077W0183

PL. KERMT 77W
P. LAGA

183 (IXb) verv.

FILTERPUT
Uitgevoerd te HASSELT
bij de S.A. GELATINES HASSELT & VILVORDE
door de N.V. SMET uit DESSEL
datum: 1968
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS volgens plan
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode: met inspoeling
Opeenvolgende doormeters:
Grondwaterstanden:
bij ruststand: tijdens het pompen:
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld:
Totale diepte:

Slechte monsters

P. LAGA 26 mei 1971.






PL. KERMT 77W

183a (IX) Puits tubé
exécuté à Hasselt,
à la Société Anonyme "Gélatines Hasselt et Vilvorde",
par la Société Foraky de Bruxelles.
Repérage par V. Collard, le 19 juillet 1929.
Travaux terminés en avril 1912.
Mode de creusement: Système Foraky; trépan avec curage continu.
Diamètre final: douze pouces.
Débit: 6.000 litres à l'heure.
Cote approximative de l'orifice: 30


Coupe d'après le sondeur: Prof. Base Epaiss.
m. m. m.

1 Argile sableuse grise 3.70 3.70 3.70
2 Argile sableuse gris-foncé 4.20 4.20 0.50
3 Argile sableuse verdâtre 9.40 9.40 5.20
4 Argile dure, verte 13.00 3.60
5 Argile bleue, très compacte 47.30 34.30
6 Argile sableuse grise 71.10
7 Sable vert avec argile 144.40 73.30
8 Marne grise 159.10 14.70
9 Craie avec silex 185.48 (sur) 26.38




------------------------------------------------------------------------

PL. KERMT 77W

183b (IX) Puits tubé
exécuté à Hasselt,
à la Société Anonyme "Gélatines-Hasselt et Vilvorde"
par la Société Anonyme Foraky de Bruxelles.
Repérage par V. Collard, le 19-7-1929.
18 échantillons remis par le propriétaire.
Travaux commencés le 11 février 1927 et terminés le 4 avril 1927.
Mode de creusement: Trépan à curage continu.
Diamètres successifs: 430 mm. jusqu'à 47m60, 376 mm. jusqu'à 159 m.;
240 mm. jusqu'à 221 m.
Débit: 35.000 litres à l'heure.
Température: 17oC (sondeur).
Profondeur probable du niveau aquifère utilisé, d'après le sondeur.
Sous 163 m. (163-221 m.) partie non tubée. Au-dessus frette en
ciment 153-163 m. Tubage continu 153-0m. (267 mm.)


Coupe d'après le sondeur:
Base Epais
m. m.

1 Terre arable 0.60 0.60
2 Terre arable avec sable et gravier 1.00 0.40
3 Sable jaunâtre avec gravier 1.80 0.80
4 Sable jaune très peu argileux 2.70 0.90
5 Argile gris-foncé 9.00 6.30
6 Argile gris-vert un peu de gravier 20.00 21.00
7 Argile verdâtre un peu sableuse; quelques
écailles 60.00 30.00
8 Argile vert-foncé 70.00 10.00
9 Argile verte sableuse 90.00 20.00
10 Argile vert-foncé, compacte 109.00 19.00
11 Argile marneuse 120.00 11.00
12 Marne grise blanchâtre 153.00 33.00
13 Sable gris-verdâtre, marneux 157.25 4.25
14 Tuffeau, fins grains 171.10 13.85
15 Silex dans tuffeau 185.00 3.90
16 Tuffeau, gros grains 208.00 23.00
17 Tuffeau, fins grains 210.00 2.00
18 Silex dans tuffeau, peu de silex 212.75 8.75
19 Silex dans tuffeau 219.50 0.75
20 Tuffeau gros et fins grains, un peu de silex 221.39 1.89

N.B.-Les échantillons sont indéterminables et ont été détruits.


183b (IX) Observations hydrologiques (du sondeur)

Date Profondeur du puits Débit à + 0m40 Pression
litres/heure
Avant curage de la colonne d'eau

mars 1927 163m80 8.100 litres
mars 1927 175.00 13.500
mars 1927 180.00 13.500
mars 1927 190.00 15.400
mars 1927 199.00 23.500
mars 1927 200.70 26.800

Après curage de la colonne d'eau

mars 1927 204.00 40.500 +12m00
4 avril 1927 221.39 47.000



-----------------------------------------------------------------------------

PL. KERMT 77W

183c (IX) Puits tubé
exécuté à Hasselt,
à la Société "Gélatines-Hasselt-Vilvorde",
par M. Van Caenegem, Ingénieur, à Hasselt.
Repérage par V. Collard, le 19-7-1929.
Echantillons recueillis par le chef sondeur.
Travaux commencés en juillet 1929.
Mode de creusement: à l'injection.
Diamètre final: 108 mm.
Niveau de l'eau: jaillit à 1 m. au-dessus du sol
avec débit de 1600 litres à l'heure.
En régime de pompage: 4 m. sous l'orifice.
Avec débit de 4.000 litres à l'heure.
Cote approximative de l'orifice: 30


Nos NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres
de à

1 Sable fin, gris 2.00 5.00
2 Idem 5.00 7.00
3 Idem 7.00 11.00
4 Argile plastique grise 11.00 15.00
5 Idem 15.00 18.00
6 Idem 18.00 22.00
7 Idem 22.00 25.00
8 Idem 25.00 28.00
9 Idem 28.00 30.00
10 Idem 30.00 39.00
11 Sable finement quartzeux, gris 40.00 45.00



Interprétation probable (F. Halet, 12-9-1929):

Pléistocène et en partie peut être Miocène: 11m00
Rupélien (R2c): 28m00
Rupélien (R1b): 5m00


-----------------------------------------------------------------------------

PL. KERMT 77W
M. GULINCK.

183 (IX) vervolg.

Inlichtingen medegedeeld op 19 December 1955.
(ingekomen 20 December onder nummer 35.210).

1o het water heeft een hydrotymetrische hardheidsgraad van
28 franse graden, het bevat sulfuren, sulfaten en een
betrekkelijk hoog gehalte aan bicarbonaten.

2o de grondwaterstanden in de putten tijdens de rustperioden
zijn: wanneer beide putten die zich op een onderlinge af-
stand bevinden van enkele honderden meters niet opbrengen,
komt het waterpeil lichtjes boven het maaiveld, indien een
der putten opbrengt is het waterpeil in de andere een twee-
tal meter onder het maaiveld.

3o de grondwaterstand tijdens het bedrijf is 32 m onder het
maaiveld voor een debiet van ongeveer 50 m3/uur en 25 m
onder het maaiveld voor een debiet van ongeveer 35 m3/uur.

4o de gemiddelde dagelijks opgenomen hoeveelheid water bedraagt
maximum 600 tot 700 m3.



-----------------------------------------------------------------------------

PL. KERMT 77W
M. GULINCK.


183 (IXb) 3de vervolg

FILTERPUT No 1
Uitgevoerd te HASSELT
bij de N.V. GELATINES HASSELT & VILVORDE
door de N.V. J. SMET uit DESSEL
datum: april 1964
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 28.8.1964
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode: met inspoeling
Opeenvolgende doormeters: 178 mm. - filter: 3"
Grondwaterstanden:
bij ruststand: 0.24 m
tijdens het pompen: 8.50 m
met een debiet van 12.000 l/u
Hoogte van het maaiveld: 30
Grondwaterregister nr. 1.143
Totale diepte: 63.00 m


Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m

N.B. Na Put 1 heeft de N.V. SMET een tweede put geboord
die dezelfde kenmerken bezit dan de eerste.

1-4 grijs, humeus leemhoudend zand 4.00
5-9 grijze zandige klei 9.00
10-39 grijze klei 39.00
40-48 grijs fijn zand 48.00
49-50* fijn grijsgroen glauconiethoudend zand 50.00
51-55* idem, sporadische schelpbrokjes 55.00
56-60* idem 60.00
61-63 idem



Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - 7.10.1969

Kwartair ? 0.00 - 4.00
Rupeliaan (R2c 4.00 - 39.00
(R1 39.00 - 48.00
Tongeriaan 48.00 - 60.00



---------------------------------------------------------------------------

PL. KERMT 77W
F.Halet

183 Puits tubé
exécuté à Hasselt (Canal),
à la fabrique de gélatine,
par M. Deumens de Hasselt.
Repérage par V. Collard, le 20 mars 1936.
Echantillons recueillis par le chef sondeur.
Travaux commencés et terminés en mars 1936.
Mode de creusement: à l'injection d'eau.
Diamètre final: 0m20.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos: niveau du sol.
En régime de pompage: 6m.
avec débit de 5.000 litres à l'heure.
Cote approximative de l'orifice: 30


Nos NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres
de à

1 Sable finement quartzeux, gris-jaunâtre 2.00 3.00
2 Sable fin, gris 3.00 5.00
3-11 Argile grise assez plastique 5.00 40.00
12 Sable quartzeux gris 40.00 44.00



Interprétation probable (F. Halet, 6-4-1936):

Pléistocène : 3m00
Rupélien (R2d): 2m00
R2C: 35m00
R1b: 4m00