077E0191

PL.HASSELT 77 E
F.HALET

191 (VI) Puits tubé
exécuté à Bockryck,
à l'Institut St.Lambert,
(Couvent des Frères des Ecoles Chrétiennes)
par M.SMET de Desschel.
Repérage par V.Collard, le 14 novembre 1924.
Echantillons recueillis par le chef sondeur Weyts.
Travaux commencés et terminés en novembre 1924
Mode de creusement: à sec.
Diamètres successifs: 0m20.
Diamètre final: id.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos: 2m50,
en régime de pompage: 4m
avec débit de 2.000 litres à l'heure.

Cote approximative de l'orifice: 48.5

A environ 25 mètres O. de celui-ci, un premier puits
creusé en 1911 par les Ateliers Limbourgeois de Hasselt
débitait par écoulement naturel et à 2m50 au-dessus du
niveau du sol, 12 m3 en 36 heures, actuellement il
débite encore 3 m3 en 36 heures.


No NATURE DES TERRAINS Profondeurs mètres

1* Sable blanc, finement quartzeux 1.00
2* Sable jaune quartzeux avec petits cailloux de quartz
blanc roulés 2.00
3* Sable quartzeux jaune 3.00
4* Idem 4.00
5* Sable fin gris jaunâtre 5.00
6* Sable quartzeux gris avec cailloux de quartz blanc
roulés et débris de quartzite, de phyllade et
psammites roulés 6.00
7* Idem avec petits cailloux de silex roulés 7.00
8* Sable quartzeux gris brunâtre, finement pailleté 8.00
9* Sable gris finement pailleté avec cailloux de quartz
blanc roulés et un caillou de quartzite 9.00
10* Sable gris foncé, brunâtre, un peu ligniteux, pailleté 10.00
11* Idem 11.00
12* Idem 12.00



Interprétation probable: (F.Halet, 15-1-1925)

Alluvions des pentes et Pleistocène: 10m00
Néogène, Bolderien ?: 2m00


-------------------------------------------------------------------------

PL.HASSELT 77E
M.GULINCK.

191 (VI) (vervolg).

Filterput
uitgevoerd te GENK (Bokrijk)
bij het St.Lambertus instituut,
door de Limburgse Boringen.
Topographische ligging opgetekend door CLAESSENS W.
de 16.2.1951.
Grondstalen verzameld door de aannemer.
Aanvang der werken: December 1950.
Einde der werken: Januari 1951.
Boringsmethode: met inspoeling.
Aard der pomp: Duikerpomp.
Met een debiet van 6000 liters per uur.

Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel: 48.5.
Totale diepte: 232m.


No AARD DER GRONDLAGEN Diepte : m

1 Humusrijk zand, enkele kwartskeitjes 0.50
2 - 4 Geelachtig zand, tamelijk grof 3.00
5 Zelfde zand met gerolde keien, glimmerhoudend 3.00 - 5.00
6* Bruinachtig zand, glimmerhoudend 5.00 - 7.00
7 Grijs zand, ligniethoudend, middelmatig
grof, glimmerhoudend 7.00 - 10.00
8* Idem met enkele houtstukjes 10.00 - 13.00
9* Middelmatig fijn, grijs zand, wat
ligniethoudend, met glimmers 16.00 - 19.00
10* Fijn grijs zand, glimmerhoudend,glauconiet-
houdend, de korrelgrootte samenstelling is
heterogeen 19.00 - 22.00
11*-12 Fijn glauconiethoudend zand 25.00 - 35.00
13 -15 Zelfde zand 35.00 - 50.00
16* Groenachtig grijze zandige klei, met nestjes
grof zand 50.00 - 52.00
17*-19 Fijn, glauconiethoudend, iets kleihoudend zand 52.00 - 60.00
20*-22 Grijs-groenachtige zandige klei, kalkhoudend,
met kleine niet te bepalen resten van
schelpjes ? 60.00 - 75.00
23*-25 Vaste, groen-grijsachtige klei, kalkhoudend 75.00 - 90.00
26* Middelmatig fijn glauconiethoudend zand 90.00 - 95.00
27 -37 Idem, licht samenhangend 95.00 - 136.00
38*-47 Verbrijzelde groen-grijze kleisteen
(kalkhoudend) 136.00 - 165.00
48*-51 Zeer vaste, groen-grijze klei, kalkhoudend 165.00 - 178.00
52*-53 Verbrijzelde, grijze kleisteen? met enkele
witachtige brokjes (mergel?) glauconietrijke
spoelmassa 178.00 - 184.00
54*-55 Idem, fijn zandige spoelmassa 187.00 - 193.00
56 -57* Verbrijzelde grijze kleisteen, kalkhoudend,
glauconietrijk kleiige spoelmassa 193.00 - 200.00
58*-65* Verbrijzelde tufkrijt 200.00 - 232.00



Aardkundige verklaring (M.GULINCK, 19.7.1951)

Pleistoceen : 0.00 - 7.00m.
Bolderiaan (continentaal): 7.00 - 20.00m.
Chattiaan: 20.00 - 50.00m.
Rupeliaan: 50.00 - 90.00m.
Tongeriaan-Landeniaan- Heersiaan: 90.00 - 200.00m.
Maastrichtiaan: 200.00 - 232.00m.