 m)
a) õ 0.65 idem
b) õ 0.60 zeer zachte kalksteen met donkergrijze voegen
c) õ 0.45 geel tot grijsachtig zeer zachte kalksteen
d) 0.15 zeer grof korrelige, poreuze kalksteen, calcietbrokken, Ditrupa, foraminiferen
e) 0.28 vaste korrelige kalksteen
22. 68.42 - 71.47 m (õ 2.80 m)
homogeen zachte, geelachtige korrelige kalksteen.
23. 71.47 - 74.52 m (õ 1.80 m)
a) 0.60 eerst geelachtig korrelige zachte kalksteen, dan een stuk dunne grijze kalksteen - dan zeer grof korrelig zachte kalksteen
b) in het algemeen, grof korrelige zeer zachte kalksteen
24. 74.52 - 77.57 m (õ 2.00 m)
a) 0.50 m tamelijk fijn korrelig zachte kalksteen
b) 0.70 over het algemeen zeer grof korrelig zachte kalksteen - Ditrupa
c) tamelijk grofkorrelig zachte kalksteen - een dun silexbankje
25. 77.57 - 80.62 m (õ 1.60 m)
a) 0.60 homogeen, tamelijk grof korrelig zachte kalksteen
b) 0.50 vuursteen
c) 0.25 eerst brokjes grof korrelige kalksteen, dan donkergrijze korrelige kalksteen met geelachtige nesten gaat geleidelijk over naar geelachtige zachte korrelige kalksteen
d) homogeen geelachtige zachte kalksteen
26. 80.62 - 83.67 m (õ 2.15 m)
zeer zachte, geelachtige, korrelige kalksteen, talrijke echirude
27. 83.67 - 86.72 m (õ 1.25 m)
zachte korrelige kalksteen - een vuursteen
28. 86.72 - 29.77 m (õ 2.00)
vuursteen bovenaan.
Iets grijze zachte kalksteen - talrijke Ditrupa's wordt donkerder naar beneden toe
29. 89.77 - 92.82 m (õ 2.20 m)
vuursteen bovenaan - grijze kalksteen - iets mergelhoudend - voornl. rond 1.30 - wordt dan opnieuw geleidelijk grijs-geelachtig
30. 92.82 - 95.87 m (õ 2.30)
vuursteenbrokken -
a) 0.50 kleine grijze ±vaste kalkareniet
b) 1.80 geelachtig kalkareniet, homogeen
31. 95.87 - 98.92 m (1.70 m)
a) 0.15 brokstukken grijsgeelachtige kalkareniet
b) 0.10 vuursteen
c) grijsgele kalkareniet - steenbrokken enkele grijze voegen
32. 98.92 - 101.97 m (õ 1.90 m)
homogeen geelgrijze kalkareniet - silex op 1.20 m
33. 101.97 - 105.02 m (õ 2.80 m)
grijsgeel kalkareniet - vuursteen op 1.20 en 1.90
34. 105.02 - 106.47 m (õ 0.50 m)
idem met onderaan 0.20 zwarte vuursteen
Met inspoeling
106-110 108.00 gemalen kalkareniet en vuursteen
112-116 116.00 idem - weinig vuursteen
117-120 gemalen kalkareniet met veel vuursteen
121-125 125.00 idem
126-130 130.00 geel-grijsachtig grof krijt met vuursteen
131-135 135.00 idem
136-140 140.00 idem
141-145 145.00 grijs krijt met vuurstenen, voornl. grijze, doffe vuurstenen
146-150 150.00 witachtig krijt met grijze vuurstenen
Gekernd
150.18 - 153.22 m = 3.04 (3.04)
grijsachtig krijt, sterk gebioturbeerd - talrijke onregelmatige, bleekgrijze bontgekleurde grijs/zwarte vuurstenen.
153.22 - 156.22 m = 3.00 ( 2.90)
grijs krijt met zwarte of grijze vuurstenen - geleidelijk beladen met grof glauconiet
rond 155.00, grijs, mergelig krijt, glauconiethoudend - sterk gebioturbeerd -sporadisch vuursteenkernen
156.28 - 159.333 m = 3.05 (3.00)
idem - geen vuurstenen - visresten
159.33 - 162.38 m = 3.05 (3.00)
glauconietrijke, harde krijtachtige mergel - visresten wordt naar beneden toe minder grijs
stalen 159.50-160.00 ... 162.00
162.38 - 164.43 m = 3.05 (3.00)
wit-grijsachtig, onzuiver krijt - gaat over (rond 164.00) naar een vrij donkergrijs, mergelkrijt, sterk gebioturbeerd, met vrij veel glauconietkorrels
stalen 162.50/163.00/163.50/.... 165.00
165.43 - 168.48 m = 3.05 (3.00)
idem. De grove glauconietkorrels zijn grotendeels verdwenen rond 166.00 - maar komen dan opnieuw te voorschijn
Stalen 165.50/166.00/.... 168.00
168.48 - 171.53 m -3.05 (3.00)
glauconietrijke, zandhoudende harde mergel - enkele kleine vuursteenvormen
Stalen 168.50... 171.00
171.53 - 174.58 m = 3.05 (3.00)
idem nog zand en glauconietrijker
172.00 ... 174.50
174.58 - 177.63 m = 3.05 (3.00)
idem maar naar beneden fijner van korrel
van 176.50-176.90 zone met gerolde bilemnieten, fosfaatconcreties met groene coating
vanaf 176.40 zandrijke, glauconiethoudende mergel
177.63 - 180.68 m = 3.05 (3.00)
grijze zandhoudende harde korrelige; plaatselijk weinig vast
Stalen: 178.00..... 180.50
180.68 - 183.73 m = 3.05 (3.00)
grijze zandrijke, glauconiethoudende mergel, enkele onregelmatige vuursteen- kernen
stalen: 181.00/ .... 183.50
183.73 - 185.25 m
idem 184.00/.. 185.00
185.25 - 186.75 m
idem 185.50/186.00/186.50
186.75 - 189.83 m = 3.05
idem zeer zandig - plaatselijk zeer glauconietrijk: vuursteenkernen
187.00/... 189.50
189.83 - 192.88 m = 3.05
Idem 190.00/... 192.50
192.88 - 195.93 m
glauconiet, zandige mergel (193.00/...195.50)
195.93 - 198.98 m
idem 196.00/... 198.80
198.98 - 202.03 m
idem krijgt geleidelijk een fijn gelaagde structuur
(199.00 ... 202.00)
202.03 - 203.55 m
idem = ±goed gelaagde zandrijke mergel
±gelaagde vuursteenconcreties
(202.50 ... 203.50)
203.55 - 205.08 m
idem, op 204.60 een grof korrelige zone bestaande uit schelpengruis.
205.08 - 207.09 m
±gelaagde zandige glauconiethoudende mergel talrijke vuursteenconcreties
(205.50/206.00/206.50/207.00)
207.09 - 208.32 m (0.75)
aan de top een vuursteenbankje (± 6 cm) met gelaagd aspect zelfde mergel - plaatselijk gekruiste gelaagdheid
207.50/208.00
208.32 - 209.22 = 0.90 m (0.90)
idem met verkiezelde zone (208.50) (209.00)
dan harde zandhoudende mergel
209.22 - 212.27 m = 3.05 (0.40 m)
grijze homogene mergel (212)
212.27 - 215.07 m = 2.80 m (2.20)
over 1.80: zelfde mergel - basis rond 214.10 met bolvormige pyrietconcreties aan de basis, gyrolithes
op 214.10: grijze, zeer harde kwartsiet, met een net open diaklazen
215.09 - 217.74 m
brokstukken sterk verweerde phylladen - een stuk kwarts een stuk 0.20 grofkorrelige kwartsiet met talrijke donkere laagjes - rond 60
enkele kwartsaden - hematichinfiltraties
Met inspoeling
218-220-225 fijn gemalen kwartsiet
het gruis is zeer regelmatig gekorreld - dit wijst misschien op een sterke verweringsgraad van het gesteente
226-230 zelfde grauw grijze iets schieferhoudende zandsteen (kwartsiet)
231...235 idem het schiefergehalte schijnt toe te nemen met de diepte
236...240 idem
241...245 idem
246...250 idem
Gekernd
250.16 - 251.92 m = 1.76 (0.80 m in brokstukken)
zwartgrijze, glimmerhoudende phyllade, pyriethoudend splijt op 60 (250.50)
grijze kwartsiet met kwartsaden, zoals rond 214.50 (251.50)
251.92 - 252.42 m = 0.50 (0.40)
zachte, donkergrijze phyllade, verweerd met talrijke pyrietnestjes 252
252.42 - 252.92 m = 0.50 (0.30)
idem - splijting op 70
252.92 (254.90 = 1.98 (0.35) in stukken
zelfde phyllade met pyrietvlekken
254.90 - 258.03 = 3.13 (1.05)
eerst (0.50) zelfde phyllade (255) sterk schistositeit kwarts en pyrietaders
dan grijze kwartsiet sterk gebroken - pyriet tussen de voegen (256-257)
258.03 - 261.08 m = 3.05 (0.30)
zelfde kwartsiet - subvertikale gelaagdheid (260)
261.08 - 264.13 m = 3.05 (1.15)
8 cm kwartsader
13 cm kwartsiet met kwartsaders
20 cm grijsblauwe zeer fijn korrelige kwartsiet dan grijze kwartsiet - plaatselijk enkele schieferhoudende zone (doch niet splijtbaar)
264.13 - 264.63 m = 0.90 (0.30)
grijze kwartsietische phyllade
264.63 - 267.18 m = 2.55 (2.70)
kwartsiet - tot op 1.95 - kwartsietaders (265-266)
dan pyriethoudende phylladen
267.18 - 269.08 m = 1.90 (1.75)
grijze phyllade (0.90) - subvertikaal (268.50) kwartsiet
269.08 - 270.23 m = 1.15 (1.05)
kwartsiet (270) geplooid - phylliteuze voegen in de massa verkneed
270.23 - 273.28 m = 3.05 (1.75)
0.65 kwartsiet - 0.60 zware phyllade (271) (273)
273.28 - 274.88 m = 1.60 (1.40)
0.75 kwartsiet met phylliteuze verknede voegen
grijze phyllade (274) 60
dan phyllade met kwartsietische intercalaties
274.88 - 276.23 m = 1.35 (1.25)
phyllade met 2 kwartsietbanken - het kwartsiet is soms fijn gestraticuleerd en sterk geplooid (275-276)
276.23 - 279.38 m = 3.15 (2.50)
0.75 phyllade/0.35 kwartsiet/0.35 phyllade soms kwartsietisch/0.35 kwart- siet/0.70 phyllade
Stalen (277, 278, 279)
279.38 - 282.43 m = 3.75 (3.70)
0.10 phylladen/ 1.05 kwartsiet/1.90 phyllade soms zwart
0.60 sterk geplooid kwartsietische phylladen (279, 281, 282)
282.43 - 282.73 m = 0.30 (0.35)
kwartsiet - zeer sterk verknede (phylliteuze voegen)
282.73 - 285.48 m = 3.15 (3.20)
zeer sterk verknede kwartsiet - met phylliteuze voegen
kwartsietaders (283, 284, 285)
285.48 - 286.78 m = 1.30 (1.30)
phylliteuze kwartsiet - en phylladen (286)
286.78 - 287.53 m = 0.75 (0.75)
phylladen, sterk verkneed - 287, pyriet
287.53 - 288.53 m = 1.00 (1.00) D: 60
8 cm zwarte phyllade met uitgesproken schistositeit (297.50)
5 stukken voor 30 cm grijze kwartsiet met kwartsaders (287.80) bovenaan met een korst phyllade
0.62 doorlopen - zeer harde blauwgrijze kwartsiet
enkele zeer dunne schieferachtige voegen - soms 60 - soms zeer grillig (288,53)
288.53 - 289.21 m = 0.69 (0.70) D: 30
zelfde kwartsiet, kwarts en pyrietaders (289)
289.21 - 291.01 m = 1.80 (1.10) D: 35
zelfde kwartsiet (290)
291.01 - 291.58 m = 0.57 (0.30)
grijszwarte phyllade pyriet op (291.50)
291.58 - 293.88 m = 2.30 (1.85)
kwartsiet/ phylladen aan de basis - enkele kwartsaders
293.88 - 295.25 m = 1.40 (1.10)
phylladen (294-295), splijt regelmatig
295.25 - 296.68 m = 1.40 (1.10)
zelfde zeer harde vaste phyllade (296)
296.68 - 298.00 m = 1.32 (1.50)
idem met pyriet (297)
298.00 - 300.70 m = 2.70 ( 1.90)
1.10 phylladen (299)
dan bleekgrijs kwartsiet
------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------
Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------
0.00 - 5.00 Kwartair
5.00 - 16.00 Tongeriaan
16.00 - 32.40 Heersiaan
Maastrichtiaan
Campaniaan
176.50 - 214.10 Herviaan
214.10 - 300.70 Reviniaan (assise v. Geldenaken)
-------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN EN ANALYSES
-----------------------------------------------------------------------
--------------------------------------------------------------------
AUTEURS
------------------------------------------------------------------------
R. Legrand - M. Gulinck - 9.10.1967