087E0815
087E0815 (VIId)
AOSO - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-07/15
Plaats/site: DILBEEK SPOORLIJN 50A
Boring: B9.1/3
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering: 17/01/07 - 23/01/07
X: 139981,10
Y: 168936,48
Aanvangspeil: +35,42
Waterdiepte volgens boorstaatgegevens(m): 1,44 (peil +33,98) op 17/01/2007
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 20/02/2007
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,00-0,30 vette bruine leem, veel verse plantenresten, baksteengruis, brokken in gele kleiige leem
G2 0,30-0,60 zware geelbruine siltige leem, zeer kruimelig
G3 0,60-1,00 donkergrijze, grijsbruin oxiderende, meer kleihoudende leem vol zwarte wortelsporen (oud), baksteengruis
G4 1,00-1,50 blekerblauwgrijze, grijsgeelbruin oxiderende, minder kleiige, meer siltige leem, met keitje (- 1 cm) en fijne recente wortelsporen
G5 1,50-2,00 lichtgrijs, sterk leembruin geoxideerd, lemig (licht kleiig) silt, nog baksteengruis
G6 2,00-3,00 donkerbruin fijn korrelig, kruimelig veen (volgens sondering van 2.50 tot 2.75 m)
G7 3,00-3,50 bruin fijn korrelig, kleihoudend veen, vol bleekbeige fijne (1 mm) kalkpartikels (kalktuf) en minder parelmoer schelpenresten
G8 3,50-4,00 grijswitte slappe siltige mergel vol grote bleekbruine tot zwartbruine houtige veenresten, grijze mergel, donker verkleurd door verspreid organisch materiaal, roomwitte brokkelige mergel (bestaande uit fijne kalktufbolletjes met wat schelpenresten) (kalkgyttja), grote complete tuinslak met bruine kleurbanden (type cepaea), mergel is sponsachtig en water-verzadigd, nog sterk samendrukbaar
G9 4,00-5,00 donkerbruin sterk venig, licht kleiig silt, compact, met strepen en brokken in bleekgrijze grove silt, met grote brokken in blekerbruingrijs siltrijk-kleiig veen met roodachtigbruine rietresten en parelmoer schelpengruis, ook wat fijne kalktufbrokjes en dikschalig schelpengruis
G10 5,00-5,50 grijze, slappe, venige siltige klei, sterk samendrukbaar, met bandjes (cm-schaal) vol iets grovere (1-2 mm) kalktufbrokjes met wat complete schelpenschalen (kalktuf is samengespoeld)
G11 5,50-6,00 zelfde grijze, sterk samendrukbare, silteuze klei, kalkrijk, met geplette dunschalige schelpen en nog veel fijne veenbrokjes
G12 6,00-7,00 facies verandering: homogene, lichtgrijze, kalkrijk, licht kleiige silt, waterverzadigd dat bij druk wordt uitgedreven (kleigehalte voldoende voor goede cohesie)
G13 7,00-7,50 +- idem, minder kleihoudend, grof silt fractie
G14 7,50-8,00 idem (lichtgrijze kalkrijke grove silt)
G15 8,00-8,30 lichtgroeniggrijs, zeer fijn, licht gespikkeld (glauconiet 10%) kwartsrijk, kleihoudend, zeer licht kalkhoudend zand, licht kneedbaar door voldoende kleigehalte, nog slecht gestapeld en gedecompacteerd (Tertiair herwerkt in basis Quartair)
G16 8,30-8,50 zelfde lichtgroengrijs zeer fijn, licht gespikkeld zand (bestaande uit heldere kwarts), weinig witte bioklastenkorrels tussen de zandkorrels, sterk kleiig en wat kleverig (zandtextuur maar hydrologisch klei)
G17 8,50-9,00 zelfde lichtgroengrijs zeer fijn, licht gespikkeld zand, slechts licht kleihoudend
G18-G19 9,00-10,00 zelfde lichtgroengrijs zeer fijn, licht gespikkeld zand, slechts licht kleihoudend, wat meer siltbijmenging
G20 10,00-11,00 zelfde zand, vermengd met overwegend lichtgrijze, sterk silteuze klei, kalkloos
G21 11,00-11,50 lichtgrijs, sterk silteuze, compacte maar brokkelige klei, micahoudend
G22 11,50-12,00 +- idem, klei wordt iets donkerder maar houdt zelfde lichtbruiniggrijze oxidatiekleur, goed kneedbaar
G23-G24 12,00-13,00 blijft homogene, compacte, lichtgrijze, licht bruinniggrijs oxiderende, grof silteuze klei (zandtextuur) met grove heldere mica's (grof silt tot zeer fijn zand, bijmenging is ook licht glauconiethoudend en is zelfde zand als hierboven aangetroffen vanaf 8.30 m), goed kneedbaar
G25 13,00-13,50 +- idem, klei met fijner maar meer silt, brokkelig
G26 13,50-14,00 +- idem, klei terug goed kneedbaar, blijft echter fijn silteus
G27 14,00-14,50 +- idem, terug brokkeliger
G28 14,50-15,00 blijft grijze micahoudende sterk silteuze klei met lichtbruingrijze oxidatierand, wordt gespikkeld met glauconiet (blijft nochtans grof silt tot zeer fijn zand), terug meer kneedbaar (hoger kleigehalte)
G29 15,00-15,50 eerder grijze, zeer fijnzandrijke klei (blijft zandtextuur), kneedbaar, zonder glauconiet
G30 15,50-16,00 eerder grijze, zeer fijnzandrijke klei (blijft zandtextuur), kneedbaar, terug wat glauconiet (wordt grover)
G31 16,00-17,00 lichte kleurverandering naar groeniggrijs, zeer fijn, glauconiethoudend, slechts licht micahoudend (minder mica wanneer meer glauconiet), slechts licht kleiig zand
G32 17,00-17,50 facies verandering: licht bruiniggrijs zeer fijn, slechts zeer licht glauconiethoudend, tot silteus kleiig zand en grijze licht silteuze klei, voorkomend in afzonderlijke cm-dikke bandjes (hydrogeologisch is dit een klei)
G33-G34 17,50-18,50 +- idem (minder of minder dikke kleibandjes)
G35 18,50-19,00 grijs, bruingrijs oxiderend, kleiig, zeer fijn tot silteus, glauconiethoudend zand (zandtextuur, kleireactie), meer homogeen, brokkelig (niet kneedbaar), kalkloos
G36-G37 19,00-20,00 +- idem, homogeen grijs silteus lichtgespikkeld zand, slechts licht kleiig
G38-G39 20,00-21,50 +- idem, grijs licht kleiig, licht micahoudend silt, met dunne (mm-schaal) kleistrepen
G40 21,50-22,00 met dikke strepen (cm tot dm-schaal) in bruiniggrijze compacte silteuze klei, nog micahoudend
G41 22,00-22,50 grijze, slechts met dunne bruin geoxideerde oxidatiezoom, silteuze klei, homogeen maar nog brokkelig (kleigehalte neemt toe naar onder, maar blijft zelfde lithologische eenheid)
G42 22,50-23,00 blijft grijze, sterker grijsbruin oxiderende, silteuze tot zeer fijnzandige glauconiethoudende klei, met gestoorde asgrijze strepen in zeer fijn kwartsrijk zand tot silt, klei wordt en blijft zeer licht kalkhoudend
G43-G44 23,00-24,50 blijft grijze silteuze, brokkelige klei, zonder bleke strepen
G45 24,50-25,00 zelfde grijze silteuze brokkelige klei, terug met bleekbruine zand-silt strepen
G46 25,00-25,50 terug meer homogene grijze silteuze, nog micahoudende klei, met dunne bruine oxidatierand, blijft brokkelig
G47 25,50-26,00 grijze silteuze klei met zeer dunne bruine oxidatierand, (lijkt dus minder permeabel), duidelijk fijn korreliger (enkel silt, geen zandbijmenging), zeer homogeen en licht kneedbaar
G48 26,00-27,00 +- idem, maar terug brokkelig (meer silt, minder klei)
G49 27,00-27,50 +- idem, terug wat kneedbaarder, blijft micahoudend
G50 27,50-28,00 terug grijze silteuze klei, met veel, gestoorder bleker zand-silt strepen (mm-schaal), wat meer kalkhoudend
G51 28,00-28,50 grijze silteuze klei, minder gestoorde bleker zand-silt strepen (mm-schaal)
G52 28,50-29,00 grijze silteuze klei, terug meer gestoorde bleker zand-silt strepen (mm-schaal), sterk bruin geoxideerd
G53 29,00-30,00 minder siltige grijze compacte klei (lithologische verandering), met asgrijze zeer fijnzandige laminaties, fijne mica's zowel verspreid in de klei als in de zandige laminaties, met zeer zeldzaam een gladde kleinere (1-2 mm) nummuliet
G54 30,00-30,50 idem, met 1 nummuliet
G55 30,50-31,00 idem, zonder fossielen
G56-G57 31,00-32,00 +- idem (minder bleker zandige laminaties), klei is echter meer of minder siltig, met veel verspreide fijne mica's
G58 32,00-33,00 grijze compacte, plastische klei (met dunne blekergrijze oxidatierand, niet meer bruin verkleurend), blijft gedeeltelijk silteus tot fijnzandig, echter zonder laminaties, met weinig verspreide glauconiet
G59 33,00-33,50 idem, met pyriteuze, zwarte, organische rijke kern (tot 0.5 cm) waarrond roestbruine oxidatierand
G60 33,50-34,00 blijft massieve plastische blauwiggrijze klei, soms silteus en met verspreide glauconiet, wat zelden grover zandige, laminatie, met verspreide witte bioklasten (< 1 mm, waaronder forams), zandige laminaties bestaan uit matig fijn helder kwartszand, vol nesten van glauconiet, in het zand ook dikwijls pyrietneerslag, onregelmatige zandnesten zijn zwart gekleurd
G61-G62 34,00-35,00 blijft plastische blauwiggrijze klei met verspreide glauconiet, ook nog fijn mica, met nesten rijker in kwartszand (bioturbaties?), ook enkele zandige laminaties, kalkloos
G63 35,00-36,00 slappere grijze, meer silteuze, minder fijnzandhoudende klei
G64 36,00-36,50 donkerblauwiggrijze fijn zand en glauconietrijke, meer brokkelige klei, kalkloos (klei is donkerder)
G65 36,50-37,00 idem, wat beter kneedbaar, blijft kalkloos
G66 37,00-37,50 idem, geen glauconiet, kalkloos
G67 37,50-38,00 +- idem, geen glauconiet, kalkloos
G68-G70 38,00-40,00 facies verandering in zeer stijve homogene grijze klei, zonder zand, shistoid, kalkloos
Informele stratigrafie
Auteur: Marleen De Ceukelaire Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 25/05/2007
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 2,00 Quartair - verspoelde leem en bodem
2,00 6,00 Quartair - Holocene vallei-afzetting (veen + kalktuf)
6,00 8,30 Quartair - Pleistocene loess
8,30 25,50 Formatie van Kortrijk - Lid van Moen
25,50 40,00 Formatie van Kortrijk - Lid van Saint-Maur