092W0453

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart Nr.: 92 W
PLAAT: Alken
Nr.: 453 (III, c)
Type waarneming: ontsluiting (bouwput)
Topografische kaart: 33/3
Uitgevoerd te: Alken
Post nr.: 3570
Adres boorplaats: Aquafin RWZI
Kolmen
Opdrachtgever: Aquafin
Boorfirma:
Boordatum: okt. 2000
Topografie:
Stalen door:
Boormethode:
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 5 m
Stalen bewaard: neen
Maaiveld / ref. peil: + 34 m
X: 216225
Y: 176125
NIS code: 73001

---------------------------------------------------------------------------
BESCHRIJVING ONTSLUITING
---------------------------------------------------------------------------
In de wand van de bouwput van Kolmen, van boven (het maaiveld) naar onder
(bodem van de bouwput) over ongeveer 5 m:

1. 40-50 cm bruine leemrijke aarde met onderaan een 5 cm dikke humusrijke
laag.
2. 80 cm grijsbruin tot rosbruin gevlekt colluvium (verspoelde leem) waarin
zich een waterrijke bodem heeft ontwikkeld. Opvallend zijn de roestbruine
sporen van verticale wortelgangen. Aan de top van deze laag komt een
verdichte roestbruine band voor die wijst op het (winters?) grondwaterpeil
(rode verkleuring door oxydatie).
3. 10-15 cm beige tot roodbruine kalkrijke laag bestaande uit een opeenhoping
van kalkknolletjes (rood door oxydatie = zomers grondwaterpeil?).
4. 60 cm groene veenrijke klei met broze witte schelpjes van zoetwaterslakken
en blauwe uitbloeiingen van het mineraal Vivianiet (ijzerfosfaat).
5. 40 cm dikke lensvormige laag bestaande uit beige kalkknolletjes (diameter
van de knolletjes maximaal 2 tot 3 cm). Opvallend is het voorkomen van
buisvormige, holle knolletjes en dat van witte zoetwaterslakken als kern
van sommige van de kalkknolletjes.
6. 30 cm donkerbruine tot zwarte veenrijke klei met houtfragmenten en
doordringende wortels.
7. 25 cm lensvormige laag met beige kalkknolletjes (zoals laag 5)
8. 30 cm donkerbruine tot zwarte veenrijke klei met sterk kalkgehalte (zoals
laag 6)
9. 50 cm zwarte veenrijke klei met broze witte schelpjes van zoetwaterslakken;
doordringende wortels.
10. 100 cm zwarte kleirijke veenlaag met houtfragmenten en doordringende
wortels.
11. 20 cm lensvormige laag van beige kalkknolletjes (zoals laag 5 en 7).
12. 40 cm zwarte veenlaag (zoals laag 10) met houtfragmenten en wortels.

In tegenstelling met de bouwputten van Wimmertingen hebben we in Kolmen niet
kunnen zien of er nog andere, oudere afzettingen onder de veenlaag voorkomen.
Nochtans doet opgespoten grijsgroen zand waarin talrijke fossiele schelpjes
voorkomen en dat in de onmiddellijke nabijheid van de bouwput voorkomt, sterk
vermoeden dat onder de veenlaag zandige lagen voorkomen die sterk gelijken op
deze die in Wimmertingen onder de veenlaag werden waargenomen (zie publicatie
in het Likona jaarboek).

---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------

Wat betekenen deze afzettingen? Wat kunnen ze ons vertellen over de
geschiedenis van de Herkvallei?

Dat de geologische geschiedenis van de Herkvallei steeds weer met nattigheid
wordt geassocieerd is niet zo moeilijk om te begrijpen. Immers, een eerste
aanduiding vinden we in de eerste geologische laag die onder het oppervlak
voorkomt, de natte bodem die zich in verspoelde leem (het z.g. colluvium)
heeft ontwikkeld. Dit colluvium is trouwens het resultaat van ingrijpende
menselijk activiteiten in de natuur: de historische ontbossingen hebben geleid
tot het wegspoelen van enorme hoeveelheden vruchtbare leemgrond van de hoger
gelegen gedeelten die naar de lagergelegen beekvalleien werden vervoerd. Dat
het grondwater in de Herkvallei tot vlak bij het oppervlak komt, wordt ook
bewezen door het voorkomen van een roodbruine oxidatielaag op amper 50 cm
onder het oppervlak (d.i. het grondwaterpeil). De oorzaak voor dit ondiep
gelegen grondwater is ook niet ver te zoeken: vette klei en kleirijk veen
vormen immers een perfecte ondoordringbare laag voor de bovenliggende met
water doordrenkte lagen.

De samenstelling van de hieronder voorkomende veenlagen en van de kalkrijke
laagjes erin, getuigen dan weer van een andere, oudere episode uit de
(oer)geschiedenis van de Herkvallei. Hier kwamen ooit uitgestrekte
veenmoerassen voor, die hun ontstaan danken aan vochtige valleien en een
warmer wordend klimaat. Dit gebeurde hier vlak na de laatste ijstijd, aan het
begin van het Holoceen (d.i. de jongste periode van onze geologische
tijdrekening, die ongeveer 8000 jaar voor onze tijdrekening begon). De
veenrijke kleien met zoetwaterslak soorten (zoals Planorbis en Bithynia) in de
veenlaag, wijzen op het bestaan van belangrijke watervlakten in dit
veenmoeras, met stagnerend of weinig stromend water en een rijke vegetatie.

De lensvormige lagen met kalkknolletjes wijzen anderzijds op korte
onderbrekingen in de veenvorming , waarschijnlijk veroorzaakt door belangrijke
overstromingen van sterk kalkhoudende riviertjes (voorlopers van Mombeek en
Herk?). De kalkbolletjes zelf vertegenwoordigen waarschijnlijk gerolde
fragmenten van kalkkorsten (kalktuf) die zich vormden op de bodem van
kalkrijke beekjes of aan de monding van kalkrijke kwellen vlak bij de beken.
De holle buisvormige knolletjes wijzen op kalkafzettingen rond takjes of
andere langwerpige plantaardige fragmenten, die inmiddels zijn weggerot.
Andere knolletjes blijken bij het voorzichtig doormidden breken, een volledig
bewaarde schelp van een zoetwaterslak als kern in te sluiten. De concentrische
opbouw van de knolletjes (microscopische dunne laagjes kalk) kan mogelijk
verklaard worden door de activiteiten van kalkafscheidende bacteriën. Het
lensvormige karakter van deze afzettingen en de grootte van de knolletjes (tot
enkele cm) kunnen wijzen op het bestaan van geultjes die tijdens de
overstromingen in het veen werden ingesneden.

Een mooi voorbeeld van dergelijke actieve kalkafzettingen in de Herk- en
Mombeekvallei, kan ook nu nog bewonderd worden in het natuurreservaat van
Zammelen (zie publicatie in het LIKONA jaarboek 1997: Dreesen & Janssen,
1998).
De oorsprong van het hoge kalkgehalte en dat van de gerolde kalkkorsten in
deze fossiele moerasafzettingen in de oude Herkvallei, moet ons inziens
gezocht worden in de bovenloop van de Herk en Mombeek. In de ondergrond van
het brongebied van Mombeek-Molenbeek en Herk komen sterk kalkrijke geologische
lagen voor, die door beken en rivieren gemakkelijk kunnen opgelost worden: dit
zijn o.m. de Mergels van Gelinden en de onderliggende Krijtlagen. Het is
mogelijk dat de oude Herk en Mombeek-Molenbeek, door hun hoog gehalte aan
opgeloste kalk, op bodem van de waterlopen, kalkkorsten hebben gevormd. Nadien
werden deze kalkafzettingen bij hogere waterstanden en bij hogere turbulentie
van het water, opgebroken, verder over de rivierbodem gerold, vervolgens met
de stroom meegevoerd en tenslotte bij het uit de oevers treden in de vlakte
(veenmoeras) als een kalkrijke laag afgezet. Dit is zeer waarschijnlijk ook
meer dan eens gebeurd, zoals kan afgeleid worden uit de opeenvolgende
kalkrijke tussenschakelingen in het veen.

Het voorkomen van kalkafzettingen (kalktuf of kalkconcreties) in de
veenhoudende alluviale afzettingen van de Molenbeek-Mombeekvallei werd vroeger
reeds beschreven door P. Diriken (1983). Deze auteur schrijft het voorkomen
van kalkconcreties eerder toe aan neerslagen van kalk in geïsoleerde en
gesloten depressies van het veenmoeras, en dit op regelmatige tijdstippen in
de geschiedenis van het veen sinds het begin van het Holoceen. De maximale
ontwikkeling van kalkconcreties zou tijdens het Midden-Boreaal, een episode
binnen het Holoceen of ongeveer 5000 jaar geleden, plaats hebben gevonden.
In de veenafzettingen ziet Diriken op basis van de gevonden zaden en pollen,
een evolutie in de tijd, van een zeggerijke vegetatie naar een berkenbroek.


Referenties:

Diriken, P. (1983): Paleo-ecologische evolutie van de Molenbeek-Mombeekvallei
na de laatste ijstijd. Deel 4: De onderzoeksresultaten. Natura-Limburg, 113,
pp. 717-743.

Deville, J., Dreesen, R., Dusar, M. & Wouters, K. (1997): Fossielhoudende
rivierafzettingen en moeraskleien uit de Mombeekvallei bij Wimmertingen.
LIKONA jaarboek 1996, pp. 11-17.

Dreesen, R. & Janssen, M. (1998): Voorkomen en gebruik van kalktuf in Zuid-
Limburg. LIKONA jaarboek 1997, pp. 11-21.
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR R. Dreesen, via M. Dusar, 3.5.2001
---------------------------------------------------------------------------
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

92W/0453 (III, c) KAARTBLAD: ALKEN
p. 1/3

***************************************************************************