090W1291

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--
Kaart nr.: 90W
PLAAT: Lubbeek
Nr.: 1291 (III,b)
Type Boring: bouwput
Topografische kaart: 32/3
Uitgevoerd te: Tielt-Winge
Post nr.: 3390
Adres boorplaats: ‘Wingerpark’, hoek tussen Leuvensesteenweg – Wingerstraat - kerkhof
Sint-Joris-Winge
Opdrachtgever:

Boorfirma:
Boordatum: oktober 2019
Topografie: AGIV
Stalen door:
Boormethode: uitgraving
Lengte & doormeters: onregelmatige bouwput, centrum ca. 65x35 m (cf figuur 1-2)

Grondwaterstanden: onder bodem bouwput
1ste maal: geen
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 4.00 m
Stalen bewaard: neen
Maaiveld / ref. peil: + 47 m
X: 185792
Y: 177652
NIS code:

--
BOORBESCHRIJVING
--
Nr. van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
0 0 bodem (topsoil) afgegraven
0.00 1.00 Anthropogeen verstoord, deels aanvulgrond, bouwpuin, zandleem
1.00 2.00 Beige-grijze (vochthoudende) kleiige siltlagen, soms samengevoegd tot een dikker pakket, tot 1 m dik, soms gescheiden door lichtgrijze licht lemige zandlagen; soms anthropogeen verstoord (o.a. muur tot aan de basis van dit pakket). Ook in het kleiig silt en aan de basis ervan komt een laagje bouwpuin voor wat erop wijst dat dit een historische afzetting is. De helling en het dikteverloop ervan wijzen op invloed van bodemvormingsprocessen.
Opmerkelijk is dat deze kleiige siltlaag in een kleine pseudoslenk van enkele meters breed ca 1 m diep is verzakt in het onderliggend Diestiaanzand, wat alleen maar het resultaat kan zijn van een voorafgaandelijke uitgraving en latere opvulling door slib en ophooggrond (Figuur 3).
Opmerkelijk is tevens dat deze laag volgens een bijna listrisch breukvlak wordt doorsneden en naar onder toe vergleden is, met opvulling door bovenliggend zandig laagpakket. Dit wijst tevens op een denivellatie in zuidoostelijke richting, waarna het waterverzandig kleiig silt is afgekalfd en in het lager gelegen deel is vergleden. De redenen voor deze uitgravingen zijn onbekend (Figuur 4).
2.00 4.00 Geelgroen licht kleiig glauconietrijk matig grof compact zand, wat roestig verkleurd. Het kleigehalte is voldoende om verticale bouwputwanden uit te graven. Het zand vertoont een doorlopende reeds foresets met parallelle steilhellende gelaagdheidsblakken, scherp subhorizontaal afgesneden door het Quartair erosievlak (of lokaal door anthropogene uitgraving).
De doorlopende foreset reeks vertoont een regelmatige afhelling van 27°E. De strekking is te herkennen aan kleurbanden in de bodem van de bouwput volgens glauconietrijkere (donkergroene) en glauconietarmere (lichtgroene) laagjes die de foreset opbouwen volgens richting N10W (Figuur 5-6).
Resulterende sedimentaire gelaagdheid: N10W27E.

STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
0.00 2.00 verstoorde grond bestaande uit bouwpuin en bodem op subrecente slibafzettingen (At-Bt horizont), verstoord door afgravingen tot onder Quartair basisvlak
2.00 4.00 Formatie van Diest

AUTEUR Michiel Dusar, 15.10.2019

OPMERKINGEN
Opgegeven diktes zijn geschatte gemiddelde waarden, die niet cumulatief zijn.

Referentie voor cartografische informatie:
Arckens, M.; De Beenhouwer, J. & Geelen, N., 2017. Archeologienota Sint-Joris-Winge Wingerstraat. Resultaten. Fodio, Wijnegem. Projectcode 2017G52, 36 p.
//loket.onroerenderfgoed.be › notas › archeologienotas › bijlagen/ 2017G52_resultaten.pdf


Figuur 1.Benaderende begrenzing bouwput Wingerpark. De diepere uitgraving (waarvoor de hieronder vermelde coordinaten zijn opgegeven) bevindt zich langs de Leuvensesteenweg. Lambertcoordinaten 2 tegenovergestelde hoekpunten dieper deel van bouwput:
185825 – 177635
185760 – 177670
Verder noordwaarts is het project in ophoging.

Figuur 2. Overzicht dieper gedeelte van de bouwut, gelegen langs de Leuvense Steenweg, gezien richting kerk, van oost naar west.


Figuur 3. Contact onderliggend Zand van Diest en bovenliggend Anthropogeen in westelijk deel van bouwput, met kleine ‘slenk’ in de (gedeeltelijk ontdubbelde) vochtige (grijsgekleurde) sliblaag (ook Bt-horizont) over ca 5 m en aanvulling met bovenliggend zand en bouwpuin.

Figuur 4. Contact onderliggend Zand van Diest en bovenliggend Anthropogeen in oostelijk deel van bouwput, met verglijding van de vochtige (grijsgekleurde) sliblaag (ook Bt horizont) over ca 5 m en aanvulling met bovenliggend zand en bouwpuin.


Figuur 5. Westelijk deel van bouwput, met top Zand van Diest onder Anthropogene opvulling (aangeduid door gele pijlpunt); contactvlak verstoord door een kleine slenk van anthropogene oorsprong. De richting van de gele pijl duidt de sedimentaire helling aan van de foresets. De blauwe lijn op de bodem van de bouwput volgt bleek-donkergekleurde banding naargelang het glauconietgehalte van het zand volgens de richting van de gelaagdheid (= strekking).


Figuur 6. Oostelijk deel van bouwput, met top Zand van Diest onder Anthropogene opvulling, aangeduid door de subhorizontale groene lijn, volgens contact verstoord door een verglijding. De richting van de gele pijl duidt de sedimentaire helling aan van de foresets. De rode lijnen op de bodem van de bouwput volgen bleek-donkergekleurde banding naargelang het glauconietgehalte van het zand volgens de richting van de gelaagdheid (= strekking).