076W0362

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 076W
PLAAT: DIEST
Nr: 362
Type Boring: 3002-07 (nr 75)
Topografische kaart: 25/5
Uitgevoerd te:
Postnr:
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: VMW
Boorfirma: SMET GWT
Boordatum: 03/11/2010
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode:
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 119m
Stalen bewaard:
Maaiveld/ref. peil:
X: 196810
Y: 186315
boorgatmetingen ja
-------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
-------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * AARD DER GRONDLAGEN
-------------------------------------------------------------------------
000.00 – 001.00 bruin zeer fijnzandige tot siltige teelaarde met
wortels
001.00 – 002.00 bruin heterogeen lemig zand met wortels en
ijzerzandsteenbrokken van 4 cm
002.00 – 003.00 bruin heterogeen (van silt tot zeer grof) lemig
zand met bollen van groen kleiig zand die
verkitten tot limoniet
003.00 – 004.00 bruin lemig heterogeen zand, verkit tot
ijzerzandsteen (dit is recente ijzerzandsteen-
vorming in colluvium)
004.00 – 005.00 bollen van groen heterogeen kleiig zand met
beginnende verkitting
(zelfde materiaal als bovenliggend, wel markant
kleurverschil : onder grondwater ?)
005.00 – 006.00 geelbruin heterogeen licht kleiig zand (nog
Quartair : te arm aan glauconiet); kwartskorrels
hebben gele kleifilm
006.00 – 007.00 zelfde zand vol roodbruine en oranje-bruine
limonitische harde ijzerzandsteenbrokken
(afkomstig van Tertiaire ijzerzandsteen)
007.00 – 008.00 faciesverzanding : groengeel zeer grof
glauconiethoudend (matig tot grove donkere deels
verweerde glauconiet, ca 10-15%) licht kleiig
zand, met bleekbeige klei bijmenging die mobiel
is
008.00 – 009.00 ± idem, maar glauconietgehalte ca 25%, daardoor
ook iets donkerder groen
009.00 – 010.00 ± zelfde grof glauconiethoudend zand, niet meer
kleiig maar slechts mobiel slib rond de korrels;
kleifilm van geel tot oranjebruin; glauconiet-
korrels afgerond en stevig maar verschillende
kleur van donkergroen tot zwart
010.00 – 011.00 ± zelfde grof slibrijk zand; glauconietgehalte ca
20%, wordt roodbruin geoxideerd (niet door
verschil in monsterdroging) met bleekbeige slappe
kleistrepen
011.00 – 012.00 idem, slib is oranjebruin gekleurd, minder
kleistrepen
012.00 – 013.00 wordt zeer grof (2mm), zeer slibrijk
(oranjebruin), met fijne ijzerzandsteenbrokjes
013.00 – 014.00 ± idem , blijft grof slibrijk glauconiethoudend
zand; wordt terug groengeel, zeer licht kleiig
014.00 – 015.00 blijft groengeel grof slibrijk en licht kleiig
zand (iets fijner geworden)
015.00 – 016.00 zand blijft grof (dus fijner), minder
glauconiethoudend (15%), slibrijk en meer kleiig
016.00 – 017.00 blijft geelgroen zeer grof heterogeen glauconiet-
houdend (15-20%) zand, slibrijk, minder kleiig
017.00 – 018.00 geelgroen grof heterogeen sterk kleiig zand met
geel slib
018.00 – 019.00 blijft zeer grof heterogeen slibrijk, gewoon
kleiig (klei blijft kleven) (minder kleiig dan
bovenliggend monster), terug groengeel
gemakkelijk roodachtig oxiderend zand
019.00 – 020.00 blijft groengeel grof slibrijk kleihoudend zand,
licht glauconiethoudend (15%)
020.00 – 021.00 zand wordt iets fijner met meer geelgroen klei
bijgevoegd
021.00 – 022.00 ± zelfde grof zand maar met meer geelgroene
vloeiende silteuze klei bijgemengd
022.00 – 023.00 ± zelfde zand, vaster geelgroen kleihoudend,
wordt matig grof
023.00 – 024.00 slappe geelgroene silteuze klei (vervloeiend),
matig grof zandhoudend
024.00 – 025.00 wordt wat vaster (minder vloeiend silt
bijmenging)
025.00 – 026 .00 ± zelfde grof licht glauconiethoudend geelgroen
kleiig zand, roestig verkleurd
026.00 – 027.00 idem
027.00 – 028.00 ± idem, met afgeronde kwartsgranule (zeldzaam)
028.00 – 029.00 ± idem
029.00 – 030.00 idem (blijft kleiig)
030.00 – 031.00 kleine faciesverandering naar bruingroen matig
grof slecht gesorteerd licht kleihoudend zand,
wat meer glauconiet van verschillende oorsprong
(donker tot lichtgroen, verweerd)
031.00 – 032.00 geelbruingroen matig grof beter gesorteerd,
glauconiethoudend (oplopend tot 25 %) kleiloos
zand, licht slibhoudend, gele kleifilm rond de
kwartskorrels
032.00 – 033.00 zelfde zand, sterk vergrovend (tot 2mm) en slecht
gesorteerd, met bollen in donker kleirijk zand
033.00 – 034.00 ± zelfde zand, kleihoudend, met bruine en groene
zandige-siltige kleibollen (ca 1cm)
034.00 – 035.00 ± idem, zand terug zuiverder (minder kleiig);
steeds met mangaanbruine en groene silteuze
kleilamellen
035.00 – 036.00 wat meer gemengd en zo kleirijker zand; nog
groene silteuze kleilamellen; zand matig-grof
036.00 – 037.00 groen matig grof sterk kleiig zand
037.00 – 038.00 ± idem, iets minder kleirijk
038.00 – 039.00 gemengd roestig geel matig grof licht kleihoudend
glauconiethoudend (25%) zand, met bollen in
groene fijner zandrijke klei
039.00 – 040.00 groen overwegend middelmatig sterk kleiig zand
040.00 – 041.00 idem
041.00 – 042.00 ± idem, gemengd met grover geelbruin zand
042.00 – 043.00 ± idem, mengeling maar sterk overwicht groen
middelmatig sterk kleiig opbollend zand
043.00 – 044.00 terug meer evenwicht tussen grover zand en fijner
kleirijk zand
044.00 – 045.00 ± idem, met licht overwicht zeer grof bruinig
zand op het fijnere helgroene kleirijke zand
045.00 – 046.00 zelfde mengeling maar met zeer grof zand
046.00 – 047.00 ± idem, tot fijne kwartsgranule (> 2mm)
047.00 – 048.00 zeer grof groenbruin licht kleiig zand, met fijne
lamellen in donker mangaanbruine silteuze klei
048.00 – 049.00 zand wordt zeer grof, slecht gesorteerd,
donkerder (tot bijna 50% glauconiet); slechts
zeer licht kleiig, met bollen in bijna zwarte
silteuze klei met zerpe smaak (metaalhoudend)
049.00 – 050.00 ± idem, grover zand niet meer kleiig, wel nog
slibhoudend; zowel donker als groene silteuze
kleibollen
050.00 – 051.00 ± idem, maar zand en klei meer gemengd
051.00 – 052.00 donkergroen, overwegend matig grof glauconietrijk
zand (tot 50% glauconiet), licht kleiig maar geen
mobiel slib, bimodaal met zeer grove
kwartskorrels; met lamellen in donkergrijsgroene
zandige klei (zand voelt ook zachter aan, vetter)
052.00 – 053.00 ± idem, vet zand, wat kleiiger, zonder de zeer
grove korrels
053.00 – 054.00 idem
054.00 – 055.00 grijsgroene zandhoudende klei
055.00 – 056.00 idem, met wat grove zandkorrels gemengd
056.00 – 057.00 bleekgroenbruin zeer grof glauconietrijk (50%)
zand, zonder klei of slib; kwartskorrels slechts
licht gelig en mede door de zeer grove
korrelgrootte van de kwarts (glauconiet in de
iets fijnere fractie) is dit monster
bleekgespikkeld
057.00 – 058.00 ± idem, met talrijke zeer grove kwartskorrels;
met fijne lamellen in groengrijs sterk kleiig
zand
058.00 – 059.00 formatiegrens : vaste bruingrijze fijn
micahoudende klei
059.00 – 060.00 ± idem, vaste klei is rijk aan mica en
zandhoudend; eerder donkerpaarsbruin van kleur
060.00 – 061.00 vaste grijze sterk silteuze klei (bleker gekleurd
en brosser)
061.00 – 062.00 grijze licht micahoudende en zachtere
donkergrijze klei
062.00 – 063.00 bleker grijze silteuze vaste klei
063.00 – 064.00 idem, licht micahoudend
064.00 – 065.00 idem, ook mica
065.00 – 066.00 ± idem, geleidelijk minder silt en mica
066.00 – 067.00 donkergrijze klei met fossielafdrukken (bijv.
buisjes), soms bewaard door beige fijn zand
insluitsels; lichte gipsneerslag
067.00 – 068.00 grijze tot donkergrijze licht korrelige (siltige)
klei, met lenzen in bruin zeer fijn zand tot grof
silt
068.00 – 069.00 gemengd donkergrijze klei; grijze silteuze klei
en lenzen in zeer fijn bruin zand
069.00 – 070.00 ± idem, overwicht grijze klei
070.00 – 071.00 grijze meer vette klei
071.00 – 072.00 zelfde klei vermengd met licht beige bruin, licht
gespikkeld (glauconiethoudend)fijn zand
072.00 – 073.00 zelfde mengeling klei-zand (kwartsrijk)
073.00 – 074.00 idem
074.00 – 075.00 ± idem, zand wordt asgrijs, mogelijk kleihoudend,
licht gespikkeld (glauconiet < 5%); vol brokken
in grijze en mangaanbruine klei
075.00 – 076.00 zelfde mengeling, maar overwicht grijze klei
076.00 – 077.00 kwartsrijk zand wordt matig grof, blijft vermengd
met klei (nb. mengeling door monstername: zand en
klei vormen gescheiden lagen)
077.00 – 078.00 laatste gemengd zand-klei monster; asgrijs zand
is overwegend fijnkorrelig, maar bimodaal door
bijmenging van matig-grove korrels
078.00 – 079.00 asgrijs matig fijn licht gespikkeld zand, licht
bimodaal met weinig matig-grove korrels, met
kleine oranjerode zandsteenbolletjes (3-4mm)
079.00 – 080.00 idem, met wat platte brokken in lichtgrijze
micahoudende zachte kleiige siltsteen (naval ?)
080.00 – 081.00 zelfde asgrijs licht gespikkeld zand; ook grote
mica's; reeds eerste platte rolkei
081.00 – 082.00 zelfde zand, zacht van aanvoelen, met talrijke
grove korrels van zeer helder kwarts
(monster lithotheek)
082.00 – 083.00 zelfde zand, talrijke grove kwartskorrels, zowel
helder als melkwit
083.00 – 084.00 zelfde asgrijs zand, minder grove kwarts,
talrijke ronde licht afgeplatte silex rolkeien
(nb rolkeien lijken niet tot basisgrind te
behoren, maar afgezet in verschillende lenzen)
084.00 – 085.00 zelfde zand met grover kwarts en silex rolkeien;
met kleine bollen in zacht donkergroengrijs
kleirijk silt
085.00 – 086.00 ± zelfde zand, zelden wat grover korrels; silex
rolkeien worden groter (4cm) en onregelmatig van
vorm
086.00 – 087.00 asgrijs fijn licht gespikkeld meer homogeen
zand, zeer zacht aanvoelend
087.00 – 088.00 zelfde zand, met slappe groengrijze silteuze
kleibollen en concreties van korrelige zandsteen,
poreus maar zwaar door gele kristallijne pyriet,
mogelijk ook fosfatisch (monster lithotheek)

088.00 – 089.00 zelfde fijn, licht gespikkeld asgrijs zand, licht
micahoudend, met bollen van donkerbruin verkit
zand; ook nog afgeronde donkergrijze brosse
siltige kleilamellen
089.00 – 090.00 matig fijn asgrijs zand, met kleine harde
donkerbruine brokjes (verkit silt met ligniet ?)
090.00 – 091.00 zelfde zand, zeer licht slibhoudend
091.00 – 092.00 zelfde zand met donkere strepen (venige klei-
vlekken); ook bollen in slappe donkerbruine
siltige klei en kleine (1-2mm) limonietconcreties
(monster lithotheek)
092.00 – 093.00 ± idem, bollen in grijze zandrijke klei
093.00 – 094.00 terug overwegend fijn asgrijs zand
094.00 – 095.00 blijft fijn asgrijs zand, slibhoudend, met fijne
grijze kleiige strepen
095.00 – 096.00 ± idem, glauconietgehalte licht stijgend tot 10%
096.00 – 097.00 idem
097.00 – 098.00 zelfde zand, gemengd met slappere donkergrijze
klei en donkergrijs kleiig glauconietrijk verkit
zand; ook nog grijze strepen van kleine mogelijk
venige kleibrokjes
098.00 – 099.00 sterkere zand-klei menging, zodat spoelmonster
bruingrijs wordt
099.00 – 100.00 donkergrijze, soms fijn zandhoudende klei, licht
gemengd met bovenliggend zand
(monster lithotheek)
100.00 – 101.00 fijn bruinig grijs micahoudend kleiig zand
(gemengd)
101.00 – 102.00 bruingrijze fijn zandhoudende klei in grote
brokken (1cm)), vermengd met asgrijs zand
102.00 – 103.00 compact donkerbruin zand met kleibindmiddel,
donker bruingrijze silt- tot zandhoudende klei
103.00 – 104.00 plotse overgang naar zeer grove kwartskorrels,
met middelmatige hoekige glauconiet (en kwarts),
ingebed in fijn bioklastische mergel
104.00 – 105.00 heterogeen middelmatig zand, licht glauconiet-
houdend, met bioklasten; kleine lamellen grijze
klei, grote brokken (> 5cm) van beige zandige
kalksteen
105.00 – 106.00 beigegrijs mergelig zand (kwarts + bioklasten);
enkele grove kwartsen; wat grijze en groenige
kleibollen
106.00 – 107.00 hoofdzakelijk mergelig beige bioklastengruis
107.00 – 108.00 bleek beigegrijs slecht gesorteerd (fijn tot
grof, hoofdzakelijk middelmatig) zand met kwarts
(> 50%), verweerde glauconiet (> 10%) en
bioklastengruis
108.00 – 109.00 donkerder (door slecht gesorteerde tot matig
grove glauconiet (25%), grover (met zeer grove
heldere kwarts), ook grover bioklastisch (tot
50%) beigegrijs kalkzand, met grote brok licht-
beigegrijze klei
109.00 – 110.00 grijze kwartsgranule (2-3mm) met zwarte
phtanietbrokken (tot 1cm) en silexfragmenten;
kwarts meestal melkachtig; cuttings van fijne
bioklastische kalksteen
110.00 – 111.00 beige, deels verkit fijn bioklastengruis; met een
weinig kwartsgranule en verweerde silex; donkere
spikkels (< 5%) van meestal verweerde glauconiet
111.00 – 112.00 gemengd, overwegend donkere kwartsgranule door
groot aandeel matig-grove zwarte glauconiet, en
zwarte silex-phtaniet cuttings in de granule
fractie (sommige kwarts is lichtgroen); vermengd
met beige kalkbioklasten en zandige kalksteen-
schilfers
112.00 – 113.00 ± idem, met zeer grove kwartsgranule (tot 0,5 cm)
113.00 – 114.00 zelfde mengeling (kwartsgranule, bioklastengruis)
meer zandige kalksteen en groene zacht verkitte
zandsteen (fr: verdi-facies), brok van bruinige
kleisteen
114.00 – 115.00 kwartsrijk zand met fijne granulen, grove donkere
korrels (glauconiet + ook phtanietfragmentjes);
gebroken en gerolde schelpfragmenten; ronde
groene zandsteenbrokjes
115.00 – 116.00 lichtgrijs middelmatig kwartsrijk zand, licht
gespikkeld, met grove onregelmatige glauconiet en
wat phtanietbrokjes
116.00 – 117.00 beigegrijs mergelig fijn bioklastengruis, licht
gespikkeld, met wat gerolde schelpfragmenten
117.00 – 118.00 grijze mergel met bioklasten, kwartskorrels en
donkere spikkels, vermengd met grote brokken
bruin oxiderende klei doortrokken door silt (in
bioturbaties ?), pyriethoudend
118.00 – 119.00 zeer fijn grijs, bruin oxiderend, kleirijk zand
en silteuze klei


Interpretatie op basis van de spoelmonster en boorgatmetingen

000.00 – 007.00 Quartair : colluvium
007.00 – 030.00 Formatie Diest-2
030.00 – 058.00 Formatie Diest-1
058.00 – 071.00 Formatie Boom
071.00 – 083.00 (86.0) Formatie van Bilzen
083.00 – 095.00 (97.0) Formatie van Sint-Huibrechts-Herne
095.00 – 103.00 Formatie Maldegem
103.00 – 108.00 Formatie Lede (of al Brussel)
108.00 – 117.00 Formatie Brussel
117.00 – 119.00 Formatie Kortrijk

M. Dusar 03/2011

Zie ook opmerking 076W0361





BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

076W/0362 - KAARTBLAD : DIEST
p.1/6
*************************************************************************