089E0742
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--
KaartNr: 89E
PLAAT: Leuven
Nr: 0742
Type Boring: gekernde boring - H1 project ijzerzandsteen
Topografische kaart: 32/2
Uitgevoerd te: Herent
Postnr:
Adres boorplaats: Roeselberg
Opdrachtgever: ALBON
Boorfirma: Smet GWT
Boordatum: 11/04/2011
Topografie: BGD P Vancampenhout
Stalen door: boormeester
Boringsmethode: gekernd
Lengte & doormeters: droogboring doormeter 140 mm tot 1,42 m
kernboring PVC buizen doormeter 102mm, lengte 1,5m
Totale diepte: 21,65 m
Stalen bewaard: carotheek BGD Laken
Maaiveld/ref. peil: 66 m
X: 172278
Y: 176203
Opmerking zie na interpretatie
boorgatmetingen neen (wel sondering AGEO)
--------------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
--------------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * AARD DER GRONDLAGEN
-------------------------------------------------------------------------------
houten kist 1(02m) Kern 0 (01,40m)(droogboring) + Kern 1(1,44-2,00m)(kernboring)
Kern 0 (0-1,50m) L = 1,35m (- 15 cm)
Kern 1 (1,50-2,65m) L = 0,56m in kist + 0,67m in buis= 1,23m (+ 8cm)
Correctie : vermoedelijke diepte in kern 0 bedraagt 1,42m ipv 1,50m (echt verlies is 7 cm)
vermoedelijke aanvang van kern 1 dus op 1,42m
echte lengte kern 1 van 1,42 tot 2,65 m = 1,23m
en in dat geval geen kernverlies of opbrengst
(diepten in cm)
00 50 geelbruin lemig gecompacteerd zand vol ijzerzandsteenbrokjes (opgehoogd); dunne wortelbodem aan top
50 82 verkit roestbruin lemig zand, kleihoudend (in feite kleisteen); met harde brokken (niet in situ)
82 95 oranje bruine harde maar brosse grove zandsteen, arm aan glauconiet, met lemig bindmiddel, sterk poreus en goed verkit, naar onder vergruisd
95 100 (verlies of uit elkaar getrokken)
100 140 blijft geelbruin tot groenig bruine glauconietarme kleihoudende (kleibindmiddel) compacte poreuze zandsteen,over het grootste deel helklinkend; nog met wortels (verweringszone: glauonietgehalte is te laag voor onverweerde Diestiaan zandsteen); gebroken op 108,115, 131
140 144 (verlies of uit elkaar getrokken)
144 200 zeer grofkorrelige kleihoudende zandsteen, zwak gecementeerd en brokkelig, poreus, met toenemend glauconietgehalte; gebroken op 150, 169, 179, 190, 195; met schuine gelaagdheid
kern 1 deel 2 (2,15-2,65m) L 0,67m (correctie 1,98-2,65m)
00 14 bruine vette zandhoudende klei, met wortels (oude bodem)
14 25 brokkelige zachte donkerbruine heterogene fijn tot grove glauconiethoudende (ca 20% beter gesorteerd) kleihoudende zandsteen
25 52 roestbruin licht kleihoudend matig grof glauconiethoudend (25% bijna even groot als kwarts) los zand met roodbruine zachte zandsteenlenzen tot 3 cm dik
52 67 grove wat meer kleihoudende glauconiethoudende (25%) zandsteen met kleivulling van de poriën; op 55 open barst; in centrum over 1 cm (!) goed versteend (helklinkend en harder bij krassen)
kern 2 (2,65-4,15m) L = 0,92 + 0,47 = 1,39 (- 0,11 cm)
kern 2 buis 1 (2,65m - xxx) L 0,92
00 55 voortzetting zandsteenbank, barsten op 6 en 21; blijft grove kleihoudende glauconiethoudende zandsteen; harder tussen 25 en 51
55 58 zelfde los zand
58 92 zandsteenkern, gebarsten op 72 (bij boren); harder tussen 63 en 89; blijft zelfde roodbruine heterogene grove kleihoudende glauconiethoudende zandsteen
kern 2 buis 2 ( x - 4,15 m) L 0,47
00 08 roodbruine zeer grove glauconietrijke zwak verkitte, sterk brokkelige kleiige zandsteen
08 32 zeer harde en compacte zandsteen
32 38 grijsbruin grof, minder glauconietrijk, sterk kleiig zand met steenbrokjes
38 47 blijft grove roodbruine glauconiethoudende harde, helklinkende zandsteen
kern 3 (4,15 - 5,65 m) L = 0,32 + 0,94m = 1,26m (- 0,24m)
kern 3 buis 1 (4,15 xx) L = 0,32
00 05 kern van donkerbruine tot oranjebruine harde matig grove glauconiethoudende zandsteen; donkere kleur komt van goethietrijke band; meer kleiig naar de rand
05 32 grof grijsbruin vet, kleihoudend zand, toenemend verkit naar onder; textuur lijkt gebioturbeerd
kern 3 buis 2 xx - 5,65 m L = 0,94
00 52 zandsteenkern, gebroken op 4 (natuurlijk), 21 en 40 (door boring): matig grove glauconietrijke donker roestbruine zandsteen; van boven (tot 8) vrij zacht;
van 8 tot 30 compact (helklinkend)
van 30 tot 38 zachter en brosser
van 38 tot 52 terug compact (helklinkend)
52 56 los groen zeer grof glauconiethoudend (20%) zand, niet kleihoudend
56 70 zelfde zand, meer kleiig en gelimonitiseerd, met toenemend limonietlensjes, met limonietringen (onregelmatige verstening met overgang van harde limoniet naar los zand)
70 94 harde zandsteen, compact en helklinkend, gebroken op zachtere lens op 88 in zelfde roestig grof glauconiethoudend (20%) zand
94 100 verloren in zelfde bros versteend zand
kern 4 5,65 7,15m L = 1,36m (- 14cm)
00 136 matig grof kleihoudend groenbruin zand , met toenemende oxidatiesporen (kern gaat roestbruin worden); rond 60 zone met roestig witte bioturbaties; vanaf 80 met dunne roestbandjes (ca 1cm breed) in gebleekt zand, zeer grof; op 120 korte onregelmatige kleilens
kern 5 7,15 8,65m L = 1,38m (- 12cm)
massieve zandsteenkern; gebroken op 2, 33 (schuine meer kleiige barst), 54 (door boring), 72 (schuine open barst), 92-94 (brokkelig), 112-115 (verbrokkeld)
00 45 (onduidelijke overgang) in harde compacte helklinkende zandsteen, sterk limonietrijk, donkerbruin
45 76 zelfde zandsteen, iets minder compact (dofferklinkend) zonder verandering van laagpakket (is dus diagenetische verandering)
76 90 opnieuw compacte helklinkende zandsteen
90 100 terug iets minder compact (dofklinkend)
100 111 compact helklinkend, maar toch iets minder dan hierboven
111 138 donkerbruine glauconietrijke matig grove, minder harde (dofferklinkende) maar toch goed gecementeerde zandsteen
kern 6 8,65 10,15m L = 1,38m (- 12cm)
bruingroen heterogeen grof kleihoudend zand;
tussen 0 en 11 vol bruinrood gelimonitiseerd zand, brokkelig verkit
tussen 14 en 88 talrijke roestbruine harde limonietbandjes in concretievorm (limonietbandjes tot 1 cm dik), naar onder sterk hellend (40°); deze helling loopt door in gebioturbeerde zone;
vanaf 88 tot 134 sterk gebioturbeerd
van 134 tot 138 roodbruin gelimonitiseerd zand met steenbrokjes
kern 7 10,15 11,65m L = 1,33m (- 17cm)
00 26 groengrijs, bruin oxiderend, kleihoudend, grof, glauconiethoudend (25%) zand, lijkt gebioturbeerd, tussen 8 en 14 met limonitische zandsteenbrokjes; verdeling mogelijk gecontroleerd door bioturbatie, maar langs onder begrensd door verijzeringsfront (vergelijkbaar met liesegang)
26 44 roestverkleurend groengrijs middelmatig zand, aangetast door verijzering (ringvormig) en bros versteend
44 45 los groen kleiig matig grof zand
45 70 zandsteenbank, redelijk compact (matig helklinkend) tot 58, roestbruin met grove zachte kernen eronder
70 133 grof heterogeen, licht kleiig glauconiethoudend (30%) groengrijs zand met vooral naar boven sterke roestverkleuring; op 74, 86 en 96 doorlopende harde limonietbanden, ca 1cm dik en met wisselende helling; op 93 in het grove zand een gebroken verweerde silexkei (1cm); tussen 119 en 125 geagglomereerde harde onregelmatige limonietbanden
kern 8 11,65 13,15m L = 1,22m (- 28cm)
00 84 groengrijs licht kleiig glauconiethoudend (25%) zand met zeer grofkorrelige bandjes van 1-5cm dik; met dunne roestbruine bandjes tot 1cm, met beginnende verstening; op 37 harde limonietband (1cm, ondulerend)
84 92 scherp begrensde bruinrode licht versteende limonietband
92 120 los grof tot zeer grof glauconiethoudend (30%) gebioturbeerd groengrijs zand; op 104 geïsoleerde limonietconcretie
120 122 paarsig bruine limonietlens in roestrood grof zand
kern 9 13,15 14,65m L = 1,12m (- 38cm)
00 45 groengrijs zeer grof glauconiethoudend (30%), zeer licht kleihoudend zand, met kwartsgranule, zeer los, vaag gebioturbeerd, met vage gelimonitiseerde lenzen
45 75 zandsteenbank, in zeer grof zand, top zeer ongelijk, tot 50 zacht en brokkelig, eronder hard compact (helklinkend), donkerbruin, sterk gecementeerd met limoniet met zeer steile (75°) diaklaas; ondergrens scherp met helling 10°
75 112 groengrijs grof, glauconiethoudend (20%), nauwelijks kleihoudend zand, met ronde bleke, roestig verkleurende bioturbaties
kern 10 14,65 16,05m L = 1,38m (- 2cm)
00 12 grof geelgroen kleiig zand, met vage bruine laminaties
12 37 groen matig grof klei-arm zand met bleke (= zonder glauconiet) bioturbatie; snelle overgangen (glauconiet 1/3)
37 50 zelfde zand, roestig verkleurd, met roestbruine bioturbaties; naar onder schuingelaagd; basiscontact scherp hellend laagvlak ca 20°
50 80 bruine matig grove kleiige zandsteen; vrij zacht, regelmatig afhellend; op 64 open laagvlak van los zand; op 58 uit elkaar vallend, zacht (dofklinkend); wat harder tussen 65 en 75 (2de kwaliteit)
80 91 los klei-arm groenbruin glauconietrijk (50%) zand,
91 115 matig grove kleiige bruine zandsteen, met groenige vlekken, en flaserige kleilenzen (mm- schaal); gebroken op 95 en 105m; naar onder geleidelijke overgang door onregelmatige verijzering volgens bioturbaties (minder in de bleekroestige wormgangen)
115 124 geleidelijke overgang volgens lichthellende vlakken (ca 10°) roestig grijs grof heterogeen zand, glauconiethoudend (1/3), met mm-dikke lenzen van witte slappe klei; aan de top nog licht versteend; op 121 hellende (10°) witte kleilens van 0,5cm dik; basis zeer grofkorrelig en sterk roestverkleurd
124 138 groengrijs grof heterogeen glauconietrijk (50%) zand, naar onder toe wat meer kleihoudend; gebioturbeerd met bleke wormgangen; top is ijzeroxidatiefront
opmerking : basis sluit niet aan op top volgende kern
(verlies van de kern in de schoen)
kern 11 16,05 17,60m L = 1,38m (- 17cm)
00 07 grof heterogeen oranjeroest verkleurd groengrijs zand, sporen van bioturbaties; onregelmatig kleigehalte; aan de basis zwakhellende (7°) onregelmatig bleke kleiige lenzen die harde rode limonietlenzen bevatten
07 12 vrij fijne meer heterogene ijzerzandsteen, naar de basis toe zwak versteend; hard door dunwandige limoniet (goethiet) concreties; met groene minder verkitte wormgangen; kleihoudend
12 29 groengrijs grof heterogeen (zoals rest van kern met aanzienlijke fijne fractie) glauconietrijk zand, licht kleihoudend, met vage zwakhellende (5°) blekere banden door korrelgrootte variaties
29 67 groengrijs bruin oxiderend kleihoudend zand, met sterke korrelgrootte variaties, van matig over matig grof tot zeer grof heterogeen, met 3 bleekroze tot grijze kleilenzen, 1 tot 2cm dik op 31, 45, 57 cm langs boven overgaand in sterk roestkleurige zone vol dunnere kleilenzen van 1 tot 4cm dik; hellingen tussen 15° en 0° met tegenhellingen; basis 3cm dikke band vol horizontale kleistringers die geen duidelijke laag bouwen
67 108 groengrijs grof glauconietrijk (1/3), zeer licht kleihoudend zand, gebioturbeerd, met naar onder vage schuine gelaagdheid (20°)
108 133 (vage grenzen) matig grof, wat meer kleihoudend, groengrijs roestig verkleurd zand
133 138 los (kleiloos) groengrijs grof glauconiethoudend zand, (glauconiet blijft ca 1/3)
kern 12 17,60 19,10m L = 1,32m (- 18cm)
00 43 samengestelde zandsteenlaag:
00 09 roestbruin matig-fijn heterogene kleihoudende zandsteen met zwak verkitte bleek-groengrijze gebioturbeerde kernen; redelijk hard (behalve aan top en basis) door limonietbandjes die het zand verkitten maar die uitwendig niet zijn afgetekend; basis 30°
09 16 donkergrijsgroen matig grof sterk kleihoudend en roestig verkleurd gecompacteerd zand; basis 10°
16 29 opgebroken zandsteenbank in roestbruin met donkere vlekken, middelmatig, sterk kleihoudend zand; doorgaans zwak versteend maar lokaal hard door sterke limonitisatie (goethiet verkitting en boven en onder met diktes van 2 tot 5cm); open barst op 24
29 31 matig fijne heterogene kleihoudende zandlens, donkergrijs maar roestig verkleurd
31 41 silteus tot grof heterogene roestig verkleurde zandsteenbank, sterk verkit door volledige limonitisatie; behalve in het midden waar zacht versteend, gebarsten op 36 volgens 15°
41 43 zachter verkitte stofferige zandsteenlens met centraal sterke limonitisatie
43 100 heterogene eenheid van los (klei-arm) groengrijs zand, met korrelgrootte variaties van matig tot grof, glauconiethoudend (25%), met 6 zones van zeer grofkorrelig kleirijk zand, met brokkelige versteningen en roestverkleuring, op bleke kleilenzen (0,5cm dik)
100 132 roodbruin matig grove zandsteenbank, vrij zwak versteend, met zachter uit elkaar vallende zone, rond 107m en op 122cm (dofklinkend)
kern 13 19,10 20,10m L = 0,92m (- 8cm)
00 10 geelgroenbruin sterk kleiig heterogeen zand
10 20 bleek groenbruin grof glauconiethoudend kleihoudend zand met sporen van wormgangen maar ook flaserige bleke kleiige lenzen; contacten zwakhellend
20 27 zachte (zeer dofklinkende) roodbruine geoxideerde glauconietrijke (1/3) zwak verkitte zandsteen; basis geleidelijke overgang
27 92 heterogene zandkern in groengrijs middelmatig tot matig grof glauconiethoudend (25%) zand, doorgaans klei-arm; met bleke dunne kleilenzen, tot 0,5cm dik, soms door bioturbaties verstoord (dus behorend tot oorspronkelijk sedimentatiemilieu) op 32,56, 66, 75, 79cm en tussen 84 en 88cm; vage bioturbatie verstoord door beginnende verijzering (roestbruine verkleuringen die vooral sterk zijn boven de kleilenzen maar die een liesegang-achtige verbreiding hebben; met lichte verkitting en steenkernen in het zand in deze zone boven de klei
kern 14 20,10 21,10m L = 1,00m (± 0cm)
00 13 geelgroen sterk kleiig heterogeen zand (zoals in de kern 13 : artefact door naval of aanvulling ?)
13 53 (scherpe ondergrens) grijsgroen, glauconiethoudend (1/3) licht kleihoudend zand, van boven met vage blekere kleiloze banden (glauconiet 1/5), naar onder eerder in grote (> 1cm) bleke wormgangen; basis zeer zwakhellend (5°)
53 67 concentratie van horizontale bleke kleilenzen van enkele mm tot 2cm dik, sterk roodbruin verkleurd, vol limonietsteenkernen, zodat er bijna geen los zand overblijft
67 100 groengrijs matig heterogeen kleihoudend glauconiethoudend (1/3)tot matig grof kleiarm (los) glauconietarm (1/4) zand, met vage brede glauconietarme banden, tussen sporen van bioturbatie; vanaf 88 met onregelmatige kleilenzen, tegengesteld hellend (ca 10° tegengestelde richtingen), van enkele mm tot ± 1cm dik omgeven door limonietsteenkernen en roestverkleuring in het zand (dikke kleilens op 91)
Interpretatie M. Dusar BGD 06/2011
0.00 0.82 opgehoogd
0.82 2.12 Quartair verweringszone of ook verstoord
2.12 20.15 Formatie van Diest
Opmerkingen
- stuk kern uit kernvanger vanaf de derde kern niet meer bewaard ( in principe niet meer wanneer zandig van samenstelling)
- ondanks ongemak van verpakking (flexibele buizen) moet eerste beschrijving gebeuren vooraleer kern wordt verpakt
- nummering kernen volgens staat van opvang, initieel in 1 houten kist; nummering herbegint vanaf eerste kernbuis in flexibele PVC
- ondanks deze opmerkingen zijn de boringen technisch goed uitgevoerd
- zandsteen beschrijving zonder textuur of structuurkenmerken, vermits deze op volle kern gebeurde die langs buitenkant door een kleifilm is ingesmeerd; detailbeschrijving kan pas na doorzagen zoals voor de losse kern
- aandeel zandsteen :
categorie 3 van : 0.82 tot : 0.95
categorie 2 van : 1 tot : 1.4
categorie 3 van : 1.44 tot : 2.00
categorie 3 van : 2.31 tot : 2.40
categorie 1 van : 2.67 tot : 3.20
categorie 1 van : 3.23 tot : 3.57
categorie 3 van : 3.57 tot : 3.65
categorie 1 van : 3.65 tot : 3.89
categorie 1 van : 3.96 tot : 4.05
categorie 1 van : 4.15 tot : 4.20
categorie 3 van : 4.47 tot : 4.55
categorie 1 van : 4.55 tot : 4.77
categorie 2 van : 4.77 tot : 4.85
categorie 1 van : 4.85 tot : 4.99
categorie 1 van : 5.17 tot : 5.41
categorie 1 van : 7.15 tot : 8.65
categorie 2 van : 10.60 tot : 10.85
categorie 3 van : 13.60 tot : 13.65
categorie 1 van : 13.65 tot : 13.90
categorie 3 van : 15.15 tot : 15.45
categorie 3 van : 15.56 tot : 15.80
categorie 3 van : 16.12 tot : 16.17
categorie 2 van : 17.60 tot : 18.03
categorie 3 van : 18.60 tot : 18.92
categorie 3 van : 19.30 tot : 19.37
Legende : 4 op de grafiek = 1 in de tekst = beste kwaliteit
2 op de grafiek = 3 in de tekst = minste kwaliteit
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
089E/0742 - KAARTBLAD : LEUVEN
p.1/7
********************************************************************************