078W0446
078W (Cenk 26/5) - 446 (VIIIa) - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-13/095
Plaats/site: Genk - sluis Albertkanaal
Boring: B10
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering: 17.06.2014
X: 229113
Y: 181299
Aanvangspeil: +61,27 m
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 14/07/2014
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,00-0,30 grijsbruin heterogeen tot zeer grof kwartszand met keien (silex rolkei, kwarts, maasgrind, beton), licht doorworteld
G2 0,30-0,50 bleekbeige heterogeen kwartszand, meer fijn tot zeer fijn dan grof, nog silexrolkeien, deels gebroken
G3 0,50-0,80 bleekbeige geel heterogeen kwartszand, overwegend middelmatig, nog steeds een weinig keien (silex, blauwe hardsteen) = aangevoerd
G4 0,80-1,00 bleekgrijsgeel eerder middelmatig kwartszand, met roestige spikkels en met witachtige brokjes van zeer fijn silteus zand
G5 1,00-1,50 geel matig fijn kwartszand, met humeuze strepen en zacht ijzerzandsteenbrokje
G6 1,50-2,00 zelfde zand, met platte bleke silexrolkei (2 cm), ingebed in roest oranje oxiderende zandige klei, met grote brokken (3 cm) van groenwit silteus-kleiig matig fijn kwartszand
G7 2,00-2,30 geelwit zeer homogeen matig-fijn kwartszand
G8 2,30-2,50 zelfde bleekgeel homogeen matig-fijn kwartszand, met zeer fijne mica, zeer zacht aanvoelend
G9 2,50-3,00 geel wat heterogener, overwegend fijn kwartszand (zeer heldere kwarts, blijft slibvrij), met sporadisch mooi afgeronde en afgeplatte silex rolkei (2 cm); zand voelt vochtig aan
G10 3,40-3,50 grijswit heterogener kwartszand, van zeer fijn tot matig-grof (met heldere kwarts, slibvrij); nog kleine verweerde silexkei (1 cm)
G11 3,50-4,00 +/- zelfde zand, overwegend fijn (van zeer fijn tot middelmatig, heldere kwartskorrels, slibvrij), met weinig maar grotere mica; met grote brokken (5 cm) verkit beigegrijs lemig (klei- en siltrijk) zand
G12 4,35-4,50 idem; verkitte beigegrijze brokken blijken hier blauwgrijze reductiekern te hebben
G13 4,50-5,00 facieswijziging: eerder donkergrijs humeus heterogeen kwartszand (met volstrekt limpide kwartskorrels), van zeer fijn tot grof, met kwartsgranule en kleine gebroken silex; donkere venige brokken; zowel matig grove als matig-fijne kwartszandsteen, roodgetint; roodbruin slib van ontbindende venige partikels.
G14 5,00-5,50 lichtgrijs heterogeen kwartszand (limpide kwarts), van zeer fijn tot matig grof, hoofdzakelijk matig-fijn
G15-G16 5,50-6,50 +/- zelfde zand, lichtgrijs heterogeen, minder grovere fractie; enkele donkere korrels tussen het kwarts; zand voelt zacht aan; slibvrij
G17 6,50-7,00 zelfde zand, blijft heterogeen met matig grove fractie, en met donkere korrels (geoxideerde mooi afgeronde glauconiet, van zeer fijn tot middelmatig); ook wat fijne kwartssplinters (tot 3 mm) van witte melkkwarts
G18 7,00-7,50 idem, ook met splinters van witte melkkwarts; monsters worden geleidelijk bleker tot zeer bleekgrijs (vermoedelijk grijs wit boven de watertafel als overeenkomstige kleur)
G19 7,50-8,00 zelfde zand, overwegend fijn
G20 8,00-8,50 zelfde zandafzetting en zelfde kleur, maar wordt beduidend grover, en meer en grotere (tot 0.50 cm) kwartssplinters, blijft heterogeen van zeer fijn tot grof, maar voelt middelmatig aan, daar waar bovenliggende monsters fijn aanvoelden; enkele humeuze spikkels
G21 8,50-9,00 zelfde zand, wordt heterogeen grof, met keitjes (kwarts, gerolde kwarts, zandsteen)
G22 9,00-9,50 idem; ook donkere silex splinter
G23 9,50-10,00 zelfde zand, iets minder grof (hoofdzakelijk matig-fijn); ook minder en fijnere kwarts- en silexsplinters (nb. silexsplinters wijzen op Maas-aanvoer, eerder dan Rijn)
G24 10,00-10,50 zelfde zand, zeer bleekgrijs, heterogeen, overwegend matig-fijn en zonder grove fractie (duidelijk fijner dan bovenliggende monsters); enkele donkere verweerde en gebroken glauconietkorrels
G25 10,50-10,75 zelfde zand, terug vergrovend met aanzienlijke grove fractie (grove kwarts is beter afgerond en matter), blijft zeer licht gespikkeld met donkere fijne tot middelmatige glauconiet; kleine keitjes en gebroken grind van grijze siltige silex of fijne kwartsiet en kwartszandsteen; opmerking: zand is licht slibhoudend
G26 10,75-11,00 basisgrind: zeer grof heterogeen kwartszand, met granule en grof grind (kei van 6 x 5 x 5 cm) van Ardeens grind (grijze kwartsiet, bleekgrijze kwartsiet met aders; bleekgrijze grove kwartsietische zandsteen met ader; donker roodachtige compacte gerolde zandsteen)
G27 11,00-11,50 facieswijziging: compact grijs sterk silteus en kleihoudend zand (textuur van grof zand, zelfs met kwartssplinters, ingebed in klei), licht kalkhoudend
G28 12,00-12,50 eerder lichtgrijze kalkloze sterk zandige siltige klei, brokkelig, zandtextuur, met lenzen in middelmatig kleiig humeus zand (veel grover aanvoelend)
G29 12,50-13,00 homogeen iets bleker lichtgrijs kleiig zand (= zand met klei als poriënvulling), kalkloos; slechts licht zandiger dan bovenliggend monster (daardoor ook bleker)
G30 13,00-13,50 zelfde matig fijn zand, met klei-opvulling van de poriën, echter beigebruin geoxideerd, met nog grijze strepen en kleine roestrode vlekken (deze monsters zijn sterk waterophoudend, hoegenaamd niet plastisch, enkel dit onderste monster is licht kneedbaar, bovenliggende zijn fijn brokkelig
G31 13,50-14,00 bleekbeige grijs fijn tot middelmatig kwartszand met beperkte grove fractie, micahoudend, slibrijk met bleekgrijs slib, kleihoudend (maar klei is mobiel, daar waar bovenliggende monsters vastere klei bevatten die fijn wrijft tussen de vingers); kleur variabel van lichtgrijs tot blauwig grijs (reductiekleur) naar oranje-beigegrijs (oxidatiekleur)
G32 14,00-14,50 zelfde zand, geelgrijs, heterogeen, hoofdzakelijk middelmatig maar met grote grove fractie, kwartsrijk, bijna geen donkere spikkels, wel meer grote micaplaatjes, zeer slibrijk met geel slib, dus mobiele klei-houdend
G33 14,50-15,00 grijsgeel overwegend middelmatig, geel slibrijk maar overigens klei-vrij zand (geen kleef); slechts sporadisch donkere glauconietkorrel, meer homogeen (weinig grove fractie, geen mica), enkele humeuze vlekken
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 14/07/2014
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 0,80 Aangevoerde grond
0,80 4,50 Quartair: Zand van Winterslag, bovenste sequentie?
4,50 5,00 Quartair: Zand van Winterslag, verspoeld veen en zandsteen
5,00 11,00 Quartair: Zand van Winterslag, onderste sequentie?
11,00 13,50 Tertiair: Formatie van Bolderberg - Genk, bovenste kleiige sequentie (?)
13,50 15,00 Tertiair: Formatie van Bolderberg - Genk, onderste zandige sequentie (?)
Opmerking: De monsters zijn van goede kwaliteit (droogboring). Deze boringen zijn nochtans moeilijk te interpreteren, want er zijn een aantal gegevens die niet consistent zijn:
- er is geen goed ontwikkeld bodemprofiel, maar dit kon worden verwacht
- er is geen onderscheid te maken tussen Quartair en Tertiair
- het grind op 11 m diepte met Ardeense elementen is een typisch Quartaire afzetting en vormt niet de basis van een mariene afzetting; het is verwonderlijk dat dit reeds uit Ardeense erosieproducten bestaat en niet uit silex rolkeien geremanieerd uit weggeërodeerde Tertiaire formaties, wat erop wijst dat dit basisgrind geen vroegste Quartair is
- het kleihoudend zand onder dit grindniveau beantwoordt niet aan een der Tertiaire formaties; integendeel vertonen de zandkorrels gelijkaardige textuurkenmerken als het bovenliggend zand (dat door erosie minstens ten dele eruit is ontstaan); de verkleiing van de top Tertiair (in de veronderstelling dat we te doen hebben met het Quartair basisgrind) is dan vermoedelijk een bodemverdichting
- er zijn geen elementen van Antropogene oorsprong waargenomen; integendeel beantwoordt de verhoging van het kleigehalte onder het grindniveau of de associatie veen kwartzandsteen en vergrovend zand aan een geologische logica
Het geheel van deze kenmerken zou echter op verstoring kunnen wijzen, met onnatuurlijke opeenvolging en dieptes tot gevolg. Anderzijds lijkt de hoge conusweerstand tussen 5 en 11 m te wijzen op natuurlijke compactie van een zand en niet op geroerd materiaal. Daarom wordt een grotendeels natuurlijke opeenvolging verondersteld en is de stratigrafische opeenvolging consistent met die van Frans Halet tijdens de aanleg van het Albertkanaal.
De interpretatie is tentatief
Betreffende de kwartzandsteen in monster G13 van 4,50 5,00 m. Afgezien van mogelijke verplaatsing van dit sediment (tijdens Quartair en/of door antropogene actie) is de kwartszandsteen in-situ gevormd, in relatie met een veenafzetting, waarvan er enkel verspoelde restanten zijn overgebleven. Dit is de z.g. duivelssteen van Genk, overeenkomend met de Bolderiaan zandsteen (bouwsteen in Belgisch Limburg) en Nivelsteiner (bouwsteen in Nederlands Limburg)