ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--------------------------------------------------------------------------------
KaartNr: 75W
PLAAT: AARSCHOT
Nr: 0389
Type Boring: gekernde boring R1 project ijzerzandsteen
Topografische kaart: 24/5
Uitgevoerd te: ROTSELAAR
Postnr:
Adres boorplaats: Middelberg
Opdrachtgever: VO ALBON
Boorfirma: Smet GWT
Boordatum: 02/05/2011
Topografie: BGD P. Vancampenhout
Stalen door: boormeester
Boringsmethode: gekernd
Lengte & doormeters: droogboring doormeter 140 mm tot 1,42 m
kernboring PVC buizen doormeter 102mm, lengte 1,5m
Totale diepte: 20.50 m
Stalen bewaard: carotheek BGD Laken
Maaiveld/ref. peil: 52.50
X: 178359
Y: 183628
Boorgatmetingen : geen
--------------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
--------------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * AARD DER GRONDLAGEN
-------------------------------------------------------------------------------
Kist 1 (droogboring) (houten kist) (samengeperst, geen verlies)
00,00 00,50 L = 0,46
00 23 geelbruin grof lemig zand, wat fijne wortels en takjes en harde zandsteenbrokken
23 37 sterk verkit, matig grof, zeer stofferig zand, in steenkern
37 39 okerbruine zachte zandsteenlaag
39 46 okerrode kleiig verkitte, matig grove zachte zandsteen
00,50 1,00 L = 0,45
00 12 geelbruin matig grof heterogeen zeer stoffig zand, licht verkit tot uit elkaar vallende steenkern
12 30 roodachtig geelbruin matig fijn - heterogeen zeer stofferig verkit zand, samengeperst tot steenkern, met hardere zandsteenbrokjes
30 45 zelfde los zand met harde gevariëerde ook limonietrijk zandsteenbrokken
1,00 1,40 L = 0,39
00 26 roodachtig bruin sterk heterogeen stofferig licht verkit zand met kleine zandsteenbrokjes
26 39 zelfde zand, sterk verkit en samengeperst, maar geen echte zandsteen
Kern 1 1,40 - 1,95m L = 0,55 (0)
00 08 rood eerder middelmatig tot matig grof, zeer licht kleihoudend kwartsrijk zand, goed gecompacteerd, met zandsteenbrokjes (1 cm)
Plots maar ongelijk basiscontact (= basis verstoorde zone, er is geen ongeroerd Quartair)
08 20 donker grijsbruin matig grof heterogeen sterk glauconietrijk kleihoudend zand met kleine kernen (2cm) in grijze zandrijke klei en steenkernen in zelfde kleiige zandsteen
20 29 (geleidelijke maar snelle overgangen) zelfde eerder middelmatig zand, maar met granule (bleekverweerde gebarsten silex), met zeer veel steenkernen in kleiige zandsteen met rood cement, wordt geleidelijk massieve zandsteen, maar nog zeer brokkelig
29 37 grove, donkerroodbruine glauconiethoudende zandsteen (klasse 2)
37 40 zelfde zand met steenkernen
40 43 terug licht kleiige zelfde zandsteen (met rood cement), aansluitend op volgende zandsteen
43 55 gebroken (door boring) roestbruine matig grove glauconietrijke zandsteen met talrijke en centimeters dikke limonietbanden (waarin goethiet cement zonder klei) (klasse 1-2)
Kern 2 1,95 - 3,25m L = 1,18 + 0,14 = 1,32 (+ 2cm)
(winst in kernschoen, moet zijn 0,12 cm)
00 10 scherp afgelijnd, compact helklinkende zandsteen (klasse 1); omgeven door dikke kleifilm met plastics, kapotgedraaid op 7 (mogelijk natuurlijk breukvlak)
10 12 opgebroken donkere limoniet (goethiet) bandjes met oranjegele kern (klasse 1 ?)
12 56 (geleidelijke overgang): donkergroenig grijs glauconietrijk (40%) matig grof zand met zeer grove kwartskorrels (kwarts met oranje film), licht kleihoudend wat zorgt voor compactie; doortrokken door licht oranje vlekken volgens bioturbaties; met donkere mangaankleurige vlekken (? 1cm)
56 75 zelfde zand maar niet gebioturbeerd, met sterke gelaagdheidsvlakken (30%) aangegeven door donker roodbruine brokkelige limonitisatie
75 114 (scherp hellend contact van boven, geleidelijk naar onder : zeer compact zelfde zand, overwegend grof (met zeer grove kwarts), kleihoudend (draagt bij tot compactie), met soms erg vage oranje bioturbatievlekken, met talrijke mangaanbruine vlekken
114 122 grof roodachtig bruin glauconietrijk zand vol steenkernen in roodachtige zandsteen
122 130 opgebroken zandsteenkern in donkere, goethietrijk, grof poreuze zandsteen, heterogeen van samenstelling maar hard (klasse 1-2)
kern 3 3,25 - 4,70m L = 1,38 + 0,14 = 1,52
(+ 7cm, winst in kernschoen, te verminderen in dikte)
00 11 harde helklinkende zandsteen, met zachtere kernen die vermoedelijk geïsoleerd voorkomen (klasse 1)
11 13 verzande korst in matig grof glauconiethoudend (1/3) donkerroestbruin zand
13 54 bruinachtig grijs, zelfde matig grof glauconiethoudend kleihoudend zand, met oranje bioturbatiegangen en met zwak hellende (? 10°) gelimoniseerde en dus licht versteende laagvlakken; naar onder toe wat losser (minder klei) en meer steenkernen
54 62 roodachtige overwegend middelmatige zandsteen, met kleihoudend cement (klasse 2)
62 63 kleiige hellende voeg (mogelijk geïnfiltreerd boormodder)
63 78 compacte zandsteen met bovenaan grote kleirijke vlekken (holtes in de limonitisatie, opgevuld met kleirijk licht verkit zand) (klasse 1-2)
78 81 zachtere zandsteen tot open voeg (klasse 2)
81 84 terug compacte gelimonitiseerde zandsteen (klasse 1)
84 85 kleiige voeg (met boormodder)
85 92 roestkleurige matig-grove licht kleiige zandsteen met fijne donkere limoniet bandjes (klasse 2)
92 97 bruinrode eerder middelmatige glauconiethoudende (1/4) zachte zandsteen (klasse 3)
97 112 roodbruin matig grof, kleihoudend vermoedelijk sterk gebioturbeerd zand (afzonderlijke graafgangen niet meer te zien)
112 123 heterogene zandsteen, glauconietrijk (? 1/3), kleihoudend met banding volgens verschillen in limonitisatie, met ertussen minder versteende groengrijze lenzen (klasse 2)
123 134 zeer compact groengrijs kleihoudend zand, met grove oranje vlekken volgens grote bioturbatie, dunne limonietstringen
134 138 opgebroken zandsteen vol donkere centimeter dikke limonietbanden (klasse 1-2 ?)
138 143 voortzetting harde gebroken zandsteen met limonietbanden (klasse 1-2)
143 145 (veel meer materiaal) : grof groengrijs glauconiethoudend zand (mogelijk naval, lijkt niet op zijn plaats)
kern 4 4,70 - 6,30m L = 1,37 + 0,16 = 1,53 (- 7cm)
(verlies mogelijk aan top, rond uitgeboord, verlies mogelijk in heterogene zandsteen met limonietbanden, ook licht verlies op overgang naar kernschoen)
dus 4,70 4,77 : kernverlies in zandsteen (categorie 2-3 ?)
00 06 heterogene slecht geboorde zandsteen harde bandjes gescheiden door zwakkere verkitte en zelfs kleiige zones (klasse 3)
06 55 grof glauconiethoudend (<1/4) sterk kleiig grijsgroen zand met onregelmatige gelimonitiseerde bruine banden met wisselende helling (10-25%), soms met bleekgrijze kleilenzen, met weinig grote platte bleekoranje bioturbatievlekken
55 70 zelfde zand maar meer verkit, met centimeters onregelmatige limonietbanden; in zand kwartsgranule en grote asgrijze licht oranjeverkleurde bioturbaties (geen zandsteen)
70 77 harde helklinkende zandsteen met sterk hellende vlakken (klasse 1)
77 93 terug zelfde groengrijs gespikkeld (dus licht glauconiethoudend), met centimeters dikke harde donkerbruine sterk hellende limonietbanden
93 109 massieve zandsteen (klasse 1)
109 112 kleiprop (mogelijk kern uit elkaar gedrukt en 3cm kernwinst ?)
112 129 heterogene zandsteen met zeer harde en zachtere afwisseling (zachter mogelijk door modulaire verstening met kleiopvulling, allicht door de boring) klasse 2 ?
129 132 verzande zandsteen (klasse 3)
132 137 sterk hellende donkerbruine sterk gelimonitiseerde, gebroken zandsteen (klasse 4)
137 148 roestkleurige glauconiethoudende (1/3) matig-grove zandsteen met wisselende hardheid zonder duidelijke banding (klasse 3)
148 153 bruingrijs grof zand met limonietbandjes en kernen
kern 5 6,30 - 6,90m L = 0,57 (- 3cm, verlies in schoen)
00 14 groengrijs matig grof (met zeer grove kwarts) glauconiethoudend (< 1/3) weinig cohesief, maar licht kleiig zand, met kleine onregelmatige donkere harde limonietlenzen
14 26 zelfde zand vol donkere limonietlenzen (met mangaanbruine kern), sterk hellend
26 28 bruinrode zandsteen (klasse 2), eindigend op voeg
28 47 harde helklinkende massieve zandsteen met zachte kern (klasse 1)
47 50 wordt zachtere zandsteen, eindigend op harde limonietband (klasse 2)
50 57 groenig grijs middelmatig zand vol opeenvolgende harde limonietbandjes
kern 6 6,90 - 8,65m L = 1,27 (- 48 cm !!!)(geen kernschoen bewaard)
00 13 groenig grijs matig licht kleihoudend en glauconiet-houdend (30%) zand; basis kleirijk subhorizontaal
13 56 bruingrijs, iets grover maar overigens zelfde zand, geleidelijk groenig grijs wordend, met subhorizontale kleirijke basis; tussen 38 en 45 onregelmatige donkerbruine banden met beginnende verstening
56 127 groenbruingrijs zelfde kleihoudend matig-grof, vooral van boven donkermangaan bruine vlekken en naar onder toe vage roestige verkleuring in banden met dunne (0,5cm) donkerbruine bandjes met beginnende limonietverstening
kern 7 8,65 - 10,15m L = 1,35 (- 15 cm)
00 33 overwegend roestkleurige (afwisselend bruingroen en oranjebruin) eerder grof kleiig zand, met subhorizontale banding; basis subhorizontale donkerbruine lens
33 135 bruingroengrijs matig grof zand, soms met grovere kwarts, minder kleihoudend dan boven liggend; vaag gebioturbeerd met grote (> 1 cm) blekere graafgangen, vooral in middel; naar onder met bleekroestkleurige banden die naar basis duidelijker en sterker hellend (30%) worden en bioturbatiesporen vertonen
kern 8 10,15 - 11,65m L = 1,37 (- 12 cm)
00 10 grijs groen homogeen matig grof glauconiethoudend (30%) slechts licht kleiig zand
10 54 groengrijs matig grof, licht glauconiethoudend (20%)zand, met platte (tot 1cm dik) asgrijze bioturbatie bandjes en vlekken (parallel aan gelaagheid) met helling ca 15°
54 108 meer roestverkleurd groenbruingrijs middelmatig tot matig grof glauconiethoudend (1/3) zand, met licht oranje meer afgeronde bioturbaties, licht afgeplat volgens helling 15°
108 110 verstening rond limonietbandjes (geen echte steenbank)
110 113 donker bruin, sterk verroest zand (meer watercirculatie)
113 138 grijsgroen, aanvankelijk matig grof, naar onder middelmatig, licht glauconiethoudend zand, minder cohesief door laag kleigehalte, met afgeplatte bleekgekleurde bioturbaties
kern 9 11,65 - 13,15m L = 1,10 (- 0,40 cm ! mogelijk verlies ook in zandsteen !)
00 89 matig grof groenig grijs zand, aanvankelijk licht glauconiethoudend (25%), naar onder meer glauconietrijk (40%), met wat blekere licht grijs gespikkeld glauconietarm weinig cohesief zand; doorlopend licht gebioturbeerd met blekere graafgangen; vanaf 60 is het zand meer roestverkleurd
89 110 roestbruin verkleurde middelmatige, overwegend kleiige zandsteen met hardere meer gelimonitiseerde banden, en zodoende opgebroken (klasse 3 omwille van heterogeniteit)
kern 10 13,15 - 14,65m L = 1,39 (- 0,11 cm)
00 14 (geleidelijke maar snelle overgang)
donker grijsgroen overwegend middelmatig zand met bioturbaties, naar onder toe verschijnen stratificaties
14 105 (geleidelijke maar snelle overgang)
groengrijs matig-grof, slechts licht kleihoudend, minder cohesief zand (< 30% glauconiet), met regelmatige en fijne gelaagdheid volgens zachte helling (5°)
105 128 grijs zand vol grote (1cm) ronde asgrijze bioturbaties
128 139 grijs gespikkeld zeer weinig cohesief zand (glauconiet 30%), mogelijk nog gebioturbeerd, maar structuur verstoord)
kern 11 14,65 - 16,15m L = 1,37 (- 13 cm)
00 137 gehomogeniseerd overwegend middelmatig tot matig grof, grijsgroen, vaag bruin gevlekt, licht glauconiethoudend (25%), eerder weinig cohesief zand
kern 12 16,15 - 17,65m L = 1,36 (- 0,14 cm)
00 76 grijsgroen, vaag bruin gevlekt, eerder middelmatig, licht glauconiethoudend (1/4) licht kleiig, homogeen zand; naar basis toe vaag geband met helling 10°, in donker- en groengrijze banden zonder roestverkleuring
76 136 grover groengrijs zand met bleke bioturbaties (ca 1cm); tussen 100 en 110 en vanaf 125 roestig verkleurd in wat meer kleihoudende zones
NB : top volgende kern in zandsteen, dus mogelijk zandsteenverlies
Kern 13 17,65 - 19,15m L = 1,32 (- 0,18 cm)
00 12 roestbruine matig fijne kleihoudende zandsteen, (klasse 2)
12 16 middelmatig roestbruin zand, eerder licht glauconiethoudend (1/4)
16 19 kleiige zandsteen in zelfde zand met limonietbandjes (klasse 2)
19 41 geelgrijs eerder grof, kleiarm glauconiethoudend (30%) zand; vooral naar onder en aan basis roestrood verkleurd
41 44 eerder middelmatig (glauconiet) tot matig grof (kwarts) grijze verzandende zandsteen (klasse 3)
44 54 snel overgaand in zelfde meer versteende bruingrijze zandsteen (klasse 2)
54 56 verzandende basis (klasse 3)
56 64 grof kleiloos, niet cohesief, grijsgespikkeld (30% glauconiet) zand
64 73 terug bruingrijze matig grove (kwarts is grof) zandsteen (klasse 2)
73 76 sterk verzandende zachte grove grijze roestbruin gespikkelde zandsteen (klasse 3, in feite korst van bovenliggende zandsteen)
76 89 grijs bleekbruin gespikkeld grof zand, zonder veel cohesie
89 94 top zandsteenbank is : roestbruine matig grove glauconiethoudend (> 26%) zachte verzandende zandsteen , klasse 3
94 102 overgaand in : compacte zandsteen, eindigend op verzande voeg (klasse 2)
102 111 terug klasse 2 zandsteen
111 114 zachte roestbruine matig (glauconiet)- grove (kwarts) zandsteen (klasse 3)
114 115 zandige voeg
115 124 terug compacte zandsteen met harde limonitisatie (klasse 2)
124 125 verzandende rand (klasse 3) : zacht overwegend middelmatige zandsteen (korst)
125 132 roestbruingrijs, overwegend middelmatig tot matig grof, vrijwel kleiloos zand met sporen in bioturbatie
kern 14 19,15 - 20,65m L = 1,39 (- 11cm)
00 115 groengrijs matig tot matig grof, licht glauconiethoudend (25%) wat kleiig zand, doorlopend passages met bleke bioturbaties, afgewisseld met meer homogeen zand (decimeterschaal); roestkleurig in zones, zeer sterk tot 7cm (scherpe onderkant), rond 30, 50, vanaf 75; op 94cm bleek oranjegele band (ontwatering) volgens helling 15°
115 139 bruin, middelmatig tot matig-fijn, licht glauconiet-houdend (25%), zeer weinig kleihoudend, sterk gebioturbeerd zand met onregelmatige versteningen
INTERPRETATIE
0,00 1,48 geroerd
1,48 20,65 Formatie van Diest
Michiel DUSAR
23.06.2011
Klassen zandsteenkernen
KLASSE 1 2 3
1,69 1,77 8
___________________________________________________________________________
1,83 1,95 12
1,95 2,05 10
2,05 2,07 2
___________________________________________________________________________
3,17 3,25 8
3,25 3,36 11
___________________________________________________________________________
3,79 3,87 8
3,88 4,03 15
4,03 4,06 3
4,06 4,09 3
4,10 4,17 7
4,17 4,22 5
___________________________________________________________________________
4,36 4,47 11
___________________________________________________________________________
4,59 4,68 9
4,70 4,77 (7)
4,77 4,83 6
___________________________________________________________________________
5,47 5,54 7
___________________________________________________________________________
5,70 5,86 16
5,89 6,06 17
6,06 6,09 3
6,09 6,14 5
6,14 6,25 11
___________________________________________________________________________
6,56 6,58 2
6,58 6,77 19
6,77 6,80 2
___________________________________________________________________________
12,54 12,75 21 +?
___________________________________________________________________________
17,65 17,77 12
17,81 17,84 3
___________________________________________________________________________
18,06 18,09 3
18,09 18,19 10
18,19 18,21 2
___________________________________________________________________________
18,29 18,38 9
18,31 18,41 3
18,54 18,59 5
18,59 18,67 8
18,67 18,76 9
18,76 18,79 3
18,80 18,89 9
18,89 18,90 1
Legende : 4 op de grafiek = 1 in de tekst = beste kwaliteit
2 op de grafiek = 3 in de tekst = minste kwaliteit
-----------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING (vervolg)
-----------------------------------------------------------------
Boorsite gelegen op speelplein vakantiepatronaat, met restant van vuurhaard. Hierin roodgebrande zeer brosse ijzerzandsteen: goed gesorteerde middelmatige zandsteen; kwartskorrels omgeven door lichte hematietfilm; glauconietkorrels omgezet in rode poederige ijzeroxide die bij doorzagen aan de vloeistof een bloedrode kleur geeft. Lokaal grote poriën, en afwisseling rode zones (oorspronkelijk arm aan limoniet?) en donkere zones (meer stabiele oorspronkelijke limoniet verijzering?).
Monster lithotheek en slijpplaatje.
Michiel Dusar, 04/2012
Microscopische beschrijving (opmerking: slijpplaatje te dik, matrix opaak)
Ijzerzandsteen met ca 40% kwarts, middelmatig van korrelgrootte (120-400 µ) met hoekige korrels, zelden afgerond.
De kwarts is integraal omgezet in een soort glas, met typische verglaasde textuur. Sommige kwartskorrels zijn in-situ
gespleten; beide kanten zijn verschoven en van elkaar gescheiden door matrix. De brand heeft een sterker effect op de
kwarts dan op de glauconiet.
De glauconietkorrels zijn buin tot zwart, en vertonen dezelfde korrelgrootte als de kwarts. Bruine glauconietkorrels
vertonen nog hun oorspronkelijke kleiige textuur maar zijn doortrokken door roestige vlekken en strepen van ijzeroxide.
Zij zijn vlekvormig verdeeld over het slijpplaatje. De zwarte glauconietkorrels versmelten met de matrix.
De matrix is zwart opaak en vult geheel de ruimte tussen de korrels op (te samen met zwarte glauconiet >50%).
Er lijken geen microporiën voor te komen, maar dit is mogelijk het resultaat van sterke vergruizeling van het ijzeroxide
cement en daardoor gehle opvulling en ondoorzichtige textuur.
Macroporiën komen voor in de plaats van korrels en vertegenwoordigen zo lege korrels
Michiel Dusar, 07/2012
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
075W/0389 - KAARTBLAD : AARSCHOT
p.1/8
********************************************************************************
